N°. 10.
119« Jaargang.
12 Januari.
De postadministratie en liet
spaarbankwezen.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en. Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco ƒ3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Middelburg, tl Januari.
FETJILLETOlSr.
Eene Amerikaansche gelukzoekster
in Rusland.
4
COURANT.
Reeds verscheidene dagen is het koninklijk
besluit „regelende de medewerking der post
administratie tot inbreng van gelden in spaar
banken" in de werelden nog hebben wij in
geen enkel blad iets meer aangetroffen dan
eene bloote vermelding van het besluit, een
meer of minder volledig uittreksel der artike
len waaruit het bestaat, zonder eenige com
mentaar. Men zou bijna zeggen dat het besluit
niet iets nieuws is terwijl het eene nieuwigheid
is van groote beteekenis, een maatregel waardoor
voor het eerst in Nederland de deugd der
spaarzaamheid tot een onderwerp van staats
zorg gemaakt wordt.
Bedriegen wij ons nietdan is die schijnbare
onverschilligheid niets anders dan teleurstel
ling. Werkelijk verraadt deze zoogenaamde
invoering der „staatszorg" voor dat volksbelang
uiterst weinig dat op .zorg en belangstelling
gelijkt.
Welke nieuwigheden bevat het koninklijk
besluit? Als zoodanig is zeker niet te be
schouwen de bepaling dat men voortaan, op
plaatsen waar geen spaarbank gevestigd is,
voor een eersten inlegtegen betaling van het
gewone recht, een postwissel nemen mag aan
het adres van de spaarbank aan welke men
zijn geld wil toevertrouwenvoor zoo ver deze
zich aan de bepalingen van het besluit onder
worpen zal hebben. De spaarbank zendt, in
antwoord, een gefrankeerd inlegboekje.
Bij latere inlagen wordt op dezelfde wijze een
postwissel overgemaakt. Nu echter (hier komt
de „staatszorg" te pas) teekent de postbeambte
voor de ontvangst in het boekje, zoodat de
overzending van dit laatste niet noodig is, en
zendt de spaarbank bovendien een gefran
keerd bewijs van ontvangstwaarvan het
model door den minister moet worden vast
gesteld aan den inlegger.
9.
{Het Franseh van verre gevolgd
HOOFDSTUK VII.
Vervolg.)
Den dag na de opheffing van het kamp keerden
wij naar Pavlovsk terug en terwijl hij zijne op
wachting bij zijne moeder ging maken, begaf ik
mij naar mijn huisje. Daar vond ik mijne bediende
in de grootste ontsteltenis en binnentredende zag
ik dadelijk dat een aantal voorwerpen uit mijne
kamer verdwenen waren. Toen vernam ik dat
zij op last van den grootvorst waren weggehaald.
Ik zou boos geworden zijn, als het niet zoo be
lachelijk ware geweest. Geen schilderijen, geen
tapijten, geen bloemen meer; niets dan de zware
meubelen die tot dit gemeubeleerd verhuurde huis
behoorden
Ik liet de deuren sluiten, gaf last ze onder geen
voorwendsel open te doen en trachtte te slapen, maar
weldra werd er gescheld alsof er brand was, tegen
de ruiten geklopt en zulk een onuitstaanbaar ge
weld gemaakt, dat ik genoodzaakt was de deur
Voor het terug ontvangen van geld uit de
spaarbank is eene aanvraag noodig, waarvan
het model door den minister mede worjt voor
geschreven en waarvoor formulieren .tegen
betaling bij de postkantoren te krijgen zijn.
De aanvrage moet vergezeld gaan van een
blanco postwissel, (tot den gewonen prijs van
ili cent) op welken bij voorbaat reeds de noodige
frankeerzegels gehecht moeten wordendie
voor de remise van het geld noodig zullen
wezen.
Ziedaar, in het kort, al de bemoeiingen, die
aan de post-administratie worden opgelegd.
