MIDDELBURGSCHE Donderdag 1875. COURANT. 16 December. Het formaat dezer courant wordt den l611 Januari 1876 ongeveer de helft vergroot, zonder verhooging van den abonnements prijs. Behalve de thans daarin voorkomende rubrieken zal voortaan in de courant wor den opgenomen een doorloopend feuilleton, bestaande uit boeiende romans en andere verhalen. Zij die zich voor het volgende kwartaal op de Middelburgsche courant abonneeren, ontvangen de nog dit jaar verschijnende nommers gratis. Middelburg 15 December. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 8.50. BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. Van de Nieuwe Rotterdamsche courant, die gisteren de stukken reeds in hun geheel resumeerde, maken wij verder gebruik om een overzicht te geven van hetgeen door den Nederlandschen minister van buiten- landsebe zaken in eene nota van den 18tn Juli jl. op de eischenderVenezuelaansche regeering geantwoord is. De minister herhaalt de reeds vroeger van Neder- landsche zijde afgelegde verklaring, dat wij bereid zijn om de op Curagao gevluchte Venezuelanen van daar te verbannen, indien slechts eenig wettig bewijs voor hunne schuld, een bewijs dat zij werkelijk tegen hun vaderland samenzweren, wordt aangevoerd. Daar aan heeft echter de regeering der republiek, volgens den ministernooit voldaan, zoodat het ingestelde onderzoek der rechterlijke autoriteiten op Curasao niets anders ten gevolge kon hebben dan eene niet-ontvan- kelijkverkiaring. Aan het verlangen der republiek om den uitvoer van oorlogsbehoeften uit Curacao te verbieden, schrijit de minister, is reeds vroeger door Neder land uit eigen beweging voldaan. (Zooals men zich herinneren zal, zag de regeering van Venezuela in de wijze, waarop de gouverneur van Curacao dat verbod toepaste, echter een nieuw bewijs van vijandigheid van zijne zijde). In het antwoord van den minister worden verder de bijzonderheden, in de Venezuelaansehe stukken opge noemd, niet aangeroerd. Daarentegen somt de minister een aantal Nederlandsche grieven tegen Venezuela op. De republiek heeft zich meester gemaakt van een schip onder Nederlandsche vlag, de Midas; dat vaar tuig is prijsverklaard bij rechterlijk vonnis, doch zonder voldoend rechterlijk bewijs; de bemanning is schande lijk mishandeld en het vaartuig door de republiek als oorlogsvaartuig gebruiktvóórdat nog het rechterlijk vonnis gewezen was. Voorts heeft de republiek de twee Venezuelaansehe havens die het dichtst bij Cura sao gelegen zijn, gesloten, naar de president in zijne Boodschap aan het Congres openlijk verklaarde, „uit haat tegen Curasao." Alvorens de Nederlandsche regeering nu de Venezue laansehe klachten in een geest van welwillendheid en vriendschap kon onderzoeken, verlaagde de minister dat aan deze daad van vijandschap tegen eene Neder landsche kolonie een einde gemaakt zou worden. De havens van Coro en Maracaïbo, welker sluiting voor den handel van Curasao een doodsteek is moesten eerst weder opengesteld worden. Wanneer Venezuela op die manier wilde afzien van de middelen om zich zelf recht te verschaffen, beloofde de minister van onze zijde onpartijdig onderzoek en rechtvaardige beslissing. De Venezuelaansehe regeering wilde hier echter niet aan voldoen, gelijk de minister van buitenlandsche zaken der republiek in een brief van 6 September ver klaarde. Zij beschouwde den eisch om hare twee havens open te stellen als een ingrijpen in hare souve- reiniteitwaarover zij zelfs niet - .ocht onderhandelen. Het baatte niet dat onze minister later (bij brief van 12 December) er nog eens op wees dat de eisch