40.
119e Jaargang.
1876.
W oensdag
16 Februari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m, franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën20 Gent per regeL
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50 j
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 15 Februari.
FEXJILLET03ST.
Kleine vergissingen.
COURANT.
Door burgemeester en wethouders van Middel
burg is het volgende bekend gemaakt:
Jaardag va» Z M. den koning.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op de verordening van algemeene plaatse
lijke politie,
maken bekend
dat ter gelegenheid van den jaardag van Z. M.
den koning op den 19" Februari a.het afste
ken van vuurwerken zal geoorloofd zijn op de
Groote Markt, bij uitsluiting van alle andere plaat
sen en zulks van 7 tot 11 uur des avondsals
mede dat de verkoop van vuurwerken eveneens
tot 11 uur des avonds zal worden toegestaan.
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort.
Middelburg, den 11" Februari 1876.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
(Get.) SCHORER.
De secretaris,
(Get.) G. N. DE STOPPELAAR.
Schuldvorderingen
ten laste van het rijk en de provincie.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gezien de «irculaire van den commissaris des
konings in de provincie Zeeland, van den 8" Fe
bruari 1876, A n°. 592, 1* afdeeling, (Provinciaal
blad n°. 17);
herinneren bij deze de belanghebbenden aan de
bepalingen vervat in de wet van 8 November 1815
(Staatsblad n°. 51), volgens welke alle schuldvor
deringen ten laste van het rijk, binnen zes maan
den, volgende op het jaar waarover zij loopen, zul
len moeten worden ingediend bij de administrateurs,
collegiën, autoriteiten of ambtenaren die de orders
tot het doen van leverantiën of anderszins gege
ven hebbenop straffe van bij verzuim te worden
gehouden voor verjaard en Vernietigd; alsmede
aan die van art. 125 der provinciale wet, waarbij
de termijn van verjaring voor het rijk van toe
passing is verklaard op de vorderingen ten laste
van de provincie.
Onder uitnoodiging tevens om de indiening
hunner schuldvordering over 1875, daar en waar
het behoort, zoo spoedig mogelijk te bewerkstel
ligen en daarvoor het aangegeven tijdstip van 30
Juni a. niet af te wachten.
Middelburg, den 11" Februari 1876.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
(Get.) SCHORER.
De secretaris,
(Get.) G. N. DE STOPPELAAR.
In de heden gehouden buitengewone vergade
ring van het polderbestuur van Walcheren,
waarvan wij in een volgend nommer het gewone
11.
Naar het Duitseh van Otto Girndt.
{Vervolg.)
„Hinze" herhaalde op zachter toon de geluk
kige vader, wien de blijdschap bijna de spraak be
nam, „ia het waar? mijn zoon zegt mij, dat gij
gisteren morgen vroeg een brief voor hem hebt
bezorgd."
«Gisteren avond, mijnheer," verbeterde de
kantoorknecht,
„Gisteren m o r g e n," herhaalde op zijige beurt
de bankier. „Wordt uwe memorie óok slecht,
oude sijs?" Spangenberg hield zich aan de tijds
bepaling die mevrouw von Busse hem bad opge
geven, doch Hinze wist zeer goed wat hij zei en
dacht dat zijn heer zich versprak, zoodat hij aan
merkte „Ge verwart het met dezen morgen."
„Laat het voor mijn part zoo zijn!" riep de
bankier uit, om er een einde aan te maken en
ging liever tot de hoofdzaak over: „Wat stond
er op het adres?'1
„Beide keeren stond er: „Aan freule Leontine
vori Busse."
„Zou dat engelachtige kind mijne dochter wor
den!" juichte de bankier met een stralend ge
laat. Maar blijdschap kan even uitputtend werken
verslag geven, is o. a. besloten tot het maken
van eenige buitengewone werken aan de zeewe
ringen der Noord-, Oost- en West-wateringen; en
voorts bepaald dat voor die werken welke in 1876
en voor die welke op nader te doene voordracht
in 1877 zullen wórden uitgevoerd, eene geldleening
van f 100,000 zal worden uitgeschreven a 4£ pet.
's jaars, aflosbaar in 25 jaren met f 4000 per jaar,
waarvoor schuldbrieven zullen worden uitgegeven
van 1000 en 500 kapitaal met halfjarige
coupons.
