BUITENLAND
Correspondentie.
Handelsberichten.
Burgerlijke stand.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
Graanmarkten enz.
Prfjzcn van effecten.
Tets over Honden.
II.
Maar de hond wordt niet alleen aan de genoe
gens, hij wordt ook aan de stoffelijke belangen
der menschen dienstbaar gemaakt. Denken wij
aan den hofhondaan den karnhond aan den
trekhondaan den schaperhond.
Is het geoorloofd van den hond in laatstbedoel
de hoedanigheden gebruik te maken? Ziedaareene
vraag welke ik zoo gaarne wat meei besproken
zag dan tot dusverre geschied is, ofschoon ik haar
zonder aarzelen met jameen te mogen beant
woorden. Ik weetdat zeer enkele gemeentebe
sturen haar ontkennen en bij plaatselijke verorde
ning het gebruik van honden als trekdieren
verboden hebben; maar hebben zij ook verboden
honden als karnhonden te bezigen Zoo niet, zijr
zij dan niet inconsequent? In beide gevallen
wordt immers van de werkkracht van den hond
gebruik gemaakt en wat is in redelijkheid daar
tegen te zeggen? Ik zeg den schrijver in deze
courant (van den len Nov. 11.) na: „trekken doet
de hond, doet iedere hond gaarne als men 'them
geleerd heeft; als men 'them geleerd heeft met
zachtheid, met overlegals 't hem geleerd is door
een hondenvriend." Maar buiten de hondenvrien
den, zijn helaasanderen, die van de kracht hunner
honden meer dan redelijk is vergendie deze
kracht misbruiken. En tegenover dat misbruik
zijn onze plaatselijke wetgevers jammerlijk ten
achter. 'tWare wenschelijk dat de grootere ge
meenten zich dat misbruik wat meer aantrokken
dan tot dusverre geschiedt; de kleinere zouden dan,
mits goed voorgegaanwaarschijnlijk goed volgen
en de dierenvriend zou zich niet zoo dikwerf behoe
ven te ergeren over hetgeen hij in dit opzicht nu
en dan te zien krijgt. Of is het niet Godgeklaagd,
wanneer men, gelijk mij gebeurd is, des avonds een
paar betrekkelijk kleine honden, voor eene groote
kar gespannen, de stad ziet binnen komen schreien
de als kinderen, waarschijnlijk 't zij wegens hon
ger of dorst, 't zij wegens overgroote vermoeidheid,
omdat zij den geheelen dag in het land hebben
moeten loopen en trekken, misschien boven hunne
krachten of wanneer men een grootenluien
vent op een tweewielig karretje ziet zittendoor
twee kleine honden voortgetrokken, die, ofschoon
vermoeid en in den draf, voortdurend door zweep -
of rietslagen worden aangezet om nog harder te
loopen?
Het gebruik van honden als trekdieren is in
Amsterdam en zeer enkele andere gemeenten ver
boden een verbod, m. i. niet in de goede richting
omdat het, tegelijk met het misbruik, ook het
redelijk gebruik belet. 'sGravenhage is, zooveel
ik weetde eenige der groote gemeenten van ons
landwaar men dat gebruik bij verordening
geregeld heeft, ten einde misbruik te weren.
Hier in Middelburg heeft de gemeenteraad vele
zittingen achtereen besteed aan eene grondige
herziening van het politie-reglementmaar men
zal daarin te vergeefs het woord „honden" zoeken,
evenzeer als in het, vele bladzijden druks be
slaande, relaas van de beraadslagingen over die
herziening. Wel is waar vindt men onder lett. h.
van art. 48 een verbod tegen het kwellen of
mishandelen van dieren een vooruit
gang op de vorige verordeningwaarinnaar
I meen, zulk verbod niet voorkwam maar
zijn de gebezigde woorden niet al te vaag, dan
dat men van hare toepassing eene voldoende voor
koming of eene geregelde bestraffing zou mogen
verwachten van het misbruik 't welk, ook in deze
gemeente, van honden als trekdieren soms gemaakt
wordt? Ik zou vreezen van ja, wanneer ik mij
herinner, ook na het iu werking treden van de
nieuwe verordeningmisbruik te hebben zien
maken van de trekkracht, zoowel van paarden
als vanhon den.
