MIDDELBUBGSCHE
COURANT.
W 296.
Dinsdag
1875.
14 December.
BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Het formaat dezer courant wordt den
len Januari 1876 ongeveer de helft vergroot,
zonder verhooging van den abonnements
prijs.
Behalve de thans daarin voorkomende
rubrieken zal voortaan in de courant wor
den opgenomen een doorloopend feuilleton,
bestaande uit boeiende romans en andere
verhalen.
Zij die zich voor het volgende kwartaal
op de Middelburgsche courant abonneer en,
ontvangen de nog dit jaar verschijnende
nommers gratis.
Middelburg 13 December.
Dit blad verschijnt dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2en Paaseh- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.SO.
De spoorweglijn Roosendaal—Vlissingen heeft
Zaterdag gedurende eenige oogenblikken eene ver
schijning in de tweede kamer gemaakt. Jammer ge
noeg was het figuur dat zij maakte, niet bijzonder in
haar voordeel. Er werden meer klachten dan lof ver
nomen.
De heer van Wassenaer Catwijck kwam terug op
zijn vroeger amendement tot het leggen van dubbel
spoor. Ofschoon overtuigd van de noodzakelijkheid
daarvan, houdt hij het er voor dat de exploitatie
maatschappij het dubbel spoor niet bevordert. Altijd
de gevolgen van haar ondoelmatig contract. De maat
schappij vree3t dat het dubbele spoor haar meer na- dan
voordeel zal opleveren.
De ongeregelde aankomst van de treinen werd door
den heer Tak van Poortvliet ter tafel gebracht.
In èen maand was er volgens dien afgevaardigde twaalf
maal vertraging geweest vaa 12 tot 75 minuten, en
wel op den sneltreindie toen nog met eene buiten-
landsche verbinding aansloot. Wij gelooven dat als de
heer Tak zijne opgaven ook over de andere treinen
had uitgestrekt, er nog vrij wat meer te klagen ge
weest ware.
De heer Tak gaf echter de schuld hiervan niet aan
de exploitatie-maatschappijmaar aan de geheele slechte
regeling van den dienst op het Zuidernet. Speciaal op de
haanvakken van den Grand Central Beige laat de dienst
zeer veel te wenschen over. De vertraging is ook niet,
zooals de minister geopperd had, het gevolg van
ongeregelde aankomst van stoombootenmaar van
treinen in verhand staande met de binnenlandsche com
municatie. Het leggen van dubbel spoor kon, meende
de heer Tak, in vele der bestaande moeilijkheden te
gemoet komen; het was ook noodig, niet siechts voor
het goederenvervoer, maar ook en vooral voor het per
sonenverkeer.
De minister antwoordde met eenige beloften, die wij
hopen dat iets meer zullen zijn dan het bekende mid
del, waarmede men aan de gekken een vroolijk leven
bezorgt. De regeering, zeide hij, zal op de zaak
letten. Als de noodzakelijkheid blijkt, dan zal zij niet
schromen op de begrooting voor het volgende jaar een
post voor het dubbele spoor te brengen. Ook op de
exploitatie van de zuiderlijn zal de regeering het oog
gevestigd houden, „in verband met de aanstaande her
vatting van den maildienst van Vlissingen naar Engeland."
Dit laatste is misschien het meest bemoedigende
woord dat er gesproken is. Als de „aanstaande" her
vatting van den maildienst ons tevens geregelder aan
komende spoortreinen bezorgen zal, hoeveel te vuriger
zullen wij dan naar die hervatting gaan wenschen!
De heden namiddag alhier gehouden ter
bespreking van de wenschelijkheid der oprremlffg eener
Middelburgsche afdeeling van den Antidienstvervan-
gingsbond werd door 35 personen bijgewoond^ waar
onder een paar officieren en eenige onderofficieren van
het garnizoen. De werkzaamheden werden geleid door
den heer m'. G. A. Fokker, met wien uit de oproepers in
het bureau zitting hadden genomen de heeren mr. D. A.
