BÏÏITEürLAITD
Gambetta over de clericalen.
gen.
Gemeenteraad van Middelburg.
Algemeen Overzicht.
d post-
dnistra-
len van
kunnen
ftingen
prderd
behoeft
|ok van
echter
iommige
md on-
peg dat
nlieven-
en dat
a, indien
|o geluk-
laatsten
3gquaes-
te werk
eren dat
|tworpen
oen voor
orwegen
Ibchouwd
in een
pr spoor-
ens fail-
werd, ia
r kamer
aad enz.
bt faillis-
ggen ter
artement
I-den aan-
tarwe en
beschuit-
r. 36 gr.
u. 32 gr.
den Ak-
jd. 35 j.
s, jd. 32 j.
P. W.
Os, geb.
Ier, d. S.
b. Zegers,
pesse, geb.
ran J. M.
d. 5 m.
37 j. J.
C. A. van
15 j. M. de
an N. W.
t,jm. 25 j.,
N. But,
Koppejan,
pnard, geb.
irae, z. C.
i, geb. Net,
iet gaarne
jse op een
laar waar-
mijnheer."
en?"
ize, „of er
>augenberg,
le, en toen
aanhoudend
It: „En nu
hen
le man het
L mijnheer,
ondochter
irden bij de
chudde hem
|n schreeuw-
l toe: „Wie
rdde Hinze
ule Leontine
cnoopen los-
Eteinhold mg
vervolgd.)
(levenl.) E. öroenenberg, geb. Dommisse, d.
(1<0verledenY. C. Vroome, d. 2 j. J. Sybrants,
£j< 1 m. L. Hameij, z. 1 m. L. F. van der Wal,
jd. 17 j- W. A. van Zanten, z. 6 w. J. de Vos,
vrouw van J. Nederkand, 55 j.
Goes. Gehuwd: H. Windhorst, jm. 34= j., met
J. W. Veekman, jd. 22 j. K. Scheffers, wedr. van
M. van Buijsse, 34 j., met C. Hollemans, jd. 27 j.
P. A. Hubregtse, jm. 24 j., met C. de Jonge,
jd- 27 i- -tr J
Bevallen: P. de Kouter, geb. van de Vreugde,
z. M. M. Timmerman, geb. de Wagter, z. C. Meij-
ler gel), van der Hage, d. W. K. Dirkse, geb.
Maartense, z. A. E. Mol, geb. Sanderse, z.
Overleden: A. W. Meijler, z. 17 m.
Zierikzee. GehuwdJ. van der Jagt, jm. 27 j.,
met C. Bakker, jd. 24 j.
Bevallen: M. C. Heuseveldt, geb. Bibbe, d.
Z C de Mooij, geb. Hertsteen, d. W. R. Eeke
laar, 'geb. de Holder, z. J. J. Leunis, wed", van
R. Feijen, z. A. Hogerheide, wed*, van P. Bij
kerk, z.
Overleden: A. de Jonge, z. 20 d. G. van Damme,
vrouw van J. Legemate, 46 j. M. J. de Looze, z.
11 j. C. den Boer, d. 8 j. P. Bijkerk, z. 3 d.
Zitting van Vrijdag 11 Februari.
Voorzitter de heer Schorer.
Afwezig de heeren Damme en Snouck Hurgronje,
ongesteld, van Berlekom uithoofde van ambtsbe
zigheden, en Fokker.
Na mededeeling door den voorzitter van de
redenen der verhindering tot het bijwonen dezer
vergadering van de eerstgenoemde drie afwezige
leden, welke mededeeling voor kennisgeving wordt
aangenomen, worden de notulen van het verhan
delde in de zitting van 14 Januari jl. gelezen en
goedgekeurd.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mede
deeling, dat door gedeputeerde staten van Zeeland
zijn goedgekeurd de suppletoire kohieren n° 2 van
den hoofdelijken omslag en van de belasting op
de honden over 1875.
