N°. 47. 110e Jaargang. i87a Donderdag 24 Februari. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50} iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburgs 23 Februari. Sumatra. PETJUjLETON". Het geluk en de ondergang van Roerhof. Al had het vóór een drietal jaren opgericht Aardrijkskundig genootschap, door zijn ont worpen wetenschappelijken onderzoekingstocht in Midden-Sumatra, niet in het hijzonder de aandacht op dat gedeelte van dit eiland geves tigd en al had het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen niet het initiatief genomen om de ondersteuning dier onderneming in ons mid den te bevorderen, dan nog zou, in de omstan digheden welke wij beleven, er aanleiding te over bestaan om aan het eiland Sumatra, na Borneo het grootste van onzen Indischen archi pel, het gewichtigste ongetwijfeld der geheele eilandengroep met het oog op de toekomst, eenige beschouwingen te wijden. Slaan wij een blik op de ligging van het eiland, dat door de voltooide onderwerping van Atchin, zoo wij hopen, spoedig in zijne ge heele lengte, zoo niet aan ons gezag, dan toch aan onze suzereiniteit onderworpen zal wezen, dan valt de belangrijkheid van Sumatra, uit een internationaal gezichtspunt, dadelijk in het oog. Gelegen op den grootén, weg, die van het Suez-kanaal naar China, Japan, Siam en de Fransche kolonie Cochinchina voert, schijnt aan Sumatra de rol van verbindings-schakel aangewezenwelke thans onvolledig door Singapore vervuld wordt en diestad in zoo weinige jaren eene zoo verbazende uitbreiding heeft doen verkrijgen. Zijn eenmaal de ooste lijke kusten van het Atchin-rijk en van de landstreken DehliAssahan Siak Indragiri, van kustlichten en vuurtorens voorzien, is de veiligheid van handel en scheepvaart daar verzekerd, gelijk het in onder Europeesch gezag staande landen behoort, dan mag ver wacht worden dat de talrijke schepen die nu, in de straat van Malakka, de kust van Suma tra mijden als die van een barbaarsch land, daarheen zullen aangetrokken worden. Een maal met de havens van het eiland, met zijn voortbrengselen en rijkdommen, met zijn diepe rivieren kennis gemaakt hebbende, kan het niet anders of handel en verkeer zullen zich daar ontwikkelen. 3. Een tafereeltje uit het AmeriJcaanscJie leven. Naar het Engelsch van F. R. Stockton. Vervolg.) Wij besloten echter alles, wat er zich maar eenigszins toe leende, spijkervast te maken, en niet slechts een revolver te koopen, maar ook twee alarm-signalen aan te brengen. Wij maakten het cene vast aan het venster dat het meest voor de hand lag, en het andere aan de hoofddeur, die naar het dek leidde. Het waren eenvoudige, maar niet onbeduidende toestellen; als zij in werking werden gebracht begon er een klokkenspel, zoo rijk van tonen en zoo lang van adem, dat men zou gedacht hebben, dat niet alle uren, maar alle minuten van het etmaal achter elkander afgesla gen moesten worden. Aldus toegerust, gevoelden wij ons op een be zoek van roovers volkomen voorbereid. Wij had den afgesproken, dat Emmy en Pomona op het eerste sein der alarmklokken zich plat op den grond zouden werpen en indien zij daarvoor ge noeg tegenwoordigheid van geest hadden overge houden, onder hare bedsteden zouden kruipen. Dan zouden de commensaal en ik, elk met een Dat vooruitzicht wordt te waarschijnlijker wanneer men let op de natuurlijke, doch voor het meerendeel thans ongebruikt liggende hulp bronnen, welke het eiland bezit in grooter overvloed dan eenig ander gewest van onzen archipel. Met mineralogische rijkdommen is Sumatra ongetwijfeld ruimer begunstigd