MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 308.
Woensdag
29 December.
1875.
Ter ppweliliing.
Het formaat dezer courant wordt den
leu Januari 1876 ongeveer de helft vergroot,
zonder verhooging van den abonnements
prijs.
Behalve de thans .daarin voorkomende
rubrieken zal voortaan in de courant wor
den opgenomen een doorloopend feuilleton,
bestaande uit boeiende romans en andere
verhalen.
Zij die zich voor het volgende kwartaal
op de Middelburgsche courant abonneeren,
ontvangen de nog dit jaar verschijnende
nommers gratis.
Middelburg 28 December,
Bit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eu Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3lm.., franco is f 3-50.
„Éene krachtige aansporing, zoo schrijft de
heer P, C. J. Meys in het gisteren door ons ont
vangen jaarboekje Erica der Maatschappij van
Weldadigheid, aan de bestuurders en leden van
kwijnende afdeelingen dier maatschappij, éen met
warme overtuiging geschreven artikel in het nieuws
blad uwer gemeente zou allicht menigeen tot aan
vaarding van het lidmaatschap kunnen opwekken.
Elders is het beproefd en de verwachting is niet
beschaamd geworden."
In afwachting dat aan deze roepstem, voor zoo
veel de kwijnende afdeeling Middelburg betreft,
gehoor zal worden gegeven, willen wij van onzen
kant doen wat wij kunnen. Aan overtuiging dat
de Maatschappij van Weldadigheid den steun van
het publiek behoeft en waardig is, dat haar bestaan
een waarlijk Nederlandsch belang, onze nationale
eer geldt, ontbreekt het ons nieten ware die
overtuiging bij ons gemist, de warme opwekkingen
in het jaarboekje zouden haar gevestigd hebben.
Wie dan na ons het woord wil nemen, wie meent
warmermet meer gezag zijne stem te kunnen
verheffenhij vindt onze kolommen open om zich
te doen hooren
Voor een deel moet de in de laatste jaren ver
flauwde belangstelling in de Maatschappij stellig
toegeschreven worden aan onbekendheid met haren
werkkring. Het oude „onbekend maakt onbemind"
is in dubbele mate toepasselijk op deze instelling,
omtrent welke niet slechts onkunde, maar ook wan
begrippen veelvuldig heerschten. De namen harer
koloniën, Frederiksoord, Willemsoord, klinken me
nigeen in het oor 'als schrikbeelden. „Bedelaars
gestichten," toevluchtsoorden voor veroordeelde
vagebondenwie wendt niet onwillekeurig zijne
belangstelling daarvan af? Toch is dat gevoel
van afkeer eenvoudig een wanbegripwant de
koloniën zijn ge en bedelaarsgestichten, geen gevan
genissen van landloopers, al worden ze, volkomen
ten onrechte, in vele aardrijkskundige schoolboeken
oog in éen adem genoemd met Ommerschans en
Veenhuizen, die wèl bedelaarsgestichten zijn en
met de Maatschappij van Weldadigheid niets te
maken hebben.
De heer Jongkindt Coninckdirecteur der Maat-
sc lappijbestrijdt in Erica nogmaals dit verderfe
lijk dwaalbegrip. „Ommerschans en Veenhuizen,
zegt hij zijn bestemd voor verpleging van
bedelaars, waarvan het meerendeel door de recht
banken b ij w ij z e va n straf, veroordeeld is om daar
een jaar of langer te blijven. Zij hebben met de
koloniën der Maatschappij van Weldadigheid slechts
dit gemeen dat de veroordeelden hoofdzakelijk op
het veld worden bezig gehouden en dat op die
wijze landbouwveehoudihg en houtteelt worden
uitgeoefend."
In de koloniën der Maatschappij worden arme
gèzinnen opgenomen op eigen verzoek, bij
wijze van weldaad, op voorspraak of aanwij
zing van de besturen der afdeelingen.
FrederiksoordWillemsoord en Wilhelmina's oord
zijn inrichtingen tot voorkoming van armoedeal
thans van die ellendevoor welke geen anderen
uitweg schijnt te bestaan dan de misdaad of de dood.
Arme gezinnenin de kponiën aankomendeont
vangen eene woning met tuin een melkschaap de
noodige kleeding, beddegoed, huisraad en gereed
schappen.
Aan den man en zijne kinderenzoo deze den
vereisehten leeftijd hebben, wordt werk verschaft.
Arbeidsloon wordt hun betaald naar een vast tarief.
Veldarbeid staat op den voorgrond, doch ook ander
werk wordt in de koloniën gegeven en betaald.
Bij oppassendheid en overleg kan de arbeider
het brengen tot den rang van vrijboer. Dan krijgt
hij, bij zijn tuin, ongeveer 21IÏ hectare landwaar
voor hij 50 pacht 'sjaars betaalt. Als bedrijfs
kapitaal kan hij eene koe krijgen, die hij injaar-
lijksche termijnen moet betalenpootaardappelen,
zaaizaad, veevoeder worden hem in ft eerste jaar
verstrekt.
Tegenover deze middelen om door eigen arbeid
en spaarzaamheid tot welstand te geraken, staat
voor de kolonisten de verplichting om zich te ont
houden van dronkenschap, twistzoeken, luiheid en
wanorde. Zij worden, indien zij zich daaraan schul
dig maken, uit de kolonie verwijderd.
Voorts missen zij de vrijheid om hunne kinderen
in onkunde te laten opgroeien.
