BUITENLAND Een historisch document. Verkoopingen en Aanbestedingen, Thermometerstand, Staten-Generaal. Algemeen Overzicht, laan. Die was niet iur. Naar volgenden |olgd. De denmen ïorizontaal en hebben, ingen ver- lafgeloopen en woning ia de ka- De Chi- roorgalerij geleverd ^rders van Indische ladingen vertrouwd, rekking, te gen dienen Javabode gppij stemt ag voerders maanden liardrijderij binder dan uitgereikt, podat ieder ling" luis- bn paarden- die voor andel voor te Utrecht ren koppel woog. Er or wilde de ifdonderwij- Hilversum, Eikenkroon iarig jubilé inde schut- sft de hon- tevens het )lft vastge- meent daar een middel zal weldra, de Groote bangen, ten te geven, boor de om- Wol vega, atsen naar bnen terug, een bezoek •emald heerscht is Sen dag en assistenten »g van goe- i, loopen er fa goederen- oopers wer- nten is ge- n gebroken, e prijzen te en en in de s eene reis sn bij zijne hij er veel uis van St. el was voor gerde hem, jen en kui- id weten te naangenaam woord dat verborg die Desniette- in, die hem n staat was kwam zijn uwelijken. rvolgd.) den voor eenigen dagen door de marechaussees van Koermond, een gemeente-en een onbezoldigden rijksveldwachter, nabij Hom (Limburg), vervolgd. Gesommeerd zijnde de wapens, die zij tegen de politie gekeerd hadden, af te leggen, weigerden zij niet alleen dit te doen, maar lieten het zelfs aan bedreigingen niet ontbreken, waarop de mannen der wet hunne karabijnen op de aanvallers afscho ten, die daarop, vreeselijk bloedende aan schouders en beenen, de vlucht namen. Tegen deze Btroopers, waarvan, eenige jaren geleden, éen voor een gelijk teit heeft terechtge staan, is procesverbaal opgemaakt. Wij maakten dezer dagen melding van een tappersspeculatie te Amsterdam, om nl. iederen drin ker van een borrel een lot voor een pendule te geven. Thans meldt men, dat voor eenige dagen een man in lichten staat van dronkenschap koffie ging stelen in 'tDok. Toen men hem arresteerde, vond men bij hem 64 borrelloten voor pendules! Omtrent den toestand van den hoogleeraar Koster te Utrecht, die vóór eenigen tijd tenge volge eener operatie op een lijk door eene gevaar lijke ziekte werd aangetastwordt gemeld dat de zieke haar alle waarschijnlijkheid van zijn ongesteldheid zal herstellen, dank zij o. a. de uit muntende zorg van den hoogleeraar van Goudoever en d*. Lamping, die den lijder met al de middelen, die de kunst aanbiedt, hebben ter zijde gestaan; men vreest evenwel, dat de rechterhand den hoog leeraar niet meer de diensten van vroeger zal kunnen bewijzen. De leeuwen van den bekenden dierentemmer Delmonicodie iederen avond in de Folies Bergères te Parijs werden vertoond, zijn in de vorige week des nachts uit hun kooi ontsnapt. De vier wilde beesten wierpen zich op een opgezet paard, dat op het tooneel stond en bij de pantomimen werd gebruikt. Zij verscheurden het paard geheel en verslonden er van wat mogelijk was. De oppasser, die wakker werd door het gebrul, riep zijn meester, wien het na een uur gelukte de dieren weder in hun kooi te krijgen. Den volgenden morgen lagen zij echter alle vier dood, ten gevolge van de arse nicum, die zich in de huid van het paard had bevonden om deze voor bederf te bewaren. Uit het elfde driemaandelijksche bericht van de Maatschappij tot het graven van den St. Go- thardstunnel, loopende over het tijdvak van 1 April tot 30 Juni 1875, blijkt dat de stortingen op aandeelen, inschrij vingen enz. tot 79,894,296 franken zijn gestegen- Voor de verdere stortingen is als termijn voor de 4e serie van obligaties ten bedrage van 20 millioen franken de 31®" Maart 1877 vastgesteld. In het Iersche graafschap Clare is een kerkelijke strijd op kleine schaal gevoerd. De Roomsch-katholieke bisschop, dr Ryan, gaf eenige dagen geleden bevel tot verplaatsing van den pastoor te Miltown Malby. De gemeente was over deze willekeurige handelwijs ontevreden en in een openbare vergadering, waarin het vrij stormachtig toeging, werd de houding van den bisschop scherp veroordeeld en het besluit ge nomen om den nieuwen door den bisschop te be noemen geestelijke de gewone emolumenten van de gemeente, waaruit het inkomen van den pastoor voor het grootste gedeelte bestaat, niet uit te keeren. Aan den bisschop is van dit besluit kennis gegeven. Op de noordelijke tramway-lijn te Parijs is de proef genomen met het stelsel van gecompri meerde lucht als beweegkrachtingeval van sneeuw. De machine heeft alle moeilijkheden zeer gemakkelijk overwonnen, hoewel de sneeuw en de modder op sommige plaatsen een waar moeras hadden gevormd. De snelheid is niet minder geweest dan in gewone omstandigheden doch er is een grootere hoeveelheid kracht verbruikt. Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter lezing de voorwaardenwaarop door het departe ment van financiën op den 31e" Januari a. zal worden aanbesteed het leveren van ijzer- en zink werk, papierstrooken enz.ten behoeve van de rijkstelegraaf, gedurende het jaar 1876. 17 Jan. 's av. 11 u. 37 gr, 18 's morg. 7 u. 40 gr. 's midd. 1 u. 44 gr. 's av. 6 u. 40 gr. EERSTE KAMER. Zitting van Maandag 17 Januari. {Aanvulling s ver slag.) Bij de behandeling der begrooting van de rijks gestichten Ommerschans en Veenhuizen ontkende de minister van justitie dat er reden van ontevre denheid voor de zoogenaamde arbeidersgezinnen zou bestaan. Bij de onteigening voor den spoorweg Rotter dam—Houten ontstond eenige discussie. De minis ter deelde mede dat de regeering uit voorzichtig heid omtrent een deel van den weg nog eenig voorbehoud had gemaaktdoch de concessionaris h. i. volle vertrouwen verdient en geen reden tot mistrouwen gaf. De heeren den Tex en' Dumbar kwamen echter op tegen de wijzewaarop deze weg nu gedeelte lijk tot stand kwam, waartegen de minister opmerkte dat herhaaldelijk voor een deel van een aan te leggen lijn onteigening was gegeven; doch de heer Dumbar hield staande dat het algemeen belang bij dit lijntje niet was betrokken als niet de geheele weg tot,stand kwam. De heer den Tex had twijfel geopperd of er wel genoeg waarborg was voor soliditeit, nu de heer Philippart aan het hoofd stond. De onder neming heeft aan al haar verplichtingen voldaan, antwoordde de minister. Maar de heer den Tex bleef van oordeel dat de heer Philippart niet de meest gewenschte persoon was, en wilde geen faiseur gelegenheid geven, geld te kloppen uit de zakken van aandeelhouders. Hiertegenover stelde de minister het feitdat de heer P. dooi de rechtbank der Seine op de meest eervolle wijze was ontslagen van vervolgingterwijl hij er tevens op wees hoeveel spoorwegen de heer P. reeds aan legde; zulk een faiseur kon niet onwelkom zijn. De heer Hartsen sprak nu nog zijn leedwezen over de constitutie dezer zaak uiten daarop werd het wetsontwerp aangenomen met 23 tegen 4 stemmen. (Tegen de heeren den Texvan Swinderen, Schot en Dumbar.) Aan de verder verschenen voorloorpige verslagen der eerste kamer over de begrootingswettenontlee- nen wij het volgende: IJiimenlaiKlsohe zaken. In een afdeeling werd de afschaffing der dienst- vervanging aanbevolen, doch door anderen als een halve maatregel, die slechts de invoering van den algemeenen dienstplicht kan verschuiven, afgewezen. Breedvoerig werd in de afdeelingen besproken de onlangs aan de Rijnspoorweg-maatschappij ver leende vergunning tot het leggen van den strekdam in de rivier de Maas. Onderscheidene leden gaven daaromtrent te kennen, dat zij, zonder het recht der regcering om zoodanige vergunningbehoudens de rechten van derden, te verleenen, te willen be twisten, zoodanige toekenning van concessie tot uitbreiding van rivieroevers, zonder de daarbij betrokken gemeenten daarin te hooren, minder raadzaam achtten. Eenigen drongen aan op her ziening der wet van 1806, opdat zoodanige conces sie niet meer verleend moge worden zonder dat de daarbij betrokken gemeente vooraf worde ge hoord. De heer van Vollenhoven heeft in eene afzonderlijke nota datzelfde tweeledige gevoelen ontwikkeld. Sommige leden achten het wenschelijk, dat, alvorens worde voortgegaan met den aanbouw van dienstwoningen nabij Veere, de uitslag van het onderzoek naar de meest geschikte uitmonding van het kanaal door Walcheren worde afgewacht. Enkele leden kwamen bij de afdeeling onderwijs terug op de bij voortduring teruggetrokken