Dins.
1
DS.
N°. 43.
119e Jaargang.
1876.
Zaterdag
19 Februari.
:el,
I-GRINT.
Telegraphische berichten.
T£ van den pol-
ngeveer
net de veilig-
vloot en hare
0.40.
ist
OTTERDAM,
ruari.
10,-
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
AdveTtentiën20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50j
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 18 Februari.
DPBXJIIJXJET03Sr_
18.
Kleine vergissingen.
Keinhold liet zich echter niet uit het veld slaan
Benoemingen en besluiten.
Onderwij s.
Kerknieuws.
Marine en leger.
ebruarl 1876,
zullen BURGE-
S der gemeente
eentehuize aldaar
lenkomstig 434
arlijk den vorigen
verd te worden,
if ter inzage ten
tosland.
jndigde publieke
erste percee -
ste perceelen zal
,rbij nog worden
IOHDIJH ter
ïlwerk en Straat-
Zeep 17, Soda 5,
kker, Bellinkstr.
Burgemeester te
den zonder kin-
ROËTSIËK*
Is WERK-
ironing 2SO
Vereischten zijn
anco den heer
Utrecht,- huize
1 HEEK bestaat
niet beneden 15
het vak.
s
Modenaai- I
Tijdschrift 1
les".
n Kinderklee-
rMEKS MET
to,
ITEN 2.30.
t door groote
Kransche
or elk seizoen
fbeeldingen,
beschrijvin- 1
gemakkelijk.
'en worden, te
'eekend. Uit-
'aag geleverd.
ioekhandela-
ïe Uitgevers
Troningen.
te Amsterdam,
totterda,pi:
'smor. 10,n.
8,—
73 10,-
5.39
6.45
4.50
4.35
3.5
6.—
6.46
7.57
*8.30
*8.47
*9.27
*9.52
+10.—
9.40
10.4
10.15
10.25
|2.~-
2.50
10
.25
7.35
8.20
8.42
9.—
UIDIlEI.lt! RGSCHE
Veel licht wordt over de krggsoperatiën in
Atchin door de jongst ontvangene mailberichten
nog niet verspreid. Zelfs met de vrij talrijke,
sedert het begin van den oorlog vervaardigde
kaartles van het terrein vóór zich, is bet nog niet
mogelijk tusschen de genoemd wordende plaatsen
een duidelijk verband te brengen. Let men hier
bij op de twijfelachtige omschrijving, welke in de
borickten gegeven wordt van vele plaatsen, in
welker nabijheid onze troepen zich nu sedert een
drietal jaren reeds bewegen, dan zal men niet
zonder schouderophalen kunnen denken aan de
vele geleerde krijgskundigen in Nederland, die in
der tijd geklaagd hebben dat men de eerste en de
tweede expedition aangevangen heeft, zonder te
voren „bet land behoorlijk verkend te hebben"!
De mailoverzichten van een paar Indische
bladen mogen hier eene plaats vinden. De Java-
bode. schrijft
„Wij kunnen nu onze lezers weder een gunstige
tijding geven, nl. deze dat van generaal Pel be
richt ontvangen is dat de IWMoekims (vormende
het gebied van Toekoe Nanta) genomen zijn.
„Bijzonderheden kunnen wij nog niet mededee-
len, en wij kunnen dus over den omvang van het
succes nog geen oordeel vellen. Moet onder het
nemen van de IV Moekims ook verstaan worden,
dat generaal Pel zich meester heeft gemaakt van
Adjoen en van Baradoean, en den bergpas heeft
bezet tvcsehen bet Westelijke- en bet Zuider-ge-
bergte, welke pas het gebied van Toekoe Nanta
met de Westkust verbindt, dan is het succes
inderdaad groot en van bijzonder belang.
„Adjoen is de naam van een reeks kampongs,
die in de IV Moekims zich langs den voet van
het Zuidergebergte moet uitstrekken. Baradoean
zou een kampong wezen met grooten passar, in
de nabijheid waarvan (ongeveer halfweg tusschen
den kampong en den hiervoren bedoelden bergpas)
een zeer versterkte rustplaats moet gelegen zijn.
„Deze gegevens betreffende het gebied van
Toekoe Nanta zijn ontleend aan de opgaven van
een vertrouwbaar inlander, die in last bad dat
gebied op te nemen.
Het Bat. Handelsblad schrijft als volgt:
Een kort rapport van generaal Pel dd. 31 Dec.
luidt als volgt.
„Den 26" dezer werd, onder begunstiging van
het schoonste weder, dat tot nu toe heeft stand
gehouden, een begin gemaakt met de operatiën
tegen de IV Moekim.
