Mari ne en leg er.
Rechtzaken.
Thermometerstand.'
Kamer van koophandel en fabrie
ken van Middelburg.
Maar ik
da staat,
Wan-
plannen
om hare
stilzwij-
maken
hescher-
aor u om
noogt ge
lem geen
elens te
it consi-
overige
ens heeft
Ik ver-
>f zij het
net eene
e ik om
duw von
aaide de
volgd.)
Kerkvoogden en de kerkeraad der Neder-
duitsck-Hervormde gemeente te Assen hebben het
verzoek van de Christelijk-Gereforineerde gemeente,
om gedurende het bouwen van haar kerk gebruik
te mogen maken van de kerk der Hervormde ge
meente, ingewilligd.
De Fijne of Flaamsch-Mennisten-gemeente te
Giethoorn, zal a. s. Vrijdag een begin maken met
den verkoop harer vaste goederen, die op p. m.
f 30,000 worden begroot. Alsdan zullen eemge
beste stukken hooiland onder den hamer komen.
Men stelt zich voor, de overige bezittingen over
een paar maanden te veilen. Zooals bekend is, be
staat 'tplan bij dé leden (vande 17 zijner enkelen,
met zegt drie, tegen) de gelden onder elkaar te
verdeelen. Men ziet met belangstelling den af
loop tegemoet.
Het bataljon mineurs en sappeurs zal met
1 Mei a. met twee compagnieën vermeerderd wor
den. Dit jaar zullen 270 miliciens bij dat batal
jon ingedeeld worden.
De luitenant ter zee 1» klasse n. P. König,
de luitenants ter zee 2e klasse J. A. H. Beek en
W. Allirol en de officier van administratie 2® klasse
C. H. S. Pastor, laatst behoord hebbende tot het
eskader in Oost-Indië en van daar den 3en dezer
in Nederland teruggekeerd, zijn met dien datum
op nonactiviteit gesteld.
De plaatsing van den officier van admini
stratie 3e klasse P. A. Molenaar, aan boord van
Zr. M". wachtschip te Amsterdam, wordt met den
16 Maart aanstaande ingetrokken, terwijl met dien
datum aan boord van voornoemden bodem geplaatst
wordt de officier van administratie 3e klasse S. J. A.
Deyll.
In de gisteren gehouden zitting der arrondisse-
ments-rechtbank te Goes is behandeld de zaak
van dr. Th. P. S.te Kapelleaangeklaagd ter
zake, dat bij, als geneeskundige, tot het afleveren
van geneesmiddelen bevoegd, in het begin van
December jl. en eenigen tijd te voren heeft onder
behandeling gehad de tweejarige Adriana Jaco-
mina van 'tVeer te Biezelinge, dat bij dat kind
heeft voorgeschreven tinctura ferri cijdoniata en
heeft afgeleverd een fleschjedat hij heeft gevuld
met eene vloeistof uit eene in zijn apotheek zich
bevindende flesch met het opschrift Tinct. Ferri.
Cijd. Tinct. Mart. Cydon, welke vloeistof hij niet
vooraf heeft onderzocht en die hij meende te zijn
tinctura ferri cijdoniata, zooals hij had voorge
schreven, doch die grootendeels bestond uit zwa
velzuur; dat dat kind uit dat fleschje in den
avond van 4 December jl. eene kleine hoeveel
heid heeft gebruikt, tengevolge waarvan het den
volgenden dag is overleden.
Het O. M.waargenomen door m'. Jespers,
substituut officier van justitie, eischte 15 dagen
cellulaire gevangenisstraf en 25 boete.
Als verdediger trad de heer mi-, J. H. de Laat
de Kanter op, die betoogde, dat iu deze geen
strafbare onvoorzichtigheid of nalatigheid had
plaats gehad en cp dien grond tot ontslag van.
rechtsvervolging concludeerde. GCt.j
De uitspraak geschiedt over acht dagen.
