N°. 23.
119e Jaargang.
1876.
Donderdag
27 Januari.
[oort!
;elschappen.
AMETGMF
>omhootdienst
SCHELDE.
)otdienst
RG EN BOTTERDAM.
üED GEMAAKT.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 26 Januari.
FETJILLET017.
Een Gevaarlijk Avontuur.
JDONALD, Nijmegen.
)E
stellingen zal op 2, 3, 4,
iiari niet verder gevaren
lekenskerke en de
tijd 12 uren uit Neuzen
en.
oensdag 26 Januari, van
(zegge half acht) uur
t. Zoolang het vaarwater
zet is, zal gevaren worden
door het Voornsche
DE DIRECTIE.
Januari—Februari.
Van Rotterdam.*
Dond. 27'suior.lO,— u.
Zaterdag29
Dinsdag 1
Dond. 3
Zaterdag 5
Dinsdag 8
10,-
10,-
10,-
10,-
8,-
2.30
5.39
3.41
6.45
4.50
4.35
12.35
3.5
30
2.50
6.—
6.46
38
4.45
7.57
20
5 45
*8.30
42
6.9
*8.47
7-20
*9.27
7.43
7.51
*9.52
8.—
*10.—
9.40
10A
10.15
10.25
8.5
12.—
8.5
8.55
12.50
8.50
9.15
1.10
9.12
9.35
1.25
9.30
I*, maaronbegrijpe-
pten aüeTeren wel.
ïoefte noodigdaarom
?an f 1.ÖO
Kbe:
laarham.
'tje In Etnl.
IZandborstel.'
Plverzeep.
tu-de-Cologne.
ikoop, maar het mooiste
|ket koopt nog cadeau
fers - Standaard.
Broche,
bhe passende Oor-
reen van de gelegenheid
en, geef ik nog op den
|ng voor Horloge.
pakketten een BON ge-
i Porceleln Thee
kop en schotel.
en, maar nooit iets zoo
dit.
aan
REVERMAN,
astraat 32, Amsterdam,
onnoodigmen zende
1,50 en ontvangt direct
is gevonden door den
IMA, Passementwerker,
ider van deze Bon zal
worden.
Igoed tot Fabrieksprijs.
he Meld of Weduwe
uit den boerenstand be-
>STKB. Te bevragen
BOER.
jongste crimineele
[eging.
15. «ABOREAU.
|R
?PERT.
PröS ƒ4.40.
MIDbELBlIRGSOHE
Nog ontvangen bij do redactie van dit blad
«voorden onderwijzer van den ouden heer Smits" 1.
Het Vaderland bespreekt de in ons nommer van
18 dezer aangekondigde brochure van den Belgi
schen oud-zeeofficier M. Cambrelinover het
scheppen eener zeehaven nabij HeystNienw-
Antwerpen genaamd. Het Haagsche blad wijst
er in de eerste plaats op hoe men in het buitenland
een veel meer geopend oog heeft voor de toekomst
van Vlissingen dan in Nederland.
«Het zijn alleen Nederlanders, die aan die toe
komst twijfelen. Buitenslands is men met de locale
gesteldheid van Vlissingen niet bekend, maar
kent men des te heter de kaart van het land, de
hoedanigheden der Vlissïngsche haven en de eischen
van het handelsverkeer. Vrij van de esprit de
clocherdie menigeen onzer landgenooten veelal
zijns ondanks drijft om de waarschijnlijkheid der
ontwikkeling van Vlissingen en de daartoe ver-
eischte maatregelen te betwisten, uit vrees dat de
plaats zijner inwoning dientengevolge schade mocht
lijden, is de buitenlander volkomen zeker, dat de
herschepping van Vlissingen in een handelshaven
slechts een quaestie van tijd is, en, zoo al niet
door Nederlandsche, dan door vreemde krachten
zal worden tot stand gebracht."