Is het wonderwanneer? ze bij allen, die sedert
langen tijd verwachtten dat onze regeering
eindelijkop voorbeeld van vele andere landen,
zich het spaarbankwezen zou aantrekken, te
leurstelling hebben opgewekt? Men mag toch
als zeker aannemen dat de voorspelling in een
opstel over „de staatszorg en voor het spaarbank
wezen" in de Economist van SeptemberOcto
ber jl., geuit dat maatregelen als de toen nog
door den minister van financiën toegezegde en
thans door hem ten uitvoer gebrachte„bij onze
toestanden weinig nut zouden stichten", be
waarheid zal worden.
Vergelijkt men de bepalingen, in het konink
lijk besluit vastgesteld, met de wetgeving om
trent hetzelfde onderwerp in andere landen
geldend, dan is het onderscheid voor ons land
beschamend. In Engeland werd reeds in 1860
de maatregel der postspaarbanken door het
ministerie-Gladstone op ruime schaal ingevoerd.
Een aantal van 155 minder solide particuliere
spaarbanken zijn dientengevolge van 1861 tot
1870 opgeheven. Dat niettemin de invoering
der staatszorg voor het particulier initiatief
niet doodelijk was, bewijst het feit dat in
1870 toch nog 496 particuliere spaarbanken,
met een bedrag van ruim 460 millioen gulden
aan deposito's van 1,384,756 inleggers, over
bleven en dat in de straks genoemde jaren
186170 nog 15 nieuwe spaarbanken werden
opgericht. De concurrentie der postspaarban
ken had dus alleen een einde gemaakt aan
het leven dier particuliere inrichtingen, welke
om de eene of andere reden door het publiek
niet goed vertrouwd werden.
Ook in andere landen is men voor de bena
deeling van het particulier spaarbankwezen,
de voornaamste tegenwerping van onzen minis
ter van financiën, niet beducht. De wet
te laten openen. 'tWas de grootvorst, die zich
op deze wijze aanmeldde. Ik stelde mij zeer ver
ontwaardigd aan en verzocht hem om opheldering
van zijn gedrag.
Zijn antwoord was, dat hij toen hij mij met de hit
ten voorbij zag rijden, gedacht had dat ik voornemens
was hem te verlaten, en daar hij wist dat ik bij
zonder aan zijne photographieën hechtte, had hij
per telegraaf last gegeven ze met en benevens
eenige andere kleinigheden weg te nemen; de be
dienden hadden hem echter niet begrepen, waren
daardoor zijne orders te buiten gegaan en hadden
eene algemeene opruiming gehouden.
Ik moest nu om de vergissing lachen, en lachte er
meer om dan hij. Den volgenden dag kreeg ik al de
verdwenen voorwerpen terugmet een fraai parel
snoer op den koop toe.
Zoo was hij. Wanneer hij inzag dat hij onge
lijk had gehad, trachtte hij dat door bewijzen van
welwillendheid te doen vergeten. Dit is aan de
geheele keizerlijke familie eigen. Er verkeert aan
het hof een zeer bekend Russisch graaf, die uit den
aard zijner betrekking veel in aanraking met den
keizer komt. Die groote mijnheer, die altijd veel meer
geld te betalen dan fe vorderen heeft, verzuimt
nooit, als hij door geldgebrek gekweld wordt, op
do eene of andere wijze den toorn van zijn sou-
veroin gaande te maken, wetende dat deze, hoe
zwaarder hij hem in zijne drift beleedigt, des te
vriendelijker en edelmoediger zal zijn, wanneer de
stilte op den storm volgt.
gevende macht in Italië verhief in April van
het vorige jaar een met zorg bewerkt wets
en verp tot wetwaarinop den grondslag
der Engelsche wetgeving, doch gebruik makende
van de daar en in andere landen sedert opge
dane ondervinding, mede het beginsel dei-
postspaarbanken gehuldigd werd. Toch bloei
den daar op dat oogenblik 278 particuliere spaar
banken, met een inlegfonds van 485 millioen
franken. De tegenwerping, aan de zorg voor
het particulier initiatief ontleend, werd daar
dan ook met kracht tegen het regeerings-
ontwerp ingebracht, doch zegevierend weder-
legd, o. a. door den afgevaardigde Luzzatti,
die verklaarde dat de bestuurders der groote en
solide spaarbanken daar, evenals in Engeland,
met den maatregel ingenomen waren. „Boven
dien voegde hij er bijwaar het de
bevordering van het goede geldt, heeft het
woord concurrentie geen zin."
