BÏÏITEürLAITD Gambetta over de clericalen. gen. Gemeenteraad van Middelburg. Algemeen Overzicht. d post- dnistra- len van kunnen ftingen prderd behoeft |ok van echter iommige md on- peg dat nlieven- en dat a, indien |o geluk- laatsten 3gquaes- te werk eren dat |tworpen oen voor orwegen Ibchouwd in een pr spoor- ens fail- werd, ia r kamer aad enz. bt faillis- ggen ter artement I-den aan- tarwe en beschuit- r. 36 gr. u. 32 gr. den Ak- jd. 35 j. s, jd. 32 j. P. W. Os, geb. Ier, d. S. b. Zegers, pesse, geb. ran J. M. d. 5 m. 37 j. J. C. A. van 15 j. M. de an N. W. t,jm. 25 j., N. But, Koppejan, pnard, geb. irae, z. C. i, geb. Net, iet gaarne jse op een laar waar- mijnheer." en?" ize, „of er >augenberg, le, en toen aanhoudend It: „En nu hen le man het L mijnheer, ondochter irden bij de chudde hem |n schreeuw- l toe: „Wie rdde Hinze ule Leontine cnoopen los- Eteinhold mg vervolgd.) (levenl.) E. öroenenberg, geb. Dommisse, d. (1<0verledenY. C. Vroome, d. 2 j. J. Sybrants, £j< 1 m. L. Hameij, z. 1 m. L. F. van der Wal, jd. 17 j- W. A. van Zanten, z. 6 w. J. de Vos, vrouw van J. Nederkand, 55 j. Goes. Gehuwd: H. Windhorst, jm. 34= j., met J. W. Veekman, jd. 22 j. K. Scheffers, wedr. van M. van Buijsse, 34 j., met C. Hollemans, jd. 27 j. P. A. Hubregtse, jm. 24 j., met C. de Jonge, jd- 27 i- -tr J Bevallen: P. de Kouter, geb. van de Vreugde, z. M. M. Timmerman, geb. de Wagter, z. C. Meij- ler gel), van der Hage, d. W. K. Dirkse, geb. Maartense, z. A. E. Mol, geb. Sanderse, z. Overleden: A. W. Meijler, z. 17 m. Zierikzee. GehuwdJ. van der Jagt, jm. 27 j., met C. Bakker, jd. 24 j. Bevallen: M. C. Heuseveldt, geb. Bibbe, d. Z C de Mooij, geb. Hertsteen, d. W. R. Eeke laar, 'geb. de Holder, z. J. J. Leunis, wed", van R. Feijen, z. A. Hogerheide, wed*, van P. Bij kerk, z. Overleden: A. de Jonge, z. 20 d. G. van Damme, vrouw van J. Legemate, 46 j. M. J. de Looze, z. 11 j. C. den Boer, d. 8 j. P. Bijkerk, z. 3 d. Zitting van Vrijdag 11 Februari. Voorzitter de heer Schorer. Afwezig de heeren Damme en Snouck Hurgronje, ongesteld, van Berlekom uithoofde van ambtsbe zigheden, en Fokker. Na mededeeling door den voorzitter van de redenen der verhindering tot het bijwonen dezer vergadering van de eerstgenoemde drie afwezige leden, welke mededeeling voor kennisgeving wordt aangenomen, worden de notulen van het verhan delde in de zitting van 14 Januari jl. gelezen en goedgekeurd. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mede deeling, dat door gedeputeerde staten van Zeeland zijn goedgekeurd de suppletoire kohieren n° 2 van den hoofdelijken omslag en van de belasting op de honden over 1875. Voorts wordt gelezen het besluit van gedepu teerde staten van Zeeland van 21/28 Januari jl., waarbij zij hunne goedkeuring onthouden aan hei raadsbesluit van 22 December jl. tot vermindering der vroeger verhoogde jaarwedden van eenige hulponderwijzers, welke vermindering heeft plaats gehad omdat die hulponderwijzers geweigerd heb ben de verhooging van jaarwedde aan te nemen op de door den gemeenteraad bepaalde voorwaarde van geen verzoek om ontslag te zullen indienen dan tegen het einde van een cursus, uitgezonderd in het geval van benoeming tot hoofd eener school. Gedeputeerde staten hebben bij hun beslu't o. a. overwogendat, vermits de verhooging der jaar wedden van de vervulling dier voorwaarde af hankelijk is gesteld, laatstgemelde met evenge noemd raadsbesluit en bepaaldelijk met de nadere regeling tot die verhooging een onafscheidelijk geheel uitmaakt; doch dat deze voorwaarde in het aan hen ingezonden en door hen goedgekeurd raadsbesluit van 1 October 1875, n° 15", niet voorkomt; dat derhalve het besluit van den ge meenteraad gedagteekend 22 December 1875, n° 16het gevolg is van het niet aannemen dooi de drie bedoelde hulponderwijzers eener tot het raadsbesluit van 1 October 1875, n" 15", behoo- rende voorwaarde, welke door hun college niet is goedgekeurd; en