dan Java. Het Ombilien-steenkolenveld bevat vol gens de berekeningen een voorraad dier kost bare brandstof, zoo onuitputtelijk in hoeveel heid en zoo uitstekend in hoedanigheid, dat de ontdekking daarvanwelke vóór weinige jaren plaats had, als van het grootste belang niet slechts voor Nederland, maar voor de wereld beschouwd mag worden. Tin, waarvan Banka, Billiton en Cornwallis de voornaamste, doch niet onuitputtelijke voorraadschuren zijn, wordt, volgens de onderzoekingen der mijn-in genieurs, waarschijnlijk in Midden-Sumatra ge vonden. Nuttige steensoorten, als marmer en graniet, worden er in overvloed aangetroffen; het goud maakt, ofschoon ongeregeld en zonder leiding door de inlandsche bevolking gezocht, er een voorwerp van handel en uitvoer uit, en wat aan andere mineralogische rijkdommen nog verscholen ligt in het hooge gebergte, dat als den ruggegraat van het eiland vormt, kunnen wij gissendoch bij onze nog heerschende groote onbekendheid met land en volk, in de verte niet ramen. Diezelfde hooge bergen geven aan de lucht gesteldheid eene verscheidenheid, welke in de keerkringsgewesten zelden aangetroffen wordt. Groeien het suikerriet en het katoen in de heete strandgewesten, wordt de Dehli- tabak reeds in Amsterdamsche makelaarsbe- richten (o. a. een dat voor ons ligt van 25 April 1874) genoemd als „een der middelpun ten waaromheen de tabakshandel zich soms beweegt", in de hooger gelegen streken tiert de koffieboom met weligheid, groeien aardap pelen en andere Europeesche gewassen en is de temperatuur zoo koel, dat het denkbeeld eener kolonisatie van Europeanen in Indië, elders steeds als een droombeeld verwor pen, hier mogelijkheid schijnt te worden. Omtrent den rijkdom van den grond ware het overbodig iets te zeggen. Het is de rijkdom der maagdelijke tropische natuur, door eeuwen lang opeengestapelde^ humuslagen tot eene hoogte opgevoerd, waarvan men zich in minder begunstigde streken geen denkbeeld kan maken, revolver in de hand, met den rug tegen elkander gaan slaan, om naar alle zijden vuur te kunnen geven. Op deze wijze hadden wij do beste kans de inbrekers te treffen, zonder gevaar van elkan der of de vrouwen te doorschieten. Hoe voortreffelijk dit plan ook ware, het was niet zonder zwakke zijden. De kamer van den commensaal lag aan het andere einde der boot, zoodat hij het alarmsignaal te nauwernood kon hooren. De roovers van hun kant zouden zeker niet bedaard gewacht hebben totdat ik hem was gaan halen, om op onzen vleugel te komen. Doch dit verwekte ons slechts tijdelijke zorg. Bij mijne nauwkeurige kennis van de plaatselijke gesteld heid, twijfelde ik geen oogenblik dat ik ten spijt van alle roovers hem te rechter tijd zou kunnen bereiken en dan in staat zou zijn, in vereeniging met hem, alles uit te voeren wat wij beraamd hadden. De gelegenheid om ons plan aan de vuurproef te onderwerpen, kwam sneller dan wij gedacht hadden. In een donkeren nacht gaf de alarmtoestel, dien wij aan het keukenvenster hadden vastgemaakt, zijn krachtigste signaal; in 'teerste oogenblik dacht ik dat het fluiten van den ochtendtrein aan den oever mij had wakker gemaakt, doch dadelijk ontwaakte ik voor goed en zag ik dat Emmy al onder het bed gekropen was. In der haast schoot ik de noodzakelijkste klee deren aan en trachtte in den donker de lade der commode te vinden. Dit ging niet gemakkelijk, yi a - -- en hier niéf, gelijk in de kustlanden van Zuid-Amerika het geval is, door een moe- rassigen bodem, een verpesten dampkring en een heirleger van venijnige insekten en repti- liën voor den