Vooral in België is men van deze waarheden
doordrongen en het is de doodende concurrentie,
welke Vlissingen tegen Antwerpen zal voeren
welke den heer Cambrelin tot het ontwerpen van
zijn plan gebracht heeft. Er is, naar zijne meening,
voor België geen heil dan in de overbrenging der
haven van Antwerpen naar een ander deel van
België, en dat wel vóór dat Vlissingen groot ge
worden is.
Zijn plan bestaat in de afdamming der Schelde
heneden Gent, met indijking der daar samen
vloeiende rivieren de Schelde en de Lys boven
die stad; in het graven van een nieuwe bedding
voor de Schelde, met dijken op beide oevers, van
Gent langs Eecloo en Heyst naar zee, welk kanaal
door middel van schutsluizen met de Schelde en
met de Noordzee zou worden verbonden; in het
bouvren eener handelshaven, waaraan de naam van
Nieuw-Antwerpen zou kunnen worden gegeven,
ten Noordoosten van den mond van het te graven
kanaal, terwijl de reede der nieuwe haven door
middel van drijvende golfbrekers tegen het geweld
der golven zou beschermd wordeneindelijk in den
aanleg of de verbetering van verschillende binnen-
landsche kanalen, den houw van een spoorweg met
Vrij naar het Engélsch.)
(Vervólg.)
Had ik mij op dat oogenblik laten vallen, ik
zou misschien met een vrij harden schok er af
zijn gekomen; maar ik twijfelde eenige seconden
en dat wa3 mijn ongeluk. Langzaam maar aan
houdend werd het touw naar boven gehaald. Ik
sloot mijne oogen, meenende dat het slechts een
werk mijner verbeelding was en een oogenblik
van bezinning den indruk weder zou wegnemen.
Toen ik andermaal naar beneden zagkon ik den
vloer bijna niet meer onderscheiden. Als een
mensehelijk stipje zweefde ik tusschen hemel en
aarde. Mijne spieren waren reeds vermoeid van
de inspanning die ik al gedaan had; ik kon niet
hopen dat ik het veel langer meer uit zou houden.
Ik deed eene wanhopige poging om mij met de
handen naar hoven ,te palmen, ten einde op die
wijze het touw ook met mijne voeten te kunnen
vierdubbel spoor van Heyst naar Gent, en van een
spoorweg met dubbel spoor tusschen Mechelen en
Aerschot, en in verdubbeling der bestaande sporen
tusschen Gent en Schellebelle, Aerschot en Maas
tricht waardoor een behoorlijke rechtstreeksche
communicatie, bijna in rechte lijn, tusschen Nieuw-
Antwerpen en Duitschland zou zijn tot stand
gebracht. De uitvoering van dit plan zou in het
geheel 385 millioen franken kosten.
De keuze der plaats, in de nabijheid van Heyst,
voor de nieuwe handelshaven, berust op de stel
lingen, dat de verzanding op de kusten van Vlaan
deren niet uit de Schelde, maar uit zee ontstaat, en
dat zij in de nabijheid van Heyst het minst werkt,
zoodat een haven daar ter plaatse even lang als,
en met het oog op de werking van water en
zand in volgende eeuwen, mitsdien langer zou
bestaan dan die van Vlissingen.
In de heden namiddag gehouden zitting van
den gemeenteraad van Vlissingen is de heer
C. Mortier als lid geïnstalleerd.
Bij de benoeming der leden van de vaste com-
missiën uit den raad zijn al de aftredenden her
kozen.
Tot hulponderwijzeres op school B (hoofdonder
wijzer de heer Sitsen) is benoemd mejuffrouw
E. C.allenfels, te Oostburg.
Naar de betrekking van assistent-keurmeester
van het vleeseh hebben gesolliciteerd: J. Quite,
J. Kemeling, C. de Vries en J. P. Swennen. De
benoeming zal in eene volgende vergadering plaats
hebben.