dat bovendien dergelijke voor waarde, zoo al niet bepaaldelijk in strijd met de wet, dan toch ongetwijfeld niet in het belang van het onderwijs is te achten, omdat zij voor de be langhebbende titularissen de waarde der verhoo ging hunner door burgemeester en wethouders en den gemeenteraad zeiven te laag geoordeelde jaar wedden aanmerkelijk vermindert; voorts, vooral in den tegenwoordigen tijd van groot gebrek aan hulppersoneel, de hulponderwijzers, en hulponder wijzeressen, die zich niet aan die voorwaarde onder werpen, zal nopen de betrekking te verlaten, en eindelijk anderen zal terughouden om naar open vallende plaatsen in deze gemeente dingen. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten van het besluit van gedeputeerde staten bij den koning in beroep te komen. Tevens werd door den voorzitter medegedeeld, dat een der drie hulponderwijzers die geweigerd hebben zich aan de gestelde voorwaarde teonde.- werpen, thans bereid is die aan te nemen; een der twee anderen heeft eervol ontslag gevraagd wegens vertrek naar elders, zoodat er thans slechts éene hulponderwijzer overblijft die niet geneigd is aan die voorwaarde te voldoen. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aan genomen. Van den heer W. C. Crucq is een adres inge komen met verzoek om eervol ontslag als hulp onderwijzer op school C, tegen 1 Maart a. Dit adres wordt niet voorgelezen. Het is bereids ge steld geweest in handen der plaatselijke school commissie, die adviseert het gevraagd ontslag eervol te verleenen, maar eerst met ingang van 15 Maart. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten, het ontslag te doen ingaan met 1 Maart of zooveel later als blijken zal mogelijk te zijn. De rekening van commissarissen over de wissel bank over 1875, sluitende met een goed slot van 1311.32, wordt goedgekeurd, evenzeer als die van het reserefonds. Wordt gelvzen het rechtskundig advies van de commissie in zake de rechtsvordering van den fs Jeronimua tegen de gemeente, betref- lende de vraag of van de uitspraak der arrondis- sements rechtbank alhier, waarbij de kantonrechter Devoegd was verklaard om van de ingestelde vor dering kennis te nemen, beroep in cassatie behoort te worden ingesteld? De commissie, bestaande uit de heeren m». W. A. van Hoek en A. P. Snouck Hurgronje, meent dat het, met 'toog op den loop der zaak, waarin door den hoogen raad op oLa U-vi' iarfes,gewezen, het instellen eenei altijd betrekkelijk kostbare cassatie-proce dure nu minder wenschelijk is. Al moge ook het administratief gezag door sommigen in het algemeen verplicht worden geacht om voor de handhaving der zoo noodzakelijke scheiding tusschen zijne be voegdheid en die der rechterlijke macht tot in het hoogste ressort op te treden, zoo komt het haar voor dat het overweging verdient om thans van „."L bevoegd verklaarden rechter in het kanton ht S u'tsPraak *en principale af te Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten, zich met deze conclusie te ver eenigen en alzoo niet in cassatie te komen. Achtereenvolgens worden de volgende voorstellen van burgemeester en wethouders zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemmen aangenomen a Aan Adriaan Ingelse bij vernieuwing voor 25 jaar in erfpacht te geven een gedeelte grond, gelegen bij het Oostkerkpleingroot 1 aretegen voldoening van 2 'sjaars. b In te willigen een verzoek van L. J. P. Maas, winkelier in de Koningstraat alhier, om een klein gedeelte van den door hem van het bur gerlijk armbestuur aangekochten grond in de Koningstraat te verwisselen tegen een aldaar ge legen stukje gemeentegrond. Dit laatste wordtvolgens vooraf genomen be sluit, verklaard niet meer voor den openbaren dienst bestemd te zijn. e Naar aanleiding van het aan den raad gericht verzoek van E. Geillspuimeester bij de spuisluis van den rioolwatergang te Veere, om verhooging zijner jaarweddeberichten burgemeester en wet houders dat de