der openstelling slechts gedaan werd in antwoord op een verzoek om daden van welwillendheid, die van ons verlangd werdenen tot welke onze regeering zich moeilijk geneigd kon toonenzoolang men van de andere zijde daar daden van vijandigheid tegenover stelde. De minister van Venezuela bleef het overwegen van zulk een eisch onmogelijk achten; hij stelde dat gelijk met landverraad en gelastte den gezant omals daaraan vastgehouden werdde diplo matieke betrekkingen af te breken. Ten aanzien van de Midas-quaestie had Venezuela toegegeven. Het schip was vrijgelaten. Maar in het zelfde stukwaarin de regeering der republiek die vrijlating bevalzette zij nogmaals uiteen wat de Midas eigenlijk misdreven had. Het schip had 540 geweren met toebebooren ontscheept op Tortuga, een eilandje waar in 't geheel geen haven opengesteld is en waar dus het binnenvallen op zichzelf eene strafbare daad was. Even zoo had de schoener op andere ver boden plaatsen brieven en oorlogsbehoeften afgegeven en mededeelingen doen toekomen aan de opstandelingen. De verklaringen van het scheepsvolk waren ten deele ongerijmd, ten deele uiteenloopend. Het schip behoorde in eigendom aan de firma Jesurun te Curagaoin welke firma een vennoot is opgenomendie chef is van het revolutionair comité te Gwa§ao. Indien dus de regeering van Venezuela, zoo schreef zij, ondanks dit alles, de Midas vrijliet, was dit een bewijs van vriendschappelijke gezindheiddat door Nederland wel op prijs gesteld moest worden. De mishandelingen, aan de bemanning van de Midas aan gedaan, werden overigens eenvoudig voor verzinsels verklaard. Het einde van de zaak is bekend. De gezant Rojas vertrok en de diplomatieke betrekkingen werden afge broken. De Nederlandsche zaakgelastigde te Caracas ontving zijn paspoort van de regeering der republiek, welke bij die gelegenheid verklaarde: „dat zij alle eischen van het kabinet van den Haag had ingewilligd op êen na, welker inwilliging met landverraad gelijk zou gestaan hebben." Een oordeel te vellen over de quaestie past ons zoo veel te minder, daar wij nog altijd meer licht van Venezuelaansehe dan van Nederlandsche zij de gekregen hebben. Natuurlijk stellen wij in het vreemde licht geen onbepaald vertrouwen. Maar wij hopen dat onze regeering door hare mededeelingen ons spoedig in de gelegenheid moge stellen tot de slotsom te komen, dat de Venezuelaansehe beschuldigingen ongegrond zijn. Voor den aanvang der openbare zitting zijn gisteren in de afdeelingen der tweede kamer onderzocht de wetsontwerpen tot goedkeuring der consulaire over eenkomst met Italië, en machtiging tot den openharen verkoop van tot het kroondomein behoorende pereeelen in de gemeente Hontenisse. De zending der heeren Jonckbloet en de Casembroot naar Philadelphia, ter behartiging der Nederlandsche belangen voor de aanstaande wereldtentoonstelling, is afgeloopen. Beiden zijn in den Haag teruggekeerd. De heer Jonckbloet woonde gisteren middag de zitting der tweede kamer weder bij. Gaarne voldoen wij aan het ons gedaan verzoek om een woord tot aanbeveling te schrijven van den Alma nak voor 1876 der Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank. Het boekje is zóo goedkoop (10 cent), en het misbruik dat in ons land van jenever gemaakt wordt zoo afschuwelijk, dat wij, indien ook maar éen enkele dronkaard zich overhalen liet om het voorbeeld te volgen van de zeer opgewon- dene vrouw op het titelplaatje, die vlak vóór eene tapperij bezig is het grachtwater in jenevergrog te veranderen, de uitgave van het boekje als een heuge lijk feit zouden toejuichen. De Staats-courant