N°. n. 1876. Donderdag 13 Januari. 119e Jaargang. Dit blad verscbijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg, 12 Januari. FEUILLETOlSr. Eene Amerikaansche gelukzoekster in Rusland. r Van den algemeenen secretaris der maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland, den heer J. H. Snijders, ontvangen wij den volgenden brief, aan welken wij gaarne eene plaats verleenen: Door het hoofdbestuur der Maatschappij tot be vordering van landbouw en veeteelt werd (zie de in dit nommer voorkomende advertentie) uitvoering ge geven aan de opdrachtvan gedeputeerde staten van Zeeland ontvangentot het' regelen der voordrach ten over den wetenschappelijken landbouw, door wandelleeraars te houden in de onderscheidene deelen van ons gewest. Door de heeren G. A. Vorsterman van Ogen te Aardenburg en A. F. Marlet te Hontenisse werd de uitnoodiging om zich voor dit doel beschikbaar te willen stellenbereidvaardig aangenomen en de verdeeling der voordrachten in de acht afdeelingen waaruit de maatschappij bestaatzóo geregeld, dat laatstgenoemde HulstZierikzee, Noord-Beve land, Tholen en Kruiningen zal bezoeken tot het houden eener serie van vier lezingen in iedere afdeeling gedurende den loopenden winter, terwijl de heer van Ogen viermaal in elke der afdeelingen OostburgHeinkenszand en Walcheren voor reke ning der provincie optreden zal. Aanvaardde de heer Vorsterman van Ogen reeds Zaterdag jl." zijne taak in de afdeeling Oost burg, alwaar hg sinds lang veler sympathie bezit, zijn optreden op aanstaanden Zaterdag, des voor middags te Middelburg en des avonds te Hein kenszand, moge mede velen opwekken om van zijn onderwijs gebruik te maken. Geeft toch de erkende bekwaamheid van den spreker reeds aanleiding te over om hem te gaan hoorende leden der provinciale staten van Zee land hebben er bovendien recht opte verwachten dat hunne pogingen om ook den landbouwer in algemeene ontwikkeling te doen deelen, op meer dan gewonen prijs zullen worden gesteld. De regeering, door gebrek aan onderwijzend per soneel (om geene andere redenen te noemen) lan gen tijd gedwongen de uitvoering te vertragen van art. 19 der wet op het middelbaar onderwijs, aan welk art. eerst nu zal worden voldaan, door de oprichting eener rijks landbouwschool te Wagenin- gen, houdt in de eerste plaats het oog op den aanstaanden landbouwer gericht. De heer m*. W. Ph. Vis, aan wiens initiatief het door de staten-vergadering genomen besluit moet worden 10. (H'et Frans ch van verre gevolgd). HOOFDSTUK VIII. Vervolg.) Ik begat mij dus nu in het laatst van September naar Parijs, bracht er mijne zaken in orde en maakte mij gereed om naar V... in Rusland te rug te keeren, toen iemand mij een brief kwam brengendie met een welbekend cachet verzegeld was. Ik kon mijne ontroering niet bedwingen. De brenger verhaalde mij dat hij last had ont vangen mij overal te zoeken en met dat doel Engeland en Duitschland doorkruist had, totdat hij eindelijk zoo gelukkig was geweest hier aan den eindpaal zijner omzwervingen te komen. Thans moet gij met mij op reis, madame, zoo besloot hij. Dat kan ik niet doen, 'tis onmogelijk, ant woordde ik. Wees zoo goed, madame, eerst den brief te lezen, gij zult er alles uit vernemen, maar gij moet met mij medegaan. Ik heb last u mede te bren- dank geweten, heeft insgelijks allermeest het oog gevestigd op de jeugd, doch, zoolang zijn «doel f hiermede niet kan worden bereikt, gaarne ingestemd met den wensch „dat de volwassenen al vast over tuigd mogen worden dat niet alleen voor hunne kinderen, maar ook voor henzelven nog veel, zeer veel te leeren is". Voor dat doel hebben Zeelands staten f 800 als proef beschikbaar