N°. 45.
110e Jaargang.
i8Ta
Dinsdag
22 Februari.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën! 20 Cent per-regel.
.Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 'regels f 1,50
'53 x iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 21 Februari,
FEUILLETON,
Het geluk en de ondergang
van Roerhof.
„En toch heb ik er een, en wel een allerliefst.
Benoemingen en besluiten,
Onderwijs,
1
Het Provinciaal blad van Zeeland n°. 22 bevat
een circulaire van gedeputeerde staten dezer pro
vincie, ter aanbeveling tot intrekking of wijziging
van zoodanige plaatselijke verordeningen
welke onderwerpen betreffen, geregeld bij wetten
van latere dagteekening.
De beperking van het vervoer van vrachten
op de wegen in onderhoud bij het rijk is met den
afgeloopen middernacht opgeheven.
Omtrent den reiziger Samuel van de Putte,
ontvangen wij van een welwillende hand uit Vlis-
singen de volgende mededeeling
„Is er van dezen Vlissingschen reiziger en schrij -
ver al zeer weinig bekend, dan is voorzeker elke
mededeeling, gelijk ook die van den hoogleeraar
P. J. Yethin £it blad van 16 Februari 1. 1. op
genomen, hoogst welkom.
„In vertrouwen dat daarom alles aangenaam
moet zijn wat meer licht over dezen Zeeuw ver
spreidt, die reeds in zijnen tijd den moed bezat
om zooveel landen en volken te bezoeken ten
einde aardrijkskundige kennis op te doen en aan
het lieht te brengen zoo kan en wil ik gaarne
uit vertrouwbare bronnen nog een en ander aan
het medegedeelde toevoegen.
„Onze Samuel dan was de zoon van den beken
den vice-admiraal Karei van de Putte en diens
echtgenoot Johanna Cornelia Biscop. Hij werd
gedoopt bij de hervormde gemeente te Vlissingen
den 26 Februari 1690, waarbij als doopgetuigen
waren de heer Bonifacius Biseop en mevrouw Ca-
tharina Baudaen.
„Wordt de naam van Samuel van de Putte te
Leiden al niet in het studenten-album gevonden,
toch is het zeker dat hij daar gestudeerd heeft,
daar men in het ledematenboek te Vlissingen vindt
aangeteekend dat hij den 3™ April 1715 met
attestatie van Leiden op de Groote Markt te Vlis
singen te huis kwam. Spoedig, reeds den 11™
Mei 1715, werd van de Putte lid van den raad
en was in 1716 en 1717 schepen zijner geboor
testad.
„De mededeeling van 27 September, als 's mans
sterfdag te Bataviais in verschil met de opgaven
door den heer J. W. te Water in zijne lijsten der
regsering van Vlissingen, die bij herhaling daar
voor 26 September 1745 opgeeft.
1.
Een tafereeltje uit het Amerilcaansche leven.
Naar het Engelsch van F. R. Stockton.
Ik moest den trein van vijven nog halen; nie
mand anders dan Waterford zou het dus gelukt
zijn mij op mijn drafje door Broadway te New-
York tot staan te brengen. Ik had hem in eene
eeuwigheid van minstens anderhalfjaar niet gezien,
en vroeger waren wij met elkaêr zeer bevriend ge
weest.
„Hei daar!" riep hij: „waar gaat dat heen?"
„Naar huisriep ik terug.
„Is dat waar vroeg hij op gerekten toon.
„Ik wist niet, dat gij een te-huis hadt."
Dat ergerde mij wel niet zwaar, maar het er
gerde mij toch, en zoo antwoordde ik, misschien
niet geheel op den toon van eene schooljuffrouw:
„Maar ge kunt toch begrijpen, dat ik erg«ns
woon!"
„Ja wel," zet hij, „maar ik dacht in een kost
huis. Ik kon niet droomen, dat ge er een eigen
te-hui3 op nahieldt."
Naar ons uit Port Bath gemeld wordt is
Zaterdag jl. door de ambtenaren van den water
staat, met de stoomboot Ooster-Schelde, een nader
onderzoek ingesteld naar de ligging eener op den 20™
October des vorigen jaars in het Nauw van Bath
gezonkene visehsloèp. Daarbij bleek dat het wrak
bij laag water nog 10 meter of ongeveer 35 voet
onder water zit.