Ook in België is het spaarbankwezen reeds
sedert verscheidene jaren een onderwerp van
staatszorg," en heeft het in het afgeloopene
jaarin nieuwe bepalingendoor de ondervin
ding als nuttig aangetoond, betreffende den
inkoop van inschrijvingen op het grootboek
der nationale schuld, zoodra de ingebrachte
spaarsom zeker bedrag overschrijdt, van die
zorg nieuwe bewijzen ontvangen.
In Frankrijk worden sedert 1829 de spaar-
bankgelden bij het rijk gestort, zoodat daar
eene soort van rijks-spaarbank bestaat. Dat
dt pogingendit jaar aangewend omeven
als de minister van der Heim voor Nederland
bedoeldede postadministratie als agent
bij het overmaken der gelden te doen optreden,
in de Fransche nationale vergadering hebben
schipbreuk geleden, verandert niets aan de
waarheid dat ook Frankrijkten opzichte dei-
staatszorg voor het spaarbankwezenNederland
vooruit is.
Zelfs binnen de grenzen, welke onze regee
ring zich steldehad zijmeenen wij meer
kunnen doen dan zij gedaan heeft. Zoo vinden
wij in de Italiaansche wet, tot bevordering
der zoo nuttige schoolspaarbanken bepalingen,
welke zonder moeite in het koninklijk besluit
hadden kunnen opgenomen worden, indien het
den minister te doen ware geweest om werke
lijk aan het spaarbankwezen zijne „zorg" te
wijden. Scholen en instellingen van onderling
hulpbetoon, zoo bepaalt de Italiaansche
HOOFDSTUK VIII.
EENE BUITENIANDSC1IE BEIS.
MIJNE WEG
VOERING.
TEBUGKEEB TE WEENEN.
Den 12en Augustus 1872 vingen wij eene groote
reis aan, om Weenen, Italië, Griekenland en Egypte
te bezoeken. Ik moest met den trein van 12 uren
op den dag vertrekken en de grootvorst zou mij
met zijne moeder met den trein van 5 uren
volgen. Te Warschau zouden wij elkander af
wachten.
Bij het maken van onze schikkingen had ik hem
verzocht mij een dag vroeger of een dag later op
reis te laten gaan, teneinde geen opzien te baren;
maar hij wilde er niet van hooren en ik had even
goed kunnen beproeven een steenen beeld te ver
murwen.
Ik moest dus vooruitgaan, ofschoon ik mij vrij
ongesteld gevoelde, en kwam den volgenden
Maandag te 6 uren te Warschau aan. Ik kende
die plaats slechts bij naam en was nieuwsgierig
die oude hoofdstad der Jagellonen te zien.
Zij mag zeer sohoon genoemd worden en het
paleis Lazienki is zelfs bewonderenswaardig. Het
is eene soort van Trianongebouwd voor de
maitressen der onderkoningen van Polen. Verder
bezichtigde ik de gedenkteekenenkazernen enz.,
doch het kwam mij voor, dat er meer Israëlieten
dan Polen te zien waren.
Van Warschau gingen wij naar Dresden door,
waar ik het beroemde schilderijenmuseumde we
reldvermaarde verzameling van porseleinen enz. zag.
wet, kunnen collectieve spaarbank
boekjes hebben, waarin op aanwijzing der
h#ofdpnderwijzws of directeuren inschrijvingen
ten name der scholieren of leden kunnen ge
schieden. Het drukwerk enz.voor die inschrij
vingen benoodigd, wordt kosteloos door den
staat verstrekt. En ofschoon ook daar de
onzuinige tegenwerping, (wij meenen ze ook
in ons land reeds gelezen te hebben) gemaakt
werd dat het sparen der kinderen gierigheid
bij de volwassenenzal kweeken, werd de
bepaling in de wet met groote meerderheid
aangenomen. Het komt ons voor dat een
voorschrift in dien geest ook met het nu door
den heer van der Heim geprovoceerde besluit
niet onvereenigbaar enal ware het slechts
als blijk van belangstelling in de schoolspaar
banken, wenschelijk ware geweest.