Voorts wordt gelezen het besluit van gedepu
teerde staten van Zeeland van 21/28 Januari jl.,
waarbij zij hunne goedkeuring onthouden aan hei
raadsbesluit van 22 December jl. tot vermindering
der vroeger verhoogde jaarwedden van eenige
hulponderwijzers, welke vermindering heeft plaats
gehad omdat die hulponderwijzers geweigerd heb
ben de verhooging van jaarwedde aan te nemen
op de door den gemeenteraad bepaalde voorwaarde
van geen verzoek om ontslag te zullen indienen
dan tegen het einde van een cursus, uitgezonderd
in het geval van benoeming tot hoofd eener school.
Gedeputeerde staten hebben bij hun beslu't o. a.
overwogendat, vermits de verhooging der jaar
wedden van de vervulling dier voorwaarde af
hankelijk is gesteld, laatstgemelde met evenge
noemd raadsbesluit en bepaaldelijk met de nadere
regeling tot die verhooging een onafscheidelijk
geheel uitmaakt; doch dat deze voorwaarde in
het aan hen ingezonden en door hen goedgekeurd
raadsbesluit van 1 October 1875, n° 15", niet
voorkomt; dat derhalve het besluit van den ge
meenteraad gedagteekend 22 December 1875,
n° 16het gevolg is van het niet aannemen dooi
de drie bedoelde hulponderwijzers eener tot het
raadsbesluit van 1 October 1875, n" 15", behoo-
rende voorwaarde, welke door hun college niet is
goedgekeurd; en dat bovendien dergelijke voor
waarde, zoo al niet bepaaldelijk in strijd met de
wet, dan toch ongetwijfeld niet in het belang van
het onderwijs is te achten, omdat zij voor de be
langhebbende titularissen de waarde der verhoo
ging hunner door burgemeester en wethouders en
den gemeenteraad zeiven te laag geoordeelde jaar
wedden aanmerkelijk vermindert; voorts, vooral
in den tegenwoordigen tijd van groot gebrek aan
hulppersoneel, de hulponderwijzers, en hulponder
wijzeressen, die zich niet aan die voorwaarde onder
werpen, zal nopen de betrekking te verlaten, en
eindelijk anderen zal terughouden om naar open
vallende plaatsen in deze gemeente dingen.
Op voorstel van burgemeester en wethouders
wordt besloten van het besluit van gedeputeerde
staten bij den koning in beroep te komen.
Tevens werd door den voorzitter medegedeeld,
dat een der drie hulponderwijzers die geweigerd
hebben zich aan de gestelde voorwaarde teonde.-
werpen, thans bereid is die aan te nemen; een
der twee anderen heeft eervol ontslag gevraagd
wegens vertrek naar elders, zoodat er thans slechts
éene hulponderwijzer overblijft die niet geneigd is
aan die voorwaarde te voldoen.
Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aan
genomen.
Van den heer W. C. Crucq is een adres inge
komen met verzoek om eervol ontslag als hulp
onderwijzer op school C, tegen 1 Maart a. Dit
adres wordt niet voorgelezen. Het is bereids ge
steld geweest in handen der plaatselijke school
commissie, die adviseert het gevraagd ontslag eervol
te verleenen, maar eerst met ingang van 15 Maart.
Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt
besloten, het ontslag te doen ingaan met 1 Maart
of zooveel later als blijken zal mogelijk te zijn.
De rekening van commissarissen over de wissel
bank over 1875, sluitende met een goed slot van
1311.32, wordt goedgekeurd, evenzeer als die
van het reserefonds.
