-N°. 5. 119e Jaargang. 1876.
6 Januari.
Donderdag
Advertentiën20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels ƒ1,50;
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Middelburg, 5 Januari.
Het Oude en het Nieuwe Jaar.
xv.
Benoemingen en besluiten.
IUIDDELBURGSCHE COURANT.
Wenden wij, na dit overzicht va,n hetgeen
in de grootste staten voorviel, den blik tot
ons vaderland, dan mag erkend worden dat
het tegenwoordig oogenblik ons meer stof tot
tevredenheid oplevert, dan heden vópr een
jaar voorhanden was. De arbeid door de
wetgevende macht verricht, is inderdaad uit
gebreid genoeg geweest om ons tot soberheid
te nopen.
Onder ongunstige voorteekenen begon het
jaar. Thorbecke's standbeeld was nog zoekend
naar eene plaatsdoor eene spitsvondigeuit
vlucht van den minister Heemskerk opnieuw
tegengehouden. Het vaderlandslievend aanbod
van de hoofdstad des rijks verzekerde ten laatste
aan het gedenkteeken eene eereplaats welke,
hopen wij, bij het nageslacht de hinderpalen
zal doen vergeten, in onzen tijd aan de ver
eering van den grooten doode in den weg gelegd.
De benoeming van een op staatkundig ge
bied onbekend diplomaat tot opperlandvoogd
onzer Oost-Indische bezittingen was niet ge
schikt om de nevelendie over den aanvang
van het jaar hingen, te doen optrekken en
blijft, ofschoon de heer van Lansberge tot
dusverre niets gedaan heeft om het bij zijn
optreden omtrent hem gekoesterd wantrouwen
te vergrooten, eene reden tot bezorgdheid.
Korten tijd daarnaondervond de liberale partij
de teleurstelling dat hare inzichten omtrent de
koffie-cultuur op Java, welke eene ruimere
opvatting van onze plichten als koloniale mo
gendheid op den voorgrond stelden dan het
uitsluitend voortbrengen en verkoopen van de
meest mogelijke koffiedoor de meerderheid
der tweede kamer verworpen werd. Over de
sedert lang aanhangige herziening der kies
tabel eindelijk kon de vertegenwoordiging het,
in deze eerste maanden van hare werkzaam
heid, andermaal niet eens worden.
Doch naarmate het jaar voortschreed, kwam
er in het staatswerktuig meer gang. Door de
verbetering van de pensioenen der zeeofficieren
werd eene sedert lang bestaande onbillijkheid,
die op den duur ons zeewezen met bederf
dreigde, hersteld. Een wetgevende arbeid van
grooten omvangde wet regelende het toezicht
op den dienst der spoorwegenwerd ten einde
gebrachtondanks den tegenstand van alle
spoorwegmaatschappijen, gesteund door vele
leden der liberale partij, die niet zonder be
zorgdheid eene wet van zooin vele opzich
ten draconische gestrengheidder regeering
in handen gegeven zagen. Eene wet tot voor
koming van hondsdolheid werd mede aange
nomen, doch kon het Staatsblad niet bereiken
dan nadat zij van hare meest doortastende
voorschriften ontdaan was. Ook voor de re
geling van ons sedert geruimen tijd in het
onzekere verkeerend muntstelselwerd een
beslissende stap gedaan door de invoering
van de gouden muntwelke naar wij ver
wachten nog in dit jaar door eene blijvende
regeling, gepaard aan eene betere bewerking
der „gouden tientjes", gevolgd zal worden.
Vermelden wij ten slotte nog de aanneming
der wet tot amortisatie van schuld, door welke
alweder tien millioen ongebruikt liggend geld
in veiligheid gebracht werd, alsmede het toe
staan van een crediet voor de voorbereidende
werkzaamheden der in het verschiet liggende
droogmaking van het grootste deel der Zui
derzee dan zijn wij aan het einde gekomen
van het eerste tijdperk van den wetgevenden
arbeid in dit jaar.
