Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Landbouw.
Koloniën,
collegiën van de tweede instantie, der hoven.
En nu hadden de kiezers, te Tiel althans, wèl
gedaan indien ze, alle politiek ter zijde stellende)
de vraag hadden overwogen in hoeverre er nog
aanleiding bestond om terstond bij de installatie
van het oostelijk gerechtshof den procureur-generaal
voor 9 maanden des jaars uit zijn werkkring te
verwijderen, vooral nadat de te Arnhem hem op
gedragen betrekking, gesteld dit ware voor den
heer van Rappard een punt van gewicht, door
eene aanzienlijke verhooging der daaraan verbon
den jaarwedde meer dan vroeger al zijnen tijd
waard geworden was. Van de kiezers te Nijme
gen spreek ik hier niet, omdat het heel wel moge
lijk is dat de werkelijke kiezers van den heer
van Nispen, de bisschop-keurvorst en zijn kapittel,
de vraag reeds besproken hebben en, er geen
bezwaar in ziende dat het Arnhemsche hof terstond
met een incompleet werken ging, in dien geest
hunne, bevelen aan de pastoors en leeken hebben
uitgevaardigd. Ik zeg nog eens, niet om politieke
bijoogmerken maak ik deze opmerkingmaar
omdat ik cumulatie van het lidmaatschap der
tweede kamer met andere functiën in een verwij
derd deel des lands, die voortdurende tegenwoor
digheid en arbeid ter plaatse vorderen, bij liberaal
en anti-liberaal even goed afkeur. Alleen wanneer
er eene politieke partij gevormd werd, welker leden
de kunst verstonden van op twee plaatsen te gelijk
te zijn, alleen in dat geval zou ik voor deze
partij eene uitzondering maken.
„Of de verwisseling van den heer de Willebois
met den generaal van der Schrieck eene aanwinst
voor de kamer is durf ik, den generaal niet ken
nende, niet te beslissen. Echter verliest de kamer
in den heer de Willebois een uitstekend lid, uit
stekend wat bekwaamheid, gematigdheid en goeden
toon betreft; deze eigenschappen, vooral de twee
laatstgenoemden, worden zóo zelden bij de leden
der ultramontaansche partij aangetroffen dat men
ze bij den heer de Willebois dubbel waardeerde.
Nieuwsgierig zien wij den generaal tegemoet,
wiens bekend conflict met de schutterij, die
burrrgerrrswiens ultramontaansche gevoelens, en
verkiezingsaanbeveling als anti-antidienstvervan-
gingsbondman hem vooruitgaan en groote nega-
tiviteit schijnen te voorspellen.
„Voor den minister van oorlog is de verkiezing
van den generaal eene uitkomst. Nu kan hij een
struikelblok uit de tweede kamer wegnemen door
den generaal-ter dispositie van den minister van
oorlog, zijn voorganger den generaaj Weitzel, te
plaatsen in de betrekking van kommandant der
eerste divisie infanterie, die door des generaals
van der Schrieck aftreding uit den werkelijken
dienst, volgens art. 91 der grondwet eerstdaags
open valt."
In het regeeringsantwoord op het voorloopig
verslag der eerste kamer over hoofdstuk V der
staatsbegrooting wordt o. a. gezegd dat de minister
voornemens ismet het oog op de sterke opslib-
bing der buitenhaven van Veere, een onder
zoek te doen instellen naar de mogelijkheid om
de vaargeul meer in de nabijheid van het kanaal
te verleggen.
Omtrent het hoofdstuk Koloniën deelt de regee
ring mede dat de vrees voor het gebrek aan voe
dingsmiddelen in Bagelen (Java) geweken is en
de daaromtrent ontvangen tijdingen zeer gerust
stellend zijn.
De eerste kamer heeft heden de spoorwegbe-
grooting aangenomen. De minister deelde daarbij
mede dat de openingder lijn Zwaluwe-Zevenbergen
wachtende is op het einde van een geschil tusschen
de verschillende maatschappijen over de dienstre
geling.
De lezer kan zich hunne verbazing voorstellen
toen zij mij daar eensklaps zagen zittenalsof ik
uit een tooverdoosje opgesprongen was. Zij durfden
mij echter niets vragenmisschien vermoedden zij
de waarheid wel. Zeker is het, dat wij over dit
avontuur dikwijls hartelijk hebben gelachen.