Wordt gelvzen het rechtskundig advies van de
commissie in zake de rechtsvordering van den
fs Jeronimua tegen de gemeente, betref-
lende de vraag of van de uitspraak der arrondis-
sements rechtbank alhier, waarbij de kantonrechter
Devoegd was verklaard om van de ingestelde vor
dering kennis te nemen, beroep in cassatie behoort
te worden ingesteld? De commissie, bestaande
uit de heeren m». W. A. van Hoek en A. P. Snouck
Hurgronje, meent dat het, met 'toog op den loop
der zaak, waarin door den hoogen raad op
oLa U-vi' iarfes,gewezen, het instellen
eenei altijd betrekkelijk kostbare cassatie-proce
dure nu minder wenschelijk is. Al moge ook het
administratief gezag door sommigen in het algemeen
verplicht worden geacht om voor de handhaving
der zoo noodzakelijke scheiding tusschen zijne be
voegdheid en die der rechterlijke macht tot in het
hoogste ressort op te treden, zoo komt het haar
voor dat het overweging verdient om thans van
„."L bevoegd verklaarden rechter in het kanton
ht S u'tsPraak *en principale af
te
Op voorstel van burgemeester en wethouders
wordt besloten, zich met deze conclusie te ver
eenigen en alzoo niet in cassatie te komen.
Achtereenvolgens worden de volgende voorstellen
van burgemeester en wethouders zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemmen aangenomen
a Aan Adriaan Ingelse bij vernieuwing voor
25 jaar in erfpacht te geven een gedeelte grond,
gelegen bij het Oostkerkpleingroot 1 aretegen
voldoening van 2 'sjaars.
b In te willigen een verzoek van L. J. P.
Maas, winkelier in de Koningstraat alhier, om
een klein gedeelte van den door hem van het bur
gerlijk armbestuur aangekochten grond in de
Koningstraat te verwisselen tegen een aldaar ge
legen stukje gemeentegrond.
Dit laatste wordtvolgens vooraf genomen be
sluit, verklaard niet meer voor den openbaren
dienst bestemd te zijn.
e Naar aanleiding van het aan den raad gericht
verzoek van E. Geillspuimeester bij de spuisluis
van den rioolwatergang te Veere, om verhooging
zijner jaarweddeberichten burgemeester en wet
houders dat de werkzaamheden van dien beambte
sedert den aanieg der ververschingsriolen aan de
Noordstraat en de Vlissingsche brug belangrijk
zijn vermeerderd. Hij heeft daarop bij zijn aan
stelling niet kunnen rékenen. Het is noodzakelijk
minstens ééns per dag den rioolwatergang zóo
laag mogelijk af te laten. Bij gunstigen wind
zal dit in den regel kunnen geschieden bij een
daggetij doch bij westenwinden en in doodstroom
is dit doorgaans onvoldoende en moet, in het
belang der zaakelk opvolgend getij de aftap
ping worden beproefd. Vooral in den winter heeft
men den meesten last van weinig afgaande ebben
en moeten alsdan de nachtgetijdendie in den
regel gunstiger zijn dan de daggetijden, worden
afgewacht.
In verhouding tot de door genoemden spuimees
ter verricht wordende werkzaamheden en de op
hem rustende verantwoordelijkheidkomt hun
zijne belooning wat laag voor, zoodat zij voor
stellen, die te verhoogen met 50, en alzoo voor
1876 en vervolgens te bepaléh op ƒ200.
[Het voorstel en besluit betreffende deDokbrug
hebben wij reeds uitvoerig medegedeeld in ons
nommer van jl. Zaterdag, zoodat wij daarnaar
verwijzen.]
Daarna is aan de orde een voorstel van burge
meester en wethouders tot aanvulling van het
onderwijzend personeel op school C, noodig door
de benoeming van den heer Crucq tot hulponder
wijzer te Utrecht en de voortduring der vacature
van vierden hulponderwijzer op school C.
De overtuiging heeftzich bij burgemeester en
wethouders gevestigd, dat èn tengevolge van de
hooge jaarwedden die elders voor hulponderwij
zers worden uitgeloofd, in het bezit van akten
zooals die voor school C gevorderd worden èn
met het oog op het klein getal beschikbare onder
wijzers, de tegenwoordige jaarwedden volstrekt
niet genoegzaam zijn om de vacaturen behoorlijk
vervuld te krijgenen dat die eene aanmerkelijke
vermeerdering zullen moeten ondergaan.