Bij arrest, gisteren door den hoogen raad
gewezen, is verworpen de voorziening in cassatie
van den notaris uit Sas van Gent, die door het
hof van Zeeland is veroordeeld tot èen jaar celstraf
wegens de verduistering van gelden, "die hem tot
een betaald wordenden arbeid, het doen inschrijven
ter registratie eener akte van hypotheek voor hem
verleden, waren ter hand gesteld.
Landbouw.
(Partieuliere Correspondentie.)
Terwijl de winter, tamelijk vervelend, nog al
tijd op post staat, en ter afwisseling nu en dan
wat donzige vlokken strooit, is hier op onzen
monster-walvischzooals Edmondo de Amicis de
Zeeuwsche eilanden bij vergelijking noemt, eene
nutslezing of eene landbouwvoordracht het eenige
wat de stilte verstoort. Voor de eerste, die hier
en daar, zelfs voor ze nog heusck dood zijn,
zachtjes aan „gekist" worden, durf ik geen regel
meer te vragen; maar voor de laatste, bij
een groot deel der Zeeuwen nog onbekend en
daardoor misschien onbemind, vooral bij de suk
kels, die met het verleden niet willen breken,
moet ge mij nu en dan een paar kolommen afstaan
mogelijk lever ik daardoor eene bijdrage tot hare
algemeene waardeering.
Zie zoonu de inleiding de vereischte lengte
heeft, gaan we dadelijk naar „bet huis van Nas
sau" te Zierikzee, waar de heer A. F. Marlet
spreekt over de allereerste gronden van den we
tenschappelijken landbouw, voor rekening van de
provinciale kas. Dit laatste voeg ik er bij, omdat
me dit verzoent met de dertig opcenten, die de
provincie, volgens mijn pas ontvangen biljetheft
op de hoofdsom van 'de grondbelasting der „ge
bouwde en ongebouwde eigendommen", gelijk de
liefelijke taal van het Staatsblad de vaste goede
ren van een mensch noemt.
In de ruime vergaderzaal van de afdeeling Zie
rikzee der Zeeuwsche maatschappij van landbouw,
zijn landbouwers van alle gemeenten, zelfs van
de verste plaatsen, en vele andere belangstellenden
aanwezigis geen plekje onbezet gebleven. Nadat
de voorzitter den heer Marlet met een kort woord
welkom geheeten en hem aan de vergadering voor
gesteld hadbegon deze met eene beknopte schets
te geven van zijne volmaakt eenvoudige voordracht
over de eerste gronden van den wetenschappelijken
landbouw, verstaanbaar voor den minst ontwik
kelde die hem hierwaar men zoovele ontwik
kelde landbouwers telt, die wellicht verre boven
hem staanin een moeielijke positie kan brengen.
Niettemin acht hij het een voorrecht in deze afdee
ling te mogen optreden en verzocht alle vooroor
deel tegen wetenschappelijken landbouw die hier
en daar in diserediet is geraaktaf te leggen.
Hij komt niet om dit of dat stelseldeze of gene
meststof, het een of andere werktuig aan te preê-
ken maar om leven te wekken en bij alles het
oog te houden op do practijkdie hij zeer hoog
schaten die met de theorie zoo innig is verbon
den dat men te vergeefs naar een scheiding
zoekt. Theorie is gezond als ze getoetst is en
voldoet aan de practijk. Zij is het groote licht
dat de practijk den weg wijst, en als deze ze
bevestigd heeft, wordt ze ingeschreven in de re
gisters van den wetenschappelijken landbouw.
