MIDDELBURGSCHE COURANT. H° 301. Maandag 1875. 20 December. po p BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. Het formaat dezer courant wordt den le« Januari 1876 ongeveer de helft vergroot, zonder verhooging van den abonnements prijs. Behalve de thans daarin voorkomende rubrieken zal voortaan in de courant wor den opgenomen een doorloopend feuilleton, bestaande uit boeiende romans en andere verhalen. Zij die zich voor het volgende kwartaal op de Middelburgsche courant abonneeren, ontvangen de nog dit jaar verschijnende nommers gratis. Middelburg 18 December, .5 I 5 Dit blad verschijnt dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is 3.SO. Nu de aanneming van hoofdstuk V der staatsbegroo- ting aan de negendaag3che beraadslaging een, naar onze opvatting, gelukkig einde gemaakt heeft, zullen enkele sprokkelingen uit het debat, voor onze lezers van men rechtstreeksch belang, hun wellicht niet ongevallig wezen. Een kortmaar niet onbeteekenend woord werd ge wijd aan het kanaal door Walcheren, meer bijzonder aan de uitmonding te Yeere. Voor de uitdieping der buitenhaven aldaar werd op de begrooting 64,000 gevraagd. Reeds in het voorloopig verslag werd die uitgaaf „weggeworpen geld" genoemd en aan de regee ring in overweging gegeven om óf afdoende plannen tot verbetering te beramen, die echter wel een millioen zouden kosten, óf liever nog op het oorspronke lijke, goede plan voor het kanaal terug te komen en eene sluis te bouwen aan het einde der Middelburgsche haven, waar van verzanding geen sprake is. De minister verklaarde in de memorie van antwoord, dat men bezig is te onderzoeken in hoever hei mogelijk is de vaargeul meer in de nabijheid van den mond van het kanaal te brengen (het boven bedoelde af doende plan van een millioen), waardoor de aanslibbing van zelf zon afnemen. De nu voorgestelde 64,400 dienden alleen om inmiddels de monding op de vereischte diepte te houden. In de zitting van den 10en dezer kwam de heer Teding van Berkhout op de zaak terng. Hij hoopte dat de nu afgeloopene voorziening aan de sluis te Veere van langen duur mocht zijn. De uitbaggering te Veere, die reeds in het loopende jaar f 44,000 gekost heeft, vervulde hem echter met zorg. „Wanneer dit treurig verschijnsel zoo sprak hij de verzanding dier buitenhaven, gevolg van het geven eener verkeerde richting aan het kanaalzal ophoudenis onbekend. Maar allertreurigst is die geschiedenis zeker. Want waar zulke groote sommen voor het graven van het kanaal zijn uitgegevenhad men betere uitkomsten mogen verwachten." De heer Berkhput vreesde ook de afdoende verbete ring als eene zeer kostbare zaak. Hij verzocht echter den minister, de mogelijkheid te doen onderzoeken van het brengen eener wijziging in de uitmonding van bet kanaal en den uitslag van dat onderzoek aan de kamer mede te deelen. De minister antwoordde alleen dat de zaak in haar geheelen omvang zou onderzocht worden. De post werd goedgekeurd en de lijdensgeschiedenis der uit monding te Veere was liermede voor het oogenblik afgeloopen, waarschijnlijk om in een volgend jaar een nieuw hoofdstuk in te treden. Omtrent de discussie over den Zeeuwschen spoorweg deelden wij in ons nommer van 14 dezer een en ander mededat echter, daar wij toen nog genoodzaakt waren op de uitvoerige verslagen der groote bladen te vertrouwen, die zonder uitzondering bijna altijd min of meer onnauwkeurig zijn, niet in allen deele juist is In 't bijzonder hebben wij ons met een doodemusch verblijd, toen wij meenden dat de minister van binnen- landsche zaken over eeDe „aanstaande" hervatting van den maildienst VlissingenEngeland gesproken had. Dat woord deed ons vermoeden dat aan den minister van die heugelijke gebeurtenis wellicht meer bekend was dan aan ie commun des --tortels. De minister heeft echter alleen gezegd dat „hij hoopte", dien belangrijken internationalen dienst weldra weder aan den gang te zien. Nu, dat hopen wij allen. En hoop doet leven. Voegen wij hier nog bij dat volgens de mededeeling van den heer Tak van Poortvliet in vier maanden tijds te Vlissingen van het havenstation landwaarts zijn in gevoerd 1090 ton (1 ton 1000 kilo) goederen en dat aldaar zijn aangebracht om over zee te worden vervoerd 9393 ton. Die cijfers bewijzen dat het ver voer over Vlissingen zoo geheel onbeteekenend niet is. Ook heeft de minister niet, zooals wij vroeger schreven, gezegd dat hij op de volgende begroo ting zoo noodig een post voor dubbel spoor zou brengen, maar wel dat hij, indien de noodzakelijkheid daarvan bleekin den loop van het volgende jaar daartoe reeds eene verhooging aan de kamer zou voorstellen. Voegen wij hier nog bij, om voor ditmaal met de spoorwegdiscussiën af te rekenen, dat de heer Saay- mans Vader den minister» /Isploreerde" over het niet toelaten der reizigers op de perrons der staatsspoor wegstations. De afgevaardigde uit Goes had daarvan persoonlijk het onaangename ondervonden. Op kleine stations, die maar éen wachtkamer hebben, komt men tengevolge dier bepaling in omstandigheden die „hoogst onaangenaam" zijn, vooral als men met vrouwen reist. Men moet de dames dan soms brengen „bij een publiek in de wachtkamer, dat minder gewenseht is." De heer Saaymans Vader schijnt dus den toegang op de perrons bepaaldelijk