N«. 51 1876. Dinsdag 29 Februari.. 119e Jaargang. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg, 28 Februari. FEUIILLIETOlISr. De zonde van prinses Sita. Bij gelegenheid van den 79en geboortedag van Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden, die den 18en October van dit jaar tevens zijn zestig jarig feest viert als grootmeester nationaal van de orde der vrijmetselaren, werd heden alhier, behalve van de openbare gebouwen, ook van de huizen van vele broeders-vrijmetselaars door het uitsteken der vlaggen blijk gegeven van deelneming. Moge de eerbiedwaardige grijsaard nog vele jaren, zoowel voor hen die tot hem meer bijzonder in betrekking staan, als voor de Nederlandsche natie in 't alge meen in het leven gespaard blijven! De rederijkers-vereeniging Ons genoegen al hier heeft het voornemen om over eenige we ken in den Schouwburg een tooneelvoorstelling te geven, waarvan de zuivere opbrengst bestemd zal zijn voor de Vereeniging tot het bezoeken der ar men. In den loop dezer week zal den ingezetenen eene inteekenlijst worden aangeboden. "Wij ver trouwen dat het der vereeniging, vooral om het weldadig doel dat zij met die voorstelling beoogt, niet aan blijken van belangstelling zal ontbreken en zij in staat zal gesteld worden eene flinke som aan de armen der verschillende gezindten te doen Uitreiken. Door den hoogen stand der rivieren is het water tot aan Bruinisse zoo zoet, dat het in de vorige week bij laag water kon worden ge dronken. Dit noodzaakt de visschen aldaar om hunne vesten, die tegen „'tzoet des levens" niet kunnennaar de Ooster-Sehelde over te brengen, teneinde ze in 't zoute water voor sterven te behoeden. Beeds zijn vele duizenden daarheen gevoerd. Bij ministerieele beschikking van 26 dezer is aan Gebroeders Pot, te Bolnes, gemeente Bidder- kerk, tot wederopzegging, vergunning verleend voor een stoomsleepdienst langs de rivieren in de provinciën Noord-Brabant, Gelderland, Zuid- Holland, Noord-Holland en Zeeland. De kiesvereeniging Orde te Botterdam heeft den heer T. W. C. Blom bij het bedanken voor zijn lidmaatschap der tweede kamer haar leedwe zen betuigd over de redenen van gezondheid, welke hem tot het nederleggen van zijn mandaat genoopt hebben, alsmede hare erkentelijkheid en 1. Een verhaal uit de groote wereld inBohemem. Den 20en der vorige maand heeft prins Hubert Palm bij eene hertenjacht Verder las de heer aan de dame, met welke hij aan het ontbijt zat, niet voor. De woorden be stierven op zijne lippen en de courant ontgleed bijna aan zijne machtelooze handen. „Om 's hemels wil, Jaromir! wat deert u!" riep de dame uit, en hare stem beefde van ontroering. „Is aan Hubert een ongeluk overkomen?" „Hier! Lees het zelf!" antwoordde hij, haar de courant reikende. Met een diepen zucht stond hij op, wischte zich het klamme zweet van het voor hoofd en plaatste .zich bij eene vensternis. Ondertusschen las zij den zin uit, die luidde: den hals gebroken." Zij liet het blad vallen en de ontsteltenis stond op haar gelaat te lezen. Het tikken der groote staande klok liet zich duidelijker dan ooit hoorenhet was alsof het geluid van het donkere eikenhouten beschot der eetzaal naar de groote tafel, do ge beeldhouwde stoelen en het zware buffet kwam, om vervolgens naar den muur terug te keeren. Eenig ander geluid liet zich eene geruime poos Verkorting van Theresita, een verkleinigsvorm van Thërese. tevredenheid over de „bijzonder trouwe en uitne mende wijze", waarop hij dat gedurende bijna veertien jaren vervuld heeft. Omtrent de onthulling van het standbeeld van Thorbeeke te Amsterdam worden in sommige dagbladen mededeelingen gedaan, die wij niet