Te Zierikzee werd ter gelegenheid van 's ko
ningsjaardag op het havenplein eene inspectie gehou
den over de dienstdoende schutterij, waarbij het mu
ziekkorps dor schutterij de vaderlandsche liederen en
andere muziekstukken deed hooren en de uitrei
king plaats had van het eereteeken van 15 jarigen
schutterlijken dienst aan den muzikant C. J. Bethe.
Vervolgens werden eenige militaire manoeuvres
verricht en, van het muziekkorps vergezeld, eene
promenade over de Oude haven gedaan. De schut-
ters-sociëteit „Ter eere van den koning" vierde
in de sociëteit St. Sebastiaan haar gewoon jaar-
lijksch feest.
Staat van brieven, geadresseerd aan onbekenden,
verzonden door het postkantoor Middelburg, ge
durende de lc helft van Januari 1876: W. Swart Am
sterdam^. Arkmans, idem; H. de Koning, Charlois;
Meiekamp Dordrecht; M. Slot, Zomerdijk; H. C. de
Kat, Gorinchem; N. Wielemaker, Koudekerke; K. van
Proöyen, Rotterdam.; C. N. van Coprenrath, idem
Mej. J. Leyvintro, VelpC. Maas, Westerzijl.
Uit Cannes wordt gemeld dat de gezondheids
toestand van H. M. de koningin vooruit gaat,
doch hare krachten nog niet geheel hersteld zijn,
waarom de vorstin voornemens is het geheele voor
jaar nog aldaar door te brengen.
Een verdienstelijk Indisch ambtenaar, dë heer
J. A. Bakkers, gouverneur van Celebes, is over
leden. Vroeger in militairen dienst, was hij van
den nederigsten rang tot zijne latere hooge be
trekking opgeklommen. Door zijne koelbloedig
heid en zijn buitengewone geschiktheid om met de
inlandsche volken om te gaan had hij, alvorens
tot de hoogste waardigheid op Celehes geroepen
te worden, aan de Indische regeering de gewich
tigste diensten bewezen. Menigen tocht deed hij,
bijna geheel onverzeld, onder de moeilijkste om
standigheden dikwijls te midden van vijandige
volkstammen in de binnenlanden van het eiland.
Niet alleen dat hij, ofschoon niet zonder gevaar,
er het leven steeds afbracht, maar zijne bemidde
ling en toespraak eene zeldzame mengeling
van gemeenzaamheid en waardigheid, van vastheid
en buigzaamheid, van ernstige redeneering en
Maar ge zult me excuseeren dat ik u nu laat
staan, want ik mag mijn trein niet misloopen."
„O ik ga een eindje met u meê," zei hij en zoo
stelden wij ons dan in dezelfde richting in bewe
ging. Na een dozijn stappen vatte hij het gesprek
weêr op, met de vraag:
„En waar is uw klein huisje?"
Ik kon niet begrijpen, waarom hij dacht dat
mijn huis absoluut een klein huisje moest zijn,
tenzij hij van de onderstelling uitging dat twee
menschen geen groot huis noodig hadden. Sedert
heb ik echter gemerkt, dat hij zelf slechts eene
uiterst kleine woning had. Overigens zou het tot
niets gediend hebben mij over hem hoos te maken,
ten minste op het oogenblik nu hij in allen ernst
van plan scheen mij den heelen weg te vergezellen.
Ik verklaarde hem dus, dat het in 't geheel geen
huis was, dat ik bewoonde.
„Maar waar ter wereld woont ge dan riep hij nit
en bleef met eene plotselinge wending voor mij staan
„In een schuit," luidde mijn antwoord.
„In een schuit!? Dat is mêer dan ik ooit van
u gevreesd had. En uwe vrouw? Die is natuur
lijk naar hare familie teruggekeerd?"
„In 'tgeheel niet", zei ik; „ze woont er met
mij en vindt het overheerlijk. Wij zijn er zeer
op ons gemak, want onze schuit is geen kano of
een ander ongeluksding, maar een groot en ruim.
kanaalschip."
Weêr bleef Waterford een oogenblik staan.
„Ben je er als sjouwer op aangesteld vroeg hij.
