BUITENLAND Pius IX vrijmetselaar. Be politiek in Engeland. Thermometersiand. Kamer van koophandel en fabrie ken van Middelburg. Algemeen Overzicht. innen vat v o 1 k o- |eze vaste 60 graden ne tempe lten vorm graden lomenwas. volkomene ■rde voor van 1/10 Je hoog- hebben de Roos met f stelt zich nadere in- iezing van den, werd gepensi- |aat der li- verkozen, ontvanger Iholiéke en verden 378 |j)s voor de aktementen |er medege- een dorp |de brieven- angt, waar- oeften. De f 400dus studenten lodenmoet isoren Buys jben deelge- |nt van het tafel voor. ;n in welbe- rerschillende 3 uren zou- Burgers de ;n en werd schouders in ïeer Burgers leven hebben dies natalis zeevisscherij jd; hetkapi- mdeis vol- n om in den rusten, welke ig van Helle de Onder- reoffc jl. Vrij- it publiek niet de bekende ld vonnis ge- van de zeven n Zondag ter schuttersraad ptsovertreding hoort gestraft iklijke Tapijt- n, waaronder iek ter bezich- ir de tentoon- fier laudbouw- skauPoppels- 231 jongelui, it het overige id. \lormonenstaat van daag op- i Busse„maar schrijvendat ft." n zijtafeltje een ne voor met de voor de freule." het adres, en ordween, omdat had. j in haar kabi- ïjven, drukte zij logée, met de lieve Wanda, best u dade- It vervólgd. Utah hebben 22,626 vrouwen uit dien staat een adres tot het congres der Vereenigde staten ge richt met verzoek tot opheffing van alle wetten die tegen de polygamie bestaan en tot opname van Utah in de Unie. De vrouwen van Utah schij nen zich dus bij het stelsel van veelwijverij goed te bevinden. Naar men verneemt, zal het Ned. hotel te Port-Saïd door Z. K. H. prins Hendrik gesticht, binnen kort voor het reizend publiek aldaar ge opend worden; het meublement voor de inrichting is door de bekende firma de Boer te 's Hage ver vaardigd en bereids verzonden. Een der koetsiers van de Parijsche tramway- maatschappij beeft een zelfwerkende trompet uit gedacht, waarmede de voorbijgangers voor de nadering van het rijtuig, bij hoeken van straten enz. gewaarschuwd worden, zonder dat de koetsier daarvoor op zijn hoorn behoeft te blazen. Hij had gedurende de dagen van felle koude in dezen win ter een gewone keuken-blaasbalg onder zijne voeten geplaatst en daarop zijn hoorn bevestigd. Door dit middel blaasde hij op den hoorn zonder zijne handen noodig te hebben. De directie der tramway- maatschappij, inziende dat zulk een instrument voor hare koetsiers, die het in de drukke straten van Parijs reeds volhandig genoeg hebben, van groot nut zou kunnen zijn, heeft van dit denkbeeld dadelijk gebruik gemaakt en op al hare rijtuigen soortgelijke zelfwerkende hoorns doen aanbrengen, geheel en al ingericht als een gewone blaasbalg, doch van krachtiger veeren voorzien. Een zonderling in Weenen, de baron W. von Henrikstein, heeft in zijn testamentjo. a. de volgen de zonderlinge bepalingen gemaakt: „Mijnebegra fenis moet zeer eenvoudig wezenals het mogelijk is moet de lijkkoets in een flinkèn draf worden gereden. Ik wensch dat noch bloedverwanten, noch vrienden mijn lijk naar het kerkhof zullen geleiden wie dit toch doet handelt in strijd met mijn verlangen. Ik wil zoo spoedig moge lijk na mijn dood worden begraven. Mocht God willen dat ik levend word begraven dan is het mij ook goed. Ingeval ik op verren afstand van Weenen mocht sterven, wil ik daar worden begra ven waar de dood mij overvalt, onverschillig in wat gemeene houten doodkist ook, maar in ieder geval zonder eenige plechtigheid, in geen grafkelder en zonder steen op het graf. Als het de heeren genees kundigen mocht interesseeren te zien, hoe een mensch geschapen is, aan wien zij weinig hebben verdiend, dan mogen zij mijn lijk naar hartelust ontleden." Zaterdag is op het plein voor het parlements gebouw te Londen het standbeeld van Palmerston op het daarvoor bestemde voetstuk geplaatst. Het beeld is uit brons gegoten en stelt den grooten staatsman voor in de houding die hij steeds bij zijne redevoeringen in het parlement aannam. Nog voor de opening van de nieuwe zitting van het parlement zal een feestelijke onthulling plaats hebben. De onlangs in Londen gestorven sir Anthony Rothschild was niet zóo rijk als men aanvankelij k