Naar het Duitseh van Otto Girndt.
Vervolg.)
„o Doctor," sprak zij, de oogen neerslaande,
gij vervult mij met schaamte."
„De schaamte," betuigde hij, „is na mijn ont
zettend gesprek met mevrouw uwe mama geheel
aan m ij n kant."
„Wat is er met mama voorgevallen?" vroeg zij,
den blik weêr opheffende.
„De zaken loopen altijd anders dan de mensch
in zijne wijsheid berekend heeft," zei de doctor
zuchtend. „Mijnheer von Hill patrouilleerde gis-,
teren avond van mij naar u en sloop nog laat
weêr naar m ij toe."
„Als wij èens afrekenen, neef!" barstte Leon-
tine uit met eene fonkeling barer oogen, die den
ritmeester een aangenaam uurtje voorspelde.
„En daarop gevoelde ik de onweerstaanbare
begeerte," ging Keinhold voort, „u dezen morgen
vroeg een tweeden -bedelbrief te zenden."
„Wat?"
„Ditmaal in proza, daar ik meende dat ge van
mijne verzen voor altijd genoeg zoudt hebben."
„Die brief is niet in mijne handen gekomen,"
beraam zij haastig.
„De eerste aanval had plaats op Mibouw.
„Blijkbaar was de vijand daarop niet voorbereid,
en toen onze troepen deze uitgestrekte, geheel door
sawah omringde landstreek waren binnengedrongen,
en de vijand uit Pager-Ayer te hulp wilde komen,
werd hij in de sawah zoodanig geteisterd door
het vuur onzer posten, dat hij met groot verlies
moest terugtrekken.
„Den volgenden morgen werd Ketapang-Doea
zonder tegenstand genomen en bezet.
„De beide volgende dagen werden besteed aan
het nemen van Misigit-Djempit en aan het bezet
ten van Lo-Ong, wat zonder tegenstand plaats
had, daar dat zeer versterkte punt door den vij
and was verlaten, en hij geen tijd meer had, om
het van Pager-Ayer over de sawah te bereiken.
„Gister werd voortgernkt van Djempit in de
richting van Pakan-Badak. De tegenstand was
grootonze troepen kwamen tot Lambassan nabij
Pekan-Badak waar thans het hoofdkwartier ge
vestigd is.
„In de andere streken is het overal rustig."
Den 31" werd Pakan-Badak genomen en zonder
tegenstand bezet. Op twee plaatsen was de witte
vlag gehesehen, een te Lampadang, waar Toekoe
Nanta een woning bezit.
Den 2" dezer ontruimde de vijand Bital en Lan-
terminevenals alle versterkingen van Toekoe
Nanta. Aan onze zijde werd geen verder verlies
geleden. Majoor F. J. W. Mekern is overleden
aan de gevolgen der bekomen verwonding.
Met groote voortvarendheid is door generaal Pel
geageerd. Hij liet den vijand geen oogenblik rust.
De betuiging van 's Konings tevredenheid, per
telegram hem toegezonden, is wel verdiend.
Generaal Pel heeft onze positie belangrijk vert,
beterd, zoo hij tot de kust voortrukt. Dan zullen
onze posten, tegen het gebergte leunende, volgens
deskundigen, een veel grooter rayon dan tot dus
ver bezet was, zeer goed in bedwang kunnen houden.
Is daarmede de onderwerping van Atchin ver
zekerd Het kan wellicht nog lang duren eer dit
het geval is. Maar onze troepen hebben den vijand
een gevoeligen slag toegebracht en zij hebben zich
opnieuw jegens het vaderland verdienstelijk
gemaakt.
Men schrijft ons uit Colijnsplaat van den 16"
dezer
In de heden alhier gehoudene vergadering van
het departement Noord-Beveland der Maatschappij
tot nut van 't algemeen werd door den heer
P. H. van Lis, secretaris-kassier der in 1868 door dat
departement opgerichte Noord-Bevelandsche spaar
bank het jaarlijksch verslag over 1875 uitgebracht.
Wij teekenen daaruit op:
a dat gedurende dat jaar door 121 personen,
„Daar komt het heele verschrikkelijke onweêr
vandaan, dat nu is losgebroken," antwoordde
Keinhold, zijn hoed tusschen de handen omdraaiende?
„Mevrouw uwe mama heeft mijn geschrijf in ont
vangst genomen."
„Mama?" herhaalde Leontine met verwondering;
en op gerekten toon liet zij er op volgen„O nu"
„Weet ge nog pas het geringste," zei de doctor.