werkzaamheden van dien beambte sedert den aanieg der ververschingsriolen aan de Noordstraat en de Vlissingsche brug belangrijk zijn vermeerderd. Hij heeft daarop bij zijn aan stelling niet kunnen rékenen. Het is noodzakelijk minstens ééns per dag den rioolwatergang zóo laag mogelijk af te laten. Bij gunstigen wind zal dit in den regel kunnen geschieden bij een daggetij doch bij westenwinden en in doodstroom is dit doorgaans onvoldoende en moet, in het belang der zaakelk opvolgend getij de aftap ping worden beproefd. Vooral in den winter heeft men den meesten last van weinig afgaande ebben en moeten alsdan de nachtgetijdendie in den regel gunstiger zijn dan de daggetijden, worden afgewacht. In verhouding tot de door genoemden spuimees ter verricht wordende werkzaamheden en de op hem rustende verantwoordelijkheidkomt hun zijne belooning wat laag voor, zoodat zij voor stellen, die te verhoogen met 50, en alzoo voor 1876 en vervolgens te bepaléh op ƒ200. [Het voorstel en besluit betreffende deDokbrug hebben wij reeds uitvoerig medegedeeld in ons nommer van jl. Zaterdag, zoodat wij daarnaar verwijzen.] Daarna is aan de orde een voorstel van burge meester en wethouders tot aanvulling van het onderwijzend personeel op school C, noodig door de benoeming van den heer Crucq tot hulponder wijzer te Utrecht en de voortduring der vacature van vierden hulponderwijzer op school C. De overtuiging heeftzich bij burgemeester en wethouders gevestigd, dat èn tengevolge van de hooge jaarwedden die elders voor hulponderwij zers worden uitgeloofd, in het bezit van akten zooals die voor school C gevorderd worden èn met het oog op het klein getal beschikbare onder wijzers, de tegenwoordige jaarwedden volstrekt niet genoegzaam zijn om de vacaturen behoorlijk vervuld te krijgenen dat die eene aanmerkelijke vermeerdering zullen moeten ondergaan. Bovendien is eene vermeerdering tot een niet te gering bedrag alleszins te verdedigen omdat de werkzaamheden der hulponderwijzers op school C in geene verhouding staan tot die van het perso neel op de andere scholen, zoowel wat het getal uren betreft waarin onderwijs gegeven wordt, als wat den tijd aangaat die buiten de schooltijden aan eorrigeeren van werk moet besteed worden. Zij stellen daarom de volgende regeling voor 1' hulponderwijzer850, blijft. 2e hulponderwijzer, ƒ575, wordt ƒ800, met ver plichte akte van hoofdonderwijzer en akte voor het Fransch. 3e hulponderwijzer, 550, wordt ƒ650, met ver plichte akte voor het Franschen 50 vermeer dering zoo de titularis akte van hoofdonderwijzer bezit. 4* hulponderwijzer, f 500, wordt 550, met ver meerdering van'ƒ50 zoo de titularis akte van hoofdonderwijzer bezit. Bovendien zal éen der hulponderwijzers, die in het bezit is eener akte voor het teekenen, eene toelage van ƒ50 worden verstrekt. Ook dit voorstel, waaromtrent de plaatselijke schoolcommissie gunstig heeft geadviseerd, wordt mede zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, en tevens op voorstel van den voorzitter besloten dat de derde hulponderwijzer op school C, die wel akte als hoofdonderwijzer bezit, maar voor alsnog geene aanteekening voor de Fraasche taal, in zijne betrekking zal blijven tegen eene jaarwedde van /650, die op het hem toekomende cijfer van 700 zal worden gebracht zoodra hij de aantee kening voor het Fransch zal verkregen hebben. [Het besluit tot het verleenen van adhaesie aan het adres van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot het verkrijgen van vrijdom van zegel- en registratie-rechten voor gemeente stukken hebben wij mede reeds in ons nommer van jl. Zaterdag vermeld.] Voor de oudheidskamer zijn ten geschenke inge komen: van den heer B. A. A. Deenik, een kan- netjegevonden bij het graven van het kanaal alhiervan de Typografische vereeniging „Harmo nie en Vriendschap" alhier de eerste banier dier ver eeniging, opgericht in Mei 1847; van de Vereeniging tot bevordering