In de koloniën der Maatschappij van Weldadig
heid bestaat de leerplicht.
De jongens moeten al de klassen van het lager
onderwijs en na afgelegd examen gedurende twee
jaren de avondschool bezoekende meisjes moeten
behalve het lager onderwijs, ook de naai- en brei-
school bijwonen; eindelijk bestaat gelegenheid tot
het nemen van les in het teekenen en exerceeren, en
wordt het onderwijs nog zoo ver voortgezet dat de
leerlingen examen kunnen doen als hulponderwijzer
of hulponderwijzeres.
Omtrent dit gemis van vrijheid merkt de direc
teur der Maatschappij van Weldadigheid op en
wij zouden zijne woorden, op ondervinding gegrond,
willen uitbazuinen tot in de meest verborgene
schuilhoeken onzer maatschappij, dat schoolver
zuim in de meeste gevallen onwil en in de minste
gevallen onmacht tot oorzaak heeft en dat,waar.
men werkelijk niet kan, doch gaarne zou willen
tot in het kleinste dorp de wil en de daad
niet ontbreken om hulp te verleenen.
Voor ditmaal leggen wij Erica uit de hand,
misschien om er later meer uit te putten. Het
boekje is rijk aan nuttige opgaven en cijfersder
verspreiding overwaard.
De beantwoording der vraag rest ons, in hoeverre
de Maatschappij van Weldadigheid werkelijk hulp
behoeft. Ook die vraag behandelen wij thans slechts
oppervlakkig.
Onze lezers kennen uit de jaarverslagenwaar
van wij telkens den hoofdinhoud mededeelen, den toe
stand der Maatschappij. Door aanzienlijke giften,
die toonen dat de belangstelling onder onze meest
gefortuneerde landgenooten niet afneemtwordt
zij in het leven gehouden. Maar haar ledental
neemt af. Van 6103 in 1863 daalde het tot 5070
in 1874.
En nu de Zeeuwsche afdeelingen Middelburg
daalde van 93 tot 53; Goes van 31 tot 20; Zie-
rikzee van 34 tot 19 leden.
Bij die cijfers behoort de mededeeling dat het
lidmaatschap kost 2.60 per jaar.
Deze feiten zijn beschamend. Gaat het zoo
voort, dan moet de Maatschappij vallenop het
oogenblik dat 'haar in de naaste toekomst een
duurzaam beslaan verzekerd is, en zal zij in haar
val twee duizend menschenhare beweldadigden
onder hare puinhoopen verpletteren.
Het bestuur der Zeeuwsche afdeelingen is samen
gesteld als volgtMiddelburg de heeren J. P. van
VisvlietsecretarisJ. van der Leijépenning
meester; Goes de heeren J, Walraven van Kerk
wijk voorzitterjhr. M. J. de Marees van Swin-
derensecretaris en penningmeesterZierikzee de
heeren jhr. mr. M. J. Schuurbeque Boeije, voor
zitter, J. D. Stetterogge, secretaris en penning
meester.
Wie dus een goed werk doen wil, steune de
Maatschappij door zijn lidmaatschap. Wie voor
weinig geld een goed boekje koopen wilschaffe
zich het jaarboekje Erica aan. De opbrengst er
van is geheel bestemd tot bevordering van het
onderwijs in de koloniën. Men vindt er tal van
interessante bijdragen in van de heeren Laurillard,
D. F. van Heijstvan Grietliuijzen en andere
letterkundigen. Bovendien worden de belangen
der Maatschappij van Weldadigheid er in bepleit
met eene warmte van overtuiging diehopen wij
evenmin zonder vrucht zal blijven als dit opstel.
De heer mr. C. J. Pieké, nieuw verkozon lid van
de eerste kamer der stateD-generaal voor de provincie
Zeeland, heeft gisteren in handen van Z. M. den koning
den vereisehten eed afgelegd.
Morgen (Woensdag) voormiddag te 11 uren za1 de
heer mr. E. P. Schorer in eene plechtige openbare
terechtzitting als rechter in de arrondissements-recht-
bank alhier worden geïnstalleerd.
De groote kaart der havenwerken te Vlissingen
en hunner onmiddellijke omgeving, bestemd voor de
wereldtentoonstelling te Philadelphia, is thans gereed
en in de wachtkamer der eerste klasse van het haven
station te Vlissingen tentoongesteld.
Het is een prachtig en kolossaal stuk werk,
3.70 meter breed en hoog, dat den teekenaars, de
heeren H. van Nieuwenhoven, TV. Peters en J. H. van
Giessen, ambtenaren bij den dienst der staatsspoorwegen,
tot eer verstrekt.
De kaart is geteekend op de schaal van 11000 en
stelt niet slechts de oude en nieuwe havens van
Vlissingen met de daarbij behoorende inrichtingen van
den spoorweg en een gedeelte van het kanaal, benevens
de stad voor, maar ook, door eene andere kleur van
het overige onderscheiden, de voor de toekomst beraamde
werken, voor welke de terreinen beschikbaar en ten
deele reeds aangewezen zijn. Hiertoe behooren eene
haven voor petroleum-schepen, met bergplaatsen, een
derde binnenhaven met drie droge dokken, de plaats
in de nabijheid der buitenhaven, waar eenmaal een
groot hotel kan verrijzen; voorts het toekomstige
nieuwe Vlissingen, naar de ontwerpen der maatschappij