Het voorstel van de heeren Pot en Verkuyl
Quakkelaar, strekkende:
«Om wel te willen overwegen en Pi besluiter
dat aan burgemeester en wethouders zal worden
opgedragen eene herziening van de verordening
op de gemaalbelasting, daar sedert eenige jaren,
tengevolge van het stichten van meelfabrieken enz.
eene wanverhouding bij den in- en uitvoer is ont
staan, die zeer ten nadeele werkt van de finan
ciën der gemeente."
Is verzonden naar burgemeester en wethouders,
om hun gevoelen daarover uit te spreken.
Vólgens bekendmaking in het Provinciaal blad
N° 12 is bij besluit van den commissaris des konings
in Zeeland de beperking van het vervoer van
vrachten op de wegen, in onderhoud bij het rijk,
weder opgeheven, te beginnen met middernacht
tusschen den 25en en 26en dezer.
Z. M. de Koning, vergezeld van den minister
van binnenlandsche zaken, den kamerheer baron
van Heerdt en den ordonans-officiergraaf van
Limburg Stirum, vertrok gisterenochtend te 10.45
grijpendoch ook dit was mij niet mogelijk. Zelfs
de wanhopige zucht tot zelfbehoud was niet in
staat om mijne spieren tot grooter krachtsinspan
ning te dwingenik kon niets meer doen dan mij
aan het touw vastklemmen.
Ik was nu op éen lijn met den balk die boven
op de groote bogen van den koepel ligtde gouden
achtergrond van een pas geschilderd fresco in een
der tusschen vakken wierp eene soort van schijnsel
over mij; het was alsof de groote figuren op de
schilderij den spot met mijnen doodsangst dreven.
Ik moest nu ongeveer halfweg wezen en gedurende
een enkel oogenblik viel als een straal van hoop
de gedachte in mijne ziel, dat ik het misschien
tot het einde zou kunnen uithouden. Maar tot
mijne wanhoop bemerkte ik, dat hetgeen ik voor
den koepel gehouden had de ware koepel niet was,
dat daarboven het wezenlijke kegelvormige dak
oprees en dat het touw, door eene groote cirkel
vormige opening in het onderste gewelf, naar boven
liep, honderde voeten hoog, tot aan de hoogste
spits van het dak. In dat oogenblik van doods-
foltering begreep ik dat mijn noodlot onvermijde
lijk was. Ik zou nog eenige seconden den strijd
kunnen volhouden; reeds begonnen mijne spieren
onwillekeurig te verslappen, eindelijk zoude ik
moeten loslaten en na eene minuut hoogstens zou
ik op den harden grond, ver in de diepte, mij te
pletter vallen.
Als de rook en de vonken van een naderenden
brand schoten duizend verwarde gedachten mij
door het brein; maar helderder dan al het andere
per extra-trein van den Hollandschen spoorweg
i tfij, de residentieen kwam te 11.40 te Amster
dam. Z. M. werd ontvangen door den commissaris
des konings in Noord-Holland en door den burge
meester der hoofdstad. Begeleid door cavalerie
reed Z. M. in een open rijtuig gezeten, met de
heeren HeemskerkRoëll en van Heerdtvooraf
gegaan door den burgemeester in ambtseostuum,
en gevolgd door graaf van Limburg Stirum in
een hofrijtuig, naar Arti et Amicitiae, waar hij
door het bestuur werd ontvangen. Yan 12 tot 2
uur vertoefde Z. M. bij de uitgelezen kunstverza
meling naar Philadelphia bestemd, en minzaamst
onderhield hij zich met de aanwezige kunstenaars.
Voor het laatste werk van wijlen Sam. Verveer
staande, onderhield Z. M. zich geruimen tijd met
de beide broeders van den overledene, den kunst
schilder Elchanon Verveer en den photograaf Ver
veer en betuigde zijne deelneming in het door
hen geleden verlies. Bijna elk schilderstuk werd
tot in de kleinste onderdeelen beschouwd en hij
het vertrek sprak Z. M. luide zijne ingenomenheid
uit met hetgeen hij gezien had.