Den volgenden dag kwamen wij te Weenen, waar
Nikolaas met zijn vader naar de Russische ambas
sade moest, onderwijl ik mij in het Grand-Hötel
installeerde.
Do drie of vier eerste dagen hadden wij het
druk met het bezichtigen van de tentoonstelling
en al het overige bezienswaardige, dat de Prater
bij deze gelegenheid opleverde.
De vader van Nikolaas, die zijne gemalin, welke
zich om redenen van gezondheid in Beieren op
hield en waarmede hij op geen goeden voet stond,
niet wilde gaan bezoeken, droeg zijn zoon op, dit
in zijne plaats te doen. Zij woonde op 12 uren
afstands van Weenen, te Marienbrunn bij Munchen,
en was toen in handen van een wonderdoctoresse,
die met hare kwakzalverij de vorstin zoozeer had
ingenomen, dat deze het blindste vertrouwen in
haar stelde. In hare brieven liet zij zich in de
warmste bewoordingen over die vrouw uit, noemde
haar een Godsgezante en verklaarde dat zij even
zeer hare ziel als haar lichaam gezond maakte.
Eens toen de grootvorstin met slapeloosheid te
kampen hadschreef zij er over aan die doctoresse,
die haar antwoordde dat zij haar matras maar
moest overzenden; dan zou het kwaad wel gevon
den worden. De matras kwam en werd door de
Morgen wordt met de behandeling der staats
begrooting voortgegaan.
De Engelsche stoomboot Wakefieldgezagv.
Lamnougli Grimsby, is van Antwerpen door de
Hamburgsche stoomboot Roland wegens defecte
schroef ter reede van Vlissingen gesleept.
De Wakefield zal vermoedelijk te Vlissingen een
gedeelte der lading lossen en aldaar dokken.
Herbenoemd tot militair lid van den militieraad
in Zeeland de luitenant-kolonel J. B. R. Prevót
en tot plaatsvervangend lid do kapitein J. Coster,
beiden te Middelburg.
notarissen. Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Roermond, ter standplaats de ge
meente Roermond, E. E. C. Gerrits, thans notaris
te Watergraafsmeer.
Van den uitgever J. B. Wolters ontvangen
wij verscheidene schoolboeken, welke zich weder
onderscheiden door een net uiterlijk, een flinken
druk envoor zoover ze daarmede versierd zijn,
door aardige plaatjes. Eenige daarvan zijn her
drukken en dus door de practijk reeds als bruik
baar gestempeld. De bezending bestaat uit vier
leesboekjes met plaatjes door H. Bouman; een
leerboekje voor het rekenen, een voor hoofdrekenen
en een voor het rekenen op rekenraam of balteller,
door M. J. Koenen; een leerboek voor de begin
selen der Fransche taal, door T. Boerma, en eene
kleine Vaderlandsche geschiedenis door A. Nuiver
en O. J. Reindersbestaande uit verhalen en
schetsen.
De vierde verbeterde druk van Rijken's school
atlas van Nederland en zijne bezittingenuit 15
kaarten bestaande, munt mede door duidelijkheid
en helderheid uit.
De vacature, sedert 2 Juli 1873 te Kattendijke
bestaande, is eindelijk vervuld door de bevestiging
van den beroepen predikant, den heer H. van
Selms, welke Zondag jl. plaats had. De bevesti
ging had plaats door den heer J. Nierstrasz, predi
kant te Krabbendijkedie eene rede hield naar
aanlieding van 1 Joh. 2 vs. 8.
Beroepen tot predikant bij de Ned. herv.
gemeente te Sluis de heer J. Knottenbeltte Oude
en Nieuwe Wetering.
Z. M. schroefstoomschip 4' klasse Aruba, com-
mandt. luit. t./z. 1« kl. jhr. J. A. Roëll, is Zondag
morgen te Willemsoord op de gebruikelijke wijze
in dienst gesteld.
Aan de kweekschool voor zeevaart te Leiden
zal op Maandag 31 dezer weder een keuring plaats
hebben van knapen die bij 's rijks zeemacht een
verbintenis wenschen aan te gaan.
