Bismarck in de jongste rijks dag-zitting. Zeetijdi ngen. Handelsberichten; ingen. Thermometerstand. Algemeen Overzicht. Graanmarkten enz. SPrfjzen van effecten. itsbedrog ia als tame- n winkelier irdieping in leek, dat er te branden, ten kalmer, hoe langer i Szell, dio ieds eenige srugkeeren isas op den iun verblijf sngen. zittingjaar de Home- ligheid van ivindt zieh n het kies- De Ho- veldtocht aanhangers ;en" waarop md. Binnen sne meeting liggen ter en commis- md te Mid- aanbesteed: de buiten- de ambte- lar en het |n en aan belastingen ^,jm. 35 j., lering, jm de Vries, d. J. C. beier, geb. L. W. de fistenmiller, z. A. M. [>auer, geb. Mes, wed6, -an Manen, Ik, z. 16 m. 8 j. C. J. 16 j. H. J. J. Hagert, Koninck, geb. de Verdoorn, jtendijk, z. van Hilst, D'Jong, Kuehn, |Papegaaij, Verheule, psels, z. R- geb. Her dat onze had zelf iu hier en r openlijk rerwonder- loor water sschen op- iep ik dus ststaande seconden In riep met Rentte van het verschil- boekhou- |n van de omringden sprong ik busachtige rap moest lat het er schrander ibben van id.) Overleden: M. A. J. Stieger, d. 23 m. L. Ver- dood, man van L. de Jonge, 73 j. J. van Buijsse, laatst weduwenaar van V. van Ranst, 60 j. J. van Boven, z. 6 m. Zierikzee. Gehuwd: L. E. do Weerd, jm. 43 j., met E. L. Bal, jd. 35 j. J. P. Ochtman, jm. 26 j., met E. A. Kloek, jd. 23 j. Bevallen: C. M. Houdkamp, geb. Muste, z. M. J. Verschuur, geb. van Dijk, d. A. D. Boogeid, geb. Raselaar, d. E. de Jonge, geb. Kostense, d. C. S. Franse, geb. de Does, z. (levenl.) J. Berwald, geb. de Jonge, z. OverledenM. Bal, d. 6 m. C. den Boer, wed6. 81 j. M. van den Hamer, wed6, van J. Bruinzeel, 94 j. G. Olivier, wed6, van P. Kouwenburg, 85 j. 19 Feb. 's av. 11 u. 46 gr. 20 's morg. 7 u. 42 gr. 's midd. 1 u. 43 gr. 's av. 11 u. 41 gr. '21 's morg. 7 u. 43 gr. 's midd. 1 u. 53 gr. 's av. 6 u. 52 gr. Eenige dagen geleden zond don Carles een brief aan zijne moederwaarin hij haar kennis gafdat het oogenblik voor groote gevechten aanstaande wasdat de vijand naderde. Hoewel hij verze kerde vol hoop en vertrouwen te zijnsprak uit den toon van zijn brief zekere vrees, dat do van alle zijden opdringende legioenen van den vijand hem te machtig zouden worden. Hij scheen behoefte te gevoelen aan hulp. „Indien gij slechte berichten omtrent onzen veldtocht hoort maak u niet ongerust. Integendeel bidt voor ons, bidt veel, uwe gebeden zullen meer vermogen dan alle helsehe machten. Stel onze bloedverwanten en vrienden gerust en dring hen met u te bidden voor onze zaak. Ik heb bevel gegeven openbare gebe den te houden voor de zegepraal van onze wapenen." Al die gebeden zijn te vergeefs geweest. Giste ren avond was Madrid geïllimnneerd omdat het laatste bolwerk der Carlistische macht in Navarra, de stad Estella, gevallen was. Zaterdag heeft zij zich aan generaal Primo de Rivera overgegeven, die haar terstond is binnengerukt. Onder luide toejuichingen is dat bericht door Canovas del Cas tillo in de Cortes voorgelezen. Een reeks van overwinningen ging met deze heugelijke gebeur tenis gepaard. In de Noordelijkste punt van Navar re hebben de regeeringstroepen Vera cn alle ron dom die stad gelegen hoogten en sterktenna een langdurigen strijd, ingenomen en bezet en de Car- listen zijn naar Frankrijk op de vlucht geslagen, waarheen zich ook reeds verscheidene generaals en officieren van don Carlos in veiligheid hebben