Telegraphische berichten. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Marine en leger. Kunstnieuws. Landbouw. Koloniën, geleden is, dat gij uwe betrekking aanvaarddet. Als we op dat tijdvak terugzien en het begin met het heden vergelijkendan overmeestert ons een gelukkig gevoel van erkentelijkheid. De goedede bevredigende toestand tochwaarin Schouwen tegenwoordig verkeerthebben weik schrooom deze betuiging nietgrootendeels aan uwe kunde, aan uwen ijver, aan uwe nauwgezetheid, aan uwe •eerlijkheid, aan de uitvoering uwer plannen te danken. Schouwen plukt de vruchten van uwen arbeid, van uw vast en overtuigend streven naar verbetering. Het vertrouwt zich aan uwe kennis, het bouwt op uwe ervaring. Deze dag is daarom gewichtig, èn voor u, èn voor ons. Ik acht het dan ook een voorrecht u persoonlijken als tolk van de geheele vergadering en zeker van alle in gelanden van alle belanghebbenden, daarvoor den innigsten, den welgemeendsten dank te brengen. Het welslagen van ons pogende samenwer king, waarmee de voorstellen van het bestuur werden behandeldaangenomen en uitgevoerd, rustte voornamelijk op uwe wel gegronde adviezen, op uwe juiste inzichten, en de tech nische kennisdie ik in de een en twintig jaren., die ik met u samenwerkte, mocht verwer ven, heb ik u te danken. Voor de behandeling en oplossing van alle groote vraagstukkende vrijverklaring van den polderde oprichting van een stoomgemaalleverdet gij de bouwstoffen. Met zelfvoldoening zien we op den afgelegden weg terug. Het blijve uwhet zij ons streven daarop voort te gaan. „In het waarachtig belang van het waterschap staan we gereed weldra een stoomgemaal te bou wen, een gedenkteekendat ook tot later geslach ten van uwe kunde, van uwen ijver zal spieken, want hot besluit tot de verwezenlijking van dit grootsche werk zijn we voornamelijk aan uwe Btudie, aan uwe voorlichting verschuldigd. Als een blijk van waardeering en als ccne hulde aan uw arbeid en beleidbiedt het waterschap u het zilveren voorwerp aan, dat ik thans ontbloot. In uw huisvoor u en de uwen. zij het een ge denkteeken door het waterschap Schouwen opge richt, voor de verdiensten van een zijner uitste- kendste dienaren. Het omschrift„Den heer P. Labrijn Dz.voor trouwe ambtsvervulling 18511876." is kort maar veel beteekenend om dat het w a a r is. Daaraan paart zich ons aller wensch dat u gezondheid en krachten worden gegevenom met vaste schreden den tot dusver betreden weg te blijven bewandelen en u met ons te wijden aan de belangen van het waterschap." Eer we den heer Labrijn het woord geven, zijn we zoo vrij het geschenk te bezichtigen een groote, prachtige zilveren inktpot, op een zwart marmeren voetstuk, vertoonende eene zinnebeeldige voor stelling van Schouwen. Op het plat verheft zich eene godin met den drietand van Neptunus in de eene en een krans in de andere hand. Aan haar voet golft de zee,.waarop het wapen van Schou wen afhangt. Achter en ter zijde van haar buigen planten en korenaren: het beeld van den land bouw. Het geheel, fijn, los en smaakvol bewerkt, verstrekt de ontwerpers en de vervaardigers tot eer. De jubilaris, die op dezen belangrijken dag niet had gelet, en nooit had gedacht dat de vervulling zijner plichten met zulk een schitterend getui genis zou worden vereerd, verklaarde nauwelijks woorden te kunnen vinden voor eene gebrekkige dankbetuiging. „In de vervlogen vijf en twintig jaar is veel tot stand gekomen, hebben we kom mervolle oogenblikken doorleefd. Het bestuur was altijd aan mijne zijde, steunde en verbeterde krachtig mijn pogen. We hadden samen éen doel: de behartiging der belangen van Schouwen. Allen, die zijn heengegaan en zij die nog met ons arbei