De student voor den militairen geneeskun
digen dienst der zeemacht A. Koller is, bij be
schikking van den 17™ dezer, op hot daartoe
gedaan verzoek met den laatsten November jl.
eervol uit vermelden betrekking ontslagen.
Nog voor dat wij in de gelegenheid zijn geweest
onze nadere beschouwingen over de voordracht,
doctoresse spoedig teruggezonden, met het bericht dat
de patiente nu de ongestoordste rust zou genieten
want zij had de matras opengemaakt en er droge
bladeren, stukjes hout, spelden en wat niet al
meer in gevonden, 'tgeen zij natuurlijk alles had
weggedaan. De vorstin twijfelde geen oogenblik
aan de afdoende kracht dier bewerking, en ver
klaarde later dat zij er geheel tot kalmte door
was gekomen en nu zoo gerust ,als een kind srlep.
Toen wij met den trein te Munchen aankwamen,
waren wij beiden in een diepen slaap verzonken,
zoodat het niet veel verschilde of wij waren tot
Straatsburg doorgestoomd. Ik moest, onder druk
kende hitte, den tijd alleen doorbrengen in een
appartement der vervelende stad, terwijl Niko
laas zijne tochtjes naar zijne moeder deed. Ik
ging niet uit, dan om de „dooden" te bezoeken,
hetgeen den grootvorst niet weinig verwonderde.
Op de begraafplaats te Munchen bevindt zich name
lijk een gebouw, waarin de lijken der overledenen
gedurende 24 uren moeten nedergelegd worden;
de rechterzijde is voor de armen en de linkerzij do
voor de rijken bestemd. Deze voorzorgsmaatregel
is genomen uit vrees, dat iemand, die slechts in
eene slaapziekte lag, als dood zou beschouwd
worden.
Het is een zeor merkwaardig schouwspel; de
dooden zijn bedekt met bloemen en omringd door
brandende waskaarsen, en aan elk lijk heeft men
een koord in handen gegeven, die aan eene zeer
gevoelige schel bevestigd is. Mocht er een niet
overleden zijn en de spieren de geringste trekking
door den heer G. A. Vorsterman van Open Zater
dag jl. alhier gehouden, te plaatsen, ontvangen
wij uit Oostburg den volgenden brief, dien wij
onveranderd opnemen en welke in het kader onzer
latere bespreking van het onderwerp van zelf eene
plaats zal vervullen.
Op den 8™ Januari dezes jaarshield de heer
Vorsterman van Ooijen te Oostburg eene voor
dracht ten koste der provinciale fondsen, ten on
derwerp hebbende: De plant. Eene nalezing
van dezelve te leveren is ons doel niette meer
daar waarschijnlijk door dien heer meer soortge
lijke voordrachten in deze provincie zullen gehouden
worden; doch wij meenen toch vooral opmerkzaam
te moeten maken, op de voorstelling die hij van
den groei der boomen geeftnaar aanleiding van
verscheidene feiten en waarbij het stelsel van
voeding en groei enz. door een vochtomloop
en de aanneming van een opstijgend en neder
dalend vormend sap min waarschijnlijk wordt,
en welke voorstelling nader bevestigd wor
dende, eene belangrijke wijziging in de leer der
plantenvoeding ten gevolge zal hebben.
Deze voordrachten getuigende van een zelfstan
dig waarnemen en doordenken in de werkingen
der natuur, winnen daardoor veel in belangrijk
heid, waarom wij niet genoeg op de bijwoning
daarvan meenen te kunnen aandringenen die
aldus ten volle aan alle belangstellenden aanbevelen.
Eergister avond 15 dezer trad een jeugdiger
onderwijzer in de landbouwwetenschap als voor
een vriendenschaar te Zuidzande ophet was de
heer Pattist, van Dreischor, lid eener oude Zuid-
zandsche familie. Talrijk was de opkomst van
landlieden uit het oude land van Kadzand
belangstellend en benieuwd naar hetgene er gehoord
en geleerd zoude worden op dit gebied door
hunnen huisvriend.
Ook hij had de plant tot onderwerp gekozen,
besprak uitvoerig de plantencelhaar omhulsel,
samengesteld uit koolstof, waterstof en zuurstof
en leerde als zoedanig het katoen kennenver
volgens haar inhoud, protollast genoemd, bestaande
uit vijf enkelvoudige grondstoffen, waarvan men
er nu 64 kentvervolgens beschreef hij de groen-
bladkorrels, hunne omzetting in zetmeel enz.