hou ding van den minister, te midden van den strijd over het lager onderwijs, meer bijzonder tegenover de bekende amendementen voor nieuwe op te rich ten kweekscholen. Deze leden zouden die houding vooral betreuren, indien zij het uitvloeisel ware van zekere zucht bij den minister tot het ontzien der eischcn van sommige uitersten der kerkelijke partijen. Die leden hadden de h. i. weifelende houding des ministers betreurd en wilden dan ook hunnerzijds door goedkeuring dezer begroo ting slechts geacht worden een afwachtende hou ding tegenover den daarbij betrokken bewinds man aan te nemen. Sommige andere leden deelden in deze beschouwing niet; zij waren niet zoozeer door de houding van den minister getroffen en ontkenden den minister ongaarne het recht om als bewindsman ook op de eischen der kerkelijke partijen te lettenvoor zoover dit beperkt blijft tot het recht op bijzonder onderwijs. Zeer vele leden gaven intusschen met aandrang den wensch te kennen, dat de minister krachtig en nuttig gebruik zou maken van de hem bij amendement toegestane gelden tot aankweeking van onder wijzers. Verbetering en aanvulling der wet van 1857 kwam verder aan onderscheidene leden wen schelijk voor; meer bijzonder werd op herziening van art. 19 door sommige leden aangedrongen. Ook de wet op het middelbaar onderwijs wilde men verbeterd ziener waren zelfs ledendie haar boven de hooger onderwijswet de prioriteit gaven. Spoorwegbegrooting. In meer dan éen afdeeling werd de wensch geuit naar meer voortvarendheid met de nog onderhanden spoor weg werken. Meer bepaald op den langzamen gang van het werk aan het centraal station te Amsterdam wijzende wilden eenige leden voorloopig een verbinding van de Noord- Hollandsche lijn aan den Hollandschen IJzeren spoorweg. Ook bij den aahleg der nieuwe lijnen werd op voortvarendheid bescheiden aangedrongen. Opnieuw rezen klachten over de exploitatie van de dienstregeling onzer spoorwegen, ook ten ge volge van gebrek aan materieel op den staats spoorweg vooral op het noordelijk gedeelte van het noordernet en op de slechte aansluiting met het buitenland aan de oostelijke grenzen bijv. te Hengelo. Vrij algemeen was dan ook de wensch naar verbetering en men hoopte dat een strenge toepassing van de politiewet daartoe zal bijdragen. riiianticn. Sommige leden prezen het denkbeeld van de opheffing der tollinie tusschen België en Nederland aan. Meerdere leden betoonden weinig ingenomen heid met dat denkbeeld en wezen ernstig op de strijdige bepalingen van beide landen, die niet dan door concessiën wederzijdsvoor beiden wellicht schadelijk, tot eenheid te brengen zouden zijn en nimmer bij de meerderheid der leden instemming konden verwerven, indien daardoor op ons vrijge vig handelsstelsel inbreuk moest worden gemaakt. Omtrent de muntqnaestie werd door vele leden te kennen gegevendat zij het zeer onraadzaam zouden achten, indien bij de bestaande omstandig heden de regeering te spoedig tot een eindbeslis sing overging. De tegenwoordige toestand geeft nog geen bezwaar in de toekomst en deze zaak is nog niet helder genoeg om tot een beslissing over te gaan. Eenige-leden vroegen of het niet wenschelijk zou zijn ondersteuning uit te loven aan dien onderne mer, die zich met het brievenvervoer van hier naar Engeland, langs den korsten weg en in den kortsten tijd zou willen belasten. Oorlog,-. Zeer algemeen was de wensch, dat nu eenmaal toch vastheid moge komen in het departement van oorlog en een einde worde gemaakt aan de telkens herhaalde wisselingen van den hierbij betrokken minister. Het algemeen belang lijdt; regeling van ons krijgswezen schijnt dringend noodzakelijk. Tevens echter geven onderscheidene leden den wensch te kennen, dat grenzen worden gesteld aan de steeds klimmende cijfers voor de gewone uitgaven voor dit departementvoor de buiten gewone uitgaven toonden dezen zich bereid, mits waarborgen werden aangeboden, dat die uitgaven wettig en noodig zijn en doelmatig worden besteed. De ongunstige gesteldheid der communicatie in Frankrijk is oorzaak dat de uitslag der verkie zingen van gedelegeerden niet spoedig geheel bekend kan zijn. De