Zoo het op den weg ligt van een gemeenteraad,
zich het lot van dieren aan te trekken en
ik verheug mij dat onze gem enteraad datbij
genoemd artikel, erkend heeft dan zou ik
wenschen dat men iets verder ging en dat men
het voorbeeld door den raad van 'sGravenhage
gegeven volgde, wiens algemeene politie
verordening eene afzonderlijke afdeelingj
(de He van hoofdst. VII, art. 113128) van
honden en hondenkarren, bevat, waarin
o. a. verboden is: in de op de openbare
straat geplaatste drinkbakken voor
honden eenige onreinheid te werpeD,
of dat water op eenige andere wijs
ongeschikt te maken voor het ge
bruik waartoe het bestemd is (a. 116);
op een beladen en door een of meer
honden getrokken kar te zitten; op
een onbeladen kar, door een hond
getrokken, met meer dan éen persoon
of, door meer honden getrokken, met
meer dan twee personen (waaronder in
geen geval de bestuurder) te zitten (a. 118);
dat het gewicht eener beladen honden
kar de 100 kilogram voor iederen hond
te boven ga, terwijl de bestuurder ver
plicht is, zoo dikwijls dit door de poli"
tie gevorderd wordt, zijne kar en lading
te laten wegen (a. 122); alle welke bepalingen
toepasselijk zijn op alle wagenssleden of andere
voertuigen door honden getrokkenen tegen
welker overtreding straf is bedreigd.
Ziet! den Haag heeft hiermede m. i. een
goed voorbeeld gegevenals waardeering van den
hond, dio zoovele diensten van het menschdom
bewijst en ter handhaving aan het begrip dat onze
huisdieren aanspraak hebben op liefderijke behan
deling een begrip, 't welk velen ontbreekt, dio
gewoon zijn het„'t i s maar een h o n d"als
rechtvaardiging te bezigen van het misbruik,
't welk zij van den hond als trekdier maken of
door anderen zien maken. Ook in dezen zin mag
de wetgever opvoedend tusschenbeiden treden en,
doet hij het, zijne pogingen zullen niet ijdel blij
ken. De ruwheid, aan sommigen uit het volk
eigen, kan worden verzacht en tegengegaan, niet
enkel door het voorbeeld van anderen, maar ook
door straf, die hun het verkeerde van hunne handel
wijs doet gevoelen en hun leert inzien, dat het
mishandelen van dieren schandelijk is en in eene
beschaafde maatschappij niet kan worden gedoogd.
Mochten deze besehouwingen bijval vinden in
de openbare meening, zij uite zich dan op nog
andere en betere wijsdan hier geschied is en bij
elke passende gelegenheid. Onze gemeenteraad
daarvan houd ik mij overtuigd zal er niet
doof voor blijven.
G. A. F.
Te Rotterdam is, wegens voorgekomen ge
vallen van hondsdolheid, met 1 Januari het dragen
van den muilkorf opnieuw voorgescheven.
De zangeres Christine Nilsson zal, naar men
verneemt, met het Fransch opera-gezelschap van
's Hage, tweemaal te Amsterdamjoptreden, eens als
Marguerite in de „Fausi" en eens als Valentine
in de „Hugenoten."
Door de rechtbank te Maastricht is in staat
van faillissement verklaard H. van H., landbouwer
te Blankenberg (Limburg). In dit faillissement
wordt het passief op 300,000 geschat. Tegen
den gefailleerde, die voortvluchtig is, is bevel tot
aanhouding uitgevaardigd, terwijl zijne beide zonen
zich reeds voorloopig in hechtenis bevinden.
De gewezen secretaris der gemeente Zeven
bergen is door de arrondissements-rechtbank te
Breda veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf,
wegens het invorderen, in zijne betrekking van
gemeenteambtenaar, van gelden die niet verschul
digd waren.
Na uitvoerige discussie over het al dan niet
nuttige van bliksemafleiders, heeft de gemeenteraad
van Haarlem besloten, met 14 tegen 8 stemmen,
geen bliksemafleiders op het stadhuis te doen
stellen.
Onder de vermakelijkheden waarmede de
prins van Wales in Engelsch-Indië wordt bezig
gehouden behooren ook de toeren van toovenaars
en slangenbezweerders. Te Parell bij Bombay
was de prins voor het eerst getuige van de werk
stukken van zoo'n paar kunstenmakers. Nadat,
bij wijze van inleidingeneen massa vuur was ver
slonden en uitgespuwdbegonnen de voorstellingen
der hoogere tooverkunst met den dans van twee
brillenslangen. Deze gevaarlijke reptiliëndie
echter van hun gifttan den beroofd waren, spron
gen eensklaps uit twee manden te voorschijnna
dat iedereen zich heilig overtuigd had, dat deze
leeg waren; woede en vrees drukten zich uit in
hun dans, vooral tegen hun bezweerder, op wien
zij waarschijnlijk gaarne door een dosis gift wraak
zouden hebben genomen. Vervolgens lieten de
kunstenaars in korten tijd een klein 18 duim
hoogen Mangoboom onder een doek opgroeien, nadat
zij eerst zorgvuldig een zaadkorrel hadden gepoot.