„Je grootmoeder!" gaf ik hem terug.
oordeelkundige overreding, werden vaak nuttiger
en doeltreffender bevonden dan sterke bataljons
oi welsprekende diplomaten.
Toen de heer Bakkers zeer onverwacht (hij was
aanvankelijk als resident van Banka aangewezen)
van assistent-resident te Makassar benoemd werd
tot gouverneur van Celebes, geloofde menigeen
dat hij, bij al zijne geschiktheid om met Inland
sche volken om te gaan, voor die hooge admini
stratieve en besturende waardigheid niet berekend
zou wezen. Het bleek echter dat zijn gezond
verstand, door zelf handelen en zelfstandig denken
gedurende vele jaren gescherpt en ontwikkeld,
hem ten minste even ver bracht als anderen, die
hem in geleerdheid ongetwijfeld overtroffen. Met
eer vervulde hij jaren lang het gouverneurschap.
Tot zijn opvolger is benoemd de resident van
Kaden, de heer Tromp.
Door verschillende bladen wordt medegedeeld
dat de heer Moens, lid der tweede kamer, binnen
veertien dagen zijn wetsvoorstel tot wijziging der
wet op bet lager onderwijs aan de staten-generaal
zal indienen.
ridderobden. Benoemd tot ridder der orde van den
Nederlandsehen leeuw de hoogleeraar T. M. C. Asser,
raad-advisenr bij het departement van buitenland-
sche zakenE. Boubéeconsul der Nederlanden
te Nantesm*. E. G. P. Gertsenraadsheer in
den hoogen raad der Nederlandenm'. J. M.
Smitsadvocaat-generaal bij den hoogen raad der
Nederlandenmr. H. A. ridder van Rappard,
procureur-generaal bij het gerechtshof te Arnhem
G. Molenkamp, president der algemeene synode
van de Nederlandsche hervormde kerk en predi
kant te DelftJ. F. van Hoogstratenpredikant
bij de Nederlandsche hervormde gemeente te
UtrechtG. Eisendeken en pastoor te 's Graven-
hage; W. van de Ven, deken en pastoor te Til
burg; mr. L. P. Op den Hoofif, referendaris bij
den raad van statemf. C. van Vollenhovenlid
van gedeputeerde staten van Zuid-HollandP. J. H.
Hayward, hoofd-ingenieur van den waterstaat le
klassede kapitein-luitenant ter zee P. Ten Bosch
de dirigeerende officier van gezondheid bij de
zeemacht A. Peters de kolonel P. M. Netscher,
van den staf der infanterie, chef van het bureau
personeel en militaire zaken aan het ministerie
van oorlogde kolonel F. A. Vaillantvan het
korps ingenieursmineurs en sappeurskomman-
dant in het tweede genie-kommandementJ. J. van
Schreven, president der factorie van de Neder
landsche Handelmaatschappij en kommandant der
schutterij te BataviaJ. F. Mosselpresident der
„Nu, nu, bedaar! Je behoeft niet op te vliegen
als buskruit," zei hij op kalmeerenden toon; „ik
was niet van plan je in je teerste gevoelens te
kwetsen. Maar in ernst, ik kon niet vatten wat
je anders op zoo'n groot vaartuig, dat voor het
vervoer van graan dient, wezen kondt. Of moet
ik by geval den kapitein in je zien
„En toch ben ik dat!" riep ik triomfantelijk
uit.
„Nu wordt het toch een beetje te gek," zei
Waterford; „vindt je 't zelf niet?"
En hij scheen in vollen ernst boos te willen
worden. Toen ik dit gewaar werd, bekende ik
alles. Ik zei hem, dat wij eene aan den grond
geraakte kanaalboot gehuurd, die zoo goed moge
lijk ingericht en haar, omdat het roer toch een
der gewichtigste deelen van een vaartuig is, Roer
hof gedoopt hadden. Ik voegde er bij, dat wij
een zeer aangenaam leventje leidden en zelfs een
commensaal hielden.
„Zoo iets aardigs heb ik nog in mijn leven niet
gehoord!" zei Waterford. „Ik kom eens over
wippen om u in uwe uwe boot te zien. Dat
zal nog interessanter zijn dan een bezoek in het
museum van Barnum."