Winst te behalen't klinkt wel eemgszins
schel zeide de spreker is de eerstede alge
meene voorwaarde van ons bestaan, de grondwet
der maatschappij. «Naar de algemeene opinie zijn
thans de winsten voor de landbouwers groot en
volgens sommigen beleven ze zelfs de gouden
eeuw. Zouden deze niet enkel zien op de baten
en de lasten vergeten? Men kan hunne winst
niet berekenen, gelijk die van zoo menig anderen
tak van bestaan. Hunne winst mag en moet groot
zijnomdat hunne risico dit is. Wat heeft het
gekostmoet men vragen en daarbij nauwkeurig
letten op hun kapitaalop arbeidsloonenwerk
tuigen, in een woord op de productie-kosten. Deze
nu zijn zeer gestegen en zullen blijven stijgen ter
wijl de marktprijzen dalenwaardoor de winst te
klein wordt. Veel in den landbouw verraadt armoe
de aan kapitaal, voor den boer een onmisbaar
vereischte, om mest, beesten werktuigen te koo-
penwerkloonen te betalen om beredeneerd te
kunnen boeren. De handel verheugt zich in een
groot crediet, maar voor den landbouwer is de
onpractische vorm van eene hypoiheek bijna de
eenige manier om geld te 'verwerven. Bij dit
alles moet hij zijn kinderen behoorlijk kunnen
opvoeden en volgens zijn stand levenwaar dit
alles geen plaats kan hebben, daar is de toestand
ongezond. Alle belemmeringen moeten dus weg
gevaagd, de landbouw geëmancipeerd worden.
Van de stijgende grondprijzenzijn de koogere
pachten een onvermijdelijk gevolg. Dit zal ook
in de toekomst zoo blijven. Sommigen wachten
van oorlog, pest of middelen van geweld veran
dering in dezen toestandmaar dat is een schraal
troostbeeld dat voor het groote herstellingsvermo
gen der maatschappij verdwijnt. Het belang van
den grondeigenaar en den pachter moet éen zijn
en éen blijven. De eerste moet den laatste door
allerlei belemmerende voorwaarden niet bemoeilij
ken, en deze moet gene door geen roofbouw be-
nadeelen en zijn eigendom uitputten, zonder her
stelling. Zevenjarige pachten dwingen hem soms
daartoe. Op vele plaatsen is de verhouding tus;
schen beiden dan ook niet al te best en gaat ze
ten onrechte gelijken op het arbeidersvraagstuk.
Eene meerdere ontwikkeling van grondeigenaar
en pachter moet de wanverhouding oplossen, en
de boer moet door eene meer beredeneerde wijze
van bebouwen trachten meer voort te brengen.
De arbeidsloonen stijgen en zullen dit blijven
doen omdat ze, even als de verhoogde waarde van
den grond, eene natuurlijke oorzaak hebben. De
arbeider moet meer verdienen, al was het alleen voor
zelfbehoud. Van zijne zijde moet hij daarentegen
trachten voor zijne taak geschikter te worden doch
dat is belaas niet het geval en vaak vermindert
zijne bekwaamheid en zijn ijver naarmate zijn loon
stijgt. De nijverheid en de groote openbare wer
ken treden in concurrentie met den boer, vragen
van het platteland de beste arbeidskrachten en
zijn oorzaak van de aanhoudende loonsverhooging.
De prijzen van ijzer en hout zijn mede belangrijk
naar boven gegaan. Vee, stalmest, kunstmest,
alles is duur en werkt samen om de productie
kosten te verhoogen.
Stalmest moet hoofdzaak kunstmest toevoeging,
aanvulling zijn. Verkeerd is het allen kunstmest
prullemest te noemen. De landbouwer moet ech
ter weten waar hij ze gebruiken moethet op
slorpingsvermogen van den bodem kennén, waar
ze op gebruikt en het wortelgestel der planten,
die er door gevoed moeten worden. De eindvorm
moet humus zijn. Voor den stalmest moet beter
dan tot dusver gezorgd wordendaar de beste
bestanddeelen soms wegloopen of opstijgen in de
lucht.
De tarwe is tot nu toe in de kleistreken het
hoofdgewas, doch de prijzen blijven dalen en
worden gewijzigd door de voortbrenging zoodat
ook zij niet meer met winst kan worden verbouwd.
RuslandHongarijede Vercenigde Staten en
voor een deel Australië zijn de groote graanvoort-
brengers. De betere middelen van verkeergoed-
koopere vrachten brengen ze naar de markten van
middel-Europa voor een prijswaar wij niet mede
kunnen concurreeren. Daarbij zal het productie
vermogen vooral van Rusland blijven toenemen.