Daarna werd een 12jarige knaap aan handen en
voeten gebondenin een net gewikkeld en zoo in
een mand gepakt. Weldra kwam er leven in de
mandtouwen en net werden door het deksel heen
geschoven; de oude kunstenaar scheen woedend
hierover te worden en begon de mand te schoppen
en er op te trappen; toen hij een spitsen stok
door de mand stak ontwaakte het gevoel van
medelijden bij de toeschouwers, maar zie, de
jongen lachte hen in een nabijstaanden boom har
telijk uit en de mand was leeg. Intusschen waren
aan den kleinen Mangoboom allerliefste miniatuur
vruchten gegroeid. Over het geheel moet in die
voorstellingen iets demonisch wezen, grootendeels
een gevolg var. de muziek, die een helschen indruk
moet maken.
(Van 26 December 1875 tot 2 Januari 1876.)
Middelbubg. Ondertrouwd: S. A. Boetje, jm.
25 j., met II. M. Engelsma, jd. 26 j. J. B. Fraig-
neux, wedr. 28 j., met A. C. Philippus, wed». 51 j.
Bevallen: J. A. de Pagter, geb. de Wagter, d.
J. H. Vrage, geb. Gruson, d. J. C. van de Poll,
.geb. Tuijter, z. J. J. Vermaat, geb. Rietvelt, d.
W. JoziaSse, geb. Koppejan, d. R. van Woerkens,
geb. Geeraerts, d. J. A. Rijnders, geb. van Steen
oven, d. J. C. de Bruijn, geb. Welle, d. G. van
Luijk, geb. Juijn, z. S. de Grave, geb. Vader, d.
(levenl.)
OverledenJ. Stok, wed», van G. van den Boo-
gert, 85 j. W. Jaüse, vrouw van I. Vlieger, 74 j.
A. C. Beunke, d. 13 d. J. M, Dhont, z. 2 m.
J. Jong, d. 3 j. A. Pouwer, d. 7 w. M. M. de
Nood, jd. 21 j. A. C. van Twel, jd. 36 j. J. Ven-
tevogel, d. 4 m. J. Carol, z. 7 w. G. Hèndrikse,
z. 24 d.
(Van 25 December 1875 tot 1 Januari 1876.)
Vlissingen. Bevallen: H. M. van Breen, geb. van
Gelder, z. C. Wagemaker, wede. van J. M. Baaij
d. A. M. Pison, geb. Vandamme, z. A. M. Potters,
geb. Beur3kens, z. J. P. Spinnaaij, geb. Antheu-
nissen, z. P. L. Versluijs, geb. de Regt, d. C.
Frenks, geb. Versluijs, z. W. van Zanten, geb.
Sloep, z. M. J. van de Walle, geb. de Pestel, z. en d.
(tweel.) A. M. Ballieul, geb. Dedrie, d. J. M. A.
van Woerkens, geb. van Miert, z.
OverledenL. L. Corveleijn, wede. van C. M. A.
de Vooght, 70 j. K. Wever, man van P. S. Hille-
brand, 42 j. A. P. Beckers, d. 5 w.
Zierikzee. Bevallen: A. M. de Paepe, geb. van
der Jagt, z. M. Verkaart, geb. de Bie, z. J. Fon-
teine, geb. van den Boom, d. W. Gillesse, geb.
van 't Noordende, z. M. J. van den Berge, geb.
Simmers, d. H. M. Bethe, geb. van der Have, z.
Overleden: J.-Adriaanse, man van K. Roggeveen,
64 j.
1 Jan. 's av. 11 u. 43 gr.
2 's morg. 7 u. 36 gr. 's midd. 1 u. 42 gr.
's av. 11 u. 42 gr.
3 's morg. 7 u. 46 gr. 's midd. 1 u. 48 gr.
's av. 6 u. 47 gr.
Bij den overgang van een ouden in een nieuwen
jaarkring rust gewoonlijk voor een oogenblik de
politieke belangstelling en wijdt ieder zich uitslui
tend aan de belangen van zijn eigen kring.