In het Paleis voor Volksvlijt werden de voor-
tentoonstellingen in oogenschouw genomen, giste
ren door ons vermeld. Z. M. werd daar ontvangen
door bestuurderen en commissarissen van het Paleis,
door de leden der regeeringscommissie en door het
bestuur der Vereeniging ter bevordering van de
belangen des boekhandels. Ook hier nam Z. M.
met groote belangstelling het een en ander in
oogenschouw.
Ongeveer 2 u. 45 m. kwam de koning met ge
volg ten Paleize op den Dam, waar de wacht ver
sterkt was en ook door cavalerie bezet. Daar
werd in de Mozeszaal een déjeuner dinatoire ge
geven van 35 couvertsonder de genoodigden be
hoorden de burgemeester, het bestuur van Arti,
de leden der regeeringscommissie, enz.
Te 6 uren keerden Z. M. weder per extratrein
naar den Haag terug, om daar ten 6 u. 55 m. aan
te komen.
Den ganschen dag was te Amsterdam een groote
volksmenigte op de been. De politie had doel
treffende maatregelen genomen, om zonder te groote
belemmering van het verkeer, den tocht door de
stad gemakkelijk te maken.
Van de beurs, de openbare gebouwen en uit vele
particuliere woningen wapperde de vlag.
De kapel van het zevende regiment gaf tusschen
drie en vijf uren eene muziekuitvoering voor het
Paleis.
De Fransche Moniteur meldt dat H. M. de
koningin voornemens is uit Cannes een uitstapje
van eenige weken te maken naar Algiers, de
zag ik, ik dacht het niet, maar zag het wer
kelijk het beeld van mijn ver verwijderd huis,
de golvende grasvlakte, mijne kudden en stallen,
een voortdravend ruiter.ginds lag mijn
huis. Mijne vrouw stond voor de deur, met de
hand harer oogen voor de zon beschuttend, de
kinderen stonden in eene groep rondom haar;
zij wisten allen dat hun „pa" spoedig komen
moest; op goed geluk keken zij al naar „pa" nit.
Mijne spieren bezweken allengsik verloor bijna
mijn bewustzijn; eene weldadige vergetelheid, de
bedwelming der wanhoop maakte zich van mij
meester; ik meende stemmen te hooren, waar
schijnlijk een nieuw spel mijner verbijsterde zinnen,
ik begon te glijden, liet los en viel
„Hoe gaat het nu met n, Sir?" waren de eerste
woorden die ik dicht aan mijn oor hoorde uitspre
ken. Was het mogelijk, en leefde ik nog? Het
was zoo, mijne hersenen waren nog in staat om
iets te bevatten, maar hoe was het met mijn
lichaam gesteld? Ongetwijfeld was dat vermorzeld;
het leven, dat er nog in waskon niets anders
dan een blijvende ellende wezen. Te nauwernood
waagde ik hetmijne oogen te openen. Iedere
andere beweging mijner leden kon folteringen in
het leven roepen, die ik op dat oogenblik geluk
kig niet voelde; want werkelijk had ik hoegenaamd
geen pijn; misschien maakte eene weldadige ver
lamming mij wel reeds ongevoelig.
Een oud man, dezelfde die mij binnen gelaten
had, stond over mij heengebogen; hij had een
wijnglas met een of anderen drank in de hand;
tijdelijke verblijfplaats van haar jongsten zoon,
prins Alexander.
De eerstvolgende verzending der mail naar
Nederlandscli-Indië via Napels per stoomvaart
maatschappij Nederland geschiedt op Maandag
den 31e« dezer. De brieven zullen dus uiterlijk
den vorigen dag op de post bezorgd moeten
worden.
De stoomboot van Rotterdam naar Harwich
vertrekt thans weder des middags te drie uren.