„Wat bevatte die brief dan
„De anonyme mededeeling, dat ik voor mijnheer
uw ueef niet bang was en mij heden weêr op het
bekende plekje zou bevinden."
„Ik vraag verschooningmaar ik moet lachen,"
zei Leontine, die inderdaad haar natuurlijken aard
niet meer bedwingen kon.
„Als ge weldra maar geen tranen zult moeten
storten," zei Keinhold waarschuwend, „want uit
die vermelding van het bekende plekje heeft
mevrouw ontzettende gevolgtrekkingen gemaakt,
die ze in de eerste plaats aan mijn vader heeft
medegedeeldmaar voorzichtigheidshalve ook
anonym.
„Wat hoor ik?" zei het jonge meisje gekwetst.
„Kon mama van mij denken hier bleef zij
onwillekeurig steken.
„Bij mevrouw heeft die overtuiging de diepste
wortelen geschoten," bevestigde de doctor, zoodat
zij in allen ernst van u verwacht dat ge aan onze
heimelijke betrekking tegenover de wereld open
baarheid zult schenken."
„Mijnheer!" stoof Leontine op.
(waaronder 47 nieuwe deelhebbers)werd uitge
bracht 8,541.27
b <.!at aan 37 deelhebbers werd terugbetaald
4,214.93;
c dat aan rente is uitbetaald of bijgeschreven
626.65J
d dat het reservefonds is gestegen van
f 1061,54$ tot 1273,54$;
e dat het getal deelnemers op 1 Januari 1875
bedroeg 126, met een tegoed van f 10,464,84$ en
op 1 Januari 1876, 15$ met een tegoed van
f 15,205,02$, gevende alzoo oene vermeerdering
van 31 inbrengers met een hooger bedrag van
f 4740.18.
Uit deze opgave blijkt alzoo dat deze instelling
in bloeienden staat verkeert. Haar bestuur is sa
mengesteld uit acht commissarissen waarvan in
elk der vier gemeenten van het eiland Noord-Beve
land er twee gevestigd zijn, namelijk:
a Te Colijnsplaat, de heeren J. H. Bybau,
voorzitter, en Jac8. Wink.
b Te Cats: de heeren J. Sturm Jz. en P. van
Weel Jz.
c Te Cortgene de heeren P. de Keijzer en J. de
Keijzer.
d Te Wissekerke de heeren M. Hooze, dr. C. J. M.
Jansen. Secretaris-kassier, de heer P. H. van Lis.
te Cortgene.
De Landbouw-eonrant bevat eene houtsnee-af
beelding, door den beer Bal vervaardigd naar eene
photographie van den heer C. W. Bauer, vau de
inzending der Maatschappij vau landbouw en vee
teelt in Zeeland naar de wereld-tentoonstelling
te Philadelphia.
Het geheel ziet er keurig uit en levert voor de
samenstellers der inzending, de heeren L. van den
Bosch en J. M. Kakebeeke, eene billijke reden tot
zelfvoldoening. De Landb. Ct. geeft tevens eene
uitvoerige beschrijving der inzending.
Een ijzeren lint, boven de étalage aangebracht,
vertoont de woordenDutch Agricultural Society
of Zeeland." De lijst der inzendingen, mede in de
L. Ct. medegedeeld bevat niet minder dan 165
nommers.
De minister van binnenlandsche zaken brengt in
de Staats courant van heden ter kennis van be
langhebbenden dat zij die voor eene benoeming
als opzichter 2e klasse voor het stoomwezen, op
eene jaarwedde van /800 in aanmerking wenschen
te komen, zich vóór 12 Maart a. met hun verzoek
schriftelijk behooren aan te melden bij het depar
tement van binnenlandsche zakenmet overlegging
van hunne geboorteakte en zoodanige getuigschrif
ten of verklaringenwaaruit blijkt dat de adres
sant in alle deelen practisch ervaren is in deken-
en zei: „Ik ben door mevrouw uitdrukkelijk tot
deze verklaring gemachtigd."
„Hebt gij haar dan niet verteld hoe de zaak
zich toegedragen had?" vroeg de jongedamesnel.
„Ik kon niet aan 't woord komen," antwoordde
Keinhold naar waarheid; „er was geen speld tus
schen te krijgen."
Half tot hem, half tot zich zelve richtte Leon
tine de vraag: „Hoe komen wij hier uit?"
De jongman wist geen raad. Bedenk gij een
middel," sprak hij„m ij n hoofd is te veel in de
war."
Plotseling viel aan Leontine iemand in, die raad
kon schaffen. „Waar is mijn neef Max gebleven?"
vroeg zij.