Bovendien is eene vermeerdering tot een niet te
gering bedrag alleszins te verdedigen omdat de
werkzaamheden der hulponderwijzers op school C
in geene verhouding staan tot die van het perso
neel op de andere scholen, zoowel wat het getal
uren betreft waarin onderwijs gegeven wordt, als
wat den tijd aangaat die buiten de schooltijden aan
eorrigeeren van werk moet besteed worden.
Zij stellen daarom de volgende regeling voor
1' hulponderwijzer850, blijft.
2e hulponderwijzer, ƒ575, wordt ƒ800, met ver
plichte akte van hoofdonderwijzer en akte voor
het Fransch.
3e hulponderwijzer, 550, wordt ƒ650, met ver
plichte akte voor het Franschen 50 vermeer
dering zoo de titularis akte van hoofdonderwijzer
bezit.
4* hulponderwijzer, f 500, wordt 550, met ver
meerdering van'ƒ50 zoo de titularis akte van
hoofdonderwijzer bezit.
Bovendien zal éen der hulponderwijzers, die in
het bezit is eener akte voor het teekenen, eene
toelage van ƒ50 worden verstrekt.
Ook dit voorstel, waaromtrent de plaatselijke
schoolcommissie gunstig heeft geadviseerd, wordt
mede zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd,
en tevens op voorstel van den voorzitter besloten
dat de derde hulponderwijzer op school C, die
wel akte als hoofdonderwijzer bezit, maar voor
alsnog geene aanteekening voor de Fraasche taal,
in zijne betrekking zal blijven tegen eene jaarwedde
van /650, die op het hem toekomende cijfer van
700 zal worden gebracht zoodra hij de aantee
kening voor het Fransch zal verkregen hebben.
[Het besluit tot het verleenen van adhaesie
aan het adres van burgemeester en wethouders
van Amsterdam tot het verkrijgen van vrijdom
van zegel- en registratie-rechten voor gemeente
stukken hebben wij mede reeds in ons nommer
van jl. Zaterdag vermeld.]
Voor de oudheidskamer zijn ten geschenke inge
komen: van den heer B. A. A. Deenik, een kan-
netjegevonden bij het graven van het kanaal
alhiervan de Typografische vereeniging „Harmo
nie en Vriendschap" alhier de eerste banier dier ver
eeniging, opgericht in Mei 1847; van de Vereeniging
tot bevordering van den tuinbouw, een zilveren me
daille, geslagen op den stempel der Vereenigingvan
den heer C. L.van Sorge, eene teekening in O. I. inkt
van den houten gevel van het pakhuis der heeren
van den Broecke Jutting in den Langen Delft
alhier; en van den heer J. Bourdrez eene photo-
graphische afbeelding van den ouderwetschen ge-
beeldhouwden gang in zijn huis op deRotterdmn-
schen kaai.
Al deze geschenken worden in dank aanvaard.
Tevens is voor kennisgeving aangenomen de
mededeeling van den voorzitter, dat het den secre
taris is mogen gelukken voor eene betrekkelijk
geringe som voor de oudheidskamer aan te koopen
eene verzameling platen gezichten in deze ge
meente voorstellende, afkomstig uit het laatst der
vorige eeuw, en die als origineeleu gediend hebben
voor het bekende werk van Backienen.
Het proces-verbaal der opneming van de boe-
kew en kas van den gemeente-ontvanger, waaruit
blijkt dat zich f 31,973,684 in kas bevond en dat
alles in orde was, wordt voor kennisgeving aan
genomen.
Het adres ingevolge raadsbesluit door burge
meester en werhouders aan den koning en de re
geering gezondenbetreffende de vestiging te
Middelburg van een der drie rijks-kweekscholen
voor onderwijzerswordt niet voor gelezen maar
voor de leden ter inzage gelegd.
lot leden der plaatselijke schoolcommissie wor
den benoemdin de plaats van jhr. m1'. G. L.
ochorer, de heer Dirk Jeras met 9 stemmen, zijnde
2 stemmen uitgebracht op den mede aanbevolen
heer m". E. Fokker en 1 op den heer nW. E. P.