van heden behelst het koninklijk besluit van 26 November jl., waarbij de koninklijke bewilliging wordt verleend op het ontwerp der akte van oprichting van de naamlooze vennootschap Spoor wegmaatschappij Leiden—Woerden, te 's Graven - hage. De goedgekeurde akte is mede in de Staats courant opgenomen. De Staat3-courant van heden bevat de wet van den leB dezer, houdende bekrachtiging van provinciale be lastingen in Groningen. In hetzelfde nommer is opgenomen liet koninklijk besluit van 5 dezer, houdende organisatie van den dienst van het kadaster en van de daarmede in verband staande werkzaamheden voor de heffing der grondbe lasting. Benoemingen en besluiten. procureurs. Benoemd tot procureur bij de arrondis- sements-rechtbank te Middelburg mr. J. W. Lasonder, wonende aldaar. posterijen. Eervol ontslag verleend, op verzoek, aan E. J. A. Roellaard uit zijne betrekking van com mies der posterijen 2e klasse. belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe be lastingen en accijnsen te Asten c. a.G. L. Klein, thans ontvanger derzelfde middelen te Baarloo c. a. consulaten. Benoemd tot consul-generaal der Neder landen te Napel? Teil Menricoffre. rechterlijke macht. Benoemdmet ingang van 1 Januari a., bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch: tot president mr. J. M. B. J. van der Does de Willebois, thans pres. der arr.-rechtb. te 's Hertogenbosehtot vice pres. jhr. mr. A. J. T. H. van den Bergh, thans proc.-gen. bij het prov. ger. in Limburg tot raadsheer mr. T. H. Bondamthans proc.-gen. bij het prov. ger. in Overijselmr. F. G. J. baron van Rijekevorsel van Kessel, thans raadsh. in het prov. ger. in N.-Brabant; mr. J. B. baron van Hugenpoth tot den Berenclaauw, thans raadsh. in het prov. ger. in N.-Brab.mr. J. H. C. Caziusthans raadsh. in het prov. ger. in Limburg; mr. J. P. vau Blarkom, thans raadsh. in het prov. gereg. in N. Brab.jhr. mr. A. F. de Savornin Logmanthans raadsh. in het prov. ger. in N.-Brab.; mr. M. A. van den Acker, thans raadsh. in het prov. ger. in N.-Brab.mr. M. A. Eekhout, thans raadsh. in het prov. ger. in Groningen, en mr. H. F. T. van Schaeek, thans offic. van just, bij de arr.-regtb. tc Maastricht; tot proc.-gen. mr. J. C. F. baron d'Aulnis de Bourouill, thans proc.-gen. bij bet prov. ger. in N.-Brab.tot adv.-gen. jhr. mr. J. J. F. de Jong van Beek en Donk, thans adv.-gen. bij het prov. ger. in Overijselen jhr. mr. P. M. F. van Meeuwen, thans adv.-gen. bij het prov. ger. in N.-Brabant; tot griff. jhr. mr. C. R. E. van Rijekevorselthans griff. van het prov. ger. in N.-Brab.tot subst.-grift'. mr. F. P. J. de Saint, thans subst.-griff. bij het prov. ger. in Lim burg; en mr. A. J. Abbema, thans subst.-griff. bij het prov. ger. in N.-Brab. Bij het gerechtshof te Arnhem: tot pres. mr. C. P. Henny, thans vice-pres. v. h. prov. ger. in Gelderland; tot vice-pres. mr. E. A. A. IJssel de Schepper, thans proc.-gen. bij het prov. ger. in Utrechttot raadsheer, mr. W. C. J. J. Cremers, thans raadsh. in het prov. ger. in Overijselmr. D. G. Kortenbout van der Sluys, thans raadsh. in het prov. ger. in Overijseljhr. mr. C. J. C. H. van Nispen tot Sevenaer, thans raadsh. in het prov. ger. in Gelderlandmr. L. Udo de Haes thans raadsh. in het prov. ger. in Gelderl.mr. J. S. Hijmans, thans raadsh. in het prov. ger. in Gelderl. mr. H. E. C. van Kerckhoffthans raadsh. in het prov. ger. inOverijsel; mr. D. J. Mom Yisch, thans raadsh. in het prov. ger. in Gelderl.; mr. L. Hertzveld, thans raadsh. in het prov. ger. in Overijsel; en mr. E. H.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1