begeven. Wel zijn er weder geruchten in omloop omtrent een convenio, maar in den bestaanden staat van zaken zullen de Alfonsisten waarschijn lijk niet geneigd zijn tot eenige concessiesdoch onderwerping op genade of ongenade verlangen. Inmiddels is ook koning Alfonsus bij zijn leger aangekomen en heeft zelf het op perbevel aanvaard. Tot chef van zijn groo- ten staf is generaal Quesada benoemd, die dus eigenlijk als den leider van den veldtocht zal kunnen worden beschouwd, daar de koning er zich nog wel niet aan zal wagen zelfstandig te handelen in een veldtocht die zooveel moed en beleid vereischt. Een gunstig verschijnsel is het dat hij overal met ingenomenheid is begroet en dat zelfs de inwoners van Guipuzcoa zich ver heugd toonen over de wending die de zaken in de laatste dagen hebben genomen. Zonder bijzon der ongelukkige omstandigheden kan men den Carlistischen opstand, die zooveel rampen over het schoone land heeft uitgestort, wel als onderdrukt beschouwen, eene gebeurtenis waarmede geheel Europa, Spanje en zich zelve hartelijk geluk zal wenschen, zeker niet zonder het met het oog op het rampzalig verleden, op de gewichtige aange legenheden die thans nog moeten worden geregeld en op de toekomst te herinneren aan de spreuk der Romeinenconeordia res parvae crescunt, dis- cordia maximae dilabuntureendracht maakt macht, tweedracht verscheurt. Terwijl de Carlistische partijgangers een schuil plaats kwamen zoeken op het Fransche grond gebied werd daar hetlaatste groote bedrijf afgespeeld in het belangrijke stuk der nieuwe organisatie van het rijk. 't Is opmerkenswaardig: zoo dikwijls eene verkiezing in Frankrijk aan de orde is schreeuwt de regeering dagen vooruit over te wachten ongeregeldheden en neemt zij maatre gelen alsof er gevaar is, dat op den dag zelve geheel het rijk in een groote arena zal veranderen, waarin de grond doorweekt wordt met het bloed der slachtoffers, terwijl het publiek dat met ge not aanschouwt. En toch, wanneer is dit werke lijk het geval geweest? Wanneer hebben werke lijk bij de verkiezingen ernstige ongeregeldheden plaats gehad? De reactionnaire regeeringen hadden beho fte aan een wapen om de zwakken bang te ma ken, maar eigenlijke vrees voor ongeregeldheden bij de verkiezingen behoefde men niet te koesteren. Ook nu moet weder alles in volmaakte orde en kalmte zijn afgeloopen. Van het resultaat is nog niets bekend dan alleen voor zoover Parijs betreft. In de 20 arrondissementen dier stad zijn met uitzon dering van den heer Thiers voor het 9e arrondis sement Thiers is meer gematigd in 12 arrondissementen volboed republikeinen, bijna allen door Gambetta aanbevolen candidaten, verkozen, doch geen intransig entennl. de heeren Brelay, Spuller, kolonel Deufert Rochereau, Barodet, ThiersBrisson, Floquet, Louis BlancMarmottan, Lockroy, Clemenceau en Gambetta. Van het 56 en 12 arrondissement is de uitslag ons nog niet bekend; in het l6, 76, 86, 146, 156 en 19e moeten herstemmingen plaats hebben, die, de stemmen verhouding in aanmerking nemende, hoogstwaar schijnlijk allen ten voordeele der republikeinen zullen uitloopen. In het eerste staat de Bonapar- tist Haussmann tegenover den republikein Tirard doch terwijl deze 6311 stemmen verkreeg, be haalde geene er slechts 2958, in het 76 is de ver houding voor denBonapartist Trébault gunstiger, maar wanneer de stemmen voor de candidaten der republikeinen