Schorer; en in de plaats van jhr. m*. L. F. van
Panhuijs, de heer J. J. H. Doorenbos met 7 stem
men, zijnde 5 stemmen uitgebracht op den mede
aanbevolen heer J. Luteijn, en 1 biljet oningevuld.
De heer Nagtglas vestigde de aandacht van den
burgemeester op het zijns inziens met te weinig
klem gehandhaafde art. 40 der politie-verordening.
Een tal van lotelingen voor de militie, kennelijk
dronken of zich als zoodanig aanstellende, liepen
heden morgen schreeuwende en vloekende over
de Marktonder het oog van een tal van toe
schouwers zonder dat de politie daarop scheen
te letten.
De voorzitter antwoordde, dat het gedrag dier
lotelingen ook hem heelt geërgerd en hij aan de
politie last gegeven heeft, om onverbiddelijk pro
ces-verbaal tegen dergelijke overtredingen van de
politie-verordening op te makenverder kan de
politie evenwel niet gaan doch hij vleide zich
dat de maatregel toch goede resultaten, althans
voor het vervolg, zal opleveren.
De zitting wordt gesloten.
Een uitvoerig résumé van den inhoud der di
plomatieke documenten betreffende den aankoop
der 177,000 aandeelen in het Suez-kanaal door En
geland en de zending van den heer Cave naar
Egypte zal voor onze lezers over het algemeen wel
weinig aantrekkelijks hebben. Enkele punten uit
de overgelegde correspondenties verdienen echter
wel de aandacht, omdat zij geschikt zijn valsche
geruchten te bestrijden en verkeerde gevolgtrek
kingen te voorkomen. Het dossier omtrent eerst
genoemde aangelegenheid bevat niet minder dan
170 stukken, waaruit o. a. blijktdat reeds in 1871
door den heer de Lesseps het voorstel was gedaan
om het kanaal te verkóopenwelk denkbeeld door
de heeren Thiers en de Remusat werd gesteund»
terwijl Italië trachtte eene overeenstemming tus
schen de mogendheden tot stand te brengen. Lord
Granville bad echter toen verklaard, datdequaes-
tie ontijdig was en dat de Porte niet alleen niet
wilde toestemmen in den verkoop van het kanaal,
maar zelfs niet in de instelling van een internatio
nale commissie.
Hieruit blijkt dus dadelijk, dat Engeland misschien
toen reeds indien het had gewild gelegenheid ?ou
hebben gehad het geheele kanaal in zijne macht
te krijgen, in weerwil van de oppositie van den
zieken manhet heeft dit echter niet gedaan, doch
zich wel later meer rechtstreekschen invloed op
de administratie verzekerd door den aankoop der
aandeelen, waartegen ook door geen der mogend
heden eenig ernstig protest is aangeteekendzelfs
niet door Frankrijk, dat anders zoo naijverig is
op zijn Egyptische betrekkingen.
Ten aanzien van de zending van den heer Cave
verdient opmerking de positie van dien heer tegen
over den khédive. Deze had de voorlichting ver
langd van een bekwaam Engelsch financier om
hem middelen aan de hand te doen tot verbetering
van de verwarring in de financieele administatie
van zijn land. Lord Derby had hierop voorgesteld
den heer Cave met een speciale zending te belasten
waarbij hij in de gelegenheid zou worden gesteld
de beste inlichtingen te geven, welke zoowel voor
Egypte als voor Engeland van belang'zouden zijn
daar laatstgenoemd land zoozeer belang heeft bij den
voorspoed van het eerste. Aan hem zeiven werd
uitdrukkelijk in last gegeven zich strikt te ont
houden van iederen raad of van elke handeling, die
den schijn kon hebben dat Engeland een onge-
pasten invloed in de binnenlandsche aangelegen
heden van Egypte zou wenschen uit te oefenen.'