gesteld. „Als proef", want het spreekt wel van zelf dat de uitvoering van het denkbeeld der wakkere Schou- wcnsche landbouwers, ten vorigenjare uitgesproken en met zulk eene algemeene instemming begroet, „om, evenals elders, een eigen provincialen wan- delleeraar aan te stellen die de vraagbaak van landbouwers en veehouders wezen zou" en aizoo voor geheel Zeeland datgene te verkrijgen, waar van door de besturen der afdeeling Hulst en Oostburg met zoo gunstig gevolg partij getrokken wordt, ongetwijfeld een hooger bedrag dan het toegestane vereischen zou. Die proefneming behoort te worden gewaar deerd, want zij getuigt van warme belang stelling en van een inzichtwelks juistheid door geen deskundige wordt ontkend. Tot die waar deering behoeven zeker niet te worden opgewekt de heeren onderwijzers en hulponderwijzers wier invloed, op zoo menige plaats reeds duidelijk te bespeurenniet anders dan heilzaam werken kan en wier voorbeeld hunne omgeving ongetwijfeld tot navolging opwekken zal. Ook niet de, hier en daar gelukkig te vinden, verlichte landbouwers, die, schoon in stille nederigheid meestal hun pad bewandelend, niet zelden hunne vakgenooten als het ware huns ondanks dwongen tot navolgingen vooruitgang in het bedrijf. Maar hoe groot is niet het aantal dergenen die beweren aan hunne prak tische kennis genoeg te hebben en die het maar niet willen of kunnen gelooven, dat ook hun vak nog door iets anders kan worden gebaat dan door hetgeen zij van vader en grootvader hebben over genomen. Hun waag ik toe te roepen: komt en hoort! Hun vraag ik: geeft een klein deel van uwen tijd; op het veld kunt ge nu met het ruwe weder toch niets uitrichten; geeft een klein deel van uwen tijd om althans te vernemen wat onbaat zuchtige belangstelling vooral ten uwen behoeve verkondigen doet. Komt en oordeelt, maar oor deelt niet vóór ge geluisterd en verstaan, goed verstaan hebt. Dan zult ge misschien bevestigd zien dat veel van wat gij dagelijks verricht, op goede grondeu steunt, maar ge zult wellicht ook ontdekken dat een en ander wat ge u tot nog toe niet verklaren kondt of wat u tot dusverre niet gelukken wou, langs een anderen weg dan den uwen te verklaren ofte verkrijgen is. Beklaagt ge u dan over hoogere pachten, over lagere markt prijzen, over minder voordeeligen oogst Welnu gen en gij zult niet willen dat ik in mijn plicht te kort schiet. De onderteekenaar van den brief is bovendien zeer ziek en igij zult voorzeker zijn dood niet willen verhaasten. Ik brak het zegel en las den brief. Het was een roerende bede om terug te komen, daar dit alleen hem zijne kalmte en gezondheid kon terug geven. Ik was geroerd en verteederd. Ik ben immers slechts eene vrouw! In tranen uitbarstende besloot ik hem weder op te gaan zoeken. De gemachtigde van den grootvorst telegrapheerde dat ik er toe besloten was en toen dit eenmaal was geschied kon ik er niet op terugkomen. De gedachte dat hij ziek lag en ik niet bij hem was, kwelde mij onophoudelijk. Zoo aanvaardde ik dan de terugreis. Ik was ontroerd en tegelijk bevreesd. Voor het eerst in mijn leven deed het mij genoegen, dat ik, het was te Karlsruhe, te laat aan het spoor kwam. Al mijne goederen waren in den trein, maar ik zou nog naar Parijs zijn teruggekeerdindien ik niet onder het oog van den gemachtigde van den grootvorst ware geweest. Ik maakte gebrfiik van de uren, die nu nog overbleven, om de schilderijengalerij van den koning van Wurtembcrg te gaan bezichtigen, waar inzonderheid een portret van Lodewijk XVI door Greuze mg bewondering afperste. Wij vertrokken met den volgenden treinwaarin het toeval mij haast den Hongaarschen prins Esterhazy plaatste. Bij