Handelsberichten.
Verkoopingen en Aanbestedingen.
Thermometerstand.
Gemeenteraad van Vlissinge'n.
Gemeenteraad van Goes.
BUITENLAND,
Algemeen Overzicht.
Egyptische brieven.
Graanmarkten enz.
Prijzen van effecten.
uit Batavia aangebracht, gelost werd, toen een
sjouwerman plotseling uit de rij kanassers, die op
de kade waren geplaatst, drie groote slangen zag
te voorschijn komen, die haastig naar do daarbij
gelegen pakhuizen kropen. De werkzaamheden
tot het lossen van het schip werden dadelijk ge
staakt, om de gevaarlijke dieren op te zoeken en
te dooden. Er werd spoedig raad gevonden. Men
vergiftigde eenige duiven met strychnine en wierp
ze vervolgens de slangen toe. Iwee van deze
schoten op den lekkeren kost toe en waren spoe
dig dood. De derde slang is echter nog niet
gevonden.
Gisteren is alhier te koop aangeboden ren huis
en erve, ingericht voor ijzersmederij, in de Lange
Giststraat, wijk F n°. 201, groot 98 ce: ''aren.
Verkocht voor ƒ2200.
5 Jan. 's av. 11 u. 26 gr.
6 's morg. 7 u. 28 gr. 's midd. 1 u. 30 gr.
's av. 6 u. 22 gr.
verbetering.
In het verslag der zitting van jl. Maandag staat,
dat de heer Callenfels zou gezegd hebben, dat
de „Frans Naerebout" is een oorlogschipook
al had het geen geschut aan boord. Genoemde
heer verzoekt ons te melden dat dit niet juist
is. Hij beschouwt dat schip in den regel niet
als een oorlogschip, maar hij heeft bij de debat
ten de vraag gesteld„Zou de „Frans Naere
bout", in dienst en ten gebruike van het Ned.
loodswezen, onlangs tijdelijk onder het bevel van
een officier der marine geplaatst, toen geen oor
logschip geweest zijn als het niet zulk afdoend
geschut aan boord had gehad, en vertoont ook
dat vaartuig niet gespleten wimpel alléén als de
kapitein-luitenant ter zee inspecteur van het loods
wezen te Vlissingen aan boord is?
Waar overigens ter bedoelde plaats gesproken
wordt van vlag moet gelezen worden gesple
ten wimpel.
verbetering.
In het gisteren opgenomen verslag der zitting
van Woensdag staatdat de motie van den heer
Fransen van de Putte, betreffende de uitvoering
van het besluit omtrent de conversieis ingetrok
ken door den voorzitter. Dit moest zijndoor
den voorsteller.
Meer en meer begint Frankrijk geheel op te
gaan in den verkiezingsstrijd; alle handelingen
hebben daarop betrekking, alle bladen zijn er vol
van. In den ministerraaddie Dinsdag werd
gehouden, is sprake geweest van een circulaire, die
door den heer Buffet aan de prefecten zal wórden
gezonden met het oog op de verkiezingen. Daar
dat document nog niet gereed is en eerst heden
zal worden vastgesteld heeft men zich aanvan
kelijk bepaald tot de bespreking der beginselen,
en de heer Dufaure moet daarbij eenige opmer
kingen hebben gemaaktdie de vice-president
van den ministerraad verklaarde ter harte te zullen
nemen. Hij is voornemens zijne denkbeelden om
trent de officieele candidaturen voor de prefecten
te ontwikkelen.
Terwijl de dagbladen zich nog bepalen tot het
bespreken van algemeene beginselenin afwach
ting van de polemiek over de personen der te
stellen candidaten, beginnen deze hunne geloofs
belijdenissen af te kondigen. Merkwaardig is de
taal van de Bonapartistische candidaten. Allen
stemmen hierin overeendat het gezag van maar
schalk Mac-Mahon moet worden gesteund en men
zich moet onderwerpen aan de wetten des rijks,
maar zij eischen ook allen voor het volk de toe
passing van de bepaling der constitutie betreffende
hare herziening. De Bonapartisten van alle nuan
ces zijn het volkomen eens ten aanzien van het
beroep op het volk en verlangen dat de natie door
een plebiscit uitspraak zal doen over haar lot.