Vervolgens behandelde hij de asch-bestanddeelen
der plantenwaarin voorkomen kalium, calcium,
ijzer, magnesium, soms natrium, silicium, doch
geen aluminium, wees op den invloed van het
ijzer op de groenende kleur van het tapijt des
velds; wat onze bodem verliest door uitvoer van
veegranenaschhoe die voorwaarden voor de
teelt onzer gewassen moeten hersteld wordende
ville-meststoffen enz., in éen woord het was eene
elementaire les. Dat hij door velen niet begrepen
is spreekt van zelfdoch ieder eenvoudig landbou
wer erkende ten deze zijne onwetendheiden de
heer Pattist wist zijne denkbeelden zoo voor te
dragen, dat zij aan allen den indruk der waar
heid inboezemden.
Nu ouderenuwe jongeren aangespoord tot
het opzamelen dier kennisDe heer Pattist
vinde ook in deze regelen aanmoediging om
op de betredene baan nut te stichten en vruch
ten erlangende van zijnen arbeidzal alzoo het
groote doel bereikt worden: „dat de landbouwer
zich namelijkredenen van zijn doen zal weten
te geven", zonder daarom de praxis te vernede
ren, maar veel meer die te veredelen.
O,16 Januari 1876.
Te Samarang is den resident Lammers van
Toorenburg, die den 9 December jl. van daar naar
Solo vertrokeen afscheidspartij aangeboden,
waartoe door schier alle ingezetenen voor een som
van ƒ15000 was ingeteekend.
Uit Tjiamis (Cheribon) schrijft men dd. 1 Dec.:
maken, dan zou de schel luiden en den opzichter
roepen.
Ik vroeg aan dezen beambte of zulk een geval
ooit voorgekomen was.
Eene enkele maal, was zijn antwoord, en
die patient stierf den volgenden morgen voorgoed.
Het was mij aangenaam toen wij Munchen kon
den verlaten, om naar Noslau te vertrekken,
welks ijzerhoudende wateren aan den prins na zijn
veldtocht naar Chiwa als versterkend aanbevolen
waren. Dagelijks gingen wij van Noslau naar
Weenen, waar hij altijd lange bezoeken op de
wereldtentoonstelling aflegde.
Wat mij het best van al het schoons is bijge
bleven, is een armband met gekleurde diamanten
en twee oorbellen met smaragdeneen en ander
eenmaal het eigendom van keizerin Eugenie.
Er was nog een prachtige parure met diamanten
bijdie zij ook bezeten had. Elk der steenen
was onbetaalbaar, zoowel wegens zijne herkomst
als wegens de grootte en de schoonheid van het
water. Sommige waren door keizerin Maria The-
resia aan hare dochter koningin Maria Antoinetta
ten geschenke gegeven; andere waren gedragen
door Josephine, Hortense en Marie Louiserespec
tievelijke eerste gemalin, schoonzuster en tweede
gemalin van Napoleon I. Het etui was van schildpad
en droeg het gekroonde naamcijfer der laatste
bezitster. Deze parure werd naar Rusland gezonden,
in de hoop dat de keizer die voor zijne geliefkoosde
dochter zou koopen, maar hij deed het niet, en
'tis zeer te betreuren dat eene kostbaarheid van
„De aardbevingen alhier houden steeds aan. Die
van gisteren avond omstreeks 9 uren was niet
alleen zwaar, maar ook van langen duur. Naar
het wachtvolk beweertis zij den daaropvolgenden
nacht door vijf kleine aardbevingen gevolgd. De
steenen gebouwen hebben zwaar geleden; men
vreesde voor instorting: de muren zijn horizontaal
en verticaal gescheurd. Eenige ingezetenen hebben,
uit vrees voor herhaling, hunne woningen ver
laten. De assistent-resident heeft den afgeloopen
nacht met zijne familie in een bamboezen woning
doorgebracht. De controleur heeft zich in de ka
zerne der Pradjoerits ter ruste begeven. De Chi-
neezen hebben troost gezocht in de voorgalerij
hunner wonigen."