Ik hield mij alsof ik deze eenigszins ongemeene
wijze om bewondering over onze huiselijke inrich
ting uit te drukken niet gehoord had en verze
kerde hem de fatsoenlijke toon brengt dat nu
eenmaal zoo meê dat het ons hoog3t aange
naam zou wezen hem te zien. En zoo scheidden
wij.
algemeene rekenkamer in Nederlandsch-IndiëJ. P.
Sprenger van Eykdirecteur van financiën in
Nederlandsch-Indiëen S. Locker de Bruyne,
resident ter Oostkust van Sumatra.
Vergunning verleend aan A. W. L. de Raat,
te Rotterdamtot het aannemen en dragen van
de versierselen van ridder 5e klasse der orde van
den Leeuw en de Zon, hem door Z. M. den shah
van Perzië geschonken.
notarissen. Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Leidenter standplaats de gemeente
Katwijk, m'. D. van Riesen, advocaat en candi-
daat-notaris te Amsterdamen tot notaris binnen
het arrondissement Rotterdamter standplaats
de gemeente VlaardingenA. Knottenbeltcan-
didaat-notaris en plaatsvervangend kantonrechter
aldaar.
Op verzoek eervol ontslag verleend aan G.' Kersten
Ver voost als notaris te Doesborgh.
belastingen. Opgeheven de ontvangkantoren
der directe belastingen en aceijnsen te Drieber
gen c. a.Doorn c. a. en Woudenberg c. a.zoo
als die thans bestaan; ingesteld een ontvangkan
toor te Driebergenbevattende degemeenten
Driebergen, Doorn, Rijsenburg, Maarn en Wou*
denberg, en benoemd tot ontvanger voor dat
kantoor B. A. Brinkhuis, thans ontvanger der
directe belastingen en aceijnsen te Woudenberg e. a.
de gemeente Renswoude toegevoegd aan het ont
vangkantoor der directe belastingen en aceijnsen
te Veenendaal c. a.onder voortdurend beheer
va* den tegenwoordigen titularis J. C. L. van de
Graaff; de gemeente Langbroek toegevoegd aan
het ontvangkantoor der directe belastingen en
aceijnsen te Wijk bij Duurstede c. a.onder voort
durend beheer van den tegenwoordigen titularis
G. J. Buekers.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen,
in- en uitgaande rechten en aceijnsen te Roer
mond c. a. J. A. Eschauzier, thans ontvanger
derzelfde middelen te Texel.
Den 18™ dezer werden de openbare school
te Bath, in tegenwoordigheid van burgemeester
en wethouders getuigschriften en premiën uitge
reikt voor getrouw schoolbezoek over 1874. De
uitreiking had zonder eenige plechtigheid plaats.
Het grootste aantal belooningen viel weder, even
als in vorige jaren, ten deel aan die kinderen, die
's zomers de school bezoeken omdat ze nog te jong
zijn om iets op het veld te verdienen.
Het Weekblad van Voorne en PuttenOver-
flakkee en Goedereede bevat in zijn nommer van
15 dezer eenige beschouwingen van den heer
Hij is nooit gekomen. Ik heb dan ook deze
ontmoeting slechts vermeld om te doen zien op
welke wijze onze vrienden in 't algemeen van
Roerhof plachten te spreken, als zij voor 'teerst
hoorden dat wij daar woonden.
Denzelfden avond, toen ik na den eten met
Emmy, mijne vrouw wier naam eigenlijk Euphe-
nia was op het dek kwam, zag ik onzen com
mensaal tusschen de verschansing en het tuintje,
dat hij vlak boven zijne kajuit had aangelegd, op
zijn gemak gezeten.
„Opgepast!" zei hij, toen hij mijne stappen
hoorde.
Ik keek rond, maar zag niet waarop die waar
schuwing slaan kon.
„Wat is er?" vroeg ik.
Hij keek om en Emmy bij mij ziende stond hij
dadelijk op. Met een vluchtigen blik op haar,
antwoordde hij.
„Niets!"
Men had tamelijk dom moeten zijn om een wenk
als dezen niet te verstaan. Nadat wij het tuintje
eens om waren gegaan herinnerde Emmy zich
plotseling, dat zij vergeten had naar het keuken
vuur te zien, en verdween zijom dit verzuim
goed te makennaar het achterdek.
Nauwelijks was zij buiten gehoor, of onze com
mensaal wendde zicb tot mij met de woorden