beweerde, maar hij heeft toch zeer aardige en niet te verwerpen legaten vermaakt. Zijne weduwe b. v. krijgt een jaargeld van 15,000 pond sterling benevens zijn woonhuis in Londen ieder van zijne dochters een som van 200,000 pond sterlingmet bepaling, dat dit geld tot de firma terugkeert in geval zij kinderloos stervenzijn schoonzoon 50,000 pond, zijn broeder zijn renpaardendrie van zijn neven zijn huis in Newmarket, en de neef die zijn baronstitel erft zijne goederen. In Parijs geniet men tegenwoordig vanecht- scheidingsproeessen tusschen echtelieden uit hooge kringen. Generaal Douay heeft eenigen tijd gele den een eisch tot echtscheiding ingesteld, jegens zijne vrouw die zich inderdaad allerschandelijkst moet hebben gedragen. Met het oog echter op deposi tie van de betrokken personen en de opvoeding eener löjarige dochterdie aan den generaal is toevertrouwd, heeft de rechtbank verklaard dat de geestvermogens van mevrouw Douay gekrenkt zijn en haar tot een lichte stiaf veroordeeld. Een ander proces is dat tusschen den schilder Chevandier de Valdröme, broeder van den voor- maligen minister van dien naam, en zijne vrouw Alvorens het tot een proces kwam trachtte de heer de Valdröme zijne vrouw te bewegen zich in een ander land te laten naturaliseeren en hier of daar in eenig afgezonderd oord met haar minnaar te gaan leven, terwijl hij het haar in ieder opzicht gemakkelijk wilde maken. Intusschen talmde ook de heer de Valdröme niet om van zijne vrijheid gebruik te maken en van zijne grootmoedigheid te genietendoch mevrouw kwam er achter en nu keerde het blaadje geheel om, want zij ontsloeg haar man van zijn beloften en stelde zelve een eisch tot echtscheiding tegen hem in. De Persische regeering wil thans in haar land een georganiseerden postdienst invoeren en heeft de leiding daarvan opgedragen aan twee Oostenrijksche postambtenaren. Naar men verze kert wil de Schach eene verbinding met de Russi sche posterij bewerken en tot dat einde te Sabris op de Russische grenzen een poststation onder beheer van Russische postambtenaren vestigen. Zooals men zich zal herinneren hebben de Amerikaansche bladen reeds getuimen tijd melding gemaakt van het plan om met een nieuw soort luchtballon een tocht over den Atlantischen oceaan naar Europa te maken. De ballon„Washington" genaamdis werkelijk met de reizigers d'. Fergith en Jedediah Monrose uit Chicago vertrokken. Uit iedere stad waar hij passeerde werd een tele grafisch bericht naar Chicago gezonden. Het laat ste bericht kwam van den burgemeester van New- York toen vernam men niets meer van de reizi gers. Eenigen tijd geleden nu vonden verscheidene jongelieden, die op den oever van het meer van Michigan jaagden, achter eenige struiken een man die zwaar gewond was en beide beenen had ge broken. Uitgeput van koude, honger en pijn, lag hij op de overblijfsels van een luchtballon, die de jagers als den „Washington" herkenden. De ongelukkige dr. Fergith want deze was de lijder werd zoo spoedig mogelijk naar Chi cago getransporteerd. Hij heeft beloofd een nauw keurig verhaal van zijn verschrikkelijken tocht te zullen geven. Zijn reisgenoot is door het breken der touwen van het schuitje in zee gevallen. De „Washington" is boven den Atlantischen oceaan door een storm overvallen, waardoor hij naar de Vereenigde staten werd terug gedreven. Hoe velen zullen nog het slachtoffer worden van der gelijke gewaagde en dwaze proefnemingen? 31 Jan. 's av. 11 u. 33 gr. 1 Feb. 's morg. 7 u. 29 gr. 's midd. 1 u. 42 gr. 's av. 6 u. 38 gr. Gedurende Februari liggen ter lezing voor het publiek op het lokaal der kamer I. Accounts relating to trade and navigation December 1875. II. Statistiek van handel en scheepvaart Novem ber 1875. III. Adres van de kamer te Haarlem dd., 4 Jan. 1876 tegen het ontwerp tabaksbelasting. IV. Report on the spontaneous combustion of coal cargoes. In twee zittingendie van eergisteren en gis teren, heeft de Belgische kamer bij de behande ling der begrootiag van binnenlandsche zaken een onderwerp besprokendat ook bij ons wel eens aan de orde mocht komen de reorganisatie van de schutterij. Eenigen tijd geleden had in^ antwoord op eene interpellatie