„Die zit in het prieel."
„Dan is mama hem gevolgd en verleent hij ons
ongetwijfeld bijstand," was de hoop welke Leon
tine uitdrukte.
De doctor durfde er zich echter niet meê vleien
en sprak„Het blijft altijd raadzaam meer op
eigene krachten dan op die van anderen te rekenen."
„Wij kunnen toch slechts gemeenschappelijk
verklaren," zei Leontine, „dat mama in de grootste
dwaling verkeerd heeft."
„'tls te hopen," hernam Keinhold, „dat me
vrouw von Busse mijn papa, dien zij verwacht,
nog niet in haar huwelijksplan heeft ingewijd."
„Wat zou daaraan gelegen zijn?" riep Leontine uit.
„Voor u weinig," gaf bij ten antwoord, „maar
voor mij helaas veel, want mijn goede vader heeft
mijnen, ia verkeerde handen geraakten brief ge-
nis van de samenstelling en het onderzoek van
stoomketelsbenevens eene verklaring van een ge
neesheer, dat hij wat lichaamsbouw, betreft, ge
schikt is voor de uitoefening der betrekking.
marine. Gedetacheerd met 11 Maart a. aan
boord van Zr. M8. ramtorenschip Prins Hendrik
der Nederlanden, onder bevel van den kapitein
ter zee A. N. L. Koops, de ingenieur 2e klasse bij
de marine G. Turk.
Den llen dezer werden aan de openbare school
te Overzande, in tegenwoordigheid van den bur
gemeester, de prijzen voor getrouw schoolbezoek
uitgereikt.
In de Nieuwe Goescbe courant, aan welke wij
dit bericht ontleenen, wordt geklaagd dat de ver
deeling dier prijzen niet zonder willekeur is ge
schied.
De heer J. H. Klomp, predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeente te Vlissingen, heeft
een beroep ontvangen naar de gemeente Makkum
en Kornwerd in Friesland.
De heer J. J. Gobius du Sart, predikant
te Nijkerk o/d Veluwe, heeft voor het beroep naar
Arnemuiden bedankt.
Het seminarium bij Batavia is bijna voltooid
en zal binneu weinige maanden ingewijd worden,
Vele aanvragen om als kweekelingen te worden
opgenomen, zijn reeds ontvangen. Voor den bouw
is f 45,000 bijgedragen, waarvan 40,000 in
Nederland. Er komt echter nog f 5000 tekort,
waartoe de heer Schuurman, predikant te Batavia,
andermaal een beroep op de vrijgevigheid der
belangstellenden doet.
Naar men verneemt is eene reorganisatie van
het corps officieren van administratie der marine
ophanden, waarbij o. a. de graad van officier van
adm. 3" klasse zou worden opgeheven.
Door de regeering is een wetsontwerp ingediend
om aan den heer mr. van Angelbeekontslagen
raadsheer in het hoog gerechtshof van Ned.-Indië,
lezen en aan den klauw den leeuw herkend, indien
dat beeld niet te stout is. Ware het hem nu
bekend geweest dat de dame, aan wie die brief
geadresseerd was, uw naam draagt, ik geloof
Plotseling liield hij met open mond op.
„Wat gelooft gij?" vroeg Leontine.
„Dat hij daar juist komt," antwoordde Keinhold,
het hoofd naar de deur der voorkamer neigende,
„Ja waarlijk, 'tis zijne stem!"
De deur van het salon ging open en de ban
kier werd hoorbaar, ofschoon nog niet dadelijk
zichtbaar. Men hoorde hem tegen Johan spre
ken. „Ge behoeft mij niet aan te dienen," zei
hij„maar neem mijn hoed eens af." Waarom
bij dit laatste verzocht had, bleek toen bij binnen
kwam en zich aan het oog der beide jongelieden
vertoondein elke hand had hij namelijk een kost
baar bouquet. Hij zag zijn Keinhold, hij zag de
freule aan, en hij vond slechts éen groet: „Mijn
zoon! Mijne dochter!"
De zoon verschoot van kleur en fluisterde:
„Daar hebben wij het; mevrouw uwe mama heeft
het hem verraden!"
„Neen, ondeugd!" sprak zijn vader hem tegen:
„niet mevrouw von Busse, maar onze oude Hinze."
„Dan zal ik dien den hals omdraaieDnam
Keinhold zich voor, en luid riep hij uit: „Vader,
ik bezweer u, neem met uwe ongelukkige bloemen
vleugelen aan eu maak dat gij wegkomt, want
niemand van ons is hier op zijne plaats,"
{Wordt vervolgd.)