MIDDELBIIKGSCHE COURANT BIJVOEGSEL VAN DE van Vrijdag 24 December 1875. N° 305. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van Woensdag 22 December. Voorzitter de heer Schorer. Afwezig de heer Snouck Hurgronjeongesteld. De heeren Luteijn en van Berlekom komen later ter vergadering. Na goedkeuring dol' notulen van het verhandelde in de zitting van 29 November jl. worden voor kennisge ving aangenomen drie missives van gedeputeerde staten, houdende goedkeuring van raadsbesluiten en van de gemeentebegrooting voor 1876deze laatste onder opmerking, dat het goed slot der r kening van 1875 met cent te veel in ontvang is gebracht. Van den heer W. J. Dormaar is een verzoek inge komen om eervol ontslag als hulponderwijzer op school P (voor minvermogenden) tegen 15 Januari a.daar hij met 1 Februari te 'sGravenhage in betrekking zal treden. De plaatselijke schoolcommissiehierover gehoord, heeft geen bezwaar tegen het gevraagd ontslag maar adviseert om dit niet te laten ingaan vóór 1 Februari a. Dienovereenkomstig wordt besloten. Op de ingekomen adressen van jhr. m'. L. F. van Panhuysjhr. mr. G. L. Schorer en jhr. mr. O. de Jonge, houdende verzoek om eervol ontslag, de beide eersten als leden der plaatselijke schoolcommissiede laatste als curator over het gymnasium wordt gunstig be schikt. Wordt overgelegd de begrooting van inkomsten en uitgaven van den MiddelburgVlissingschen rijweg voor 1876bedragende in ontvang en uitgaaf 3970, met een vermoedelijk goed slot van 60. Zonder beraadslaging goedgekeurd. Op voorstel'van burgemeester en wethouders wordt besloten aan P. A. Wondergem voor 25 jarenad 1 'sjaars, opnieuw in erfpacht af te staan een stuk grond bij het Oostkerkhof groot 58 centiaren. Evenzeer wordt besloten aan A. Andriessen vrijstelling te verleenenmet ingang van 1876van de betaling van een jaarlijkschen cijns van 3 voor de in 1829 aan den toenmaligen eigenaar van perceel wijk Q n° 304 aan het Armeniaansch schuitvlot verleende vergun ning om uit den daarbij behoorenden stal met regenbak twee kanalen te hebben tot waterloozing in de aan grenzende slootwelke kanalen door den tegenwoordigen eigenaar, die van die wijze van waterloozing geen gebruik wenscht te makenreeds vernietigd zijn. Van den heer Gr. van Diesen is eene declaratie ingekomen vóór honorarium, voorschotten enz. wegens diensten aan de gemeente bewezen bij den bouw van bet droge dok alhier, tot een bedrag van 100Ó. Dientengevolge stellen burgemeesters eu wethouders voor de begrooting voor 1875 te wijzigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. Naar aanleiding van een veraoek van het burgerlijk armbestuur, wordt op voorstel van burgemeester en wethouders besloten aan gedeputeerde staten van Zee land vergunning te vragen tot onderhandschen verkoop van een stuk grend of open erve in de Koningstraat, hoek Bagijnhof, ter grootte van 15 centiaren, aan L. Maas, voor eene som van 50, en na die vergun ning verkregen te hebben genoemd armbestuur daartoe van gemeentewege te machtigen. Door burgemeester en wethouders wordt rapport uitgebracht op het in de zitting van 17 November jl. ingekomen adres van A. J. Sanderse, vroeger kommies bij de plaatselijke belastingen, die verzoekt om pen sioen wegens in en door den dienst bekomen gebreken. Op grond dat dit laatste, na den controleur te hebben gehoord, niet is gebleken en met het oog op het den 20en October door den raad genomen besluit, stellen burgemeester en wethouders voor, afwijzend op het verzoek te beschikken. De heer Snijders stelde daarentegen voor om aan adressant een pensioen toe te kennen voor zoover bij daarop volgens de verordening aanspraak heeft, welk voorstel echter verviel door de aanneming van het voorstel van burgemeester en wethouders, welke met 8 tegen 7 stemmen plaats had. Tegen stemden de heeren Jeras, Nagtglas, van Hoek, de Wind, Mathon Damme en Snijders. (De heer Luteijn was inmiddels ter vergadering ge komen.) Evenzeer brengen burgemeester en wethouders rap port uit omtrent bet in de voorlaatste zitting in hunne handen gestelde adres van de nachtwakers alhier, die verzoeken: 1» dat hunne jaarwedde zonder korting moge worden uitbetaald, eu 2° dat hunne pensioenen uit de gemeentefondsen mogen worden voldaan. Uit dit rapport blijkt, dat tot het jaar 1841 de nachtwakers hunne betrekking tot hun dood bekleed den, doch bij besluit van burgemeester en wethouders van dat jaar is in dien toestand verandering gekomen. Toen werden 6 nachtwakers buiten dienst gesteld, met behoud van 1/3 hunner jaarwedde, en 8 andere aan gesteld op een traktement van 