De Staats-courant van heden bevat:
Een koninklijk besluit van den 5en dezer, houdende
vaststelling van een gewijzigd reglement van
politie voor de scheepvaart langs de rivier het
Scheur en den nieuwen waterweg door den Hoek
van Holland tot in zee, ingaande 1 Februari a.,
en zulks met intrekking van het koninklijk-be
sluit van 24 December 1874 (Staatsblad n° 227);
de wet van den 18en dezer tot verhooging van
de begrooting van uitgaven voor de algemeene
landsdrukkerijdienst 1875de wet van denzelf
den datum tot onteigening van eigendommen ten
behoeve van den aanleg van een spoorweg van
Leiden naar Woerden; de wet van deizelfden
datum tot onteigening van eigendommen ten be
hoeve van den aanleg van een spoorweg van Rot
terdam naar Houtende wet van denzelfden datum
houdende machtiging tot den openbaren verkoop
van tot het kroondomein behoorende gronden in
de gemeente Hontenisse; de wet van denzelfden
datum houdende vaststelling der begrooting van
het fondsvoortspruitende uit de koopprijzen van
domeinen, voor het dienstjaar 1876.
De Staats-courant van heden bevat een konink
lijk besluit van den 17™ Januari 1876, tot ver
nietiging van het besluit van gedeputeerde staten
van Noord-Brabantvan 19 November 1875be
trekkelijk de benoeming van een commies ter pro
vinciale griffie.
In de overwegingen van genoemd besluit wordt
in aanmerking genomen, dat de benoemde niet
geplaatst was op de voordracht, door den com
missaris des konings in de provincie ter vervulling
der betrekking opgemaakt
dat art. 34, alinea 2, der provinciale wet, voor
schrijvende dat de benoeming van ambtenaren en
bedienden bij de griffie, uitgenomen de griffier,
geschiedt op voordracht van den commissaris, naar
het gewone taalgebruik niet anders kan worden
opgevatdan dat gedeputeerde staten bij het doen
der benoeming aan eene keuze nit de door den
commissaris voorgestelde personen gehouden zijn
eene kaars, die naast hem stond te branden, wierp
een kleinen kring van licht rondom ons.
„Ben ik niet te pletter gevallen fluisterde ik.
„Dat denk ik niet, Sir; ik geloof zelfs dat gij
u hoegenaamd niet bezeerd hebt. Gij zijt, God
dank, niet hoogerdan een voet of drie gevallen."
Ik strekte mijne armen uit, zij waren gezond;
mijne beenen, ik voelde er niet de minste pijn
in. Welk een zaligheid, te bemerken dat ik nog
in leven was, nadat ik den dood zoo onvermijde-
lgk voor mijne oogen gehad had!
„Hoe is dit mogelijk?" vroeg ik, terwijl ik mij
oprichtte en rondzag. „Ik meende dat ik naar
boven, den koepel in, getrokken werd."'
„Dat werdt gij ook. Zooals wij nn hier staan
te praten zondt gij al een lijk zijn geweest, in
dien ik niet juist in het laatste oogenblik terug
gekomen was. Ik geloof niet dat ik u had kunnen
onderscheiden, want het was bijna zoo goed als
donkermaar ik zag n juist nog even tegen den
gouden grond van de schilderij uitkomen en hoorde
u tegelijk een soort van angstkreet slaken. Toen
dacht ik hij mij zeiven: Als ik niet binnen eene
minuut hierop iets weet te bedenken, is die man
zoo goed als een lijk. Toen schoot mij to binnen
dat de werklieden de gewoonte hebben om driemaa
te fluiten, zóo, als zij willen dat het touw neer
gelaten wordt. Toen floot ik uit al mijne macht
en toen hield het touw eerst stil en vervolgens
begon het te zakken. Ik schreeuwde u toe, dat
gij u vast moest houden en den moed niet laten
schieten, maar ik geloof niet dat gij mij verstaan