en van de intransigenten uitge bracht zich vereenigen, kan er geen twijfel be staan of de republikeinen behalen de overwinning. De minister van buitenlandsche zakenDecazes, komt in het 86 arrondissement in herstemming met den republikein Chauffour en den Bonapartist Raoul Duval en zal hoogstwaarschijnlijk wel ver kozen worden. Victor Hugo kon nu zeggendat Parij s tot Frankrijk gesproken heeft, en Parijs heeft gezegdde republiek, de constitutioneele republiek zonder achterdeurtjes voor monarchale begrippen, vormen of neigingen! De opheffing vau den post van gouverneur- generaal der Oostzee-provincies heeftzooals wel te vermoeden wasaldaar een onaangenamen indruk gemaakten terstond is eene deputatie naar den keizer gezonden om hom te verzoeken, op dat besluit terug te komen. Keizer Alexander heeft echter tot de maarschalken en edelen uit de Baltische provinciën gezegddat zij de zaak ge heel verkeerd begrepen, want dat deze niets anders is dan een bewijs van zijn vertrouwen in cn zijn groote Helde voor die provinciën. De betrekking van gouverneur generaal bestaat in geheel Rus land slechts daar waar zij door den grooten afstand of om politieke redenen noodig ismaar voor de Baltische provincies, wier trouw en liefde voor de orde de czaar kent, bestaan zoodanige motieven niet. De minister van binnenlandsche zaken had last gekregen hem mede te deelen wat den voor spoed van die provincies zou kunnen bevorderen. Met deze vleiende verzekeringen zijn de zendelin gen teruggekeerd en natuurlijk zal men nu met het besluit van den czaar zeer ingenomen moeten too nen faire bonne mine au mauvais jeu. Wat de Oostersche quaestie betreftde mogend heden onderhandelen thans met de Porte over het geven van waarborgen voor de veiligheid en de ondersteuning ten behoeven van de gezinnen der vluchtelingendie naar het buitenland zijn gegaan uit vrees dat zij door de Turksche soldaten zou den worden afgemaakt, en die naar hunne haard steden zullen terugkeeren als de vrede hersteld wordt. Alweder een nieuw bewijs voor het groote wantrouwen en de vrees die onder de Slavische bevolkingen van Turkije jegens de Ottomanen wordt gekoesterd, en zoo ooit op de thans aange boden grondslagen de rust wordt hersteld kan men er zeker van zijndat nog geruimen tijd een toe stand van zenuwachtige spanning zal heerschen, die telkens bij de geringste aanleiding een nieuwe crisis ten gevolge kan hebben; jaren zullen moeten verloopen eer wederzij ds vertrouwen heerschen zal. Verscheidene dagen zijn reeds verloopen sedert de rijkskanselier in den Duitschen rijksdag het woord voerdemaar wat hij zeide is nog dagelijks liet onderwerp van beschouwingeneene aanleiding tot conclusieseen richtsnoer ook voor de verwachtingen die men van de toekomst kan koesteren, daar de premier algemeene beginselen van politiek beleid ten aanzien van belangrijke quaesties van den dag aanroerde, waaruit men kan opmaken wat men van hem te wachten heeft. Vandaar de groote belangstelling in de laatste rede van prins Bismarck, eene belangstelling die nog verhoogd wordt door de omstandigheid dat het gold de Arnim-de Kantzier- en de Duchesne- paragraaf. De paragraaf betreffende de woelin gen van de sociaal-democraten, 130, was in tweede lezing verworpen en sléchts langs omwe gen het is onnoodig de wijze van werken van den rijksdag uitvoerig te beschrijven kon Bismarck bij derde lezing nog