den heb ik leeren kennen en hoogachten. Het bewijs van waardeering stel ik dus op den hoog- aten prijs, 't Zal voor mij een spoorslag zjjn om op het gevolgde pad met eerlijkheid, met trouw en met ijver voort te gaan. Opnieuw vraag ik aller ondersteuning, aller medewerking. Het ge schenk, dat ik thans van u aanvaard, moedigt mij daartoe aan, en zal naast een plekje in mijn huis een plaats in mijn gemoed beslaan." Later werd het dagelijkseh bestuur gemachtigd om met de fabriek van stoomwerktuigen te Feijen- oord eene overeenkomst te heffen tot het leveren van de noodige machines voor een bedrag van f 78,400de laagste inschrijving. Het Volksblad „de Coöperatie" noemt het onlangs genomen koninklijk besluit om de postadministra tie te doen medewerken tot het inbrengen van gelden in spaarbanken „een doodgeboren kind." Het blad keurt den maatregel alleen in zóo verre goed, dewijl, bij mislukking, de staat, de behoefte aan het scheppen een er gelegenheid tot sparen eenmaal erkend hebbende, wil hij logisch zijn, later tot meer afdoende middelen zal moeten over gaan. Als eerste bezwaar tegen de nu gemaakte rege ling noemt het Volksblad het wantrouwen der arbeiders, die in hun eigen gemeenten alleen ver trouwen stellen in de spaarbanken, omdat in den regel aan het hoofd dier inrichtingen geachte inge zetenen staan, wier namen reeds vertrouwen inboe zemen. Naarmate echter, de plaatswaar de spaarbank gevestigd is, verder afgelegen is, zal dit vertrouwen kleiner zijn. Een tweede bezwaar is het omslachtige van het inbrengen. Het verzenden van geld per postwissel en het schrijven van eene aanvrage op de strook van dien postwissel zal voor menigeen, die niet direct tot de onontwikkelden behoort, reeds een hindernis zijn, om zijn spaargelden op die wijze over te maken. Hoeveel meer voor personen, die lezen noch schrijven kunnen? Wel kunnen de ambtenaren der posterpen daarbij veel tegemoet komen; maar is dat van die ambte naren te vergen? Is dat van hen iets anders dan welwillendheid Het grootste bezwaar zal echter zijn de kosten. Het geld moet per postwissel overgemaakt worden, hetgeen voor iedere f 12.50 vijf cent kost. Brengt men nog kleinere sommen in, dan zijn de kosten evenredig nog zwaarder. Brengt men b. v. éen gulden in, dan betaalt men 5£ (5 cent voor de overmaking, 4 cent voor den postwissel.) Voor de spaarders van kleine bedragendie het meest behoefte hebben aan de spaarbank, zal het sparen door tusschenkomst van de post administratie slechts verlies opleveren. Ook van de zijde der spaarbanken zal de deel neming niet algemeen zijn: wil de maatregel doel treffen, dan zal hij eene groote uitbreiding van werkzaamheden geven en wel ten behoeve van, personen buiten den kring der spaarbanken. Bij kleine spaarbanken, waar de kosten van beheer reeds aanmerkelijk drukken, is vermeerde- dering van werkzaamheden niet wenschelijk. Bij groote spaarbanken is de lust naar uitbreiding bui ten den kring der gemeente in den regel niet groot. Het Haagsche Dagblad vestigt de aandacht op de „verwonderlijke goede uitkomsten", welke de sedert 1865 te Kampen bestaande Vereeniging tot bevordering van geregeld schoolgaan heeft verkregen. Het schoolbezoek is er aanmerkelijk vooruitgegaan en het schoolverzuim even sterk verminderd. Deze uitkomsten noemt het conservatieve blad „zoo schitterend mogelijk", en het bouwt er do gevolgtrekking op dat „flmk aangevat en met op rechtheid uitgevoerd, het schoolverzuim tekeeren iszonder buitengewone middelenpolitieke of andere." Hoe is het mogelijk dat men, met dejaarlijksche officieels verslagen over het lager onderwijs vóór zichzoo iets kan beweren Weet men niet dat ondanks alle moeite, welke