voor de hoogere klassen alleen opengesteld te willen zien. Mocht iedereen daar toch komen, dan zou hij op de kleine stations in het Goessche land weder in de nabijheid kunnen komen van het publiekdat hij, voor zijne dames vooral, zoo weinig wensehelijk acht. De minister beloofde echter niet veel. Do exploitatiemaatsehappij verklaarde hij volkomen bevoegd om den maatregel te nemen. Ge schiedt de toepassing op eene voor de reizigers hin derlijke wijze dan zal de minister trachten daarin verandering te brengen. Dit laatste zouden wij wel wenschen dat mogelijk ware. Niet echter omdat wij het zulk een groot ongeluk vinden van op enkele kleine stations eenigen tijd met het publiek der derde klasse in. dezelfde wachtkamer te moeten doorbrengen. Maar de afsluiting der perrons is herhaaldelijk gebleken in strijd te zijn met het al gemeen belang. Somtijds wordt men er door verhin derd een gesprek van eenige minuten te houden met personen die zich in den trein bevinden, wat vooral in handelszaken wensehelijk kan zijn. Bij andere gelegenheden is men buiten de mogelijkheid personen die hulp behoeven, grijsaards, gebrekkigen of kinderen, bij aankomst of vertrek de behulpzame hand te bieden. Daarom zou het naar ons inzien nuttig wezen indien aan deze afsluiting, die in het buitenland zelden en in ons eigen land lang niet aan alle spoorwegstations als noodzakelijk wordt beschouwd, een einde gemaakt kon worden. De aandacht onzer lezers wordt gevestigd op den in het bijvoegsel van heden opgenomen brief van onzen Haagschen correspondent. dat hij de man niet was, van wien men verder de uitvoering der begrooting van oorlog verwachten kon. In verband met deze verklaring heeft de minister in de zitting van heden medegedeeld dat hij door den koning gemachtigd is om de begrooting van oorlog als credietwet te doen behandelen en dat hij deze als zoodanig zoo spoedig mogelijk zal indienen. Wij voegen voor het oogenblik bij dit bericht niets anders. Alleen is het met diep leedwezen dat wij constateeren dat het departement van oorlog na zoo korten tijd aan kolonel Enderlein te zijn toevertrouwd geweest, alweder in andere handen moest overgaan. De tweede kamer heeft heden nog verscheidene wetsontwerpen van ondergeschikt belang afgedaan. Na de wet op de middelen komt de nieuw voorgestelde conclusie betrekkelijk de overeenkomst met de Rijn spoorwegmaatschappij en vervolgens de onteigenings wetten voor de spoorwegen LeidenWoerden en Rotter damHouten aan de orde. De eerste kamer is bijeengeroepen tegen Maandag den 27en dezer. De gemeenteraad van Middelburg zal op Woens dag a., des namiddags te 1 uur, een openbare zitting honden ter behandeling der volgende zaken: Adres W. J. Dormaar, hulponderwijzer school F; begrootiag straatweg naar Vlissingen 1876rapport commissie van financiënvoorstellen van de heeren Fokker en Liebert verordening inkomstenbelasting; rapport en voorstel burgemeester en wethouders a verzoek A. J. Sanderse, om pensioenb idem nachtwakerswijziging jaarwed den, pensioens-bijdragenc vernieuwing erfpacht, grond Oostkerkhof, Wondergem; d intrekking cijns gebouw Armeuiaansch scbuivlot, Ancfriesse; e verzoek burgerlijk armbestuur onderhandschen verkoop van grond in 'tBagijnbof; wijziging gemeentebegrooting 1375; g verhooging jaarwedde van den eersten opzichter bij de gemeentefabricageh voorstel plaatselijke schoolcom missie, aangehouden 10 October 1875, wijziging onder wijs scholen F en G in verband met de bewaarschool i herziening van eenige 10 October 1875 verhoogde jaarwedden van enkele hulponderwijzersen opschui ving van hulponderwijzers op de scholen F en G. De Staats-courant van heden bevat de watten van den len dezer, houdende bekrachtiging van provinciale belastingen in Zuid Holland, Noord-Holland en Zeeland. Te Amsterdam is eene afdeeling van het anti- dienstvervangingbond (dienstplichtbond) opgericht. Voorzitter daarvan is de hoogleeraar van Geuns, on dervoorzitter mr. Tenckinck, secretaris de kapitein der mariniers van Braam Houckgeest, onder secretaris mr. Verloren van Themaatpenningmeester de heer Heldt, president van de Werkliedenvereeniging en vice pen ningmeester dr. Daniëls. Tot secretarissen en ontvangers van de gemeenten Oost- en West-Souburg, en Ritthem, zijn benoemd de heeren G. Braam en W. Meijers Lz. verbetering. In de laatsten brief van onzen Schouwen-Duiveland- schen medewerker over de kerk te Brouwershaven (in ons nommer van 13 dezer) is bij abuis gedrukt„200 dakschilden." Het cijfer moet zijn 6. Nadat in de avondzitting der tweede kamer van gisteren de vestingbegrooting met 37 tegen 36 stemmen ver worpen was, heeft de minister van oorlog verklaard Benoemingen en beslatten. ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw jhr. mr. H. van der Wijck, refe rendaris bij het departement van koloniën. polderbesturen. Benoemd tot gezworen van den polder Willem III P. Dieleman Jz.; tot lid van het bestuur der waterkeering van het calamiteus waterschap Elle- woutsdijk en den calamiteuzen polder Borsselen, J. Bruinooge; tot voorzitter van het bestuur van het waterschap voor de uitwatering door de Sluis in de Piet, J. M. Kakebeeke; tot gezworen van den Anna Friso- polder, J. L. Mareusse Mz.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1