N°. 30. 119e Jaargang. 1876. 4 Februari. Dit blad verschijnt dagelij ks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m, franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van' 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. PEUILLETON. Kleine vergissingen. Middelburg, 3 Februari Benoemingen en besluiten. f.-S ;r -nU 'f Ontvangen: voor den huurkoetsier, voor wien mevrouw Bosboom-Toussaint hulp inroept, van X. X. te Heiiikenszand. f 5. Wij herinneren dat mevrouw Bosboom-Toussaint reeds tot tweemaal voor verdere giften bedankt heeft, daar haar beschermeling voldoende gehol pen is. .Eed. Door burgemeester en wethouders van Middel' burg is het volgende bekend gemaakt: Opriohting Kalfalbliissclierij. De burgemeester en wethouders van Middelburg, Gezien het schrijven van C. L. van Sorgevan den 29en Januari 11.houdende mededeeling, dat het door hem gedaan verzoekom in perceel F n° 163, in de Pauwpoort alhier, eene kalkblus- scherij op te richtendoor hem wordt ingetrokken. Gelet op hunne publicatie van den 19™ Januari 11., maken bekend: dat tengevolge van bovengemeld schrijven de tegen den 4en Februari a. belegde bijeenkomst geen plaats zal hebben. Middelburgden 31en Januari 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SCHORER. De Secretaris (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. V erkiezingen. De burgemeester en wethouders van Middelburg, Gelet op art. 2 der wet van den 4en Juli 1850 (Stsbl. n° 37), regelende het kiesrecht en de be noeming van afgevaardigden der eerste kamer der staten-generaal noodigen bij deze alle inwoners uit om zoo zij elders in de directe belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15en Februari a. aan het ge meentebestuur te dGen blijken. Middelburg, den 31™ Januari 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SCHORER. De Secretaris, (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. 1 .jter Gremeente-t>elastïngren. Stippletoirc kohieren n° 2 voor de plaatselijke directe belastingen op de inkomsten en op de honden over 187S. De burgemeester en wethouders van Middelburg, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de suppletoire kohieren n° 2 voor de plaatselijke directe belasting op de inkomsten en voor die op de honden, over het jaar 1875, door gedeputeerde staten van Zeeland zijn goedgekeurd en ter invor dering aan den gemeente-ontvanger uitgereikt. Middelburg, den 31™ Januari 1876. De burgemeester en wethouders voornoemd, (Get.) SCHORER. De Secretaris, (Get.) G. N. DE STOPPELAAR. Naar het Duitsch van Otto Girndt. vervolg De verteller bekommerde zich daar niet verder om en ging voort: „Juist voornemens vrij onte vreden de plaats te verlatenofschoon het gelach hijzonder welluidend klonkhoor ik dat dezelfde stem want slechts de eene jonge dame was zoo opgeruimd, hare vriendin betreurde een broeder die op-het veld was gevallen „Wat deed diezelfde stem?" vroeg Hill, om den andere, die scheen te gaan afdwalen, bij het onderwerp te houden. „Mijn naam noemde." De ritmeester zette een verwonderd gezicht. „En was dat gezelschap u vreemd?" vroeg hij. „Geheel en alverzekerde Reinhold. Maar ik zal er wel achter komen welke familie het was, want mijn papa is haar bankier, zooals ik dade lijk vernamtoen de ondeugende jonge dame den ouden man begon te bespotten omdat hij zoo over dreven veel van zijn Reinhold houdt. Dat ben i k «Begrepen „Doch de manier waarop zij het deed, de naïve guitigheid waarmede zij om hare mama te plagen van mij, dien zij nooit had gezien, een Het Vaderland verneemt dat de tweede kamer den 22®" dezer maaDd weder bijeen zal komen. De heer dr. A. Kuyper lid der tweede kamer, die sedert eenigen tijd ernstig ongesteld was, is, op raad van zijn geneesheergisteren tpt herstel zijner gezondheid naar het Zuiden van Europa vertrokken. 1 De ongesteldheid moet, volgens het Haagsche Dagblad, het gevolg zijn van zenuwlijden, door overspanning teweeggebracht. Bevorderd, te Leiden, tot doctor in de rech ten, na verdediging van een academisch proef schrift over; „De bevoegdheid van den Nederland- schen wetgever ten aanzien van de koloniënde heer D. A. Pekelharingvan Middelburg. Naar de Vliss. Ct. verneemt hebben onder het personeel der ambtenaren van de staatsspoorwegen te Vlissingen de volgende bevorderingen plaats gehad tot hoofd-ingenieurde eerstaanwezend ingenieur M. Simon Gz. tot eerstaanwezend ingenieur: de sectie-inge nieur A. C. Broekman; tot bouw- en werktuigkundige 2e klasse: de bouvr- en werktuigkunde I*I«©öo x>- X tot opzichters der 3e klasse: de buitengewone opzichters W. Peters, J. van Nieuwenhoven en J. H. van Giessen. Dientengevolge werd