overnemenomdat ze voorbarig en indiscreet zijn. In de jongste vergadering der commissie werd uitdrukkelijk verzocht nog geene mededeelingen te doenjuist omdat met volkomen zekerheid nog niets kon worden vastgesteldhetzij over den dag van het feest of over den vorm, dien het zou aannemen. Tot heden is, voor zoover wij weten, nog niet de zekerheid verkregendie alleen zulke berichten belangrijk maakt. Handelsblad De afdeeling natuurkunde der Koninklijke Aca demie heeft gisteren haar oordeel te kennen gege ven over de hygiënische belangenin verband staande met de drooglegging der Zuiderzee. De nieuwe conclusiën van het zeer uitgebreide, door vele statistische gegevens gemotiveerde rap port der heeren van Geuns, Zeeman en Place werden aangenomen. De strekking is, om den minister van binnenlandsche zaken mede te deelen, dat voor malaria bij de indijking van een deel der Zuiderzee, gegronde vrees bestaaten dat spoedige drooglegging en het onmiddellijk in cul tuur brengen veel kunnen bijdragen, om de voor de gezondheid schadelijke gevolgen af te weren. Tevens wordt het instellen eener gezondheids commis sie, uitsluitend voor deze zaak'beschouwd als wellicht wenschelijk den minister in overweging gegeven. Tegen deze laatste bepaling verklaarden zich 13 van de 30 aanwezigen, op grond dat het genees kundig staatstoezicht daartoe reeds uit den aard der zaak aangewezen is, en dus eene afzonderlijke commissie niet noodig is. De meerderheid meende echter, dat de werking van dat lichaam van eenigs- zins anderen aard is, en dat de wijze van samen stelling der commisssie door bovenstaande formu leering, geheel aan den minister bleef overgelaten die dus ook het staatstoezicht daarmede zou kun nen belasten. Naar aanleiding van het feit," dat de heer S. W. Ruyssenaers zijn ontslag heeft gevraagd als diplomatiek agent en consul-generaal der Nederlanden in Egypte, schrijft Galignani's Mes senger het volgende: „Het corps-diplomatique in Egypte zal weldra een zijner invloedrijkste leden en de khédive een zijner meest belanglooze vrienden verliezen in den persoon van den Nederlandschen consul-generaal, den heer S. W. Euyssenaers, die zijn ontslag heeft niet vernemen. Eindelijk nam de heer des huizes zijne plaats weer in. „'tls uit met onze hoop!" sprak hg op klagenden toon. „Die arme prins! Zoo jong" zet mevrouw weemoedig, en iedere moeder van huwbare doch ters zou het natuurlijk gevonden hebben, indien zij er op had laten volgen: „en eene zoo goede partij!" Dat zij het inderdaad dacht, zal haar dus wel niet tot verwijt gerekend worden. „Hoe zullen wij het aan Sita bekend maken? Het arme meisje had zich reeds als een kind verheugd in het vooruitzicht op de huwelijksfees ten! Zij zou zoo goed verzorgd zijn geweest, en haar uitzet heeft zooveel gekost!" „De grootste grondbezitter van het geheele district zou mijn schoonzoon geworden zijn, en onze ge zamenlijke invloed Hij kon den volzin niet voltooien, want de deur sprong open en als een duif vloog een slank zeventienjarig meisje de zaal binnen. Haar weel derig kastanjebruin haar fladderde om hare eenigs- zins hoekige schouders en hare diepliggende donkerblauwe oogen fonkelden. „Zij hebben mij niet ingehaald," riep zij lachend uit en wierp den stroohoed, dien zij aan haar arm had gehangen, op een stoel. „Maar wel heb ik mij warm geloopen," voegde zij er bij, de rechterhand vlak tegen de eenigszins ingevallen wang houdende, die gloeide. Onmiddellijk daarna hoorde men op de trap het gedruisch van haastige kleine voeten en genomen, na meer dan dertig jaren in Egypte ver'xefd te hebben. Met den heer de Lesseps, de on. werper van het Suez-kanaal, wan dc