Den 1™ Maart a. zal to Goes de verkiezing
plaats hebben van een lid van den gemeente
raad ter vervanging van den heer G. H. Kake-
beeke, die als zoodanig bedankt heeft.
Volgens den Haagsehen correspondent der Gron.
Ct. zou de president der republiek Venezuela
de bemiddeling der Portugeesche regeering hebben
ingeroepen, teneinde de onderhandelingen met Ne
derland weder op te vatten.
De geruchten omtrent den stand van ons geschil
met de republiek loopen echter, bij het zwijgen.,
onzer eigen regeering, dagelijks zoo uiteen, dat wij
daaraan weinig waarde hechten.
Het Nederlandsch Aardrijkskundig genoot
schap hield Zaterdag jl. eene algemeene verga
dering te Dordrecht. De hoogleeraar P. J. Veth,
voorzitter, deed bij die gelegenheid eenige mede-
deelingen over den Zeeuwschen reiziger Samuel
van de Putte, welke op het volgende neerkomen.
Van de Putte's naam wordt genoemd in het
Bibliogr. woordenboek van van der Aa; in het
Zeeuwsch genootschap van Oudheid bevinden zich
echter meer gegevens, waaruit resulteertdat de
stamvader de admiraal van de Putte was, en dat
onze vroegere minister van koloniën Fransen van de
Putte, ofschoon niet rechtstreeks, tot zijn afstamme
lingen behoort. Samuel was geboren te Vlissingen,
heeft gestudeerd te Leiden, alwaar echter zijn naam
in het studentenalbum niet wordt gevonden, en
keerde na afloop zijner studie naar Vlissingen
terug, alwaar hij raad en schepen der stad werd.
In 1718 vangt hij zijn reizen aan; aanvankelijk
ging hij naar Italië, van daar naar Konstantinopel,
den Griekschen Archipel, Egypte, Perzië en Hin-
dostan; in 1724 kwam hij in Cochin aan en
werd aldaar ernstig ziek.
Na zijn herstel in 1726 ging bij naar Ceylon
en wel vermomd als Mahomedaan, nu eens met,
dan zonder gevolg, en zelfs zijn volgelingen hiel
den hem voor hetgeen hij voorgaf te zijn. Van
daar trok hij naar Lassa in Thibet, en in 1730—31
ging hij tot Peking, alzoo van Hindostan door
als smart; hij ondervond dit en liet zich op een
stoel vallen.
„Hinze!" zei hij, de handen naar den dienaar
uitstrekkende. „Ik ben de gelukkigste vader op
den aardbodem! Daar zullen wij samen een glas
champagne op drinken! Ga naar den kelder en
haal twee flesschen 1
Hinze verwijderde zich, teneinde aan dien last
te voldoen, doch hield op den drempel stil, keerde
zich om en zei met nadruk: „Maar, mijnheer,
als ik u verzoeken mag: niet meer van dien sijs
V.
Terwijl dit een en ander teü huize van Span
genberg voorviel was Johan juist daarheen ge
weest, om mevrouw von Busse's zorgvuldig
gestyleerd briefje, waarvan elk woord gewikt en
gewogen was, aan den verloren vriend, dien zij
trachtte te herwinnen, over te brengen. Hoe de
bediende zich van zijne taak had gekweten, wat
hem daarbij was weêrvaren, welke onverwachte
ontdekkingen hij had gedaan, dit alles vernam
zijne meesteres toen hij zichtbaar opgewonden
terugkwam. Aanvankelijk schreef zij de hoog
roode kleur, die zijne wangen bedekte, aan zijn
dienstijver toe, die haar bekend was, zoodat zij
hem zonder eenige andere opmerking eenvoudig
vroeg: „Zal hij komen?"
Mid den-Azië naar de hoofdstad van het Hemelsche
rijk, in China, en wel als Chineeseh Mandarijn ver-
ij inornd. In Me' 1737 gaat hij terug naar Hindo
stan. Vervolgens kwam hij 15 Augustus 1745 te
Batavia terug en stierf reeds den 27" September
van datzelfde jaar. Gedurende 27 jaren had hij
dus gereisd; volgens testamentaire beschikking
moesten zijne papieren verbrand worden, waaraan
men tot nadeel der menschheid maar al te getrouw
gevolg heeft gegeven. Voorgaande gegevens staan
vermeld op kleine stukjes papier van brieven enz.,
soms aan de andere zijde beschreven, hetgeen
vermoedelijk door gebrek aan schrijfmateriëel is
veroorzaakt. De taal, waarin deze aanteekeningen
zijn vermeld: is een mengsel van Nederlandsch en
Italiaansch, hier en daar doorspekt met Mongool-
sche en Thibettaansche woorden.