van de linkerzijde, de minister van binnenlandsche zaken te kennen gegevendat de regeering niet voornemens was iets ter verbetering van de schutterij te doen. Thans was het de minister van financiën die de ge wensch te inlichtingen over deze zaak gaf, en al dadelijk bleekdat hij althans den vorm waarin zijn collega zich had uitgedrukt wat al te pertinent vond, hoewel hij au fond toch hetzelfde bedoelde. De debatten echter hebben de regeering tot concessies gevoerd waartoe zij zeker vooruit geen plan heeft gehad. Er bestaan in de archieven der regeering twee ontwerpen tot reorganisatie van de schutterij een van 1867 en een ander van 1870, doch de heer Malou verklaardedat de regeering zich met geen van beide kan vereenigen. De linker zijde der kamer, die thans in de minderheid is, wil de schutterij beschouwd hebben als een reserve voor het leger en haar dus een belang rijke rol in de verdediging van het vaderland opdragen; de rechterzijde daarentegen wil in de schutterij slechts een hulp in tijd van hoo- gen nood zien. Om het verlangen van de eerst genoemde bekommerde de regeering zich niet veel en zij had daarvoor een motief, dat zij wel niet met zoovele woorden heeft uitgedrukt, maar dat toch voor de hand ligt, nl. de aanstaande verkiezingen. De kiezers zullen waarschijnlijk niet ingeno men zijn met eene reorganisatie in dier voege dat de schutterij tot reserve van het werkelijke leger wordt gevormd. De minister wilde zich daarom bepalen tot verbeteringen in den thans bestaanden toestand, nl. in de wapening, de keuze van officieren, uitbreiding van speciale korpsentoepassing der wet op de schutterij in gemeenten die thans nog zijn vrijgesteld enz., doch overigens achtte de minister de vigeerende wetten op dit stuk voldoende, en hij werd in zijne meening gesteund door de heeren Jacobs en Woeste, maar scherp bestreden door de heeren Orts, Primez en Bockstael. Teneinde wellicht een vijandige motie te voor komen stelde de minister zelf er eene voor, die duidelijk hetkenmerk draagt dat hij de verkie zingen in het oog heeft gehouden. Zij luidde aldus: „De kamer, zich vereenigende met het uitgedrukte voornemen van de regeering om de wapening en organisatie der schutterij te verbe teren zonder den lastdie opdeburgerij drukt te verzwaren, gaat over tot de orde van den dag." De heer Orts stelde voor aan deze motie nog het volgende toe te voegen en in diervoege dat zij aan het leger een reserve van 30,000 man verzekere, die door de wet op de militaire organisatie noodzakelijk wordt geacht." Hierin ligt het eigenlijke criterium van de geheele quaestie. Die reserve is noodig en de linkerzijde wil dat aan de wet zal worden voldaan. Het resultaat van het debat was, dat de regee ring en de linkerzijde der kamer tot volkomen overeenstemming kwamen zooals de minister Ma lou zelf fe kennen gaf. Dit is gedeeltelijk te danken aan de verzekering van den minister van oorlog, die de noodzakelijkheid eener reserve van 30,000 man bleef, handhaven, welke de vestingen moet verdedigen om het leger in de gelegenheid te stellen in zijn geheel te velde te trekken. De heer Malou beloofde toen dat binnen zes weken of twee maanden aan de kamer een wetsontwerp zal worden aangeboden tot reorganisatie van de schutterij in den zin der door hem aangegeven beginselen. Wij zijn dus een schrede vooruit gegaan, zeide de heer Frère Orban, want we verkrijgen nu wat we reeds jaren lang te vergeefs hebben gevraagd een wetsontwerp op de schutterij, terwijl de regee ring de noodzakelijkheid heeft erkend om aan het leger niet een reserve, maar een „complement" zooals de minister het beliefde te noemen van 30,000 man te verzekeren. Hieromtrent zijn wij het eens niet waar? vroeg hij den minister, en deze knikte bevestigend. Maar ging de scherpzinnige afgevaardigde voort die hiermede de regeering een lee- lijke kool stoofde dan is het niet noodig eene orde van den dag aan te nemen en dit is zelfs onmogelijkwant de regeering zal niet kunnen doen wat zij in de door haar voorgestelde motie wil beloyen. Zij wil de lasten voor de bur gerij niet verzwarenmaar waar wil zij dan de 30,000 man vandaan halen De ongetrouwde schutters