mensch ontoegankelijk gemaakt. Bij eene slechts oppervlakkige bewerking van den grond, gepaard met eenige zorg voor be hoorlijke vruchtwisseling, zijn hier zoowel van Europeesche gewassen als van rijst en tabak gemakkelijk twee oogsten'sjaars te verkrijgen. Wat Sumatra echter boven alle andere ei landen van den Soenda- of den Molukken-ar- chipel onderscheidt, zijn zijne rivieren. Java, dat zooveel smaller isbezit bijna geen voor groote vaartuigen bevaarbare wateren. Zijne bergstroomen in den regentijd door hun woest geweld alles met zich medesleurende, dienen in den Oost-moesson den reiziger vaak tot voet- of rijpad, Celebes bezit geen noemens waardige rivieren. Borneo heeft bevaarbare stroomendie dagreizen ver het land indrin gen, doch aan eene kolonisatie van dit onme telijke eiland, het grootste na Nieuw-Hol- land van den aardbol, kan een staat als Nederland niet zonder schrik denken. Suma tra echter heeft in zijne Palembang-, Djambi-, Indragiri-, Siak-rivierenmet hare ontelbare takken en nevenstroomenals zoovele slagade ren, geschikt om de in de bovenlanden geteelde voortbrengselen van den rijken bodem der wereld toe te voeren. Omtrent de bevaarbaar heid dier rivieren zij het voldoende mede te deelen dat de resident van Palembangde heer Ophuijzen, in 1869 met een stoomschip der gouvernements-marine de Djambi-rivier opvoer gedurende vier dagen en toen, op 260 Engelsclie mijlen van de zee, den tocht staakte, niet wegens bezwaren in de vaart ondervonden, maar wegens gebrek aan steenkolen. Op die plaats vond men nog 6 vademen water, eene breedte van ongeveer 70 elen den bodem zandig en zonder steenen. Een der kleinere rivierenop de kaarten nauwelijks bij name bekend, stoomde dezelfde ambtenaar 40 mijlen op, met eene aanhoudende diepte van 8 vade men, die op dat punt nog geen enkel teeken vertoonde van spoedig te zullen afnemen. De Siak- en Indragiri rivieren bezitten dezelfde voordeelen en ofschoon die van Palembang sedert jaren aan de monding in diepte afne mend is, zoodat zij niet meer zou toelaten, als vroegerdat linieschepen voor de ver land- daar ik in de duisternis de richting geheel kwijt was, maar ten slotte kwam ik toch terecht en greep mijn revolver. Daarop ijlde ik de slaapka mer uit, de trap op naar den hoofdingangwiens alarmtoestel zich nu ook voor het eerstvolgend kwartier in beweging begon te zetten, vloog het dek over en sprong den trap af, die naar de kamer van onzen commensaal leidde. Hij lag in een diepen slaap, maar ik greep hem bij de schouders en schudde hem uit alle macht. Dit behoefde ik echter maar een oogenblik te doen, want hij was dadelijk wakker. Hij sprong op en greep mij bij de keel, en onmiddellijk voelde ik de koude ijzeren monding van de pistool, die hij altijd onder zijn kussen had, tegen mijn voor hoofd. 'tWas een antiek ruiterpistool met eene monding zoo wijd als een flesch. Ik herinner mij in mijn heele leven geen tijd, die mij zoo lang is voorgekomen als de minuut, gedurende welke hij mij op die wijs vasthield. „Schurk!" riep hij, „als ik nog eene ademhaling van u hoor, blaas ik u het licht uit." Ik geloof dat ik geen enkele maal meer adem haalde, maar ik bedacht dat ik in eene levensver zekeringmaatschappij slechts tegen ongelukken geassureerd was, en zou zij dit geval daaronder begrijpen? Of zou Emmy weêr naar hare ouders moeten gaan? Op dit oogenblik drukte de commensaal mij tegen den muur, die een weinig door het maan licht beschenen werd. „O!" riep hij uit: „zijt gij het?