De meekrapwaaraan gebeele streken haar
welvaart dankenwaar boer en arbeider zich
hoopvol rondscharen heeft de tering en zal waar.
scbijnlijk spoedig dood zijn. De groote mededingende
kleuren der anialine worden uit afval getrokken, en
kosten dus weinig. De wetenschap doet op dat ge
bied reuzenschreden, heeft reeds de aanvankelijke
verwachting, dat ze alleen goed zouden zijn voor
zomerstoffen, beschaamd en is er in geslaagd som
mige kleuren vast te leggen. Het is waar, men
scheidt niet gemakkelijk van een ouden weldoener,
maar de meêteelt is niet meer te verdedigen en
moet dus worden opgegeven.
Het vlas en het katoen kampen met elkaar.
Voor een groot deel loont echter de vlasteelt nog
den arbeid en is met winst te drijven, maar zal
dit zoo blijven? De prijzen stegen voornamelijk
tijdens den oorlog tusschen Noord- en Zuid-Amerika>
de groote katoenvoorbrengende staten. De katoen-
teelt is daar nog niet zooals ze geweest is, boven
dien is de slavenarbeid afgeschaft en leveren andere
streken ook belangrijke boeveelheden. Dit alles
kan tengevolge hebben dat de prijzen zich niet
staande houden en het dus geen zaak is om uit
sluitend vlas te teelen.
Gerst, haver, erwten en boonen schieten nu nog
over. Van de eerste is niet veel te verwachten
en de verbouwing der laatste is te wisselvallig
om ze aan te bevelen. We richten dus het oog
np nieuwe gewassen: kanarie- en karweizaad. De
prijzen van het eerste, naar men wil kunstmatig
opgevoerd, zullen wel weer gemiddeld op f 11 a
12 per mud komen en de teelt binnen hare ge
wone palen brengen. Het tweede kan goed, zelfs
puik zijn, maar het verbruik is al te klein.
De prijzen der produkten dalen en de productie
kosten vermeerderen. Het is dus tijd dat we door
gezonde zelfontwikkeling leeren werken en hande
len om niet onder den stroom der concurrentie te
worden begraven.
Schouwen-Duiveland, Wordt vervolgd.)
12 Februari 1876.
De mazelen die zich tot biertoe te Vlissingen
slechts sporadisch vertoonen, beginnen zich niet
temin zachtkens uit te breiden. Ook heeft zich
heden een geval van ware pokken in een huisge
zin aldaar zich voorgedaan.
Aan het Handelsblad wordt gemeld dat eenige
heeren te Vlissingen den wensch koesteren om
van de naar de wereldtentoonstelling te Philadel
phia te zenden goederen, na hunne terugkomst in
Nederland, te Vlissingen eene tentoonstelling te
houden. Een verzoek om dit plan te ondersteunen
zou aan den gemeenteraad worden ingediend.
Omtrent het lijk van den te Neuzen verdronken
knaap, wordt aan de Goessche Ct. uit 'sHeer
Arendskerke het volgende gemeld
Het lijk van den jeugdigen drenkelingwaarvan
in uw blad gewag is gemaakt, als door den bur
gemeester van 'sHeer Arendskerke in het Politie
blad gesignaleerdschijnt geweest te zijn dat van
den zoon eens dijkwerkers onder de gemeente
Neuzen. Er is althans op de geplaatste berichten
een vader verschenen, die, volgens de beschrijving
der kleedingstnkken enz., deze als het eigendom
zijns zoons, oud 9 jaar en 4 maanden, herkende.
Het kind was eenige dagen, vóór het alhier is
gevonden, spoorloos verdwenen; vermoedelijk
heett het zich buitendijks op het ijs begeven, is
wellicht door het losraken eener schol ijs met den
stroom van den wal geraakt, en heeft zoo doende
in de Wester-Schelde zijn dood gevonden.
Van de viijwilligers, die in 1813 uit Goes
ten strijde trokken, is nog éen in leven, L. van
Loo genaamd. Hij vierde Zondag jl. zijn 83en
geboortedag.
Het Utr. Dbl. meldt, bij wijze van geruchtj
dat een der grootste hotels te Utrecht verkocht
en voor eene geestelijke orde bestemd is.