Voor den Engelschen gezant werd tevens verzocht
de meest mogelijke vrijheid en gemakkelijkheid
om zich een heldere en juiste voorstelling van den
financieelen toestand van Egypte te maken. De
positie van den heer Cave is dus feitelijk die van
een buitengewoon gezant van Engeland bij den
khédive, met het doel om dezeh van raad en advies
te dienen, volstrekt niet die van een ondergeschikt
ambtenaar der Egyptische regeering, en vandaar
dat de heer Cave door deze met de meeste onder
scheiding moet worden behandeld. Het komt ons
voor, dat de khédive zich in deze zaak eigenlijk
door Engeland wel een weinig heeft laten inre-'
kenen en we betwijfelen of hij door de zendii.g
van den heer Cave wel juist heeft verkregen wat
hij verlangde. Er is toch wel eenig verschil
tusschen een gewoon Engelsch ambtenaar, dien men
adviseeren wil omtrent den financieelen toestand,
en een speciaal gezant, die als zoodanig moet
worden geëerbiedigd en die, zoodra hij meent geen
voldoende inlichtingen te verkrijgen of niet alle
mogelijke vrijheid heeft om in alle zaken zijn neus
te steken, zich kan beklagen over tekortkoming
in deferentie voor zijne hooge waardigheid en het
land hetwelk hij de eer heeft te vertegenwoordigen.
Misschien heeft dit den khédive wel eens verdro
ten en zijn daardoor kleine onaangenaamheden
voorgevallen, die aanleiding hebben gegeven tot
de geruchten over groote oneenigheden, die later
zijn gebleken onjuist te zijn.
Groote heeren worden dikwijls ongesteld wan
neer hun dit gelegen komt en hoewel men dit
moeilijk kan beweren van den grooten heer die op
den divan te Stamboul zetelt, omdat de man bijna
altijd ziek is, is het toch wel zonderling, dat hij
juist nu eene verzwering van zóo brnstigen aard
krijgt, dat het antwoord aan de mogendheden om-
trent de voorstellen van Andrassy daarom moet
worden uitgesteld. Tengevolge van eene operatie
is hij echter veel betereen nog grooter operatie za*
misschien noodig zijn om hem geheel van zijn lijden
te verlossen, want zonder dat zal de verouderde
verzwering waaraan zijne dynastie lijdt niet wor
den genezen. Een telegram uit Ragusa meldt,
dat de opstandelingen, die in Oostenrijk zijn ge
vlucht, hebben geweigerd de aanbiedingen van
Moekther Pacha aan te nemen, terwijl die in de
Herzegowina de hervormingen, vervat in het voor
stel van graaf Andrassy, van de hand hebben ge
wezen en zich niet willen onderwerpen aan de
Turksche overheersching. Zij zetten dan ook de
vijandelijkheden zoo krachtig mogelijk voort en
hebben Vrijdag Zakono-Bobromani bij Poglére in
brand gestoken, doch in verdere operaties zijn
zij door de sneeuw verhinderd.
Een van de best ingelichte en vertrouwbare
organen van St. Petersburg, la Voix, betoogt dan
ook dat geen oplossing van de hangende quaestie
mogelijk is, tenzij de Porte zich speciaal tot nale
ving harer verplichtingen verbindt onder uitdruk-
kelijken waarborg van de mogendheden voor de
uitvoering. Tevens drukt dit orgaan den wensch
uit, dat de vorst van Montenegro worde belast
met de taak van onderhandelaar tusschen de
mogendheden en de consuls. Dit laatste zou waar
schijnlijk een goede politiek zijnde mogendheden
zouden daardoor meer zekerheid hebben om
trent de handelwijze van dien vorst en daar de
opstandelingen vertrouwen in hem stellen zouden
de onderhandelingen waarschijnlijk gemakkelijker
en spoediger gaan.