particuliere vereenigin- gen zich gevenhet schoolverzuim over het ge heele land eer toe dan afneemt Weet men niet dat het particulier initiatiefin de bevordering van het schoolgaan op den duur eer in kracht ver mindert dan vermeerdertgelijk zulks in 't alge meen mot particuliere vereenigingendie alle haar tijdperken van bloei en verval hebbenaltijd het geval is? Wat vermag eindelijk het particulier initiatiefhoe flink en oprecht ook tegett den veldarbeidcfien doodvijand van het lager onder wijs Men moet het volksonderwijs niet willen, of er zich minstens onverschillig ,voor voelen om tegenover de cijfers die bijna dagelijks openbaar gemaakt wordenzich te paaien met de hoop dat het schoolverzuim, zonder andere middelen dan de nu aangewende, ooit uitgeroeid zal worden. Tot leden van het dagelijkseh bestuur van het anti-dienstvervangingsbond zijn door het hoofdbestuur gekozen de heeren M. D. graaf van Limburg Stirumpresident; W. J. Knoop, vice- president L. Gr. Brocx, penningmeestermr. A. M. Maas Geesteranus en m1. A. Kerdijk, secretarissen, allen te 's Gravenhage in'. J. T. Buys, te Leiden m'. J. C. E. baron van Lijnden te Rotterdam. Mevrouw Bosboom Toussaint heeft door een ingezonden stuk in het Haagsche Dagblad zich het lot aangetrokken van een arm geworden op passend man. De Arnh, Courant drukt over deze bede om hulp zoo juist onze opvatting uit, dat wij niet beter weten te doen dan haar bericht tot het onze te maken. De Arnh. Ct. schrijft: „Mevrouw Bosboom-Toussaint roept de algemeene hulp in voor een huurkoetsier, die voor korten tijd eigenaar was van zes paardenen deze allen spoedig na elkander verloor. Zijne rijtuigen en weldra ook zijn meubelen moet hij stuk voor stuk verkoopen, om in het onderhoud van zijn gezin te voorzien. Thans zijn ook deze hulpmid delen ten einde en de man lijdt broodsgebrek. „Mevrouw Bosboom vraagt wie haar wil bij staan om hem weder „op den bok te helpen." „Wanneer een vrouw als mevrouw Bosboom- Toussaint voor eene enkele maal iets vraagt aan het volk dat zij zulke onvergankelijke gaven ge schonken heeft; .als de eerste auteur van Neder land, op wier naam onze, tijd roem draagt en die nog in eere zal zijn, lang nadat geen tijdgenoot meer zal zijn overgebleven wanneer die vrouw een wensch heeft, welke haar teV harte gaat, dan moet hij vervuld worden. Wat zij voor den koetsier ontvangt, getuige hoe het Nederlandsche volk de Nederlandsche schrijfster bij uitnemend heid waardeert. „Zoo wij ooit bereid waren giften in ontvangst te nemen voor weldadige doeleinden thans vooral dringen wij, uit eerbied en sympathie voor haar die vraagt, op ruime gaven aan." De Staats-courant van 30 en 31 Januari bevat de wetten van den 19™ Januari jl., houdende definitieve vaststelling der koloniale huishoudelijke begrooting van Curacao voor het dienstjaar 1876, en van den 21en Jannuari jl.houdende vaststel ling van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1876. In het heden verschenen nommer van de République frangaise wordt betoogd, dat de stabi liteit der republiek verzekerd is. Dat orgaan be rekent het aantal der gisteren gekozen republikein- sche senaatsleden op 167; Paris Journal stelt het echter op 150, doch in ieder geval is het zeker, dat de republikeinen in den senaat de meerderheid zullen hebben. rijks-opzichters. Benoemd tot rijks-opzichter bij de landsgebouwen te 's Gravenhage J. A. Weinberg, thans buitengewoon opzichter. De heer J. J. van der Lip, predikant bij de N. H. gemeente te Wijk bij Duurstede, heeft be dankt voor het beroep naar Vlissingen. De kerkeraad dar Evang. Luth. gemeente te Zierikzee heeft ter vervulling der vacature, ont staan door het vertrek van den heer Michelsen naar Kampen, het volgende drietal van predikan ten alphabetisch gesteld: de heeren G. T. Bruyn te Zutfen, K. A. Gonlag te Harlingen en H. F. W. Grottendieck te Alkmaar. De heer C. Rogge, predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Waterlandkerkjeheeft voor het op hem uitgebrachte beroep naar Breskens bedankt. Z"1. M'. stoomschip de Amstel wordt te Helle- voetsluis in gereedheid gebracht, om het te Vlis singen gestationeerde wachtschip te vervangen.