Alles wat sedert den vijandelijken inval is ge
schied; de vervallenverklaring van Napoleon III,
de proclamatie der republiek en de constitutie van
25 Februari beschouwen zij als daden van brutaal
geweld, waarvoor men moet bukken, omdat het
niet anders mogelijk is, maar die zoo spoedig
mogelijk ongedaan moeten worden gemaakt. Het
is niet anders: de Bonapartisten prediken den
burgeroorlog, en zoo de minister van binnenland-
sche zaken ook met blindheid geslagen isde
zaak is te duidelijkdan dat de natie haar niet
zou inzien. Tegenover de heftigheid van de Bonapar
tisten en andere conservatieve groepen gaan de con-
stiiutioneelen met bezadigdheid te werken het is
waarschijnlijk dat zij ook bij de verkiezingen dezelfde
gematigdheid in taal en handelingen zullen handha
ven, waardoor zij zich in den laatsten tijd zoo gunstig
hebben onderscheiden en die ongetwijfeld niet
weinig heeft bijgedragen tot de overwinningen
welke zij hebben behaald.
Ook bij de verkiezingen in de departementen
zal tusschen de verschillende gevolgen der linker
zijde de overeenstemming blijven bestaan die bij
de senaatsverkiezingen in de nationale vergadering
heeft geheerscht. Zij hebben sechts éen candi-
datenlijstdie door alle kiescolleges zal worden
aangenomen. Dit is zelfs zóo sterk, dat de ge
avanceerde republikeinen niet alleen de candidaten
van het linkercentrum steunen, maar hen zelfs op
den voorgrond stellen. Door deze taktiek worden
de beschuldigingen van den heer Buffet omtrent
de radicale beginselen van de linkerzijde volkomen
gelogenstraft, en zullen de oogen geopend worden
voor de ongegrondheid van zoodanige taal. De
tot nogtoe verschenen programma's van de repu-
blikeinsche candidaten ademen allen denzelfden
zeer constitutioneelen geest en zijn gebaseerd op
dezelfde beginselen: krachtige en welgemeende
ondersteuning der regeering van maarschalk Mac
Mahon, bevestiging der republiek, verbetering en
nadere versterking van de republikeinsche instel
lingen ingeval van een herziening. Men beweert,
dat de heer Buffet zich met deze constitutioneele
beginselen niet kan vereenigen en reed3 onderhands
aan de prefecten last heeft gegeven om de can-
didatenlijstcn van de rechterzijde en het recht-
ercentrum te steunen, en ingeval deze in hun
departement niet mochten bestaan dan de voor
keur te schenken aan de Bonapar.tistische can
didaten boven die der republiekeinen, die zij,
zelfs de meest gematigdenmoeten bestrijden.
Indien dit waar is, dan is het te hopen, dat de
permanente commissie een bewijs zal geven van
het gezag waarop de heer d' Audriffet Pasquier
meent dat zij aanspraak kan maken.
De nota van graaf Andrassy zal nog wel eenige
dagen aanleiding geven tot verschillende commen
taren en allerlei juiste en onjuiste berichten. In
strijd met hetgeen gisteren is medegedeeld omtrent
de kennisgeving der Fransche regeering aan de
Engelsche dat Frankrijk ten aanzien van de nota
in overeenstemming met Engeland wilde handelen,
meldt de Times naderdat de Fransche regeering,
onmiddellijk na het ontvangen der nota, zonder
eenige reservehare adhaesie daarmede zou hebben
te kennen gegeven. Dit bericht zoo wordt
daarentegen uit Parijs getelegrapheerd is in ieder
geval voorbarig, want de onderhandelingen worden
te Konstatinopel nog voortgezet. Omtrent den
inhoud der nota verzekert de Times, dat graaf An
drassy nog geen enkel definitief voorstel heeft
gedaan om de uitvoering der in te voeren hervor
mingen te controleeren. Dit klinkt althans wel
eenigszins zonderling, daar het toch juist op de
waarborging van nauwgezette uitvoering der voor
stellen aankomt. De Porte is licht geneigd te
beloven wat men van haar verlangtmaar op
het doen komt het eigenlijk aan.
Hernani heeft eenige verlichting gekregendaal
de Carlisten de artillerie waarmede, zij de stellin
gen rondom die stad bezet hieldenhebben terug
getrokken. Het bombardement van Guetaria wordt
echter met kracht voortgezetdoch het is gelukt
van de zeezijde levensmiddelen en versterking voor
hot garnizoen binnen de stad te brengen. Generaall
Quesada is weder uit Madrid naar het leger van
het noorden vertrokken.
VIII.
Caïro20 December 1875.