Naar men verneemt heeft de gunstige stand
van het weduwen-pensioenfonds der opzichters
van den waterstaat aanleiding gegeven tot eene
verhooging dier pensioenenzoodat de weduwe
van een opzichter der le klasse thans 650van
een der 2e kl. 550een der 3e kl. 500 en een
der 4e kl. ƒ450 'sjaars zou bekomen.
De majoor-kommandant der schutterij te
Bergen op-Zoom diende eenigen tijd geleden, tege-
ijk met al zijne officieren, zijn ontslag in,wegens
een gerezen geschil met den gemeenteraad over
het besteden eener hem toegekende toelage van
100. Nadat de commissaris des konings en de
minister van binnenlandsche zaken aan de zaak
te pas waren gekomen, lieeft de gemeenteraad er
in toegestemd om van die toelage geen rekening
en verantwoording te eischenwaarop de officieren
en de kommandant hun verzoek ingetrokken
hebben.
Aan de Zier. Nieuwsbode wordt het volgende
uit St. Philipsland geschreven:
In den vroegen morgen van Zaterdag verliet
Jan Geensesmiden zijn broeder Cornelis Geense,
boerenknecht, in een vlet deze gemeente, gekleed
in witte jassen met witte mutsenom op de stroo
men zeevogels te schieten en zijn tot dusverre
niet wedergekeerd. Dien dag is door een schipper
van Bruinisse de vlet drijvende gevonden, zoo
mede eene witte muts. Men vermoedt alzoo dat
beide personen verdronken zijn. Eerstgenoemde
was gehuwd en laat eene weduwe met 5 kinderen
na. Dit voorval brengt een groote ontsteltenis in
deze gemeente teweeg.
Mej. Elize Baart zal tegen het einde dezer
maand eene voordracht houden in de kleine zaal
van het gebouw Musis Sacrum te Arnhem.
Uit Wilna wordt gemelddat tengevolge
van onzekerheid omtrent het eigendomsrecht eenige
jaren geleden de boeren van het dorp Nefedja
eenige aan zekere mevrouw van Buksanin behoo-
rende gronden tot eigen nut en voordeel in bezit
hadden genomen en besliste de rechtbank ten gunste
van mevrouw Buksanin maar de boeren verzetten
zich tegen de uitnoodiging van het vonnis met
geweld. Een regeeringscommissaris met eenige
compagniën soldaten kwamen de orde herstellen
en namen alle mannelijke inwoners mede
naar de gevangenis te Swiecanyzoodat Nefedja
nu feitelijk een dorp zonder boeren is. De dap
pere vrouwen zijn alleen achtergebleven en moe
ten zien hoe zij nu met de werkzaamheden, die
gewoonlijk door mannen worden verricht, klaar
komen en ook zorgen voor de betrekkingen van
burgemeesterschoolmeester enz. Men hoopt echter
dat de gevangenschap te Swiecany toch wel een
einde zal nemen en de dappere bevolking van
Nefedja niet aan uitsterving zal worden prijs ge
geven.
Naar aanleiding van de onlangs plaats gehad
hebbende ramp in de kolenmijn van St. Etienne
deelt het Journal des Debats de volgende belang
rijke cijfers mede. In 1865 kostte iedere 46,000
opgegraven tonnen steenkolen een menschenleven,
en in 1869 telde men een menschenleven op iedere
48,000 tonnen. Verbazingwekkend is de regelma
tigheid van het cijfer der rampen. Zoo telde men
ia 1865 in Frankrijk 1803 verongeluktenwaar
onder 391 doodén in 1866 1690 verongelukten
waaronder 330 dooden; in 1866 1683 verongeluk
ten waaronder 447 doodenin 1868 1860 ver
ongelukten waaronder 348 dooden in 18691918
verongeluktenwaaronder 395 dooden. De cijfers
verschillen dus in het eene of andere jaar nog
geen vijfde gedeelte. De meeste ongelukken ko
men in de kolenmijnen voor, waarin 85,000 van
de 245,000 mijnwerkers in Frankrijk arbeid vin
den zij vormen dus van de gezamenlijke mijn
werkers en op hen komen '/J0 van de ongelukken
14 Feb. 's av. 11 u. 38 gr.
15 's morg, 7 u. 42 gr.