van den tuinbouw, een zilveren me daille, geslagen op den stempel der Vereenigingvan den heer C. L.van Sorge, eene teekening in O. I. inkt van den houten gevel van het pakhuis der heeren van den Broecke Jutting in den Langen Delft alhier; en van den heer J. Bourdrez eene photo- graphische afbeelding van den ouderwetschen ge- beeldhouwden gang in zijn huis op deRotterdmn- schen kaai. Al deze geschenken worden in dank aanvaard. Tevens is voor kennisgeving aangenomen de mededeeling van den voorzitter, dat het den secre taris is mogen gelukken voor eene betrekkelijk geringe som voor de oudheidskamer aan te koopen eene verzameling platen gezichten in deze ge meente voorstellende, afkomstig uit het laatst der vorige eeuw, en die als origineeleu gediend hebben voor het bekende werk van Backienen. Het proces-verbaal der opneming van de boe- kew en kas van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat zich f 31,973,684 in kas bevond en dat alles in orde was, wordt voor kennisgeving aan genomen. Het adres ingevolge raadsbesluit door burge meester en werhouders aan den koning en de re geering gezondenbetreffende de vestiging te Middelburg van een der drie rijks-kweekscholen voor onderwijzerswordt niet voor gelezen maar voor de leden ter inzage gelegd. lot leden der plaatselijke schoolcommissie wor den benoemdin de plaats van jhr. m1'. G. L. ochorer, de heer Dirk Jeras met 9 stemmen, zijnde 2 stemmen uitgebracht op den mede aanbevolen heer m". E. Fokker en 1 op den heer nW. E. P. Schorer; en in de plaats van jhr. m*. L. F. van Panhuijs, de heer J. J. H. Doorenbos met 7 stem men, zijnde 5 stemmen uitgebracht op den mede aanbevolen heer J. Luteijn, en 1 biljet oningevuld. De heer Nagtglas vestigde de aandacht van den burgemeester op het zijns inziens met te weinig klem gehandhaafde art. 40 der politie-verordening. Een tal van lotelingen voor de militie, kennelijk dronken of zich als zoodanig aanstellende, liepen heden morgen schreeuwende en vloekende over de Marktonder het oog van een tal van toe schouwers zonder dat de politie daarop scheen te letten. De voorzitter antwoordde, dat het gedrag dier lotelingen ook hem heelt geërgerd en hij aan de politie last gegeven heeft, om onverbiddelijk pro ces-verbaal tegen dergelijke overtredingen van de politie-verordening op te makenverder kan de politie evenwel niet gaan doch hij vleide zich dat de maatregel toch goede resultaten, althans voor het vervolg, zal opleveren. De zitting wordt gesloten. Een uitvoerig résumé van den inhoud der di plomatieke documenten betreffende den aankoop der 177,000 aandeelen in het Suez-kanaal door En geland en de zending van den heer Cave naar Egypte zal voor onze lezers over het algemeen wel weinig aantrekkelijks hebben. Enkele punten uit de overgelegde correspondenties verdienen echter wel de aandacht, omdat zij geschikt zijn valsche geruchten te bestrijden en verkeerde gevolgtrek kingen te voorkomen. Het dossier omtrent eerst genoemde aangelegenheid bevat niet minder dan 170 stukken, waaruit o. a. blijktdat reeds in 1871 door den heer de Lesseps het voorstel was gedaan om het kanaal te verkóopenwelk denkbeeld door de heeren Thiers en de Remusat werd gesteund» terwijl Italië trachtte eene overeenstemming tus schen de mogendheden tot stand te brengen. Lord Granville bad echter toen verklaard, datdequaes- tie ontijdig was en dat de Porte niet alleen niet wilde toestemmen in den verkoop van het kanaal, maar zelfs niet in de instelling van een internatio nale commissie. Hieruit blijkt dus dadelijk, dat Engeland misschien toen reeds indien het had gewild gelegenheid ?ou hebben gehad het geheele kanaal in zijne macht te krijgen, in weerwil van de oppositie van den zieken manhet heeft dit echter niet gedaan, doch zich wel later meer rechtstreekschen invloed op de administratie verzekerd door den aankoop der aandeelen, waartegen ook door geen der mogend heden eenig