N°. 2L
119e Jaargang.
1876.
Dinsdag
25 Januari.
Dit blad verschijnt d a g e. 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m, franco 3,50.
Afzonderlijke 'nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentién20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
i -iedere regel meer./ 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,"
-!
Micidelbulg, 24 Januari,
FEXJXLLETOJSr.
Uit de aanteekeningen van een
dagbladverslaggever.
GS
ft
t 4 -
j v
1 - I. 1 1 «3 cJJ.I J 7 - J I JJ A '.J
ra
'■-3 i r
c.
F=
o
In het Vaderlanddat reeds sedert eenigen tijd
lofwaardige pogingen doet om de vrij onduidelijke
Staats-courant-telegrammen uit Atchin voor het
publiek eenigszins op te helderenvindt men een
opstel van den oud-majoor van Eees, waarin de
hervatting der operatiën op het oorlogstooneel in
een helder licht wordt gesteld.
Sedert 28 Januari 1874 hebben wij afgewacht
of de Atchineezen ook uit zieh zeiven goede vrien
den met ons zouden willen worden. De opper
bevelhebber telegrafeerde toen dat „alles het
spoedig einde van den strijd deed voorzien". Een
bewijs dus dat niet slechts generaal van Swieten,
gelijk men het van zekere zijde veelal doet voor
komen maar ook zijn opvolgerlang nadat de
eerste opperbevelhebber vertrokken wasvan
meening bleef dat eene afwachtende houding vol
doende zou zijn om de Atchineezen tot ons te
trekken.
In plaats daarvan hebben zij in hun vijand
schap volhard, zijn zij steeds stouter en stouter
geworden en hebben eindelijk onze troepen in hun
eigen sterkten- aangevallen.
Als een gevolg daarvan wordt thans de strijd
met een macht van 8000 maneven groot bijna
als die der tweede expeditie, hervat. Nadat in
Westelijke richting het gebied der IV Moekim
in bezit zal zijn genomenwaartoe aanvankelijk
reeds, zonder veel verlies, de eerste stappen zijn
gedaan, zal de aanval voornamelijk gericht wor
den tegen Toenongde hoofdplaats der XXII
Moekim en de zetel van Panglima Polim, onzen
voornaamsten tegenstander.
Op welken afstand Toenong eigenlijk gelegen
is en welke middelen van verdediging het bezit,
weet men met, daar gedurende het afgeloopen
jaar van atwachting iedere verkenning in die
richting achterwege gebleven schijnt te zijn.
Men weet alleen dat de Atchineezen in êen dag
van Toenong onze postenlinie bereiken.
De gang dien de oorlog noodzakelijk moet vol
gen, wordt vervolgens door den krijgskundigen
schrijver als volgt omschreven
„Door opheffing van een aantal posten, een grooter
gedeelte onzer macht mobiliseerenmet een sterke
kolonne in de richting van Toenong oprukken;
die beweging ondersteunen door schijnbewegingen
op zijwaarts gelegen punten; snel, doortastend en
voortvarend handelen, zonder de maatregelen van
voorzichtigheid en veiligheid over het hoofd te
Vervólg.)
Ik moet ook nog handelen over een geheel
andere soort van sprekers, voor wier bestaan de
groote geschiedschrijver Carlyle, met allen eerbied
zij het gezegdmeer verantwoordelijk is dan iemand
anders. Ofschoon ik er voor uitkom dat hij mijn
geliefkoosde schrijver is, kan ik echter ook niet
ontkennen dat hij mij menig hartzeermenige wan
hopige worsteling, menige aanteekening vol door
halingen bezorgd heeft. De taal, waarin de heer
Carlyle schrijft, heeft weinig overeenkomst met
eenige andere vóór zijn tijd bekende manier van
schrijven, waarom men haar dan ook naar hem
genoemd heeft. Ik geef toe dat die taal door
niemand anders dan door Carlyle zelf gebruikt
wordt; maar hij heeft een aantal navolgers (op
eerbiedigen afstand altijd) op den geheimzinnigen
•weg, die tot de waarheid voert, en hunne taal
kan het best omschreven worden alsCarlyle met
wat water. De kracht dezer heeren ligt in het
zonderlinge, het verbazingwekkende, het afge-
brokenehet verrassendehet schier onverstaanbare.
ziennaarmate men voorwaarts rukt, de terugtochts
lijn dnor versterkte posten- verzekeren; Toenong
veroveren en, zoo noodig, in de asch leggen, om
Panglima Polim's prestige den genadeslag te geven
de vrouwen en kinderen der XXV en XXVI
Moekim noodzaken naar hun kampongs terug te
keerendoor zelfstandige kolonnen het land in
alle richtingen laten doorkruisen, elke kampong,
waar nog tegenstand wordt geboden, te vuur en
te zwaard- verwoesten, daarentegen bescherming
verleenen aan iederen Atchinees, die zich onder
werpt en de wapens neerlegt. Kortom, met ernst
den oorlog voeren en niet de rol van grootmoedige
spelen, voordat men getoond heeft overwinnaar te
zijn.