's av. 6 u. 45 gr.
's midd. 1 u. 44 gr.
Vergadering van heden 15 Februari.
Voorzitter de heer Sprenger.
Afwezig de heeren Borsius, de Bruijne en Tak
met kennisgeving, en Boddaert zonder kennisge
ving.
Na de lezing der notulen van de vorige zitting
wordt mededeeling gedaan van ingekomen stukken.
Van de kamer van koophandel en fabrieken te
den Helder is eene missive ingekomen, begelei
dende eene ter inzage gezonden brochure over
zelfontbranding van steenkolen, welke voor de
leden ter visie wordt gelegd.
De Vereeniging tot het bezoeken der armen al
hier beeft dank betuigd voor de ontvangst van
f 70.75 als zuivere opbrengst der tentoongestelde
reliefafbeelding van de havenwerken te Middelburg
en te Vlissingen.
Van de Vlissingsebe kamer van koophandel en
fabrieken zijn twee missives ingekomenbehelzende
de eerste dankbetuiging voor de bemoeiingen der
Middelburgsche kamer omtrent genoemde reliefaf
beelding, en de tweede kennisgeving dat zij tot
leden der commissie, om met de dezerzijds be
noemde commissie de middelen tot exploitatie der
havens te Vlissingen te besprekenheeft benoemd
de heeren Wibaut, Verkuijl Quakkelaar en van
Duuren Dutilb, benevens den heer P. J. Siegers
als plaatsvervanger. Beide missives worden voor
kennisgeving aangenomen
Nog is ingekomen het van de commissie tot het
examineeren van varenslieden gevraagd advies
betreffende het denkbeeld van den minister tot het
invoeren eener algemeene rijks-commissie tot het
examineeren van varenslieden, ter vervanging van
de nu bestaande afzonderlijke eommissiën. Dit
rapport wordt niet voorgelezen, maar uit de gedane
mededeelingen blijkt, dat de commissie zich over
het algemeen met het denkbeeld van den minister
kan vereènigen.
De voorzitter stelt voor, aan den minister te
antwoorden, dat de kamer volkomen overtuigd is
van het wenschelijke eener algemeene rijks-com
missie en zich verecnigt met de zienswijze daar
omtrent door dé commissie tot het examineeren
van varenslieden in haar rapport nedergelegd.
De secretaris mr. E. Fokker heeft evenwel eene
nota opgemaakt van enkele punten welke hij wen-
schelpk achtte tevens aan den minister voor te
dragen.
Die punten en de daarop na gehouden beraad
slaging gevallen besluiten zijn de volgende:
a Wenscht de kamer de examens der stuurlieden
verplichtend of facultatief? Besloten
tot n i e t-v e r p 1 i c h t e examans te adviseeren.
b Wenscht de kamer ook de gezagvoer
ders aan een facultatief examen onderworpen
te zien. Met 5 tegen 3 stemmen ontkennend
beantwoord op grond dat de examens der stuur
lieden voldoende worden geacht. Vóór stemden de
bec-ren de Stoppelaar Snijders eu van Burg.
c Acht de kamer het wenschelijk in het regle
ment opgenomen te ziendat de examens in het
openbaar zullen worden afgenomenMede
ontkennend beantwoord.
d Verlangt de kamer in de programma's splitsing
tusschen v er p 1 i c h t e vakken en aanbeve
lende vakken Met 5 tegen 2 stemmen be
vestigend beantwoord. Tegen stemden de heeren
Luteijn en de voorzitter, tewijl de heer den Bouw
meester zich buiten stemming hield.
e De wensch van den heer mr. E. Fokker dat
gelegenheid zou worden gegeven voor stuurlieden
om dadelijk bij het examen den hoogsten rang
te behalen zonder de lagere rangen doorworsteld
te hebbenwerd door de kamer niet gedeeld.
Na het einde der discussie werd besloten de