Te midden van de vele moeilijkheden, waarmede
de Porte reeds te kampen heeft, is te Angora
de ongelukkige kerkelijke strijd tusschen de Ar
menische Christenen en de katholieken uitgebroken
en zelfs zóo ernstig dat aan beide zijden ver
scheidene dooden en gewonden zijn gevallen.
Neemt deze strijd toe en verbreidt hij zich verder
ia het land dan is, bij de zwakte der garnizoenen
het gevolg drarvan niet te voorzien.
Vrijdag was te Madrid het gerucht in omloop,
dat de Spaansche troepen Estella reeds hadden
ingenomen. Dit was echter voorbarig, want zoo
ver is het nog niet gekomen, maar generaal Primo
de Rivera heeft wel van zijne posities te Santa
Barbara eenige bommen in de stad geworpen, als
de aankondiging van het naderende bombardement
indien de stad niet wordt overgegeven. Aan de
burgerij is vrijheid gegeven haar te verlaten. Een
paar honderd Carlisten zijn over de Fransche
grenzen getrokken en daar ontwapend.
Morgen zal koning Alfonsus de nieuwe cortes
openen en daarna terstond naar het noorden van
zijn land vertrekken.
De rede door Gambetta eenige dagen geleden
te Rijssel gehouden wordt als een van de belang
rijkste gebeurtenissen uit den verkiezingsstrijd in
Frankrijk beschouwd. Hij heeft daardoor met de
onverzoenlijke revolutionairen openlijk gebroken,
zoodat de strijd tusschen de Gambettisten en de
intransigenten nn nog scherper zal worden.
Merkwaardig vooral is wat de scherpzinnige
politicus over de clericalen heeft gezegd die onge
twijfeld het grootste gevaar voor de moderne sta
ten opleveren, en het is geen wonder, dat de
clericalen organen den exdictator een slecht patriot,
een aanhanger van Bismarck noemendaar
er natuurlijk voor Frankrijk geen heil is buiten
de kerk.
Het clericalisme zeide Gambetta ongeveer
is niet alleen een binnenlandsche maar ook een
buitenlandsche quaestie. Want als wij een blik
werpen op Europawat zien wij dan En Europa
is nog niet eensvoldoende men moet de geheele
wereld overzien. Inderdaad de clericale agitaties
strekken zich uit van Londen tot New-York van
Berlijn tot het Witte huis. In Engeland laat de
heer Gladstone zijn noodkreet hooren, in de Ver-
eenigde staten de president Grant. Zoo is het in
Duitschland, in Italië, in Spanje, in geheel het
Noorden van Europa, en Rusland. Overal houdt
men er zich mede bezig. Overal ziet men de
propaganda der regeeringen en der burgers, tegen
wat? Tegen de aanmatigingen van het
ultramontanisme.
Hierin schuilt een gevaar dat zijn toppunt
onder de laatste nationale vergadering heeft be
reikt. Dit gevaar bestaat hier in het begun
stigen van hen, die ons niet beminnen. Dit
gevaar is dezen te veroorlooven Frankrijk
aan Europa voor te stellen als het laatste toe
vluchtsoord van de clericale heerschappijals
de laatste wijkplaats voor den geest van het
Vaticaan. Dit gevaar is te veroorlovendat deze
roemrijke, Fransche natie, die de vrijheid van
gedachte in Europa gevestigd heeft, die een 13e,
een 16eéen 18* eeuw heeft beleefddie voor alle
andere naties de prikkels tot vooruitgang en
ontwikkeling heeft gegeven, dat deze vrije, geluk
kige en trotsche natie, het vaderland van Voltaire,
in het buitenland zou worden voorgesteld als het
laatste asyl van den geest van achteruitgang en
theocratie. Wij moeten deze ongezonde droombeel
den verdrijven enbevrijd van de vrees voor zoo
danige begrippen, die do een aankweekt en de
ander verbreid met het doel Frankrijk te vernederen
en te verlagenmoet de toekomstige vertegen-