aan het woord ko men, De gelegenheid werd hem daartoe geopend en de toorn van den Duitschen Jupiter barstte los tegen die ongelukkige bladendie tot versprei ding van leugenachtige berichten zelfs omtrent buitenlandsche aangelegenheden hadden mede gewerkt, die oorlogskreten hadden doen weergal men te midden van den vrede en door het geloof dat hun wordt geschonken een drukk' nden invloed op handel en nijverheid hadden uitgeoefend. Men kon geen onzin zoo groot bedenken dien men niet onder het merk „officieus" op rekening van den rijkskanselier had gesteld. Hij verklaarde echter ten stelligstedat er geen enkel officieus blad bestaaten ieder die voortaan omtrent iets wat in eenige cou rant wordt vermeld mocht beweren dathetuit het ministerie van buitenlandsche zaken afkomstig is, qualificeerde hij bij voorbaat als een leugenaar. Wat hij wil publiceeren komt in den Staats- anzeiger; een enkele maal maakte hij ook ge bruik van den Provincial Correspondenz. „Bin nenlandsche reptilen" bestaan niet, en als offi- cieuse berichten over buitenlandsche aangelegen heden worden medegedeeld, dan zijn dat officieuss mededeelingen van andere regeeringen of buiten landsche diplomaten, die met correspondenten betrekking staan en aan deze niet alles zeggen wat zij weten, maar wat zij wenschen dat geloofd zal worden. De sensatiezucht van het couranten lezend publiek en de al te groote uitbreiding van de rubriek buitenland in de dagbladen, zijn daar van de voornaamste oorzaken. Dit alles strekte echter sleolits om de rust van lichtgeloovige menschen en van den handel te storen, want de wereldvrede wordt door geen courantenartikelen in gevaar gebracht; in den laatsten tijd is geen oorlog door courantengeschrijf ontstaan en zelfs van dien van 1870 hebben niet de couranten, maar wel de Fransch-keizerlijke camarilla de schuld. Verschillende artikelen echter en voorna melijk het (ook aan onze lezers bekende) oorlog zuchtige artikel van de Post hebben groote onrust en spanning op de beurs verwekt. Als een minis ter oorlog wil voeren dan bedient hij zich niet van de pers, maar hij verzekert zich de toestem ming van zijn souverein. De Duitsehe keizer heeft roemrijk oorlog gevoerd, maar hij is er ongaarne toe overgegaan en op zijn leeftijd trekt men niet gaarne hot zwaard. Zoolang de keizer niet oor logzuchtig is, is het niets dan ijdel geschreeuw over een oorlogzuchtig minister te spreken. „Als ik verleden jaar in uw midden was verschenen met de verklaringWij moeten oorlog voeren, sta mij eene leening van 200 millioen Thaler toe; er is wel geene aanleiding, maar de Fransche natie wapent zich en wij moeten haar aanvallen, eer zij ons aanvalt, dan zuudt gij, mijne heeren, volko men gelijk hebben gehad met terstond om een arts voor mij te zenden, daar ik u een zelfmoord zou hebben voorgesteld, om niet te worden gedood. Wij hebben niets te veroveren, niets te winnen; wij zijn tevreden met hetgeen wij hebben en hebben niet den geringsten grond om oorlog te voeren." In het vorige jaar hebben overigens diplomaten, die nog geen voldoende ervaringhad- den verkregen, bittere ondervindingen opgedaan en daarenboven hebben invloeden van hoogge plaatste personen, die óf nog geen politiek door zicht genoeg hebben óf geen liefde genoeg voor het Duitsehe rijk, tot de oorlogszuchtige geruchten bijgedragen. Bismarck acht het 'daarom wen- sckelijk personen en bladen