onze aankomst te Weenen bewees de prins, beproeft het eens, het kost u niets, beproeft het Wns of de kennis van nog iets anders dan de praktijk u niet een wapen verschaffen kan in den strijd met wat ge dreigend vóór u ziet, in den strijd om uw bestaan. En moet gij nu en dan met verklaarbaren tegenzin u het verwijt hooren toevoegen dat gij tegenstanders van voor uitgang zijt, gij zult te gelijk die beschuldiging beschamen, want ook door u zullen de pogingen worden gewaardeerd, door het provinciaal bestuur aangewend tot bevordering van vooruitgang op het gebied van den landbouw! De gemeenteraad van Middelburg zalop Vrijdag a.des namiddags te twee ureneene openbare zitting houdenter behandeling der vol gende zaken: a ingekomen stukken; b voorstel burgemeester en wethouders op adres hoofdredac teur Middelburgsche courant; c indiening 'adres kweekschoold benoeming curatoren gymnasium e benoeming hulponderwijzers; f vaststelling sup- plet. kohieren n° 2 inkomsten- en hondenbelasting. Ingeval de gemeenschap te water tusschen Middelburg en Vlissingen door de vorst gestremd mocht worden, zal dagelijks een extra-tréin der drie klassen tusschen de beide steden loopen, welke des namiddags te 4 uren 30 minuten van Vlissingen en te 5 uren van Middelburg vertrek ken zal. De nieuw benoemde procureur alhier, m'. J. W. Lasonder, heeft heden voor de arrondisse- ments-rechtbank de bij de wet gevorderde eeden afgelegd. - 1 S De spoorboot, die heden morgen van Zierik zee naar Middelburg is gevaren, heeft tengevolge van ijsgang de reis slechts tot Katsche veer kun nen voortzetten. Zoo lang het mogelijk blijft zal zij nu van Katsche veer naar Zierikzee vice versa den dienst vervullen. Bij koninklijk besluit is bepaald dat de stem briefjes ter verkiezing van een lid der tweede kamer in het hoofdkiestrict Nijmegen en in het hoofdkiesdistrict Tieldie gisteren zijn ingeleverd, op morgen 13 dezer zullen geopend worden. De heeren Vervoort, oud-voorzitter der Belgi sche kamer van afgevaardigden, generaal Renard en Picard, leden van het comité voor de in dit jaar te Brussel aangekondigde tentoonsteHing van voorwerpen, op de openbare gezondheidszorg en de redding van menschenlevens betrekkelijk, getuige van de gejaagdheid welke ik niet kou beheerschen, mij veel beleefdheid, en deed, toen hij op de hoogte van mijn toestand was gebracht, zijn best om mg in staat te stellen door den slaap aan den storm mijner gewaarwordingen te ont komen. Het gelukte mij den slaap te vatten, zoodat ik eerst bij het stilhouden van den trein ontwaakte. De oogen openende, zag ik dat de reizigers met hunne pakjes en zakjes uitstegen. Een onuitspre kelijke angst beklemde mij; ik wilde nog terug- keeren, ja als waanzinnig zou ik bijna door het venster gesprongen zijn. Tracht uwe tegenwoordigheid van geest te behouden, voegde de prins mij toe, mij bij den arm nemende; gij wordt bemind en hebt dus niets te vreezen. Bij die woorden liet hij den blik rondgaan en fluisterde mij in, dat de grootvorst er was. Zijn gemachtigde snelde op hem toe, zwaaide met zijn zakdoek en hield met een triomfeerende houding zijn hoed in de hoogte Die ezel Ik bleef roerloosmen moest mij helpen uitstijgen. Nikolaas drukte mij in zijne armen, zoodat ik zelfs den tijd niet had prins Esterhazy te groeten. De aandoening maakte den prins schier spra keloos, zoodat hij slechts eenige woorden in 't Russisch kon uitstamelen. Hg was bleek en zoo gejaagd dat hij het nommer van zijn rijtuig ver geten had; ware de koetsier ons niet tegemoet gereden, dan zouden wij den weg te Yoot hebben moeten afleggen. zijn te 's Gravenhage aangekomen en door den Belgischen gezant aan Z. M. den