Van hoeveel belang deze laatste inrichtingen
overigens zijnbehoeft naar onze meening,
nauwelijks betoog. Het sparen, dat er bij
onze volwassen werklieden zoo moeilijk in wil
(het storten van sommen beneden den gulden
is, volgens de ervaring der spaarbank-direc-
tiën, eene zeldzaamheid) kan op jeugdigen
leeftijd aangeleerd worden. Op de school werkt
het goede voorbeeld, de naijver aanstekelijk.
De Gentsche leeraar Laurent heeft sedert 1866
het sparen op alle scholen zijner woonplaats
weten in te voeren en na dien tijd heeft het
overal in België navolging gevonden. Te Rot
terdam werd in den tijd van hoogstens 18 weken
op zes diaconie-bijzondereof armenscholen
door 688 kinderen ƒ838,10 in de spaarbank
gebracht. Wie durft beweren dat het sparen,
op die manier als kind geleerd, door velen
hunner niet als mannen en vrouwen voortge
zet zal worden?
Onze regeering heeft echter ten opzichte der
schoolspaarbanken eene volkomene onverschil
ligheid in acht genomengelijk zij in het alge
meen bij hare regeling meer den schijn op
zich geladen heeft zich van het onderwerp dat
bij iedere staatsbegrooting terug kwam en
waaromtrent zij reeds herhaaldelijk toezeggin
gen had gedaan, te willen „afmaken," dan
het spaarbankwezen werkelijk tot een punt
van staatszorg te verheffen. Wij hopen dat
de leden der tweede kamer de zaak hiermede
echter niet als „afgemaakt" zullen beschouwen.
Van de tegenwoordige regeering schijnen, zon
der dringen en drijven, niets dan halvemaat-
Uit Dresden kwam ik te Weenen, mij reeda
zeer goed bekend, en dat na Parijs de levenslus-
tigste stad van Europa is. De grootvorst had van
zijn dokter den raad ontvangen zich in het belang
zijner gezondheid in den omtrek van Weenen te
vestigen. Het was een bekoorlijk oord, waar alle
klassen der maatschappij vertegenwoordigd waren.
Alles voorspelde mij een aangenamen zomermaar
mijn ongelukkig gesternte wilde het anders.
Op een dag toen ik alleen eene wandeling deed
en, den algemeenen weg verlatende, een zijpad
had ingeslagen, zag ik op eens eene mannelijke
gestalte op den rugdie mij niet onbekend scheen,
en naast dien rug op eene bank zittendeeen zeer
schoon, maar zeer onzindelijk en slecht gekleed
Hongaarsch meisje. Hare handen omvatten die van
een mandie ik meende dat mij alleen toebehoorde.
Ik spitste mijne ooren om hun gesprek op te
vangen en, ondanks mijne geringe kennis van het
Duitsch, hoorde ik dat zij haar naam en woon
plaats opgaf. Toen stond mijn edele heer en
meester op (want hij was het wel degelijk) en
nam van zijne nieuwe vriendin afscheid.
Daar hij afgesproken had mij met zijn rijtuig
te komen afhalen, keerde ik ijlings huiswaarts,
maar doodsbleek en met een verslagen hart. Zoo
dra mijn trouwelooze verscheen, bevond hij zich
tegenover eene vrouw, zoo verwoed als de jaloezie
iemand maken kanik nam de moeite niet mijne
gevoelens te verbergenzooals ik later leerde
doen. Er volgde een verschrikkelijk tooneel
hij noemde mij verscheidene malen spion en voegde