Zaterdag avond door het muziek-gezelschap Ons Genoegen een serenade met lantaarnlicht gebracht bij den nieuw benoemden hoofd-ingenieur, den heer Simon. Uit Tholen wordt van den len dezer het volgende aan de N. Rott. Ct. geschreven: De rivier de Eendracht, die de provincie Zee land, en in het bijzonder het eiland Tholen van Noord-Brabant scheidt, is, hoezeer van geringe breedte, vooral in den winter bij eenigszins strenge vorst uiterst moeilijk tepasseeren. Het pontenveer bij Tholen is dan onbruikbaar; en de reizigers, die alleen nu en dan met roeibootjes kunnen worden overgezet, ondervonden, evenals de brieven post, dikwerf urenlange vertraging. Reeds meer malen was men op overbrugging bedacht, zooals laatst in 1871, waarbij vooral de gemeente Tholen wonderkind maaktedat was zoo verrukkelijk, ritmeesterdat ik in mijn geheele leven geen aangenamer uur heb doorgebracht. De levensbe schrijving die van mij gegeven werdperste zelfs de treurende dame een lach af. In de inleiding heette het, dat ik zes levende en zeven doode talen machtig was." Hill had hst. \7<vrV»oal met r.or.riool'4- maakte nu bedaard de aanmerking: „Dat lijkt op de manier van doen van mijn lieve nichtje." „Hoe riep Spangenberg zoo verbaasd uit, dat de officier hem vermaande„Breek nw stoel niet, waarde vriend." „Zou die jonge dame uwe nicht zijn hernam de verraste jongmanonzeker of hij goed verstaan had. „Leontine von Busse," antwoordde de officier, „om u verdere omwegen te hesparen. Uw eerste woord van een kluchtig tooneel deed mij reeds vermoeden wie daarin betrokken zou zijn,wantik kom van het huis mijner tante." „Zijt gij dan neef Max?" Deze vraag bracht den ritmeester op een ver moeden, dat hij uitsprak in de woorden: „Heb ik ook de spitsroeden moeten loopen?" Reinhold ontnam hem zijne bedenking door te zeggen: „Ik weet nu, waarom gij burgerkleeding draagt. Mevrouw uwe tante roemde u als uiterst kiesch." „De goede vrouw!" zuchtte de neef. „Als zij eens in mijne ziel kon lezen! Zij denkt, dat ik alleen uit kieschheid ten aanzien van hare treurende 'oonde dat hét haar ernst was met déze zaak. Toch %verd er toen geen gunstig resultaat verkre gen. Het groot ongerief, in den laatsten tijd ondervonden, gaf aan twee invloedrijke inwoners dezer stad, de heeren mr. T. A. Wagtho en jlf. F. C. de Casembroot, beide leden der staten ran Zeeland, aanleiding om de overbrugging der lendracht bij Tholen opnieuw ter sprake te bren gen. Zij riepen eene bijeenkomst te zamen, en vel, omdat het hier in de eerste plaats het belang vin het geheele eiland geldt, te St. Maartensdijk ah het meest in het midden van het eiland Tholen gdegen. Deze bijeenkomst werd gisteren avond gèouden en zeer talrijk bezocht. Genoemde heeren bapraken met algemeene instemming het belang vap eene overbrugging van de Eendracht, en toon- da aan, dat, zal deze zaak met goed gevolg wor- dei beproefdde noodige gelden behooren te worden bijeengebracht tot het dekken der onver mijdelijke kosten voor het maken van een ontwerp, te«kening en begrooting, welke kosten geraamd worden op 1500. Zij stelden voor die kosten door vrijwillige bijdragen, zoo mogelijk, bijeen te brengei. 't Gevolg was, dat door de aanwezigen aanstonds voor f 774 werd geteekend. Als de geheele som bijeengebracht is, zal eene tweede vergadeing gehouden worden, waarin van den stand der zaak mededeeling zal worden gedaan en waarna de voorbereidende werkzaamheden onmiddellijk een aanvtig zullen nemen. De rpmetingen voor den spoorweg Zwolle Almeb zijn sedert eenige dagen aangevangen. Doov den hoogleeraar Buys werd den 4™ Ja- man jl. in eene bijeenkomst van het Rotterdamsch spreekgezelschap eene voordracht gehouden tot ■erdediging der afschaffing van de dienstver- aanging. Van het in die bijeenkomst gesprokene rerd in het Vaderland van den 7en dier maand 'erslag gegeven, doch dit verslag gaf aanleiding bt een vrij levendig schriftelijk debat tusschen een heer Stieltjes (die de stellingen van den hoog leraar bestreden had) van den eenen en de kapi- feins de Bas en van Tuerenhout aan den anderen lant, over het al of niet gepaste om van eene (ergelijke gesloten bijeenkomst publiek verslag t geven. Het weekblad Pro Patria bevat thans de stel- lngen, door den heer Buys in het spreekgezel- sshap ontwikkeld. De verslaggever voegt er bij (kt hij niet in staat is sprekers woorden in hun giheel weder te geven, doch dat hij juist door de énvoudig-klassieke wijze van verdediging en door (fe klemmende redeneering een overweldigenden iidruk op de toehoorders maakte. logée een formeel aanzoek om de hand van Leon tine uitstel." „Wat zegt ge daar?" vroeg Spangenberg, het hoofd