die zulke geruchten uitstrooien gerechtelijk te kunnen vervolgen. Een tweede gevaarlijke soort van pers en hiermede ging de redenaar tot het Bociaal-politieke gedeelte zijner rede over is die welke in het duister werkt; het zijn die kleine weekbladen voor den minderen man, die niet zonder reden van oordeel isdat zijn toestand onaangenaam is, en dien zij in den waan brengen dat zijn toe stand door eene plundering van het vermogen van anderen verbeterd kan worden. „De socialistische woelingen hebben een groot aandeel aan den on- gunstigen staat van zaken in de maatschappijde arbeid is er duurder en slechter door geworden. Een Fransch arbeider doet in een uur het dubbe le van hetgeen eén Duitsch arbeider in dien tijd doet: wij zijn in den arbeid achteruit gegaan en ik klaag hier de socialistische aan voerders aan, dat zij medeplichtig zijn aan den nood der arbeiders!" Er zijn twee middelen te gen de kwaal; haar thans het hoofd te bieden en te bestrijden of te wachten tot de armoede zekeren graad heeft bereikt. Intusschen kan men ook nog hulp verwachten van factorendie van den straf rechter onafhankelijk zijn; van de school en van de discussie. Tot nogtoe is het in den rijksdag gewoonte de socialistische leiders aan te hooren zonder hen te antwoorden, alsof zij personen uit een andere wereld waren; zelfs heeft een hunner op de tribune van den rijksdag de moordenaars en brandstichters van de Parijsche commune dur ven prijzen, zonder te worden wederlegd. Men moet aan de socialistische leer de grootste publi citeit gevenvoor vele menschen is zij nog nieuw, niet allen zijn zoo geleerd als dr. Bamberger maar men moet het ook niet beneden zich achten deze leer te wederleggen. Eindelijk sprak de rijkskanselier nog van die pers, welke de discussie van het gebied der zaken op dat der personen overbrengt. „Men wederlegt niet, maar men tracht te bewijzen dat een tegen stander een gemeene kerel is. Er heerscht een groot gebrek aan beleefdheid in onze pers. Kun nen wij dan niet hoffelijker zijn?" Misschien zou men dan ook jegens de regeering beleefder wezen van welke men thans slechts verlangt dat zij, even als in andere staten, tegenover de aanvallers „dik van huid" zal wezen en niet zooveel zaken straf baar zal stellen. Zulke staten vallen echter niet in zijn smaak, verzekerde de rijkskanselier; hij geeft de voorkeur aan die, waarin de ministers nog een kwetsbaar eergevoel hebben en nog rood worden wanneer men hun eene laagheid ver wijt. Hij wil met zijn strafbepalingen het eerge voel opwekken. „Met een zuiver eergevoel kan in dit opzicht veel goeds worden gedaan, niet alleen tegenover kleine, maar ook tegenover groote bladen. Wanneer een blad als de Kreuzzeitung zich niet schaamt, de schandelijkste zaken over de hoogste ambtenaren van het rijk te zeggen en dat in een vorm waarbij zij volgens de strikte bepalingen der wet niet kan worden vervolgd, hoewel er toch eigenlijk staat dat de ministers hun ambt ter persoonlijk verrijking hebben mis bruikt, dan is dit een schandelijke beleediging, waartegen allen zich eenparig moosten verzetten en niemand moest zich op zulk een blad willen abonneeren zoo lang het niet amende honorable had gedaan. Als allen die hart hebben voor eer en Christelijke bedoelingen zich vereenigen, dan zullen wij meer tot stand brengen dan door het strafrecht." De geheele rede moge veel merkwaardigs heb ben; zij