De Javabode heeft een warm pleidooi geleverd
over de noodzakelijkheiddat gezagvoerders van
schepen, meer bepaald die der Ned. Indische
stoomvaart-maatschappijaan wie rijke ladingen
en tal van menschenlevens worden toevertrouwd,
bevoegd behooren te zijn om hunne betrekking^ te
vervullendat iseen behoorlijk examen dienen
te hebben afgelegd.
De Indiër is dat volkomen met de Javabode
eens.
Ook de directie van genoemde maatschappij stemt
daarmede in, want zij heeft aan alle gezagvoerders
te kennen gegeven, dat zij -binnen drie maanden
het vereischte examen moeten doen.
Te Goes werd Zaterdag jl. een hardrijderij
op schaatsen gehouden, waarbij niet minder dan
6 gewone en 120 lagere prijzen werden uitgereikt.
Het aantal deelnemers bedroeg 126, zoodat ieder
wat ontving. De harmonie „de Volharding" luis
terde den wedstrijd door muziek op.
Op de gisteren te Utrecht gehouden paarden
markt waren 343 paarden aangebracht, die voor
700 tot ƒ200 verkocht werdende handel voor
het binnenland was echter lusteloos.
Jl. Zaterdag is door een slachter te Utrecht
een os aan de markt gebracht, uit den koppel
gefokt, die ongeveer 600 kilogram woog. Er
werd 430 voor geboden, doch daarvoor wilde do
eigenaar het beest niet afstaan.
De heer J. J. van Oostveen, hoofdonderwij
zer aan eene der openbare scholen te Hilversum,
heeft het ridderkruis der orde van de Eikenkroon
ontvangen bij gelegenheid van zijn 25jarig jubilé
als kapiteia kommandant der dienstdoende schut
terij.
De gemeenteraad van Hattem heeft de hon
denbelasting aldaar verhoogd, doch tevens het
bedrag voor de wijfjeshonden op de helft vastge
steld van dat voor de mannetjes. Men meent daar
dat een grooter aantal wijfjeshonden een middel
oplevert om hondsdolheid te voorkomen.
De hoogleeraar van der Willigen zal weldra,
met vergunning der kerkvoogden, in de Groote
kerk te Haarlem een langen slinger ophangen, ten
einde belangstellenden de gelegenheid te geven,
om het bekende bewijs van Foucault voor de om
wenteling der aarde waar te nemen.
De 93jarige D. J. Kuipers, van Wolvega,
maakte dezer dagen een reisje op schaatsen naar
Echten, een afstand van drie uren, heen en terug,
om zijn jongeren broedervan 89 jaareen bezoek
te brengen.
Uit Zwolle wordt het volgende gemeld:
De drukte die bier aan het station heerscht is
buitengewoon, zoodat de geëmploieerden dag en
nacht in de-weer en er buitendien eenige assistenten
aangesteld zijn. Teneinde de ophooping van goe
deren zooveel mogelijk te voorkomen, loopen er
's nachts, als de banen vrij zijn, extra goederen
treinen.
Drie met geweren gewapende stroopers wer-
dien aard in de handen van speculanten is ge
vallen, die het werk in stukken hebben gebroken,
om van de steenen afzonderlijk hooge prijzen te
maken.
Wij brachten zes weken te Weenen en in de
omstreken door. Toen deed Nikolaas eene reis
van eenige weken naar de Krim en bij zijne
terugkomst kwam het mij voor, dat hij er veel
beter uitzag.
Hij kreeg van den keizer het kruis van St.
Yladinnier en vond nog dat het te veel was voor
hetgeen hij had gedaandoch het ergerde hem,
dat een zijner neven zich door vleierijen en kui
perijen het kruis der St. Joris orde had weten te
doen toekennen. Hij was daar zeer onaangenaam
door getroffendoch zeide geen enkel woord dat
zijne teleurstelling kon verraden; hij verborg die
achter het masker van het stilzwijgen. Desniette
min had zijn hart een schok ondergaandie hem
in het vervolg noodlottig zou worden.
Daar de veldtocht in Chiwa niet in staat was
geweest hem van mij te verwijderen, kwam zijn
vader op het denkbeeld hem uit te huwelijken.
Wordt vervolgd.)