heer B. van het begin af een der ijverigste medearbeiders aan dit reuzenwerk en wij beschouwen zijn aftre den als een groot verlies, zoowel voor Egypte als voor den khédive, want zulke mannen zijn daar evenals elders schaarsch. Zijn opvolger is de heer Anslijm, die vele jaren'onder den heer Buyssenaers werkzaam geweest is en als een kundig en ervaren man bekend staat." Omtrent de overeenkomsten tusschen de gemeente Wageningen en het rijk betreffende de vestiging eener landbouwschool met proefstation aldaar, deelt het Utr. Dbl. het volgende mede. De gemeente Wageningen staat kosteloos aan het rijk af de lokalen en terreinen, de hoogere bur gerschool met landbouwschool, de daar in gebruik zijnde hulpmiddelen en schoolmeubelen. Daaren boven zaL.de gemeente ie de kosten als maximum bijdragen eene som van f 20,000. Meerdere gelden, door de gemeente eventueel te besteden, zullen haar in den vorm eener rijks-subsidie worden ge restitueerd. Het rijk zal bij de landbouwschool tevens laten bouwen eene woning voor den direc teur en éen leeraar, terwijl ook de kosten van onderhoud der gebouwen, het instandhouden en uitbreiden der leermiddelen, het tegen brandschade verzekeren der eigendommen en de grondbelasting der woningen ten koste zullen komen van het rijk. De gelden ter bestrijding dezer" kosten zullen verkregen worden uit eene leening, aan te gaan door de gemeente Wageningen. Die geldleening, groot f 34,000, zal de gemeente negotieeren door eene inschrijving te openen tegen de minste rente. Deze zal tevens worden betaald uit de gewone inkomsten, waarvoor jaarlijks eene som op de begrooting zal worden uitgetrokken. In de provincie Groningen werd in 1851 de prijs der beste kleilanden in het provinciaal ver slag geschat op 1600 per hectare, met bijvoeging echter dat die raming buitengewoon hoog was „zóo hoog dat men eigenlijk geen landbouw of veeteelt meer met voordeel drijven kan." Des niettemin wordt thans, blijkens eene mededeeling in het Utr., Dbl. voor best kleiland f 3000 en meer betaald en bestaat alle vooruitzicht dat die prijs eer stijgen dan verminderen zal. De verminderde waarde van het ruilmiddelhet gelddient echter bij deze stijging niet buiten rekening ge laten te worden. Het in ons vorig nommer verkort medegedeelde stormde eene schare kinderen van verschillenden leeftijd en beiderlei geslacht het vertrek binnen, allen spruiten van den ouden stam der Sukdolsky's van Sukdol, wiens vertegenwoordiger wij zoo even hebben leeren kennen. „I k zou u hebben ingehaald, Sita," snoefde een vijftienjarige knaap, „als Wanda niet juist vóór mij op den grond was gevallen." „Gij hebt mij omver geloopen, Bohuszeide de veertienjarige Wanda, om zich te verdedigen. „Bohus heeft u niet omver geloopen! Ge zijt van zelf gevallengetuigden drie stevige jongens ten gunste van hun ouderen broeder. „Ja, wezenlijk! hij heeft haar wél gestooten!'' verklaarden twee aardige meisjes, die van haar kant partij voor zuster Wanda kozen. De kinderen vormden namelijk juist vier paren en de graaf was gewoon lachend te zeggen, dat hij voornamer was dan de keizer, want dat hij met een achtspan reed. Het jonge volkje had zich bereids rondom de tafel geschaard en den eetlust van dorpskin deren aan den dag gelegd, toen de gouver. neur en de gouvernante binnentraden en het voorbeeld hunner kweekelingen volgdenwant op het land hebben ook de opvoeders der jeugd honger. Sita schoof een voetbankje bij den leuningstoel harer moeder, zette zich neer en legde het hoofd op haar schoot. De gravin streek de rechterhand over het gloeiende voorhoofd harer dochte en sprak op een toon van zacht verwijt telegram van den