In de laatste drie jaren hield koning Johannes
van Abyssinië geene goede nabuurschap met de
onderdanen van den khédive Ismailzeer ten
nadeele van den handel tusschen beide volken,
die weldra geheel stilstond, toen zijne zwarte
majesteit aan alle Egyptenaren het verblijf in zijn
land verbood en zijn rijk voor alle verkeer met
vreemdelingen, ook van die zijde, sloot. Dit
strookte geenszins met de plannen van den Egyp-
tischen monarchdie overal nieuwe wegen voor
den handel zoekende, niet te vreden met de aan
winst van den Doefoer en kordofanwelke minne
lijke annexatie uitsluitend om commercieele belan
gen was beproefd, misschien ook daardoor den
argwaan van zijn koninklijken buurman had opge
wekt. Eeeds in den zomer liepen hier het gerucht,
dat een oorlog onvermijdelijk was, die echter geens
zins annexatie van dat koninkrijk beoogde, maar
waartoe Egypte tot handhaving der integriteit van
zijn grondgebied was genoodzaakt, welke omstandig
heid tevens een geschikt voorwendsel zoude zijn om
den sultan, wanneer deze tot het dempen van den
opstand in de Herzegowina hulptroepen van zijn
vasal mocht vorderen, de onmogelijkheid om daar
aan te voldoen te doen inzien, daar hij zeifin zijn
eigen rijk al zijne heirscharen noodig had. Er
bleef ook geen andere uitkomst over, toen in de
maand Juli een vijandelijke krijgsmacht op de
grenzen des lands was verschenen, de weerlooze
bevolking voor zich uitdrijvende, die, voor den
overmoed en de roofzucht der ruwe benden be
ducht, die vriend nog vijand spaarden, op het
Egyptisch grondgebied bescherming kwam zoeken.
Dezerzijds bepaalde men zich eerst tot het verster
ken der zwakke garnizoenen aan de grenzen en
nam men eene defensieve houding aan, welke
echter niet voldoende was om den vijand ontzag
in te boezemen, die door zijne strooptochten den
landzaad bleef verontrusten. Éindelijk werd dan
ook tot eene militaire expeditie besloten, die voor
lopig uit drieduizend man met twee batterijen
geschut zoude bestaan, met last om de grenzen
des lands te zuiveren en de herhaling van verdere
vijandelijkheden te voorkomen. De leiding daar
van werd opgedragen aan den kolonel Arentrup,
vroeger in Deenschen dienst, en Arakel-beij, de
gouverneur van Massoua, terwijl graaf Zichy, een
Oostenrijker, den tocht als vrijwilliger medemaakte.
Nauwelijks was dit legertje in de maand October
op het bedreigde punt aangekomen, of de vijand
trok zich zonder slag of stoot in het landschap
Harnassin terug. In de helft van November werd
een gedeelte der troepen aan de grenzen achter
gelaten en trok kolonel Arentrup met tweeduizend
man naar Adoua, meer binnenwaarts in het land
gelegen, om er een verdrag met den koning of
de rijksgrooten te sluiten.
Doch nog voor zij de stad hadden bereikt en
zonder dat zij op hunnen marsoh eenen enkelen
vijand hadden ontmoetwerden zij onverwachts
in het holle van den nacht door het gros van het
Abyssinische leger overvallen. De kleine hoop
bood dapperen wederstand de kolonel Arentrap
en de gouverneur van Massona vielen als de eer
ste offers van den ongelijken kampweldra had
men geen amunitie meerherhaalde malen werd
met de bajonet gechargeerd, maar ten laatste
was voor de verzwakte gelederen verdere weder
stand onmogelijk. De wanhopige strijd had reeds
aan alle officieren het leven gekostslechts twaalf
man ontkwamen aan de slachting.
Het bloedig gevecht had van des nachts een uur
tot den volgenden avond geduurdhet aantal der
gesneuvelden van de zijde der Abyssiniërs wordt
op vele duizenden begroot, waaronder de opper
bevelhebber des legersde vizier des konings, de
gouverneur van de stad - Adoua die van het land
schap Hamassin en andere aanzienlijken des land.
Door deze zegepraal overmoedigdtrok de
koning zelf, aan het hoofd van een talrijk leger,
uit voetvolk en ruiterij bestaandenaar de grens
vesting waar zich het andere detachement der
Egyptische troepen bevond die tot overgave wer
den gesommeerd. Hieraan werd niet voldaan bij
gemis van paarden werd het geschut, dat men
niet konde medenemen, vernageld en trok de be
zetting onder aanvoering der inlandsche officieren,
terug naar Massoua, eene havenstad aan de Eoode
zee.