leveren slechts een contingent van 15,000 man; de ontbrekende 15,000 zullen dus in een andere categorie moeten worden gezocht, dan zullen de lasten wel moeten worden vermeerderd, öp grond hiervan wilde de heer Fiére de eenvoudige orde van den dag aannemen, doch de minister bleef aan de verkiezingen denken en wilde daarom zijne motie gaarne aangenomen zien, zonder echter langer discussies te voerendie een bedenkelijk karakter verkregen. Hij kreeg zijn zin: het debat werd gesloten en de orde van den dag van den heer Malou aangenomen met 57 tegen 39 stemmen, terwijl drie leden buiten stemming bleven. Die van den heer Orts werd verworpen met 56 stem men tegen 37 terwijl 6 leden buiten stemming bleven. De houding van den Duitschen rijksdag ten aanzien van sommige artikelen van de Strafge- setz-novelle heeft zekere spanning in Duitschland verwekt, voornamelijk door de berichten omtrent de ongunstige stemming der regeering. Zelfs is het gerucht in omloop, dat de rijksdag zal worden ontbonden. Zóóver schijnt het echter niet te zul len komen, want de regecring heeft in de laatste dagen nog nieuwe voorstellen ingediend, wat zij zeker niet zou hebben gedaan indien zij het voor nemen koesterde de vertegenwoordiging te ont binden. Zij die nauwkeurig met de verhouding der partijen in den rijksdag bekend zijn verzeke ren dan ook dat bij de derde lezing de thans verworpen bepalingen wel zullen worden aangeno men. Dat de regeering echter nog volstrekt niet voldaan is blijkt uit een artikel in de Norddeutsche Allgemeine Zeitung, hetwelk een officieus karakter draagt en waarin de houding van den rijksdag om eenparig het bedoelde artikel te verwer pen eene gebeurtenisdie in de parlementaire geschiedenis van het Duitsche rijk nog niet was voorgevallen sterk wordt afgekeurd. Blijkens de berichten omtrent de posities van de Spaansche regeeringstroepen zijn de Carlisten in den Noordelijksten hoek van het land samen gedrongen en hebben zij nog slechts de provincie Guipuzcoa geheel, Biscaie en Navarre voor een gedeelte in hun bezit, alwaar zij zoozeer worden ingeslotendat geen andere uitweg meer open is als over de Fransche grenzen. Van alle zijden dringen de Spaansche troepen op en wel'met zoo gunstig gevolg, dat volgens Daily-News de regeering aan de Europeesche mogendheden heeft medegedeeld, gegronde verwachting te koes teren dat de Carlistischen opstand_ binnen 8 a 10 dagen geheel zal zijn onderdrukt, waardoor^zij troe pen beschikbaar zal krijgen. Al bleek het, dat deze tijdruimte te beperkt is om het doel te bereiken, er bestaat in ieder geval vooruitzicht'dat deze rampzalige oorlog weldra zal zijn geëindigd. De vraag of de tegenwoordige paus al dan niet in de orde der vrijmetselaars is opgenomen ge weest, is herhaaldelijk in verschillenden zin be antwoord. Als historisch feit is deze quaestie echter niet zonder belang. Het blad II Popoio, van Genua, vermeldt een authentiek stuk, onder n° 13715 ingeschreven in de archieven der loge „het Oosten van Nuremberg", dat niets anders is dan de officieele oorkonde, waarbij Pius IX, destijds nog Jan Ferretti Mastaï, is toegelaten in de vrijmetselaars loge te Palermo. Het stuk, waarvan wij de vertaling aan het blad „de Stad Gent" ontleenenluidt als volgt „Wijmeester en waardigheidsofficieren dor drie ma§onnieke graden van St.-Jan. „Verklarenin naam van den ópper-bouwmees ter die alles regeert, dat wij hedenom midder nacht, in deze loge ontvangen hebben, met al de door de rituel voorgeschreven formaliteiten en met de volledige gehoorzaamheid aan de instellingen van de ordeden broeder Jan Ferretti-Mastaï, geboortig uit de pauselijke statendiena in onze tegenwoordigheid den eed te hebben afgelegd, bevestigd heeft tot geen enkel geheim, genoot schap te behooren, anders dan onze loge en heeft de rechten betaalddie met zijnen graad overeen komen. „Bij gevolg bevelen wij aan al de vrijmetse laarsloges van het heelalhem te erkennen als een echten volmaakten vrijmetselaar, in eene regelmatige en volmaakte loge ontvangen; alzóo beoordeelen en getuigen wij het als gewetensvolle en eerlijke lieden, en opdat allen dit document als echt aanzien, hebben wij er