„Na den val van Toenong, dat tot nu toe de
wet voorschrijft aan de hoofden, kan de onder
werping van G-root Atchin niet lang meer achter
wege blijven; en eerst na de onderwerping van
Groot-Atchin is het oogenblik gekomen om een
„afwachtende houding" aan te nemen jegens de
naburige vazalstaten."
Volgens bericht van Zondag namiddag was in
de Pordsche Kil en in het vaarwater tusschen
Dordt en Rotterdamtot omstreeks de fabriek
Feijenoordhet ijs vast e« werd het nog met
geladen sehietschouwen gepasseerd.
Daarentegen hebben de stoombooten van Brielle
en van Middelharnis naar Rotterdamlaatstge
noemde door het Voornsche kanaalde vaart met
goed gevolg hervathetgeen aan de directie van
den stoombootdienst van Middelburg op Rotterdam
aanleiding heeft gegeven (zie achterstaande adver
tentie) om op aanstaanden Woensdag de vaart
van hier langs Hellevoetsluis naar Rotterdam te
ondernemen. Zoodra daartoe mogelijkheid bestaat
zal de vaart als naar gewoonte langs Willemstad
en Dordrecht geschieden.
Do vergadering van de afdeeling Middelburg
der Vereeniging ter bevordering van fabriek- en
handwerksnijverheidgehouden op Vrijdag den
21™ dezer, werd bij afwezigheid van den voorzit
ter den heer J. W. de Raad door den heer F.
Nagtglas gepresideerd.
Na resumtie der notulen werd door den voor
zitter medegedeeld dat de heer Jeekel had be
dankt voor het aanbod van vergoeding van reis
kosten hij gelegenheid zijner overkomst ter be
spreking van het hardglas, en dat dientengevolge
door het bestuur, namens de afdeeling, dien heer
een klein souvenir is nagezonden, wat met erken
telijkheid is aanvaard.
Eenige nieuwe leden zijn toegetreden.
Art. 8 van het reglement wordt op voorstel van
Zij zoeken altijd naar een periodenbouwwelke
op geen anderen periodenbouw uit vroegeren,
tegenwoordigen of toekomstigen tijd gelijkt; zij zijn
belust op uitdrukkingen, zóo diepzinnig, dat niemand
op de wereldbehalve zij zeivenin staat is er de
beteekenis van te doorgronden. Nu moet men weten
dat juist de grondslag en het geheim der moge
lijkheid van een woordelijk verslag alleen gelegen
is in het gewonehet dagelijks voorkomende.
Wanneer een redenaar boven zeker percent van
ongebruikelijke woorden of volzinnen gaat, wordt
de arbeid bijna onmogelijk. Het grootste gedeelte
der sprekers bewandelt een sinds lang betreden
pad van uitdrukkingen en denkbeelden; zij zullen
van gevoelen wezen dat een maatregel „raadzaam"
isof dat „in de tegenwoordige omstandigheden,
het niet wensehelijk te achten is, tot een derge-
lijken maatregel- over te gaan." Aan zulk een
geleidelijken stroom is de verslaggever gewend en
hij roeit er op voort, wel niet zoo gedachteloos
als een mijmerend visseheiman, maar toch zonder
in het riet te geraken of zijn jas buiten boord te
laten hangen. Voor het een-tiende gedeelte der
sprekers echter, die ik nu op het oog heb, is de
gewone litterarische uitmonstering niet half mooi
genoeg om er hunne gedachten in te kleeden; zij
zien er altijd uit alsof zij op een gemaskerd bal
zijn; gewone jassen en vesten haten zij met een
volkomen haat, en zij willen zich niet anders
vertoonen dan met een veer uit den tijd van Karei I,
een halskraag uit dien van Elizabetheen wam
buis met kwikken en strikkenkousen en broeken
het bestuur gewijzigd en wel in dier voege dat
ook de voorzitter der afdeeling dadelijk herbe
noembaar is.
Tot lid van bet bestuur wordt herbenoemd de
heer J. W. de Raad, die nu bij continuatie voor
zitter der afdeeling blijft. Op de voordracht
stond ook de heer P. A. Verhuist.