ernstig protest is aangeteekendzelfs niet door Frankrijk, dat anders zoo naijverig is op zijn Egyptische betrekkingen. Ten aanzien van de zending van den heer Cave verdient opmerking de positie van dien heer tegen over den khédive. Deze had de voorlichting ver langd van een bekwaam Engelsch financier om hem middelen aan de hand te doen tot verbetering van de verwarring in de financieele administatie van zijn land. Lord Derby had hierop voorgesteld den heer Cave met een speciale zending te belasten waarbij hij in de gelegenheid zou worden gesteld de beste inlichtingen te geven, welke zoowel voor Egypte als voor Engeland van belang'zouden zijn daar laatstgenoemd land zoozeer belang heeft bij den voorspoed van het eerste. Aan hem zeiven werd uitdrukkelijk in last gegeven zich strikt te ont houden van iederen raad of van elke handeling, die den schijn kon hebben dat Engeland een onge- pasten invloed in de binnenlandsche aangelegen heden van Egypte zou wenschen uit te oefenen.' Voor den Engelschen gezant werd tevens verzocht de meest mogelijke vrijheid en gemakkelijkheid om zich een heldere en juiste voorstelling van den financieelen toestand van Egypte te maken. De positie van den heer Cave is dus feitelijk die van een buitengewoon gezant van Engeland bij den khédive, met het doel om dezeh van raad en advies te dienen, volstrekt niet die van een ondergeschikt ambtenaar der Egyptische regeering, en vandaar dat de heer Cave door deze met de meeste onder scheiding moet worden behandeld. Het komt ons voor, dat de khédive zich in deze zaak eigenlijk door Engeland wel een weinig heeft laten inre-' kenen en we betwijfelen of hij door de zendii.g van den heer Cave wel juist heeft verkregen wat hij verlangde. Er is toch wel eenig verschil tusschen een gewoon Engelsch ambtenaar, dien men adviseeren wil omtrent den financieelen toestand, en een speciaal gezant, die als zoodanig moet worden geëerbiedigd en die, zoodra hij meent geen voldoende inlichtingen te verkrijgen of niet alle mogelijke vrijheid heeft om in alle zaken zijn neus te steken, zich kan beklagen over tekortkoming in deferentie voor zijne hooge waardigheid en het land hetwelk hij de eer heeft te vertegenwoordigen. Misschien heeft dit den khédive wel eens verdro ten en zijn daardoor kleine onaangenaamheden voorgevallen, die aanleiding hebben gegeven tot de geruchten over groote oneenigheden, die later zijn gebleken onjuist te zijn. Groote heeren worden dikwijls ongesteld wan neer hun dit gelegen komt en hoewel men dit moeilijk kan beweren van den grooten heer die op den divan te Stamboul zetelt, omdat de man bijna altijd ziek is, is het toch wel zonderling, dat hij juist nu eene verzwering van zóo brnstigen aard krijgt, dat het antwoord aan de mogendheden om- trent de voorstellen van Andrassy daarom moet worden uitgesteld. Tengevolge van eene operatie is hij echter veel betereen nog grooter operatie za* misschien noodig zijn om hem geheel van zijn lijden te verlossen, want zonder dat zal de verouderde verzwering waaraan zijne dynastie lijdt niet wor den genezen. Een telegram uit Ragusa meldt, dat de opstandelingen, die in Oostenrijk zijn ge vlucht, hebben geweigerd de aanbiedingen van Moekther Pacha aan te nemen, terwijl die in de Herzegowina de hervormingen, vervat in het voor stel van graaf Andrassy, van de hand hebben ge wezen en zich niet willen onderwerpen aan de Turksche overheersching. Zij zetten dan ook de vijandelijkheden zoo krachtig mogelijk voort en hebben Vrijdag Zakono-Bobromani bij Poglére in brand gestoken, doch in verdere operaties zijn zij door de sneeuw verhinderd. Een van de best ingelichte en vertrouwbare organen van St. Petersburg, la Voix, betoogt dan ook dat geen oplossing van de hangende quaestie mogelijk is, tenzij de Porte zich speciaal tot nale ving harer verplichtingen verbindt onder uitdruk- kelijken waarborg van de mogendheden voor de uitvoering. Tevens drukt