generaal-majoor Pel uit Atchin aan de Indische regeering geseind, luidt volgens de Sf rats courant aldus: „Den 13m Februari werd opgerukt tegen de XXVI Moekim. Nadat twee bentings, na veel tegenstand en met een verlies van 13 gesneuvel den waren genomen, werd doorgegaan tot Pongo, dat vermeesterd werd met een verlies van 3 doo- den en 10 gewonden. Den 14cn Februari werd voortgerukt langs de Atchin-rivierMiroe met de daarbij behoorende moskee en Lamterny werden genomen; 2 minderen sneuvelden en de luitenants ter Beek en Opperman en 10 minderen werden gewond. Het 13» bataljon infanterie- en twee sec ties artillerie werden naar den grens tusschen de XXII en IX Moekim gezonden. Deze kolonne be zette Kajoelo. Den 15ea Februari werd Tjapoetoe, eene sterk met geschut bewapende benting, na hevigen tegenstand genomen en verbrand. De vijand vluchtte, vele dooden achterlatende; onzer zijds sneuvelde een mindere, terwijl de kapiteins Berkholst en de Man en 21 minderen gewond werden. Aangezien geen geschikte plaats yooreene vestiging werd gevondenkeerden de troepen terug naar Pongo, op hun marsch de kampongs Tjapoetoe, Lamterny en Miroe verbrandende. „Den 16en Februari werd te Pongo begonnemmet den aanleg eener versterking. Den 17en werd met dien arbeid voortgegaan. De posten Panditie, rivierbenting, Berouw en Blang Tjoet werden op geheven, en de bezetting van laatstgenoemden post verplaatst naar Pager Ajer ter verbinding van de posten tegen de XXII Moekim met Pongo. „Den 18en Februari werd voórtgewerkt aan de versterkingen; den 19ra werd die van Pongo vol tooid. „Den 20en Februari werd aan de versterking van Pager Ajer voortgewerkt. „Den 21en deed de radja van Pedir stappen tot onderwerping. „Bij de ageerende troepen was de gezondheids toestand zeer ongunstig, de geest uitmuntend. De algemeene gezondheidstoestand was niet verbeterd." Blijkens eene opgaaf in het tijdschrift „Eigen Haard" is het bedrag der inschrijvingen voor den onderzoekingstocht naar Midden-Sumatrate ondernemen vanwege het aardrijkskundig genoot schap thans gestegen tot f 11,472. Op de thans opgegevene zevende lijst komen een 60tal der voor naamste Amsterdamsche en Eotterdamsche han delsfirma's voor. De Staatscourant van 27 en 28 dezer bevat het koninklijk besluit van den 4en Februari jl., „Wat hebt ge u verhitZeker weer met de kinderen gestoeid?" „Laat mij dat genoegen maar hebben, mama. Over drie weken ben ik prinses Palm en dan is 't met het loopen en springen uit!" De echtgenooten zagen elkander aan. „Dan word ik Doorlucht'gheid genoemd en zal ik niet eens meer mogen lachen. Hoort ge 't, kinderen, ik ben haast een Doorluchtigheid, en pas op dat ge er niet om lacht!" Maar het omgekeerde gebeurde, want zeven kinderkeelen schaterden het van lachen uit. De ouders intusschen waren niet tot lachen gestemd en smart en ontroering spraken uit hunne trekken. „Ik zal deftig loopen, zoo statig als prinses Dori," ging Sita schertsend voort, en nam de cou rant van den grond. Die handeling van het meisje was voor de ouders een dolksteek. Sita rees op, zette eene hooge borst, hield de courant als een waaier in de stijf uitgestrekte rechterhand voor zich uit en stapte als eene prin ses langzaam de zaal door. „Prinses Dori! prinses Dori!" juichten de kin deren, waarhij de achtjarige Poldi bijna stikte in eene bete broods. Een strenge blik van den gou verneur werkte echter mede om die te doen zakken. „Genoeg van die grappen, Sita!" zet de gravin op bestraffenden toon en stond op. „Kom meg naar mijne kamer, ik heb u iets te zeggen." Getroffen door dien ernstigen toon volgde Sita

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1