De verkiezingen van den 8en Juni, door
Middelburg niet zonder een gevoel van schaamte
te herdenken, doch door de latere verkiezing
van mr. G. A. Fokker althans ten deele weder
goedgemaakt, gaven aan de liberale partij
in de kamer eene niet onbelangrijke verster
king, maar waren vooral daarom van gewicht
dewijl, scherper dan te voren, de vraag vóór
of tegen de neutrale openbare school gesteld
en, met uitsluiting van alle middeltermen, door
de meerderheid der stemuitbrengende kiezers
met een beslissend voor beantwoord werd.
Eene korte kamerzitting in het warmste van
den zomer leidde tot geen noemenswaardigen
uitslag.
Na de hervatting der werkzaamheden door
de nieuive kamer in het najaar' ging het beter.
De eerste stap tot verbetering onzer rechterlijke
organisatie werd gedaandoor vermindering
van het aantal gerechtshoven tot op de helft,
een stapdie in de rechterlijke wereld over
het algemeen goedkeuring vond en ook dooi
de wijze waarop zij in het laatst des jaars tot
uitvoering kwam, haar ontwerper, den minis
ter van justitie tot eer strekte. Vervolgens
bereikte het wetsontwerp tot aanleg van staats
spoorwegen, na eené leerzame reis langs aller
lei hindernissen en lotgevallen, de haven van
het staatsblad. Leerzaam waren die lotge
vallen vooral daaromomdat men er uit zien
kon hoe de liberale partij, zelfs niet aan het
bestuur zijnde, eene regeering van andere rich
ting op den weg van vooruitgang kan doen
voortschrijden. Een wetsvoorstel van vijf libe
rale afgevaardigden gaf der regeering een
prikkelwees haar den wegen werd ten
slotte door haar, schier onveranderd, als wets
ontwerp voorgedragen.
Ons bepalende tot datgene wat voor de
natie eenig practisch gevolg gehad heeft,
herinneren wij slechts volledigheidshalve aan
de debatten over het verbieden van een onbe
duidend tooneelproduct door den waamemenden
burgemeester van 's Hertogenboschwaarbij
duideiijk uitkwam dat zoo min onze vertegen
woordiging als ons volk met. dergelijke lands-
vaderlijke inmenging in zijne amusementen
gediend isalsmede aan de lang gerekte
woordenwisseling over de overeenkomst, waarbij
de Rijnspoorwegmaatschappij van hare verplich
ting om te Rotterdam aan te sluiten ontheven
werd. Ofschoontot ons genoegen niet tot
een ministerieel doodvonnis leidendewas
echter dit debat nuttigdewijl het ministerie
er op gevoelige wijze door herinnerd werd aan
de waarheid dat in een constitutioneel land,
de waarborgenin het onafhankelijk oordeel
zijner vertegenwoordiging aan het volk gege
ven niet ongestraft geschonden mogen worden.
Met deze werkzaamheden was men tot de staats-
begrooting genaderd. In den strijd die daar
over gevoerd werdliet de minister van oorlog
de tweede dien dit jaar gezien had
het leven. Overigens was voor alle ministers
de eindstemming eene overwinning. Grooter
was echter nog de zegedoor de liberale
partij ook hier weder aan hare roeping
als regeerende partij getrouwbehaald door
de aanneming van de door den heer Moens ge
dane voorstellen tot verbetering van de oplei
ding der toekomstige onderwijzers. Die over
winning den 14en December volstreden was
als de bezegeling van de uitspraak der Juni-
verkiezingen en bekroonde op waardige wijze
het jaar.
En nu Of wij dan nn ten volle te vreden
zijn Men weet het beter. Maar het jaar
1875 is beter geweest dan wij ons hadden
durven voorstellen en gelijk wijbij de optre
ding van het ministerie-Heemskerk, zeiden
dat wij er weinig van verwachttenmaar
dat alles wat het ons geven kon ons zou
medevallenzoo erkennen wij thans dat wij,
zoolang onder dit ministerie nuttige dingen tot
stand komenzullen trachten ons te troosten
wijl juist niet alles tot a Laid komt vat wij
wenschcn.