Het bericht dezer nederlaag heeft natuurlijk, vooral
in de residentie, groote sensatie verwekt; het lot
der gesneuvelde officieren vond algemeene deel
neming: voor hun achtergelaten betrekkingen is
op onbekrompen wijze gezorgd; de khédive heeft
onder anderen de opvoeding der beide zpnen van
den kolonel Arentrup voor zijne rekening genomen.
Dadelijk zijn uitgebreide maatregelen beraamd om
den overmoedigen vijand te tuchtigen en den dood
der dapperen bloedig te wreken. Een nieuwe
expeditie, sterk twintigduizend man, is in allerijl
georganiseerd en met den mcesten spoed naar het
tooneel des oorlogs vertrokken. De derde zoon
van den khédive, prins Hassan, die zijne militaire
opleiding te Berlijn heeft gekregen en een officiers
rang in het Pruisische leger bekleedt, is met toe
stemming van den keizer-koning onmiddellijk terug
gekeerd, vergezeld van eenige Pruisische officieren,
die met hem den veldtocht zullen medemaken,
waarvan de leiding is toevertrouwd aan Eatip-
pacha, den generalissimus der Egyptische strijd
krachten, terwijl aan het hoofd van den staf de
Amerikaansche generaal Loring staat en een aan
tal Europeesche officieren van allerlei natiën,
waaronder ook een Belgisch artillerie-officier, aan
den tocht deelnemen.
Allen zijn met de meeste geestdrift vertrokken,
bezield met een heiligen ijver om de krijgsmanseer
en die van Egypte te herstellendat in diezelfde
streken ook een ander smartelijk verlies had ge
leden in don persoon' van den geleerden Munzinger-
pacha, een Zwitser in Egyptischen dienst, die zich
reeds jaren lang in Abyssinië had opgehouden,
en kort te voren met vrouw en kinderen op wreede
wijze door eigen gevolg was vermoord.
Wat d6 uitrusting betreft van het Egyptische
leger, deze wordt door deskundigen zeer geroemd,;
geschut en geweren zijn van de nieuwste vinding.
Nog altijd bevindt zich hier de heer Eeminengson,
die voor vijf en twintig duizend pond sterling
geweren aan de regeering heeft geleverd; ook
Friedrick Krupp heeft hier zijn vasten agent. En
toch wordt niet zonder reden aan een spoedigen
en gunstigen afloop van dezen oorlog getwijfeld
die in elk geval der Egyptische schatkist ontzet
tende sommen zal kosten, zonder veel voordeel
j
daar evenmin aan blijvende bevrediging van bet
hooghartige volk, dat zich niet weinig op zijne zoo
genaamde belijdenis van den Christelijken godsdienst
laat voorslaan, kan worden gedacht als aan voort
durende bezetting van het met bergen en wouden
doorsneden land. In ieder geval moet de expeditie
zijn geëindigd voor de maand Februari, wanneer
alle militaire operaties door de hevige tropische
regens onmogelijk worden.
De door Engeland aangekochte aandeelen in de
Suez-maatschappij zijn reeds afgeleverd. Harer
majesteits transportschip Malabar nam den 18™ de
zer den papieren schat, in vier kisten geborgen,
te Alexandrië aan boord en zette dadelijk de reis
naar Portsmouth voort. De wijze en voorwaarden
waarop door den khédive de daartoe betrekkelijke
leening is gesloten, die tot zooveel verschillende
opvattingen en beschouwingen aanleiding heeft
gegeven, worden thans algemeen goedgekeurd
naar aller oordeel is het vrij wat verkieselijker,
dat zulk een aanzienlijk aantal aandeelen in plaats
van te zijn overgegaan in handen der Banque
Anglo-Egyptienne of wellicht in die der kanaal
maatschappij zelve, in het bezit zijn gekomen van
eene mogendheid als Groot-Britanniëdat beter
dan de Porte, aan welke die taak is opgedragen,
bij machte zijn j zal om ten allen tijde de onbe
lemmerde vaart op het kanaal te handhaven, waar
van lieverlede het scheepsverkeer zeer is toegeno
men. Op den 15en dezer waren er zelfs -zeven en
twintig stoomschepen tegelijk in het kanaal, wat,
behalve bij de feestelijke opening in 1869 nog
nooit was gezien. Als eene andere heugelijke bij
zonderheid kan ik meldendat ook thans de Neder-
landsche vlag te Suez wappertzij is er voor het
eerst geheschen den 23™ der maand October door
den pas benoemden vice-consul, den heer Mahorcicli
die, tevens ^gent van den Oostenrijk schen Lloyd
en van dek que Ottomane, daar gunstig schijnt
bekend te staan.