Ternauwernood echter is het pas geboren jaar
eenige uren oud of men gaat voort het geheim
zinnige net te knoopen in welks mazen de mensch-
heid meer en meer schijnt te verwarren, zóo dat
zij er zich onmogelijk van kan ontdoen. Aan
alles wordt tegenwoordig politieke waarde en po
litieke beteekenis gehecht, en de woorden door
keizer Wilhelm te Berlijn en door maarschalk
Mac-Mahon te Versailles en te Parijs gesproken,
bij gelegenheid van de nieuwjaarsreceptiesworden
met spanning te gemoet gezien en nauwkeurig
gewikt en gewogen, om te ontdekken of zij ook
eenige bijzondere strekking hebben.
Voor zoover uit de daaromtrent ontvangen be
richten valt op te maken schijnen zij vrij onbe
duidend te zijn geweest. Dat beide mannen de
beste wenschen voor hunne landen hebben uitge
sproken, wie zal er aan twijfelen, „maar zoo
roept de Berlijnsche Volks-Zeitung uit wij leven
niet in een tijd waarin wenschen voldoende zijn!"
en zij zet uiteendat het nieuwe jaar Duitsch-
land niet tot vrome wenschen, maar tot ernstige
vermaningen aanspoort. De nalatenschap toch die
het nieuwejaar van het oude heeft overgenomen
zou op den duur voldoende wezen om iedere natie
ten "gronde te brengen. „Wij hebben zegt het
blad eene regeering die niet moede wordt
nieuwe belastingen te cischen, hoewel het duide
lijk is, dat de overvloed der milliarden het volk
slechts gebrek heeft aangebracht en de producti
viteit van zijn arbeid voor langen tijd heeft be
nadeeld. Het is een treurige toestandals eene
regeeringdie over rijker middelen beschikt dan
ooit te voren het geval was, in een tijd, waarin
alle bedrijven stremming ondervinden en alle
bronnen van inkomsten ophouden te vloeien, voort
durend uitroeptwij hebben nog meer geld noodig.
„Bedroevend is het als men den weerklank van
die taal hoort in kringen, waar men met de klachten
van het volk beter bekend moest wezen. De
klaehten over den druk der belastingen hoort men
echter overal veel luider dan daar, en de overdrij
ving der weelde in het openbare leven draagt
niet weinig bij ter bevordering van de weelde
in het private leven, wat in tijden, waarin spaar
zaamheid dringend noodzakelijk is, zeer verderfe
lijk moet wezen.
„Nog bedroevender echter is het wanneer de
kwijning op maatschappelijk gebied nog vergezeld
gaat van een zedelijke ondermijning van het
volksgevoel. Men klaagt over uitspattingen, ruw
heid, over het gemis van idealen zin bij het volk»
maar men verznimt de bronnen te verstoppen
waaruit die kwalen voortvloeien. Bij het dwepen
met macht gedijdt geen zedelijke bescheidenheid!
Bij het zonder eenig richtsnoer huldigen van iode-
re i regeeringsluim ontwikkelen zich geen krachtige
richtingen of plannen. Onder de heerschappij
eener partij die er zich op beroemt de politieke
vrijheid te hebben opgeofferd om de maat
schappelijke vrijheid te verkrijgenheeft
men geen recht over het gemis aan idealisme bij
het volk te klagen."
Zooals men ziet de Yolks-Zeitung geeft geen
zeer vleiend beeld van den maatschappelijken
toestand van Duitschland bij den aanvang van
1876. Men meene niet dat het blad pessimistisch
is, volstrekt niet, maar de Volks-Zeitung heeft zich
steeds gekenmerkt als een eerlijk blad dat de zaken
bij haar waren naam durft noemen, en thans ook het
volk ernstig voorhoudt wat te doen om tot verbete
ring te komen. „In het volk zelf moet de zin voor
verbetering van zijn toestand levendig worden,
en daartoe is een veel grooter mate van vastheid
van karakter noodig dan tegenwoordig over het
algemeen heerscht. Naarstigheidvlijtspaar
zaamheid lust en liefde voor den arbeid kunnen
ons weder ophelpen." Ziedaar waartoe de Volks-
Zeitung haar landgenooten opwekt en aanspoort.
Wat intusschen de quaestie der belastingen be
treft er bestaat weinig vooruitzicht dat de regee
ring te dien aanzien een anderen weg zal inslaan.
Volgens berichten uit Berlijn althans moet de
verwerping der belastingvoorstellen door den
rijksdag in de kringen van den bondsraad een
hoogst ongunstigen indruk hebben gemaakt. Die
voorstellen moeten nl. niet van Pruisen maar van
de kleine staten zijn uitgegaanmet het oog op
i'en betrekkelijk hoogen druk van de bijdrage die
door iederen staat aan de rijkskas wordt geleverd.