is nog niet vrij van den ouden zuurdee- sem van het Pruisische Junlcerthum. Gisteren morgen te Vlissingen aangekomen de Engelsche stoomboot Beddiehgezagv. Liddie, geladen met steenkolen van New-Castle. Een Vlissingsche zeeloods, welke te Vlis singen geland is van het Belgisch driemastschip Helvetiagezagv. Nielsenkomende van New- York en bestemd naar Antwerpen, rapporteert dat het. schip na het Engelsche kanaal gedurende de jongste stormen goed en wel doorgezeild te zijn, door dikke regenbuien overvallen werd en op de Duinkerksche banken gestooten heeft, waarna dadelijk zeven man der equipage, uit vrees voor ergere gevolgen, mét een sloep van 'boord zijn gevlucht. De sloep is vol water ter hoogte van de Bellboei opgevischt door het Engel sche stoomschip Astartekomende van Landscrona en bestemd' naar Antwerpenwelk stoomschip Vrijdag tér reede van Vlissingen passeerde. Men verdiept zich in allerlei gissingen omtrent het lot dier zeven manschappen. Rotterdam, 21 Februari. De aanvoeren waren klein. Tai*we 20 cent hooger; rogge 10 cent lager; puik kanariezaad 34, mindere soorten 32 overigens overanderd. Amsterdam, 21 Februari. Raapolie op, zes weken f 39Lijnolie 27|. Amsterdam, 21 Februari. Nederl. Certific. Werkelijke schuld. 2) pet. 62f$ dito dito dito 3 74$ dito dito dito 4 98 Aand. Handelmaatschappij. 5 11C dito exploitat. Ned. Staatssp. 91$ Loten stad Rotterdam. 3 f 97} dito dito Amsterdam 3 95 4 België. Certificaten bij Rothschild. 2$ pet. Frankr. Inschrijvingen3 dito5 101 Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 Certific. Inscr. 5e serie 5 77$ Obl. Hope C°. 1855 66 serie. 5 dito f 1000 1861 5 101$ dito L. 100 1872 5 97} dito L. 100 1873 5 .„98 Loten 18645 f 338 Loten 18665 343 Oblig. Hope &C6. Leen. 1860. 4$ pet. 92$ Certific. dito4 75$ Inscr. Stieglitz C°. 2ea4L. 4 75$ Obligatiën 186769 4 81} Certificaten6 Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 f 248 Oblig. dito4$ pet. 87$ dito dito 4 f Aand. Kiew-Brest5 dito Baltische spoorweg. 3 137 Oblig. spoorweg Poti-Tiflis 5 pet. 99$ dito dito Jeiez-Griasi. 5 f 239$ dito dito Jelez Orel 5 pet. 99$ dito dito Charkow Azow .5 Polen. Schatkistobligatiën. 4 81$ Aand. Warschau-Bromberg. 4 f 63$ dito dito Weenen. 5 121 Oostenr. Oblig. metal, in zilv.Jan./Juli. 5 pet. 63$ dito ditU. •-April/Oct. 5 63$ dito jifj papier Mei/Nov. 5 58$$ dito dito Febr./Aug. 5 59$ Aand. Nation, bank3 f 926 Loten 1860 5 585 dito 1864 „142 Hongar. Schatkistbiljetten6 pet. Oblig. Theiss spoorweg 5 „72 Italië. Certific. Amsterdam5 Oblig. Z.-Ital. spoorweg. 3 f 102$ Spanje. Obligatiën Buitenl3 pet. 19$ dito Binnenlandsche3 17$ Portugal. Obligatiën3 53$ Turkije. Inschrijving Alg. schuld. 5 19$ Obligatiën 1869 6 f 60 Egypte, dito 1868 7 pet. 65} dito 1873 7 62 Amerik. Obl. Vereenigde Staten 1904. 5 dito dito dito 1885. 6 100} Illin. Cert. Amsterdam 87$ Oblig. Illinois Redemtion. .6 „90 dito Central Pacific. 6 Certific. Chic. N. W7 „58$ Oblig. Madison Ext7 85$ dito Winona-St. Peter 7 82$ dito N. W. Union7 81} dito Union Pac. Hoofdl. 6 91$ Obl St.Paul&Pac.Spw.lesec. 7 47$ dito dito dito 2esec. 7 26} Brazilië. Oblig. 18634$ 87 dito 1865 5 „95$ Prijzen van coupons. Amsterdam 21 Februari. Metall. f 21.77$dito zilver 22.50Div. Eng. per f 11.87$Eng. Portugal per f 11.87 Spaansche piasters f 1.32Amerikaansche dollars (in goud) f 2.43.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3