De regeling harer financiën wordt in den laat
sten tijd door do Egyptische regeering meer dan
ooit ter harte genomen op verzoek van den khé
dive is daarmede eene Engelsche autoriteit in dat
vak, het parlementslid sir Stephen Cave, belast, die
in zijn vaderland de gewichtige betrekking van
thesaurier-generaal bekleedt. Onlangs hier aange
komen is hij met de meeste onderscheiding ont
vangen als gast van den khédive, die voor hem
en het verdere uit Engeland medegebrachte perso
neel een gedeelte van het paleis Kasr-el-Noesa
aan den weg naar Shoetoz beschikbaar heeft
gesteld. In datzelfde paleis, waar ook vroeger
de prins van Wales met zijn gevolg logeerde,
heeft mede zijn intrek genomen de Perzische prins
Merza Terhud-kan, oom van den schach, die be
halve door zijne grootdignitarissen en een uit
achttien personen bestaand dienstpersoneel, door
zijnen harem wordt gevolgd. Hij begeeft als pel
grim zich naar Mekka, doch de harem blijft hier,
die ook haren hefer en meester niet heeft begeleid,
toen deze in de opera de voorstelling heeft bijge
woond van de Eobert-le-diable, die hem echter
niet zoo sterk heeft geboeid als het daarop ge
volgde, prachtig gemonteerde ballet Flick-et-Flock
van Taglioni.
Alle logementen te Caïro zijn thans vol; behalve
eene menigte toeristen, meestal Engelschen, Ame
rikanen Duitschers en een paar Nederlanders, vindt
men er ook velendie met een diplomatiek karak
ter zijn bekleed of een wetenschappelijk doel
beoogen. De markies d'Audiffret Pasquierzoon
van den voorzitter der nationale vergadering, en
de prins de Broglie behooren tot de laatsten; zij
zijn naar Opper-Egypte vertrokken om er den
vicomte de Choizeul op zijne ontdekkingsreizen
te volgen. Sir Bancroft Davisde gezant der
Vereenigde staten van Noord-Amerika te Berlijn, is
na een verblijf van zes weken, gedurende welke
hij op kosten van den khédive eene reis langs de
Nijl heeft gemaaktnaar Europa teruggekeerd en
is thans opgevolgd door zijnen ambtgenoot te Parijs
sir Washburnedie gedoodverfd wordt als de
aanstaande president der republiek in de plaats
van president Grant, die, dezen zomer moetende
aftreden, niet zal worden herkozen. Koning Leopold
van België zond onlangs den minister van staat
de Yaux met doctor de Koepler, die beidpn met
Oostersclie gastvrijheid door den khédive zijn ont
vangen. Onder de toeristen telt men weder de
beide prinsen van Eeuss en meerdere vreemde
lingen van rang.
Voor hen, die dan ook niet door een langdurig
verblijf in Egypte zijn verwend, is er in den win
ter klimaat en temperatuur ajleraangenaamstbij
een doorgaans altijd blauwen hemel met helderen
zonneschijn wijst de thermometer van Fahrenheit
zelden meer dan 74 graden buiten en 88 graden
binnenshuis des morgens echter daalt hij soms
tot 42. Eerst om half zes wordt het donkeralles
is groen als in den zomerregen en wind behoo
ren, althans te Cairo, tot de zeldzaamheden.
Gent, 7 Januari. Eoode en witte tarwe ad
100 kiio op staal fr. 25.75; rogge op staal
fr. 17.gerst fr. haver fr. 23.50; boek
weit fr. 16 50; paardenboonen fr. 19.75; kool
zaad fr. 43.lijnzaad fr. 36.lijnkoeken
fr. 29.50; koolzaadkoeken fr. 22.boter
fr. 3.50 per kilogrameieren fr. 3.80 per 26 stuks.
Amsterdam, 7 Januari. Eaapolie op zes weken
f 40j Lijnolie 29.
Vlissingen, 7 Januari. Boter ƒ1.30 a 1.15
Eieren 5.60 a fper 104 stuks.
Amsterdam, 7 Januari.
Nederl. Certific. Werkelijke schuld. 2£ pet. 62J
dito dito dito .3 „75
dito dito dito 4 100&