prefecten hadden dan ook reeds aan den minister van binnenlandsche zaken te kennen gegeven, dat zij niet voor heden of morgen het resultaat zouden kunnen mededeelen. Dat met zekere spanning naar die mededeeling wordt uitgezien ligt voor de hand als men nagaat, dat van deze verkiezingen zal afhangen welke de partijverhouding zal wezen in den senaat. Uit dat resultaat zullen de prefecten tevens kunnen opmaken welke keuzen de officieele can- didaturen hebben, daar voor de verkiezing van gedelegeerden ieder prefect in elke gemeente éen candidaat had. Tot nog toe weet men, dat in de meeste groote steden republikeinschgezinde gedelegeerden zijn verkozen, terwijl over het alge meen in de departementen Seine Seine- et Marne, FinistèreYienne een Allier de conservatieven de meerderheid hebben. Met zekerheid kan dus nog niets worden voorspeld. Het platteland geeft den doorslag, daar de stedelijke gedelegeerden in de menigte plattelands afgevaardigden verdwijnen als een erwt in een brouwketel. Victor Hugo moge al overtuigd wezen, dat de overwinning der republiek verzekerd iszijn poëtische overtui ging is wel eens meer niet uitgekomen. Zooals uit de nadere berichten te dien aanzien blijkt, komen de door graaf Andrassy aan Tur kije voorgestelde hervormingen grootendeels met die van de Porte overeen.. Hij wil volkomen gelijkheid van alle godsdiensten, verandering van het belastingstelsel, hervorming van de rechts pleging, vooral voor zooveel betreft het afleggen van getuigenis door Christenen, terwijl hij als waarborg voor de uitvoering van deze hervormin gen- verlangt de benoeming van een speciale com missie bestaande voor de eene helft uit Christe nen en voor de andere helft uit Muzelmannen. Wat betreft andere quaesties, in het bijzonder die welke betrekking hebben op de agrarische aangelegenheden, wordt in de nota gezegd dat eene hervorming daarvan meer tijd eischt, zoodat hierop voor het oogenblik niet wordt aangedron gen. Andrassy bepaalt zich tot het noodzakelijk ste wat in een niet al te lang tijdsverloop kan worden tot stand gebracht. Het belangrijkste verschil, tusschen de hervormingen door de Porte aangeboden en die in de Oostenrijksche notafgevraagd, schijnt gelegen te zijn in de hervormingen betref fende de rechtspraak. Volgens een telegram uit Londen stelt graaf Andrassy Turkije jegens de mogendheden verant woordelijk voor de eventueele schending van zijne beloften, terwijl de belanghebbende mogendheden weder verantwoordelijk zouden zijn voor het behoorlijke toezicht op de ten uitvoerlegging van de toegezegde hervormingen. Engeland heeft zich alleen bereid verklaard zich bij de mogendheden aan te sluiten voor zoover de aanbieding der nota betreft, doch wil overigens volkomen zijn vrijheid van handelen voorbehouden. Het wetsontwerp op de kloosters is door het Oostenrijksche heerenhuis in tweede en derde le zing aangenomen, een resultaat dat niet zonder groote bezwaren is verkregen. Reeds twee jaren geleden werd het door de regeering bij de kamer van afgevaardigden ingediend en dat deze het spoedig in behandeling nam kan reeds daaruit blijken, dat het rapport van hare commissie den 17®" Maart 1874 gereed was. Toen het door dat deel der wetgevende macht was aangenomen brak de tijd voor zijn lijden aan, want het duurdeniet minder dan 15 maanden eer de Oostenrijksche senaat goed vond er een rapport over uit te brengen. Geen wonder, dat bij de behandeling alle kerke lijke leden van het heerenhuis tegenwoordig waren en de ultramontaansch gezinden menige lans braken ten behoeve van de kloosterszoodat men wel kan zeggen, dat de aanneming van het ontwerp eene over winning voor de regeering is. Het wetsontwerp ech ter regelende den rechtstoestand van de oud-katho lieke gemeenten, dat door de kamer van afgevaardig den werd aangenomen, kon geen genade vinden in de oogen van de heeren. Dat de katholieke afge vaardigden eigenlijk nog sterker tegen dit wets ontwerp dan tegen het vorige waren is licht ver klaarbaar. Immers dat op de kloosters was feitelijk niet meer dan eene codificatie van bepalingen die reeds bij het concordaat waren gemaakt en bracht geen materieel