*' En de greep waarts gelegene hoofdplaats het anker laten vallenkunnen toch nog altijd onze oorlog schepen var middelmatige grootte zonder eenig bezwaar het zoo ver brengen. Bij al deze rijkdommenbezit Sumatra een groot overwegend nadeelgemis 'van be volking. Dertienmaal zoo groot, naar eene ruwe berekening, als Nederlandtelt het ruim genomen, nog zoo veel inwoners niet als het moederland. Hierin moet dusmet tertijd, wil het eiland aan zijne groote bestem ming beantwoorden, door landverhuizing voor zien worden. Onoverkomelijke bezwaren schij nen hiertegen echter niet te bestaan. Be halve de landverhuizing welke misschien uit andere deelen van Indië daarheen geleid zou kunnen worden, is het overbevolkte China be trekkelijk dicht bij de hand en de reislustige en arbeidzame zonen van het Hemelsche Rijk zouden waarschijnlijk zeer licht te bewegen zijn om, denzelfden weg volgende dien zij door den voortdurenden koelie-aanvoer naar Singa pore en Banka zoo goed kennen, zich op Sumatra neder te zetten. Het voorbeeld is trouwens reeds gegeven. Dehli, dat een twaalftal jaren geleden nauwe lijks op de kaart bekend was en toen het eerste scheepje van Batavia zijne kust zag naderen om te beproeven of er handel te drijven viel, bevat thans reeds een aantal bloeiende plan tages, waar eenige duizende, meest van Singa pore ingevoerde koelies, onder de bevelen van een veertigtal Europeanen arbeiden. De macht van den sultan heeft er, vooral sedert het land den I5eu Mei 1874 tot eene afdeeling der resi dentie „Sumatra's Oostkust" gemaakt is, niet veel meer te beteekenen. en is grootendeels overgegaan op het Europeesch gezag, vertegen woordigd door enkele ambtenaren. Ofschoon politie en justitie er, gelijk te begrijpen is, nog niet volmaakt zijn en de planters zich wel gaarne over hunne plantage-bewoners eene macht zagen toegekend, welke onze regeering om goede redenen, huiverig is te verleenen, mag gezegd worden dat het vraagstuk der land verhuizing in dat gedeelte van Sumatra, zon der eenigen buitengewonen maatregel, zonder bemoeiing der regeering en enkel door de vrije werking van vraag en aanbod op de Singa- poersche arbeidsmarkt, tamelijk bevredigend is opgelost. Duidelijk valt in het oog dat indien op deze zijner vuist, die als een knip mijn hals omspande, liet los. „Wat hebt ge? Is iemand onwel gewor den, en wil ik u een mijner mosterdpleisters ge ven?" En de daad bij het woord voegende, stopte hij mij onverwijld een pakje mosterdpleisters in de hand. „Ge behoeft niets te doen, dan de met mosterd bestreken zijde een weinig in warm water te doopen." „Neenriep ik, naar lucht snakkende. „Roovers!" „O zooherhaalde hij„rooversEn hij was al in de kleeren. „Voorwaarts!" riep hij daarop, en in 'tvolgend oogenblik waren wij het dek over. Toen wij de andere trap bereikten, was alles donker, en ook stil met uitzondering van de nog altijd luidende alarmklokken. Een oogenblik hielden wij halt. Ik wilde het eerst naar beneden, maar de com mensaal hield mij tegen. „Laat mij vooruitgaanfluisterde hij. „Neen!" fluisterde ik terug: „mijne vrouw is beneden." „Juist daarom moet gij mij vóór laten gaan,' hernam hij; „zij is zeker veilig en de inbrekers zullen ook slechts op een man vuren. Het zou niet wenschelijk zijn, dat gij getroffen wierdt. Geen woord meer; ik ga vooruit." Zacht en voorzichtig daalde hjj af. Toon ik zag, dat hij beneden aangekomen was, veranderde ik van besluit. Ik kon niet boven blijven, terwijl Emmy met de roovers daar beneden was. Derhalve volgde ik mijn commensaal. Hij stond midden in de eetkamer, waar de trap

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1