* De optreding der Fransche zangeres Anna de Belocca in de opera Mignon te 's Hage wordt thans tegen den 7en Februari a. aangekondigd, indien de kunstenares dan voldoende hersteld is. De beroemde Duitsche tooneelspeelster Clara Ziegler zal te Amsterdam gastvoorstellingen geven. De Fransche bariton Faure, die dezer dagen van Z. M. den koning der Nederlanden eene groote gouden medaille van verdienste ontving, heeft een contract gesloten voor het doen eener kunstreis, waarbij hij voor 100 voorstellingen 300,000 fran ken zal ontvangenalzoo 3000 franken per avond, dezelfde belooning die de dames Nilsson en Patti genieten. Hij zal ook Nederland bezoeken. De Parijzenaars zijn woedend omdat Faure, „hun" Faure, het voorbeeld der vreemde „sterren" volgt en het Parijsche publiek aan den Mammon opoffert. Nourrit, zeggen zij, een hunner beroemdste zangers van vóór veertig jarenzou zoo iets niet gedaan hebben. Hij was tevreden met zijn 30,000 franken inkomen en met de toejui chingen van zijn dierbaar Parijs. De vraag is echter of men Nourrit ooit aange boden heeft om in tien maanden tijd het tienvou dige van zijn jaarlijksch traktement te verdienen. Misschien zou hij zich dan ook wel voor dien tijd het gemis der Parijsche toejuichingen getroost hebben De pianist Rubinstein is ten gevolge eener gevatte koude aan een oog blind geworden. De geneesheeren hopen het andere oog te zullen bewaren. Op eene quartet-uitvoering in Diligentia te 'sHage heeft Joh. Brahms Vrijdag avond van een aantal abonnenten een met zilver gemonteerden dirigeerstok present gekregen. Op een zilveren lint, zich slingerend om den stokstaat gegraveerd: „Dem Klinstler Joh. BrahmsHaag28 Januari 1876." Do kunstenaar luisterde deze uitvoering geheel belangloos, louter uit vriendschap voor zijne mede-artistendoor zijne gaven als pianist en componist op. Tegen den verkoop der schilderijen van Frans •Ruig op het hofje van Berenstein wordt thans geprotesteerd door mr. J. A. N. Travaglino, namens zijn vader, een der drie regenten van gemeld ge sticht, die wegens zqn hoogen ouderdom en zijn gezondheidstoestand buiten staat is dit zelf te doen. Te Parijs is in 79jarigen leeftijd overleden Frédêrie Lemaitre, een der beroemdste Fran sche tooneelspelers van onzen tijd. Zijne stem was reeds sedert jaren verzwakt, maar zijne houding, gebaren enz. bleven tot het laatst toe meesterlijk. Hij leed reeds sedert vier maanden aan tongkan ker, aan welke ziekte hij ook bezweken is. De heer Vorsterman van Oijen geeft in het Weekblad voor Zeeuwsch Vlaanderen's Westelijk deel een goeden raad aan leeraars in den land bouw bij het houden van landbouwkundige voordrachten. „Indien schrijft hij zij hunne taak zoo opvattendat zij de minder ont wikkelden in de wetenschap inleiden, zonder daarbij een schijn van geleerdheid aan te nemen; wanneer zij zóo spreken, dat zij kunnen begrepen worden; wanneer zij al die vreeselijke woorden van phosphaten, oxydes enz. zooveel mo gelijk vermijdendan twijfel ik niet of hunne pogingen zullen bekroond worden met een goeden uitslag. Wij zullen het opgewassen geslacht wenken gevendie rechtstreeks uitvoerbaar zijn en tevens trachten de overtuiging levendig te maken, dat het jongere