Bij beschikking van den minister van binnen-
landsche zaken, zijn bij den aanleg van Staats
spoorwegen benoemd:
tot bouw- en werktuigkundige derde klasse,
C. Gosewinkel en N. J. Beversen; tot opzichter
tweede klasse P. P. Scheffelaar Klots; tot opzich
ter derde klasse, H. Th. Klompé, W. Peters, J. H.
van Giessen, J. A. van Nieuwenhoven, M. W. J.
's Gravezande Guicherit en G. A. M. Groeneveldt
tot opzichter vierde klasse, G. H. de Bie;
en bevorderd: tot eerstaanwezend ingenieur, de
sectie-ingenieurs A. C. Broekman, L. J. Kesper
en J. Leyds; tot bouw-en werktuigkundige tweede
klasse, de bouw- en werktuigkundige derde klasse
P. J. Neyt; tot opzichter eerste klasse, de opzich
ters tweede klasse C. W. van Hoorn, A. A. Nun-
nink en J. Swetstot opzichter tweede klasse, de
opzichters derde klasse A. J. C. Plaat, G. G. M.
Bazendijk en W. J. Brade.
Voorts is bij beschikking van 26 Januari jl.,
n° 56, aan de eerstaanwezende ingenieurs J. W.
Witsen Elias, M. Simon Gzn., A. J. van Prehn
en J. G. van den Bergh de titel toegekend van
hoofdingenieur bij de staatsspoorwegen.
De minister van binnenlandsche zaken heeft,
tengevolge van het door den heer F. W. C. Blom
genomen ontslag als lid van de 2e kamer der
staten-generaal, voor het hoofdkiesdistrict Rotter
dam, bepaald:
1° dat de verkiezing in gemeld hoofdkiesdis
trict zal geschieden op Dinsdag 7 Maart e. k.; en
2° dat, zoo eene herstemming noodzakelijk is,
die zal plaats hebben op Dinsdag 22 Maart daar
aanvolgende.
Den 14" dezer heeft aan het ministerie van
buitenlandsche zaken de onderteekening plaats
gehad van een tractaat van handel en vriendschap
„Mijnheer Spangenberg zal de eer heb
ben," antwoordde de bediende kuchend.
Een lachje van tevredenheid vertoonde zich op
haar gelaat en zonder dat Johan het hooren kon
gaf zij zich zelve den lof: „Wat heb ik gezegd?"
„Maar, mevrouw, naar dat huis ga ik niet
meer," verklaarde hij, zonder het te weten met
nagenoeg dezelfde woorden als waarmede Hinze
betuigd had, dat hij niet meer naar de woning
van mevrouw von Busse. wilde gaan.
Mevrouw, tot nog toe slechts aan blinde volg
zaamheid van dit model van een bediende gewoon,
zag hem verrast aan en vroeg: „Waarom niet?"
Nu in staat aan zijne verontwaardiging luchtte
geven,antwoordde hij op onsamenhangende wijze:
„Het heeft geen haar verschild, of ik had een
pak slaag gekregen."
„Wie zou u hebben durven slaan?"
„Die oude man, die zich bij mevrouw voor een
arm huisvader heeft uitgegeven."
„Wat?" riep zij verbaasd.
„Ja," ging Johan voort, „ik tref hem in de
kamer bij mijnheer Spangenberg aanhij had juist
champagne binnen gebracht, en toen ik vraag of
mijnheer hem kent en er bijvoeg dat hij een arm
huisvader is en onze freule tweemaal met bedel
brieven is lastig gevallen, schiet die oude kerel
woedend op mij los, roept dat ik een leugenaar
ben, dat hij geen huisvader is, dat hij zijn gan-
sche leven niet getrouwd is geweest, dat hij als
kantoorknecht bij mijnheer Spangenberg dient
„Hoe?" riep mevrouw hevig schrikkende uit.
tusschen Nederland en de Zuid-Afrikaansche repu
bliek.
Het hoofdbestuur der vereeniging voor lijk
verbranding heeft zich dezer dagen tot Z. M.
den koning en tot de tweede kamer der staten-generaal
gewend met een adres, houdende verzoek om het
doel der vereeniging to willen mogelijk maken
door een wijziging van de wet tot vaststelling
van bepalingen op het begraven van lijken.