Reden tot onvoldaanheid is er in overvloed,
doch het nieuwe jaar ligt weder voor ons,
waarin wij alles wat wij wenschen dagelijks
kunnen uitspreken. Op een enkel verschijnsel,
dat in hooge mate onze aandacht verdient,
willen wij nog wijzen.
Terwijl de jaren, aan hot ministerieHeems
kerk onmiddellijk voorafgaandejaren van
machteloosheid warenterwijl het tegenwoor
dige bewind werkzaam is op terreinen, die van
de groote strijdvragenwelke het nationale
leven beroeren, verwijderd liggen, is het alsof
de natie zelve haar regeering en vertegen
woordiging vooruit loopt. De tweede kamer
verwierp den 30en Juni 1873 de afschaffing
der dienstvervanginghet jaar 1875 zag het
dienstplichtbond verrijzen, dat een omvang
neemt, dien niemand had durven voorspel
len en welke menigeen tot nadenken brengt,
die aanvankelijk geen roeping voelde om er
zich bij aan te sluiten. Het wetsontwerp op dè
coöperatieve vereenigingen blijft op den weg
naar het Staatsblad steken: een net van coöpe
ratieve vereenigingen breidt zich uit over het
land, den wetteloozen toestand ten spot, en de
stem der" werklieden verheft zich dringender
en dringender, wettelijke voorziening vragende
in welken vorm dan ook. Een minister der
liberale richting verklaarde nog voor weinige
jaren den leerplicht ongeschikt voor het Neder-
landsche volk: de vereeniging „Volksonderwijs"
hijscht de vaan van den leerplicht in top, de
wijdvertakte maatschappij tot Nut van 't Alge
meen schaart zich onder dezelfde banier, en
in schier iedere gemeente des lands doen zich
stemmen hooren, die om verbetering van het
lot van onderwijzers, om de verbetering van
het volksonderwijs, welke de veorbereidingtot
den leerpiicht moeten zijn, roepen.
Ligt in deze verschijnselen niet een ernstige
vingerwijzing, welke wij hier, aan het einde
dezer opstellenniet dan vluchtig kunnen aan
roeren? Niet de natie behoort de vertegen
woordiging op sleeptouw te nemen, maar de
beweging moet andersom geschieden. Hit het
Haagsche Binnenhof moeten de levensteekenen,
de geleidemerken komen,waarlangs het volk voor
uit moet. Daaraan voldeed de kamer, toen zij het
wetsontwerpvan Houten tot wet verhief. Daar
aan voldeed zij nogmaals, toen zij hare enquête
naar den staat der koopvaardijvloot instelde, waar
van het verslag, het werk van onzen betreurden
Middelburgschen afgevaardigde Tak van Poort
vliet een zoo helder licht werpt op de gebreken
zoowel als op den weg die tot verbetering leidt.
Mist de volksvertegenwoordiging, zooals zij
nu is samengesteld, die gave van voorgaan
en wegwijzen, dan moet er verandering in
haar komen. Men doe het beste, het meest
veerkrachtige deel der natie tot hare verkie
zing medewerken. Dat deel wordt natuurlijk
gevonden onder de duizenden goed ontwikkelden,
die het nog niet zoo ver gebracht hebben dat
zij belasting genoeg betalen om kiezers te kun
nen zijn. Men neme dus, gelijk Thorbecke
reeds vóór 1848 wilde, doch in nog ruimer
zin dan hij destijds bedoeldede capaciteiten
onder de kiezers op. Misschien dat dan de
nooden en wenschen der natie weder in haar
natuurlijk orgaan op het Binnenhof zullen
uitgesproken worden, en niet langer in bon
den, bijeenkomsten, adressen en langs andere
onregelmatige wegen hun eerste en eenige
uiting zullen behoeven te zoeken.