geslacht eene betere opvoeding moet ontvangen dan de ouders genoten hebben." Voorts waarschuwt de schrijver tegen onbe kookte toepassingen der wetenschap. „Wanneer men een wenk ontvangt aangaande eene of andere verbeteringdan moet menin dien men zich met de gronden, waarop die wenk steuntkan vereenigen maar niet dadelijk de zaak in 't groot gaan toepassen. Uw grond bijv. kan geheel ongeschikt daarvoor zjjn. „Maar neem een proef in 't klein. Valt ze mee, neem ze op eene grootere schaal; valt ze tegen, herhaal ze nog eens in 't kleinmisschien hadt gij 'tjaargetijde en 'tweêr tegen; behandel de proef voorzichtigermet nog meer overlegals 't mo gelijk is. „Zie dat is de ware manier om er te komen. Langzaam vooruitmaar steeds vooruit Volgens de Indische mailberichten van 23 December jl. was de gemeenschap tusschen de reede van Batavia en den vasten wal op dien datum weder sedert eenige dagen afgebroken, tengevolge van het onstuimige wéder, waardoor de prauwen óf onverrichter zake terug moesten keeren óf omsloegen. Het Algemeen Dbl. van N. I. komt op tegen de meening dat Indië tegenwoordig volgens libe rale beginselen geregeerd wordt. „Tot dusverre, zegt het blad, is Indië nooit liberaal geregeerd; slechts de allereerste stappen zijn schoorvoetend op dien weg gedaan. Zoolang de arbeider zijn loon niet krijgtmaar het moederland de vruchten van zijn arbeid neemtis er geen zweem van een liberaal bestuur in deze gewesten." Omtrent een geval van razernij door den. beet van een kat te Amsterdam, deelt de Tijd het volgende mede Op Oudejaarsavond hadden eenige werklieden van het Hollandsche spoor een pretje „onder mekaar." Onder de genoegens behoorde ook het sarren en plagen van een kat; men bond het dier iets aan den staart en deed het daarmee allerhande spron gen maken. Het arme beest geraakte eindelijk daardoor zoozeer in razernij, dat het een zijner plagers, een twintigjarigen jongeling, in de lip beet. Op de lichte wond werd niet gelet, ofschoon zij somwijlen wel eenige pijn veroorzaakte. Woens dag jl. vertoonden zich echter bij den ongelukkigen jongeling de eerste kenteekenea van razernij. Eergisteren was hij reeds volkomen waanzinnig, zoodat hij naar het gasthuis moest worden over gebracht, waar men alle hoop op zijn herstel heeft opgegeven. Hij heeft een volslagen afkeer van water, blaft somwijlen als een hond of maakt een geluid, dat aan het geblaas eener kat doet denken. De ongelukkige is de oudste zoon en kostwinner eener weduwe. Wij vermelden dit treurig ongeval, in de hoop, dat het velen tot een afschrikkend voorbeeld moge strekken. Nog onlangs waren wij er- getuigen van, dat eenige „groote kinderen" twee honden op elkander aanhitsten. De dieren vlogen telkens woedend op elkander toe, doch konden elkaar niet bijten, daar zij beiden gemuilband waren. Als zulke honden dol worden, aan wien dan de schuld? Te Amsterdam is Zaterdag een huis van drie verdiepingen in de Batavierstraat midden op den dag ingestort. Drie kinderen waren de eenige bewoners die er zich op het oogenblik in bevon den. Het eene, een zuigeling die op de bovenste verdieping lag te slapen, is in den val gedood. De twee anderen, op de benedenste verdieping, werden door de puinhoopen overdektdoch door de uitmuntende en ordelijke hulp der manschap pen van de brandweer onbeschadigd daaruit te voorschijn gehaald. Van de geestelijken in het instituut der Jezuïeten te Katwijkhebben de navolgende hee ren geweigerd hun aandeel te betalen in den hoofdelijken omslag der gemente, op grond dat zij niets bezitten: L. Sterneberg uit AmsterdemEd. ridder de van der Schueren uit 's BoschJac. Op den Oort

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 2