nadeel toe aan de positie der katholieke kerk, terwijl door het wetsontwerp op de oud-katholieke gemeenten in deze een gevaarlijke mededingster voor de katholieke kerk zou worden In ieder geval is de aanneming van de klooster wet in zooverre eene overwinning voor de moderne staatsinstellingen, dat daardoor de kloosters geheel worden gebracht onder de bepalingen van het gemeene recht. Bijna overal verzwakt de positie der katholieke kerk. De paus heeft krachtig geprotesteerd tegen de beweerde schennis van het concordaat met Beieren door de invoering van het burgerlijk huwelijk aldaar, doch de Beier- sche regeering moet heel eenvoudig hebben beslo ten geen notitie van dit protest te nemen. Van geheel anderen aard, maar niet minder beteekenisvol is het besluit door de autoriteiten te St. Peters burg genomen, dat dit jaar voor het eerst de schouwburgen ook gedurende de vasten zullen mogen spelen, met uitzondering van de eerste en de laatste weken. Ook in Rusland schijnt dus de invloed van de geestelijkheid minder te worden en breekt men met verouderde gewoonten die een gevolg zijn van overwegenden kerkelijken invloed. In het bondspaleis te Bern is gisteren de inter nationale postconferentie geopend door den bonds raad Droz, die de afgevaardigden der verschillende staten welkom heette en uit naam van den bonds raad de beste wenschen uitsprak voor de vrucht bare werkzaamheid en gelukkige resultaten ran de conferentie. Hij werd beantwoord door den Nederlandschen gedelegeerde, den heer Hofetede, als oudste lid in jaren, die voorstelde dat het voor zitterschap zou worden opgedragen aan den heer Heer, chef van het departement der posterij in Zwitserland. De vergadering vereenigde zich met het voorstel en de heer Heer aanvaardde deze benoeming. Door den Franschen afgevaardigde zijn twee zeer liberale voorstellen gedaan ten gunste van een eenvormig port voor alle landen, waartegen door Engeland eenige bedenkingen zijn gemaakt. De Liberté beweerde dezer dagen dat de Prui sische regeering reeds in 1867 een vijandelijke politiek jegens Frankrijk had gedreven en tot dat einde een Oostenrijksch-Pruisisch verbond had willen stichten waarmede de Pruisische gezant te Weenen, de heer von Werther, belast was. De op en aanmerkingen door de Liberté daarover gemaakt hebben von Bismarck aanleiding gegeven de depêche waarop de mededeelingen van de Liberté doelen openbaar te maken. Dit stukgedateerd: Berlijn 14 April 1867, is door von Bismarck gericht tot den Pruisischen gezant te Weenen von Werther, aan wien hij schreef, dat graaf Tauff kirchen, buitengewoon Beier- sche gezanthemnamens de regeering van Beierenhad medegedeelddat deze eene toenade ring wenschte tusschen Oostenrijk en Pruisen met een defensieve strekking ten aanzien van Frankrijk. Hierop had hij geantwoord, dat sedert het her stel van den vrede de Pruisische regeering hartelijk wenschte de vriendschappelijke betrekkingen met Oostenrijk te hernieuwen betrekkingen die beant woorden aan de belangen en het verleden van de beide staten. Hierbij komt nog het motief om den vrede te bevestigen. Men zou dit doel bereiken door een defensief verbond tusschen Oostenrijk en Pruisen en zijn Duitsche bondgenootendaar tegen over zoodanig verbond Frankrijk geen aanval tegen Duitschland zou ondernemen. De voordeelen die Pruisen Oostenrijk zou kunnen aanbieden zouden zijn alles wat vroeger de Noord- Duitsche bond aan Oostenrijk had verzekerd, nl. in- en uitwendige veiligheid, deze laatste echter met de volgende beperkingen: a voor de geheele Oostenrijksche monarchie voor een bepaalden tijd, ongeveer een of twee jaren, of b voor het Duitsche gedeelte door een voortdurend bondgenootschap, zonder bondsconstitutie, alleen bij een zuiver in ternationaal verdrag. Ook zou c een tijdelijk traktaat kunnen worden gesloten, door een voor- loopige schikking van de Turksche quaestie. Met het oog daarop zoude men ook Rusland in het verbond moeten opnemen. Ik ben niet zonder hoop zegt von Bismarck verder de toestemming van Rusland voor de handhaving van het status quo in de Turksche

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 3