In dit adres wordt er door de vereeniging niet
op aangedrongen om het begraven door het ver
branden te doen vervangen. Zij wenscht echter
de vrijheid gewaarborgd te zien, om uit beide
wijzen van behandeling naar eigen overtuiging
een keuze te kunnen doen.
Op uitnoodiging van den burgemeester van
Amsterdam heeft zich eene commissie geconstitu
eerd voor de onthulling van het Thorbecke-
monument, welke in de maand Mei a. zal plaats
hebben. Die commissie bestaat uit de heeren:
jhr. mr. C. J. A. den Tex, eerevoorzitter, mr. J, G.
Gleichman, voorzittér, m'. F. M. de Monchy, se
cretaris, A. W. van Eeghen, penningmeester,
mr. J. C. de Marez Oyens, adjunct-penningmeester,
en verder als leden de heeren Joan Muller, mr. H.
J. Kist, prof. mr. T. M. C. Asser, A. C. Wertheim,
mT. E. N. Rahusen, mr. Herman J. van Lennep,
G. H. Kuiper, mr. P. H. W. H. Sonsbeeck, m'. J.
A. Levy, d». H. F. R. Hubrecht, Charles Boisse-
vain, mr. J. Jager, mr. L. A. A. van Wensen,
m'. J. W. Tydeman, mr. S. Wildschut, prof. d*.
B. J. Stokvis, S. W. Josephus Jitta en de hoofd
redacteurs van het „Handelsblad", het „Nieuws
van den Dag" en de „Amsterdamsche Courant".
De feesten zullen bestaan in een feestrede, in de
overdracht en overname van het monument, in
een cantate (woorden van H. J. Schimmel en mu
ziek van Nicolaï) en een feestmaaltijd.
Den 12" dezer werd te Tbolen door bel ang
stellenden in de overbrugging van de rivier de
Eendracht eene tweede vergadering gehouden. De
voorzitter deelde mede, dat alle gemeenten van
het eiland Tholen hunne medewerking hadden
toegezegd en dat de ingeschrevene som voor de
voorbereidende Werkzaamheden thans p.m. ƒ1200 be
droeg; T- voorts dat men vrij zeker was dat door
de provinciale staten van Zeeland en Noord-Bra-
band subsidiën zouden worden toegestaanterwijl
men hoopte dat ook de hooge regeering hare
medewerking niet zou onthouden. Staande de
vergadering werd de bijeengebrachte som tot p.
m. f 1300 verhoogdzoodat men hoopt dat weldra
met de voorbereidende werkzaamheden een aan
vang zal worden gemaakt.
„En eer ik er op verdacht ben," voltooide Jo
han zijne lijdensgeschiedenis, „ben ik bij de schou
ders omgedraaid en sta ik buiten de deur."
Hier volgde eene pauze. Mevrouw had het
voorhoofd gefronst; zooals Johan dacht uit erger
nis over de hem weêrvaren bejegening. Daarom
was het hem geheel onverklaarbaar, dat zij ein
delijk zei: „'tls goed, Johan."
„Is dat goed, mevrouw? Ik ben meer terug
gevlogen dan geloopen. Als zulk een kerel
„Genoeg!" sprak zij, hem met een wenk het
zwijgen opleggende. „Ik zal er met mijnheer
Spangenberg over spreken. Verzoek nu mijno
dochter eens bij mij te komenzij zal met freule
von Brünning in het priëel zitten."
Toen de bediende weg was, behoefde de diep
ontroerde vrouw zich geen dwang meer aan te
doen. „Zijn kantoorknecht!" riep zij met in
elkander geslagen handen uit. „Welk een licht
doet dit over alles opgaan!" De verrassing van
den bankier bij het herkennen van zijn3 zoons
schrift, zijn dringende wensch om het adres van
den brief te zien, zijne geraaktheid over hare
weigering waren haar nu volkomen begrijpelijk.
Dezo gedachten gingen haar pijlsnel door het
hoofd en deden haar een besluit nemen, dat, ge
lijk zij meende, in dien toestand het eenig moge
lijke was. „De jonge Spangenberg moet Leontine
terstond trouwenbesliste zij, deed eenige stap
pen door het salon en bleef weêr staan. „Het was
dus een sein dat zij gisteren in den koffietuin
gaf!" dacht de moeder en een krampachtige trek