De regeeringen van die landen moeten dan ook
niet geneigd zijn in de verwerping door den rijks
dag te berusten, maar zij dringen er op aan, dat
die voorstellen in de eerstvolgende zitting op
nieuw zullen worden ingediend, hoewel hun geen
beter lot te wachten staat.
Uit verreweg de meeste Fransche bladen en
correspondenties spreekt een gevoel van verlich
ting over de scheiding der nationale vergadering,
als ware het eene verkwikking dat de natie eens
aan zich zelve is overgelaten. 'tZal nu van haar
afhangen een goed gebruik te maken van de her
kregen vrijheid om opnieuw over haar lot te be
slissen. De verkiezingsperiode is geopend en
reeds zijn de voorposten uitgezetkleine
schermutselingenzullen in de eerste dagen
plaats hebben en weldra zal de strijd in al
zijn kracht losbarsten. De Bonapartisten hebben
reeds een verkiezingsprogramma uitgevaardigd, dat
uitmunt door een bewonderenswaardige mate van
zelfvertrouwen en fraaie beloftenzoodat men zou
wanen de gouden eeuw in Frankrijk te zullen zien
herleven indien Lulu ten troon werd verheven.
Jammer maar, dat Sedan, waarop zij zich waar
lijk durven beroepen, nog al te versch in het
geheugen der natie ligt.
Drie Oostenrijksche ministersde heeren Lasser,
Pretis en Chlumecky begeven zich heden naar
Pest om weder het moeielijke werk der onderhan
delingen betreffende} de regeling der verhouding
tusschen de beide rijkslanden te hervatten. Moei
lijk mag die taak reeds worden genoemd als men
de taal der cis- en trans-Leithaansche bladen leest
over een enkele quaestie nl. die betreffende de
oprichting eener zelfstandige Hongaarsche bank.
In welke waarden zoo vraagt b. v. de Neue freie
Presse aan Hongarije wilt gij uwe bijdrage
in de gemeenschappelijke uitgaven leverenals
de Hongaarsche bank zonder goedkeuring van
de Oostenrijksche regeering tot stand komt?"
Wel antwoord hierop de Pester Lloyd in
dezelfde munten en valuta als Oostenrijk, namelijk
in biljetten eener bank die gebaseerd is op een
door Z. M. gesanctioneerde wet en geheel naar de
daarin vastgestelde beginselen is georganiseerd
en wier biljetten evengoed een gedwongen koers
zullen hebben en in alle staatskassen als wettig
betaalmiddel zullen moeten worden aangenomen
als in Oostenrijk met de biljetten der Oostenrijk
sche bank het geval is.
Alsof de biljetten van twee banken die een ge
lijkluidend. statuut hebben ook gelijke waarde
moeten hebbenroept de Neue freie Presse uit. En
gesteld dat de schuldeischers van den staat, wien
rentebetaling in Oostenrijksche en niet in Hon
gaarsche valuta is gewaarborgd, weigerden de
Hongaarsche biljetten aan te nemenwat dan
Dit is slechts een van de vele moeilijkheden die
de regeeringen van de beide landen in dit jaar
moeten oplossen om tot een nieuw traktaat te
kunnen geraken.
Een burger wordt verzocht zijn naam op te
geven. Wij zouden het gezondene ongaarne onge
bruikt laten, maar kunnen niet afwijken van on
zen regel om op naamlooze brieven geen acht te
slaan.
Rotterdam, 3 Januari. Alle artikelen waren
gering aangevoerd en de stemming tot kooplust
was flauw; erwten 25 cent lager; overigens on
veranderd.
Amsterdam 3 Januari. Raapolie op zes weken
f 40} Lijnolie f 28}.
Amsterdam, 3 Januari.
Nederl. Certifie. Werkelijke schuld. 2} pet. 63}'
dito dito dito 3 75}
dito dito dito 4 99}
Aand. Handelmaatschappij. 5 108}
dito exploitat. Ned. Staatssp.
Loten stad Rotterdam. 3 f 94}
dito dito Amsterdam 3 „93
België. Certificaten bij Rothschild. 2} pet.
Frankr. Inschrijvingen3 63}
dito5
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 102}
Certifie. Inscr. 5e serie 5 78}
Obl. Hope C°. 1855 6e serie. 5 92}
dito f 1000 1864 5
dito L. 100 1872 5 „98}
dito L. 100 1873 5 „99
Loten 18645 370
Loten 1866. 5
Oblig. Hope &C°. Leen, 1860. 4} pet. 93}
Certifie. dito4 77
Inscr. Stieglitz C°. 2e a 4 L. 4 77}
Obligatiën 186769 4 82}
Certificaten6 54
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 f 259}