Naar aanleiding van twee ingekomen missives
van het hoofdbestuur, wordt ten fine van onder
zoek en rapport over de accijns wet op het gedis
tilleerd eene commissie benoemd, bestaande uit de
heeren D. Jeras, J. H. Snijders en P. A. Verhulst.
Over de belasting op de tabak wordt nog eene
korte woordenwisseling gehouden en besloten zich
neder té leggen hij de algemeen geuite opinie, die
deze belasting onraadzaam acht.
Hierop is de vergadering gesloten.
Door den brigadier-majoor der rijksveldwacht en
den brigade-kommandant der maréchaussée alhier
is Vrijdag jl., namens de rijksveldwacht in Zeeland,
aan den heer m'. M. Ver brugge gewezen procu
reur-generaal bij het hof van Zeeland en als zoo
danig gewezen fungeerend directeur der rijkspolitie
in deze provincie, als blijk, van achting en
genegenheid aangeboden een fraai album, bevat
tende de portretten van heide eerstgenoemden en
van de rij les veldwachters in Walcheren en een
groot deel van dit gewest.
Blijkens het heden uitgegeven Provinciaal blad
van Zeeland n« 11 heeft de commissaris des konings
in deze provincie bepaald, dat de lotine vnnr de
natïbnale militie in het loopende jaar zal plaats
hebben te: Middelburg 11 Februari te 9 uren
voor Arnemuiden en Nieuw- en St. Joosland, en
te 10 uren voor MiddelburgVlissingen
12 Februari te 9 uren voor Vlissingente 10jr
uur voor WestkapelleBiggekerkeZoutelande,
KoudekerkeOost- en West-Souburg en Ritthem
V e e r e 14 Februari te 10 uren voor Domburg,
Aagtekerke, Oostkapelle, Grijpskerke, Meliskerke,
Serooskerke, St. Laurens, Vrouwepolder enVeere;
Kortgene 16 Februari te 9J uur voor Kort-
gene, Kats en Colijnsplaat, te 10 uren voor Wis-
senkerke; Zierikzee 18 Februari te 9 uren
voor Zierikzee, te 11 uren voor Bruinisse, Oosterland,
DreischorNieuwerkerk en OuwerkerkBrou
wershaven 19 Februari te 9 uren voor Burgh,
Haamstede RenesseNoordwelle Serooskerke,
EllemeetEikerzeeKerkwerveZonnemaire,
Noordgouwe, Brouwershaven en Duiveudijke;
Thol en 21 Februari te 10 uren voor St.Philips-
land, Stavenisse, St. Annaland, St. Maartensdijk,
Scherpenisse, Poortvliet, Oud-Vossemeeren Tholen;
Goes 23 Februari te 9 uren voor Goes, te 11 uren
van allerlei kleur, en een paar schoenen met spitse
punten. Zij noemen een jong meisje een jonkvrouw,
zij omschrijven den stijl van den spreker, dien zij
te beantwoorden hebbenals prophetico-satiriek,
een kudde vee heet hoorndragende herkauwers,
en een doode ezel wordt een niet voor opstanding
vatbaar trekdier genoemdterwijl abstracties,
zooals het Ideale, het Actaeele, het Onmogelijke,
het Onbegrijpelijke (het laatste voornamelijk) met
groote hoofdletters, eene voorname rol spelen.
Slechts éen troost is in staat, om de verslaggevers
van zulk een redevoering te redden van een zelf
moord of van het redacteurschap van een zooge
naamd komiek weekblad, namelijk dat het niet
mogelijk is, dergelijke taal snel uit te spreken.
Hierdoor is het althans doenlijk om de sprekers
bij te houden, en daarmede moet men zich dan
ook tevreden stellen.
De dikke hoer, dien ik u nog voor wil stellen,
is een van de vervelendste redenaars, die door de
behoeften van onzen tijd in het leven zijn geroepen.