te Palermo ons liandteeken op gesteld in de eerste vijftien dagen van de maand augusti van het profane en burger lijk jaar 1839. „Ne varietur „Giov. Fehretti-Mastai. „De achtbare meester der loge, „Matteo Ciiiavo. „De secretaris der loge, „Paolo Duplessis. „De grootmeester der groote loge van Napels, „Sisto Calano. „Ik ondergeteekende verklaar dat alles wat hierboven is geschreven nauwkeurig is en dat dit document bestaat in de archieven onder het hier boven aangeduid nummer. „Willem de Wittelsbach, „Groot-meester der groote loge van Beioren, (prins van Beieren)." De ophanden zijnde opening van het Engelsche parlement veroorzaakt nieuw leven in de politieke wereld van Groot-Britannië, want het aanstaande zittingjaar belooft belangrijk te zullen worden, en hoewel niet bepaald kritiek, zijn toch de omstan digheden voor de regeering ernstig. lederen dag worden dan ook ministerraden gehouden, want het kabinet wil op zijne hoede zijn. In het vorige jaar was zijn positie onneembaar, doch de oppo sitie heeft sedert dien tijd geduchte belegerings werken aangelegd. De regeering heeft in hare vesting verschillende bressen en zwakke punten ontdekt, die haar verontrustenzij ziet den vijand naderen en begrijpt dat zijn aanval ernstig zal zijn. Yan den anderen kant verzuimen de liberalen ook niets om hun krachten te versterkenzij heb ben door lord Granville en den markies van Har- tington een beroep gedaan op de lords en de afge vaardigden van hunne partij om zich krachtig te vereenigen; als men de toebereidselen voor den aanval en de verdediging nagaat blijkt het duide lijk dat de oppositie voornemens is zich met alle man in het strijdperk te begeven. De nota van graaf Andrassy, de schorsing der Turksche betalingen en de quaestie van den aan koop der Suez-aandeelen zullen de eerste onder werpen zijn waarover de strijd zal loopen. Omtrent laatstgenoemde zaak is de publieke opinie ongun stig gestemd en men is van oordeel dat zij niet in den tegenwoordigen toestand kan blijven. Eenige dagen geleden zeide het parlementslid Forster, dat hij in don aankoop van genoemde aandeelen, waar door de koningin associé werd in het huis Lesseps en c°.niets bijzonders of prijzenswaardigs zag. De conservatieven waren over deze taal wel zeer ver toornd maar de liberalen bewerendat indien de overeenkomst met den sultan uitsluitend den aan koop van de 177,000 aandeelen betreft, zij afkeu renswaardig is. Bij geruchte wordt verzekerd, dat sir Henry James eene motie zal voorstellen over de circulaire van de admiraliteit, terwijl weder andere ver klaren, dat vóór alle andere zaken de nota van graaf Andrassy een onderwerp van debat zal uitmaken. Met betrekking tot deze nota leverde dezer dagen een Engelsch humorisitisch blad een aardige illustratie. Turkey beteekent in het Engelsch ook een kalkoen Bedoeld blad nu stelt de drie keizers voor zittende aan een tafel waarop een kalkoen-pastei staat; zij vragen aan Brittannia of zij ook niet een stukje wil nemen. Engeland kijkt zeer confuus en bedankt; zij zegt niet neen, maar zucht terzijde „Lieve hemel, wat zou Pam wel zeggen als hij mij zag!" Palmerston zou nl. naar men meent over den tegenwoordigen staat van zaken niet tevreden zijn geweest en niet zeer vleiende woorden tegen sommige Engel sche staatslieden hebben gesproken, die schuld hebben aan dien toestand. In afwachting van de die dingen volgen zullen houdt het groote publiek zich bezig met de aanstaande plechtigheid der opening van het parlement dooi de koningin zelve. Men weet reeds te verzekeren dat zij niet in het koninklijke gewaad zal zijn gehuld, maar dat de insignes van hare waardig heid op den troon zullen worden neergelegdmen weet door welke deur zij zal binnen komen, welke zalen zij zal doorgaan, welke personen haar zul len vergezellen, nl. de prinses van Wales, de bei de jonge prinsen George en Albert-Victor en prinses Beatrix. Do optocht door de straten der hoofdstad is alles wat het volk er van zal zien, „want zegt een correspondent er is althans nog mogelijkheid om in den hemel te komen maar het is niet mogelijk een plaats te krijgen in het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3