dit orgaan den wensch uit, dat de vorst van Montenegro worde belast met de taak van onderhandelaar tusschen de mogendheden en de consuls. Dit laatste zou waar schijnlijk een goede politiek zijnde mogendheden zouden daardoor meer zekerheid hebben om trent de handelwijze van dien vorst en daar de opstandelingen vertrouwen in hem stellen zouden de onderhandelingen waarschijnlijk gemakkelijker en spoediger gaan. Te midden van de vele moeilijkheden, waarmede de Porte reeds te kampen heeft, is te Angora de ongelukkige kerkelijke strijd tusschen de Ar menische Christenen en de katholieken uitgebroken en zelfs zóo ernstig dat aan beide zijden ver scheidene dooden en gewonden zijn gevallen. Neemt deze strijd toe en verbreidt hij zich verder ia het land dan is, bij de zwakte der garnizoenen het gevolg drarvan niet te voorzien. Vrijdag was te Madrid het gerucht in omloop, dat de Spaansche troepen Estella reeds hadden ingenomen. Dit was echter voorbarig, want zoo ver is het nog niet gekomen, maar generaal Primo de Rivera heeft wel van zijne posities te Santa Barbara eenige bommen in de stad geworpen, als de aankondiging van het naderende bombardement indien de stad niet wordt overgegeven. Aan de burgerij is vrijheid gegeven haar te verlaten. Een paar honderd Carlisten zijn over de Fransche grenzen getrokken en daar ontwapend. Morgen zal koning Alfonsus de nieuwe cortes openen en daarna terstond naar het noorden van zijn land vertrekken. De rede door Gambetta eenige dagen geleden te Rijssel gehouden wordt als een van de belang rijkste gebeurtenissen uit den verkiezingsstrijd in Frankrijk beschouwd. Hij heeft daardoor met de onverzoenlijke revolutionairen openlijk gebroken, zoodat de strijd tusschen de Gambettisten en de intransigenten nn nog scherper zal worden. Merkwaardig vooral is wat de scherpzinnige politicus over de clericalen heeft gezegd die onge twijfeld het grootste gevaar voor de moderne sta ten opleveren, en het is geen wonder, dat de clericalen organen den exdictator een slecht patriot, een aanhanger van Bismarck noemendaar er natuurlijk voor Frankrijk geen heil is buiten de kerk. Het clericalisme zeide Gambetta ongeveer is niet alleen een binnenlandsche maar ook een buitenlandsche quaestie. Want als wij een blik werpen op Europawat zien wij dan En Europa is nog niet eensvoldoende men moet de geheele wereld overzien. Inderdaad de clericale agitaties strekken zich uit van Londen tot New-York van Berlijn tot het Witte huis. In Engeland laat de heer Gladstone zijn noodkreet hooren, in de Ver- eenigde staten de president Grant. Zoo is het in Duitschland, in Italië, in Spanje, in geheel het Noorden van Europa, en Rusland. Overal houdt men er zich mede bezig. Overal ziet men de propaganda der regeeringen en der burgers, tegen wat? Tegen de aanmatigingen van het ultramontanisme. Hierin schuilt een gevaar dat zijn toppunt onder de laatste nationale vergadering heeft be reikt. Dit gevaar bestaat hier in het begun stigen van hen, die ons niet beminnen. Dit gevaar is dezen te veroorlooven Frankrijk aan Europa voor te stellen als het laatste toe vluchtsoord van de clericale heerschappijals de laatste wijkplaats voor den geest van het Vaticaan. Dit gevaar is te veroorlovendat deze roemrijke, Fransche natie, die de vrijheid van gedachte in Europa gevestigd heeft, die een 13e, een 16eéen 18* eeuw heeft beleefddie voor alle andere naties de prikkels tot vooruitgang en ontwikkeling heeft gegeven, dat deze vrije, geluk kige en trotsche natie, het vaderland van Voltaire, in het buitenland zou worden voorgesteld als het laatste asyl van den geest van achteruitgang en theocratie. Wij moeten deze ongezonde droombeel den verdrijven enbevrijd van de vrees voor zoo danige begrippen, die do een aankweekt en de ander verbreid met het doel Frankrijk te vernederen en te verlagenmoet de toekomstige vertegen-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3