115.20, met verplich ting aan de acht laatsten om 1/3 hunner jaarwedde uit te keeren ten behoeve der zes buiten dienst ge stelde, naar rang van ancienneteit. Korten tijd daarna vroeg en verkreeg een der nachtwakers uithoofde van gevorderden leeftijd zijn ontslag, onder genot van 1/3 zijner bezoldiging, terwijl zijn opvolger verplicht werd hem dat 1/3 uit te keeren. Dit laatste werd sinds 1841 langzamerhand een gewoonte. In 1861 werd de jaar wedde der nachtwakers verhoogd tot 130, dcch voor de nieuw benoemden werd een nieuwe regeling inge voerd, waarbij werd bepaald dat de eervol ontslagenen wel hun 40 'sjaars als pensioen zouden behouden, maar dat de nieuwbenoemden, in plaats van ieder aan hun voorganger uit te keeren, dit gezamenlijk zouden doen, en dus zooveel jaarlijks laten staan als burge meester en wethouders, met het oog op het aantal trekkende personen, zouden bepalen, doch nooit meer dan 40, het 1/3 der oude jaarwedde. Deze regeling bleef tot heden gevolgd. Blijkens dit medegedeelde bezitten de nachtwakers, volgens het rapport, als het ware een onderling pen sioenfonds, waarnit zg door 35jai'ig bestaan recht hebben te trekken, omdat zij daarvoor hebben betaald. Hunne jaarwedde is aan den anderen kant daarnaar berekend, en geheel vrijwillig hebben zij hunne betrekking aan vaard onder voorwaarde dier uitkeering en van dat pensioen. Daarom vallen zij niet onder de bepalingen der verordening op het pensioaeeren van ambtenaren en bedienden. Wilde men hun tegemoet komen, dan zou hunne bezoldiging behooren verhoogd te worden, doch daarvoor zijn, volgens burgemeester en wethou ders, geene termen aanwezig, Voor buitengewone diensten worden de nachtwakers met 15 cent per uur betaald en voor de gewone diensten is de belooning' zoodanig dat men steeds zonder moeite geschikte ambtenaren krijgen kan. In het tegenovergestelde geval zouden burgemeester en wethouders boven ver hooging der jaarwedden verreweg de voorkeur geven aan eene opheffing der Insfellmg Van' Jachtwakers en hunne vervanging door politie-agenten. Op grond van een en ander stellen burgemeester en wethouders voor, het verzoek van de hand te wijzen. De heer Snijders stelde voor dat burgemeester en wethouders deze zaak, op grond van de zijns inziens onregelmatige tegenwoordige regeling, nog eens nader onderzoeken zouden. De voorzitter meende evenwel dat zoodanig nader onderzoek geen practisch nut zou hebben, daar burgemeester eu wethouders wel niet van opinie veranderen zullen. Hij achtte het wenschelijk de zaak voorloopig te laten zooals zij is, vooral omdat de dagen der nachtwacht toch geteld zijn en zij zoodra het vertier hier toeneemt door politie-agenten zal moeten vervangen worden, waartoe reeds nu een voorstel zou worden gedaan, indien dé kosten niet zoo hoog waren. Die kosten worden op minstens 2500 'sjaars bere kend. De hesr Snijders nam akte van de door den voorzitter gedane voorspiegeling eener wijziging der nachtwacht, en trok zijn voorstel in. Zonder hoofdelijke stemming werd daarop het voorstel van burgemeester en wethouders tot afwijzende be schikking op het adres aangenomen. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt onder nadere goedkeuring van gedeputeerde staten, beslo ten het den len October jl.ten aanzien der jaarwedde van den hoofdonderwijzer J. van Sluijs genomen besluit, met het oog op zijn pensioen, in- dier voege te wijzigen, dat het minimum der jaarwedde bepaald worde op 1800- Daar de hulponderwijzers W. C. Crucq L. Hoger, land en P. J. J. Dormaar geweigerd hebben de hun toegekende verbooging van jaarwedde op de door den raad bepaalde voorwaarden aan te nemen stellen bur gemeester en wethouders voor de jaarwedden van den 2rn en 3en hulponderwijzer op school C en van den len hulponderwijzer op school E, onder nadere goedkeuring van gedeputeerde staten, en voor zoolang zij door de tegenwoordige titularissen worden vervuldte brengen op bet aan de verhooging voorafgaande bedrag, res pectievelijk 575, 525 en /475. De voorzitter deelde mede, dat de meeste hulpon derwijzers, die bezwaar hebben gemaakt om zich aan de door den raad voorgestelde voorwaarde te onder werpen, thans daarvan zijn teruggekomen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. (De heer van Berlekom komt ter vergadering.) Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten, de plaatsing der hulponderwijzers op de scholen F en G, tengevolge der in den laatsten tijd ontstane vacatures, als volgt te regelen: Op schoof F (minvermogenden)J, J. Nierse blijft le hulponderwijzerJ. P. Hollestelle bltjft 2eJ. Steijn wordt 3e; A. T. Termiju blijft 4eCV'Kameftnans blijft öe; G. Schuerveldt wordt 6e; vacatilre wordt 7, en J._P. II. Sterk (hulpondeiwijzeres) blijft 8*. Op school Gr (onvermogendsn)D. W. Louis wordt le hulponderwijzer; J. Hogerland wordt 2" (wegens akte als hoofdonderwijzer); L. de Plaa blijft 3e; A. M. Roineijn wordt 4"; vacature wordt 5e; C. Holthuijzen blijft 6e;< vacature wordt 7e, en C. Bouman (hulponder wijzeres) blijft 8e. Vervolgens wordt door- burgemeester en wethouders een uitvoerig rapport uitgebracht betreffende den op 1 October jl. in hunne handen om advies gestelden brief der plaatselijke schoolcommissie, die ter verbete ring van het onderwijs eenige wijziging verlangde in de inrichting der scho'en F en Gr (zie het nommer dezer courant van 5 October jl.) Uit dit rapport blijkt in hoofdzaak het volgende. De oprichting eener voorbereidingsschool, door de schoolcommissie verlangd, achten burgemeester en wethouders verre van wenschelijk. De commissie wil die school ingericht hebben met eene hoofdonderwijzeres ad 800 jaarwedde, vier groote helpsters ad 300 en acht kleine ad 75. Zij berekent de kosten: rente van een kapitaal in 12,000 voor den bouw eener voprbereidingschool voor 4 a 500 kindera, a 5 pet., 600traktement voor eene hoofdonderwij zeres 800, voor vier groote helpsters a f300, 1200; voor acht kleine helpsters a 75600; jaarlijkscli onderhoud 400totaal 3600. Burgemeester en wethouders betwijfelen of het moge lijk zou zijn met dergelijk personeel eenig gunstig resultaat te verkrijgen, indien men iets meer van de inrichting verlangt dan van eene gewone bewaarschool. Ook zouden de bezwaren van financieelen aard voor de gemeentekas uiterst zwaar zijn en wel zwaarder dan de schoolcommissie meent. De kosten van aankoop van een geschikt terrein stellende op 3000een ge bouw van drie schoollokalen ieder voor 150 .kinderen, met ameublement15,000, samen 18,000. Hiervan 5 pet. bij 1000 aflossing 'sjaars, gemiddeld cijfer 450aflossing 1000traktement hoofdonderwijzeres ƒ800; vergoeding huishuur ƒ200; traktement eene hulponderwijzeres a ƒ600 en drie a ƒ500 is ƒ2100; vier helpsters van 50ƒ100 is ƒ300 en jaarlijksch onderhoud, vuur en licht en sehoolbehoeften ƒ600, samen ƒ5450. Burgemeester en wethouders meenen dat dergelijke uitgaaf de krachten der gemeente verre te boven gaat, maar zoudenal waren de fondsen beschikbaardeze dan nog liever besteden aan de oprichting eener derde school voor on- en minvermogenden. Tegen eene op te richten voorbereidingschool bestaat volgens deskundigen ook het bezwaardat zeer veie kinderen nagenoeg geen lager onderwijs zouden genie ten wegens het te kort bezoek der eigenlijke school. Meer en beter resultaten durven burgemeester en wethouders verwachten van het laatste voorstel der schoolcommissie om den ouderdom waarop de leerlingen op de scholen F en Gr zullen worden toegelaten van 6 op 7 jaren te brengenen het is daarom dat zij ten slotte voorstellenArt. 8 der verordening op het onder wijs in deze gemeente zóo te wijzigen dat de leerlingen op de scholen F en Gr daar tweemalen 'sjaars zullen worden toegelatenmaar niet beneden den leeftijd van 7 jaar; 2" burgemeester en wethouders te machtigen een hulponderwijzeres (helpster) op de bewaarschool aan te stellen, en daarvoor op de begrooting voor 1876 een nader te regulariseeren bedrag van 200 beschik baar te stellen. Nadat de heer Tak verklaard had, met dit voorstel van burgemeester en wethouders als proef te willen medegaan en den wensch had uitgesprokendat bur gemeester en wethouders met het oog op de overbe volking der bewaarschoolspoedig een voorstel zullen doen hetzij tot het inrichten eener tweede bewaarschool, hetzij tot uitbreiding der bestaande, gaf de voorzitter nog eenige inlichtingen, waaruit bleek dat het niet wenschelijk geacht wordt nu reeds de zaak vooruit te loopen. Het voorstel werd daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Vervolgens leggen burgemeester en wethouders over eene voordracht tot benoeming eener hulponderwijzeres aan de school A (hoofdonderwijzeres mej. Gerth van Wijk), op eene jaarwedde van 900. Als eenige sollicitant is daarop geplaatst mej. Sophia van Slee, thans tijdelijk op die school werkzaam. De voorzitter deelde mede dat deze dame niet in het bezit is eener akte als hoofdonderwijzeres, doch afdoende blijken heeft gegeven dat zij'voor hare betrek king volkomen berekend is. Burgemeester en wethouders stellen daarom voor haar te benoemen en aan die benoeming de voorwaarde te verbinden dat mej. van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 5