Uit Oudvossemeer wordt ons het volgende
gemeld
Andermaal mocht de commissie, die zich ten
doel stelt het zoogenaamde nieuwjaarwenschcn
alhier tegen te gaanhare pogingen n'et eenen
goeden uitslag bekroond zien. Voor plns minus
f 400 werd door de meergegoeden dezer gemeente
ingeschreventengevolge waarvan eene uitdeeling
van geld, dekens enz. heeft plaats gehad en het
bedelen is geweerd.
Het gisteren door ons medegedeelde telegram
uit Atehin van den 31™ December luidt volgens
de Staats-courant als volgt:
Den 27en December werd Ketapang Doea, den
28™ Loöng (de plaats van het patrouillegevecht
van 4 September tüsschen Lohong-Mibonw en
Longbattahzie de mededeeling in de Midd. Ct.
van 18 September 1875, n° 222) den 29™Djempit
(zuidwestelijk van Ketapang Doea) genomen en
bezet. Bij het nemen van Ketapang Doea werd,
tengevolge van de daags te voren door den vijand
geleden verliezen, geen tegenstand ondervonden.
Ook de vermeestering van Loöng kostte ons geen
verlies. Bij Djempit bood de vijand eenigen weer
stand. Den 30™ December rukte eene kolonne op
naar Pakan Badak; zij kwam dien dag tot Lam-
basan; hier was de tegenstand hevig. De geest
der ageerende troepen is uitmuntend, de gezond
heidstoestand gunstig, behalve bij de barissan van
Bangkallan. Van het begin der actie af had men
droog weder. Aan onze zijde sneuvelden 4 min
deren, terwijl de luitenants Aeilkema, Verhofstad
en Ahn licht gewond werden.
Volgens ontvangen berichten hellen Simpang
Olim en Tandjong Semantoh over tot onderwerping.
Sedert den len Januari 1876 worden dringendo
telegrammen, tegen het drievoud van den ge
wonen prijs, ook toegelaten in het verkeer met
het buitenland, doch uitsluitend met die staten,
welke zich tot de aanneming van telegrammen
dezer soort hebben bereid verklaard. Zij kunnen dus
voorloopig slechts worden gewisseld met België,
Duitschland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Por
tugal, Roumanië, Rusland en Spanje.
Kaarttelegrammen, tot welker overbrenging de
buitenlandsche telegraaf besturen evenmin verplicht
zijn, kunnen vooreerst slechts worden verzonden
naar België, Frankrijk, Spanje en Portugal en
langs een omweg, ook naar Oostenrijk en Rusland.
De minister van financiën maakt bekend, dat
ter benoeming van hoogstens 18 controleurs van
het kadaster in de maand Maart e. k., op nader
te bepalen dag, te 's Gravenhage een examen zal
worden gehouden.
Het programma van dat examen is vastgesteld
bij koninklijk besluit van den 10™ December 1875,
n° 41, opgenomen in de Staats-courant van den
17en daaraanvolgende, n° 297.
Aan de betrekking van controleur van het
kadaster zal verbonden zijn een jaarlijksch trak
tement van 2000 tot f 2600, behalve vergoeding
voor bureau- en reiskosten, en bovendien voor de
meeste controleurs eene toelage van f 300 of f 500,
naarmate van de standplaats.
Die den 1™ Januari 1876 den leeftijd van 25 jaren
heeft bereikt en tot het examen wenscht te worden
toegelaten, kan zich vóór 15 Februari e. k., met
overlegging van de vereischte stukken, tot den
minister wenden. St.-Ct
Als gerucht deelt het Utr. dagblad mede dat
het wetsontwerp der tabaksbelasting ingetrok
ken en door eene nieuwe verhooging van den
accijns op het gedistilleerd vervangen zal worden.
Daar het ontwerp nog niet eens in de tweede
kamer onderzocht iskomt dit gerucht ons zeer
onwaarschijnlijk voor.
rechterlijke maoht. Benoemd tot substituut,
griffier big de arrondissements-rechtbank te Brielle,
m'. H. J. Jordens, thans griffier bij het kanton-
gerecht te Lochem; tot griffier bij het kantonge
recht te Lochem, mr. J. J. Wjjers, advocaat te