Zijn manier van spreken is het best te vergelijken
bij de schrijfmethode van sommige schoolmeesters
uit vroegeren tijd, welke bestond uit zulke dunne
ophalen en zulke zware neerhalen dat de eerstge
noemde op een kleinen afstand reeds volkomen
onzichtbaar en de laatste dus niet te ontcijferen
waren. Hij is in éen. woord onverstaanbaar en
schijnt zelf niet te weten waar hij het woord over
voert. Hij heeft ook een paar vriendendie weinig
minder ergerlijk zijn dan hij zelf en die ik in het
voorbijgaan nog even wil noemen. Hier is hij
voor Borsselen 's Heerenhoek Ileinkens.zand,
Wolfaartsdijk en 's Heer-ArendskerkeGoes
24 Februari te 9 uren voor Ellewoutsdijk, Drie
wegenOudelande, Ovezande, Nisse, Baarland,
Hoedekenskerke's Gravenpolder's Heer Abts-
kerke, Kattendijke en KloetingeKa p e 11 e 25 Fe
bruari te 9 uren voor Kapelle, W.emejdinge en
Yerseke, te 10} uur voor Rilland, Fort Bath,
KrabbendijkeWaarde, Kruiningen eD Sehore;
Hulst 28 Februari te 9 uren voor Ossenisse,
Hengstdijk, Hontenisse, Boschkapelle, Stoppeldijk,
Grauw, Clinge, St. Jansteen en HulstAxel
29 Februari 9£ uur voor Axel, Zuiddorpe, Zaam-
slag en Koewachtte 11 uren voor Neuzen, Hoek,
Sas van Gent, Philippine, Overslag en Westdorpe
IJ zend ij k e 2 Maart te 9 uren voor Nieuwvliet,
Groede, Breskens, Hoofdplaat, Schoondijke, Water
landkerkje Biervliet en IJzendijkeSluis
4 Maart, te 9 uren voor St. Kruis, Eede, Oost-
burg KadzandAardenburg, Zuidzande, Retran-
chement, Heille, Sluis en St. Anna ter Muiden.
Gedeputeerde staten van Zeeland hebben bij
besluit van 21 dezer bepaald, dat voor het aandeel
door de gemeenten te dragen in het gedeelte,
hetwelk door de provincie in de lichting voor de
nationale militie van 1876 moet worden gele
verd, ile volgende gemeenten worden samenge
voegd: a Sluis en St. Anna ter Mui denl Krab
bendijke en Waarde; cOvezande en Nisse; d 's Gra
venpolder en 's Heer Abtskerke; e Biggekerke
en Zoutelande; Serooskerke (Walcheren) cn
St. Laurensg Noorddwelle en Serooskerke (Schou-
VYüli)J Tb Bruuwoioliav&n en I>uiv^nd[lJKo j C Zuillllr
maire en Noordgouwe; k Nieuwerkerk en Ouwer
kerk.
Het departement van koloniën heeft weder eene
nominatieve opgave medegedeeld van Europeesehe
soldaten, overleden na evacuatie uit Atchin,
voor zoover daaromtrent tot op den 18en Decem
ber jl. bij het departement van oorlog in Neder-
landsch-Indië bericht was ingekomen. Daarin
worden vermeld de fuseliers W. PesmanM.Wols,
J. de Jong, F. J. te Dorshorst, J. W. Mostert en
C. de Meulder.
In de Staats-courant van gisteren en heden is
opgenomen de wet van 18 dezer tot vaststelling
der begrooting van uilgaven voor de rijksgestich
ten Ommerschans en Veenhuizendienst 1876.
Aan den heer W. C. Holm, firma Kraepelien
en Holm, apothekers te Zeist, bereiders_ der Ne-
derlandsche Quina Laroche, is bij koninklijk be-
voorbeeld mijnheer A.wiens welsprekendheid iets
heeft van den waterstraal der bekende toestellen
waarmede men in groote steden de straten nat
maakt: zij spuit het eene oogenblik rechts, het
volgende links, nu naar voren, dan in de gale
rijen, straks weder naar het plafond, om eindelijk
in het glas water op de tribune terecht te komen.
Wanneer gij niet letterlijk vlak onder zijn neus
zit, is het u niet mogelijk, iets van het heerlijke
en fijne gerecht te genieten, dat hij zijn audito
rium opdischt. Ook heeft men den heer B., die
niets doet dan fluisteren, en alleen die lettergrepen
hooren laat, waar de klemtoon op valt. Of anders
mijnheer C., een even onpleizierig redenaar, die
met al de kracht zijner longen van het begin tot
het einde staat te bulderenen u ondanks uzelven
zenuwachtig maakt.
De laatste, dien ik in uwe tegenwoordigheid
brengen wil, is de heer Treuzel. Alvorens deze
zich aan de betrekking van redenaar ging wijden,
nam hij gedurende geruimen tijd dure privaatlessen
van een bekend tooneelspelerdie op dat oogenblik
buiten emplooi was en hem de kunst der gebaren
en der voordracht leeren moest. De eerste les nu,
welke Treuzel werd ingeprent, was op zich zelve
zeer verstandig, namelijk: Leer eerst langzaam
te sprekendan zullen de overige vereischten voor
een goede voordracht van zelf komen. Die andere
vereischten verkozen echter om de eene of andere
reden niet op te dagen, ondanks alle moeite van
meester en ponden sterling; zoodat de heer Treu
zel op de eerste trede van de ladder der wel-