nieuwsgierig vooruitstekende. „Ik zeg het ulieve Spangenbergopdat gij weten moogt wat mij tot nog toe van uwen drempel verwijderd heeft gehouden. Bedenk maar den met mÜ gesteld is! Ik verkeer in „Nu dan?" vroeg Reinhoiu y Giu heid in zijn verhaal aan te sporen. Maar hij liet zich niet tot overhaasting drijven. „Mijne nicht," zeide hij, „behoef ik u niet meer af te schilderen. Eene radde tongmaar een voor treffelijk hart. Ik leefde voortdurend met haar in vriendschappelijken strijd; waar wij elkander aantroffen was het eene schermutseling. Op zeke ren dag komt tante er tusschenin met de woorden: „Ik zie het al aankomen; gij wordt nog een paar." „Welwaarom niet riepen wij beiden als uit een mond en begonnen elkander teedere naampjes te geven. Daar kwam de oorlogsverklaring als een onverwachte donderslag. Leontine bedreigde neef den luitenant met hare ongenadewanneer hij niet als ritmeester terugkwamwant hoe somber de tijdsomstandigheden ook waren, zij bleef even plaagziek." „Van hartstochtelijke liefde getuigde zulk een afscheid althans niet," merkte Spangenberg aan. „Mijne tante is desniettemin overtuigdhernam Hill, „dat Leontine en ik voor elkander geschapen zijn, en daar ik van kindsbeen af zeer veel ver- De Btellingen waren de volgende Het is wenschelijk dat de plicht, bij art. 177 Grondwet aan alle ingezetenen gesteld, om de wapenen te dragen tot handhaving der onafhan kelijkheid van den staat en tot beveiliging van zijn grondgebied, aan alle weerbare mannen ook werkelijk Worde opgedragen. H. Uitbreiding van de sterkte der militie eenerzijds, en anderzijds afschaffing van plaatsvervanging en nommerverwisseling zijn de middelen, welke bin nen de grenzen van de tegenwoordige grondwet kunnen worden aangeprezen, om dit doel althans voor een goed deel te bereiken. III. Al zijn de economische voordeelen, aan het stel sel van plaatsvervanging verbonden, groot, toch staan die voordeelen verre achter bij de veelsoor tige nadeelen, welke dat stelsel aankleven. IV. Door eenheid en gelijkheid van weerplicht wordt: a de grondslag gelegd voor een deugdelijk ingericht, waarlijk geëerbiedigd leger; h waarborg gegeven, dat de vruchten onzer moderne beschaving allengs in de praktjjken van het oorlogsrecht zullen doordringen; e een veel vermogend middel aangegrepen om de opvoeding der individuen te verbeteren; d strijd gevoerd tegen het noodlottig particu larisme onzer dagen, dat de bijzondere be langen van enkele maatschappelijke groepen meer en meer aan het groote algemeene zelf- regeering, en dus de burger opgevoed voor een stelsel, waarin hem met vrij wat meer recht dan thans de uitoefening van het stemrecht kan worden toevertrouwd; gezonde vaderlandsliefde aangekweekt, niet enkel door de vrijheid en onafhankelijkheid van den vaderlandschen grond aan aller krachtsinspanning te verbinden, maar ook door het besef te verlevendigen, dat de staat werkelijk is wat hij behoort te zijneene gemeenschap van rechten door gemeenschap van plichten gekocht. notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arrondissement Roermondter standplaals de ge meente Horst, J. M. H. Boersch,candidaat-notari» te Venlo. reghterlijke macht. Benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank te 's Gravenhage m®. J. plichting aan haar heb, weet ik niet hoe ik die gedachte uit haar hoofd zal krijgen, zonder haar verdriet te doen." Reinhold leunde achterover in zijn stoelkruiste zijne armensloeg het eene been over het andere en zei op een toon van zekerheid„Niets gemak kelijker dan dat. Het is bewezen, dat huwelij ken tusscben bloedverwanten niet deugen." „Zijt gij ook een physioloog?" vroeg Hill VötendiJ'fschoon eigenlijk in geen stemming daar- waart." „Alle wetenschappen staan in onderling ver band met elkander," zet de dokter plechtig. „Zeg eens, geleerde heer," vroeg de ritmeester, hem eenigszins wantrouwend aanziende, „is. de ijver, waarin ge ontbrandt, aan zuivere belangstel ling voor mijn toekomstig welzijn toe te schrijven „Waaraan anders?" antwoordde Reinhold, die den onderzoekenden blik doorstond, zonder zijn ge laat te vertrekken. „Gij wenscht onze kennis voort te zetten; óf ik geef u mijn gansche hart óf ik sluit het geheel toe. Geen lauwe en halve men- schen meermoet voortaan onze spreuk zijn." „Daar zeg ik ja en amen op," zei de officier, hem de hand gevende; „waar de een den ander met raad en daad kan helpenmoet hij er mond en hand voor veil hebben. Maar, beste Spangenberg, er met mijne tante openlijk over te sprekenblijft mij nog langen tijd verboden." „Waardoor „Gij hebt onzen Beierschen kameraad kapitein

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1