koning voor gesteld. Door den ijsgang is de scheepvaart in het Maaesluischo Scheur bemoeilijktin de Noord en op de Lek gestremdterwijl de Rheinische spoorweg tusschen Kleef en Zevenaar wegens het vele ijs op den Rijn heeft opgehouden te rgdeu. Tot griffier van de pvov. staten van Overijsel is met 26 van de 43 stemmen gisteren benoemd de heer G. D. Swanenburg de -Teye, commies, te Zwolle. De gemeenteraad van 's Gravenhage besloot gisteren eerst op voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen eener proef met het spoelstelsel te Scheveningen en vereenigde zich vervolgens met vier voorstellen, door den heer Fijnje in overleg met zes andere raadsleden opge maakt, welke luiden als volgt 1° Dat voor Scheveningen het spoelstelsel zal worden toegepast tot afvoer van keuken-, bad- en fabriekwater, en waaruit faecale stoffen zooveel mogelijk zullen verwijderd worden. 2° Dat aldaar het tonnenstelsel algemeen zal worden ingevoerd, te beginnen in de dicht ineen gebouwde en .onvermogende buurten. 3° Dat de herziening van het rioolstelsel voor 's Gravenhage dringend noodig wordt geacht in het belang van de openbare gezondheid, en dat een spoedig onderzoek voor het doen van een voorstel, met volledige ontwerpen, tot herstel van den ge- brekkigen toestand aan de zorgen van burgemeester en wethouders wordt aanbevolen. 4° dat er in afwachting van een stelselmatige verbetering van het rioolstelsel tijdige maatregelen worden genomen, om nog vóór den aanvang van het badseizoen in de behoefte te voorzien en daar mede onmiddellijk worde aangevangen. Inmiddels wordt het voorstel van de heeren van Stralen c. s. aanbevolen, waarin het aanleggen van een ijzeren buis wordt voorgesteld, die zuidwaarts van Sche veningen in zee zal uitloopen, benevens een riool voor den afvoer van het vuile water der badhotels, terwijl de afvoer van faeces zal plaats hebben door middel van waterclosets en waterdichte beerputten, met overstorting in genoemd riool. In een hoofdartikel van het Vaderland wordt, naar aanleiding van een opstel in de „Weten schappelijke bladen", de aandacht gevestigd op de bevordering van het misbruik van sterken- drank, welke het gevolg is van de onbeperkte toelating van kroegen en drankwinkels. Een Toen wij in het rijtuig zaten, kreeg ik mijne kalmte eenigszins terug. Nu zult ge me toch immers nooit meer ver laten? riep hij in vervoering uit. Ik blijf maar drie dagen hier, antwoordde ik, van mijne macht gebruik makende. Dat zal niet zijn! riep hijjop zulk een woesten toon uitdat ik er van verschriktewant ik achtte hem tot alles in staatindien hij mij weder verloor. Mijn verblijf te Weenen was weder een genot; wij wandelden gearmd door al de straten en mijne minste begeerten werden ingewilligd. Op die dagelijksche tochtjes bezochten wij ai de beziens waardigheden der groote stad. Op een avond toen wij in de opera de opvoering van de Traviata bijwoondenzag ik dat hij, bij het tooneel waar de twee gelieven scheiden, moeite had zijne tranen te bedwingen. Om ze te verbergen begaf hij zich naar het kleine salon, dat zich achter in elke loge van dien schouwburg bevindt. Ik wachtte eenige minuten, maar toen hij niet terugkwam, ging ik er ook heen en vond ik hem in kramptrekkingen op den vloer uitgestrekt. Ik dacht dat de herinnering aan zijne prinses hem zoozeer had aangedaan. Neenantwoordde hijmaar ik gevoel en voorzie dat wij weder gescheiden zullen worden. Dat is de reden van mijne ontroering. Ik trachtte hem gerust te stellen door de be tuiging dat ik hem nimmer zou verlaten en men den tijd niet te veel moest vooruitloopendaar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1876 | | pagina 1