Berdenis van Beriekom, mr. .T A. Lamhrechtsen en
G. van Dieaen.
Nadat alle aanwezigen de presentielijst geteekend
hadden hield de heer Fokker eene korte toespraak. Hij
onderstelde dat het doel der bij eenkomst hekend was
evenals de groote belangstelling van den graaf van
Limburg Stirum in de bereiking van dat doel: afschaf
fing van de dienstvervangingwaaraan de door hem in
het leven geroepen bond zijn naam ontleent. De bedoeling
is te trachten dat denkbeeld op alle geoorloofde wijzen
populair te maken. Voorts wees hij er op, dat de antidienst
vervanging volstrekt niet gelijk staat met algemeenen
dienstplicht. Deze laatste beteekent dat ieder jonge
ling op zekeren leeftijd gedurende zekeren tijd in het
leger zou moeten dienen, doch dit is niet het doel
van den bondomdat men dan een veel te groot
contingent miliciens zou krijgen, en ook omdat dit
niet noodig is en met het oog op de kosten ook
niet in het belang van het rijk zon zijn. De bond
wenscht alleen het denkbeeld der afschaffing van de
dienstvervanging in welken vorm ook, te popularisee-
ren. Vijf a zesduizend personen in ons landvan
al'erlei rang en stand, van allerlei politieke en gods
dienstige geloofsbelijdenis, hebben zich reeds aangesloten
en het laat zich aanzien at-..als in de meeste plaatsen
afdeelingen zullen zijn opgerichtnog vele anderen zieh
evenzeer als lid zullen aanmelden. Met de afschaffing der
dienstvervanging wordt beoogd een beter gehalte van ons
leger en weerbaarheid, ten einde te beantwoorden aan het
voorschrift van art. 177 der grondwet, volgens hetwelk
het dragen der wapenen tot handhaving der onafhankelijk
heid van den staat en tot beveiliging van zijn grond
gebied een der eerste plichten blijft van alle ingezetenen.
Vervolgens werd aan ieder der aanwezigen een afdruk
der statuten uitgereikt en daarna bij acclamatie het
voorstel van het comité aangenomen om ook te Mid
delburg eene afdeeling van den bond op te richten.
Tot leden van het bestuur dezer afdeeling dat
onderling een voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en
penningmeester zal kiezen werden hij meerderheid
van stemmen gekozen de heeren: mr. G. A. Fokker,
mr. D. A. Berdenis van Beriekom, G. van Diesen
en mr. T. A. Lamhrechtsen. Daar beide laatst
genoemden evenwel zwarigheid maakten die betrek
king te aanvaarden, werden in hunne plaats geprocla
meerd de heeren W. A. baron van Lijnden en J. Coster,
kapitein der infanterie.
Met inbegrip van eenige in deze vergadering toege
treden heeren (waaronder enkelen als begunstigers)
telt de afdeeling thans een 70tal leden.
Ten slotte werden bij stemming 15 leden voor het
hoofdbestuur gekozen te weten de heeren: m"1. Jac.
Wertheim en B. H. Heldt, te Amsterdammr. J. T.
Buijs, te LeidenL. G. Brocxm'. J. D. Veegens,
W. J. Knoop, M. D. graaf van Limburg Stirum en
dr. M. P. Lindo, en jhr. J. K. F- H. von Schmidt auf
Altenstadtte 's Gravenhagemr. B. H. Pekelharing,
te Delft; Joh". E. Knight, H. N. Wilkens, mr. J. C. E.
baron van Lijnden, te Botterdam; mr. H. M. A. baron
van der Goes en mr. C. R. Merkus te Utrecht.
De Nieuwjaars-collecte, welke heden namiddag
alhier gehouden werd, heeft f 562.31j opgebracht. Op
28 December van het vorige jaar bedroeg de opbrengst
f 522.88 vermeerderd met nacollecte tot een bedrag
van f 545.53.
De gezondheidstoestand van H. M. de koningin is,
naar uit 'sHage gemeld wordt, weder minder gunstig,
zoodat H. M. hare kamer moet houden.
Prins Alexander heett zich te Marseille naar Algiers
ingescheept.
Te 's Gravenhage heeit zich, volgens de Nederl
Spectator, eene commissie gevormd voor het oprichten
van een standbeeld voor Spinoza. De wijsgeerige
brillenslijper zou, als hij nog in leven was, over het
denkbeeld waarschijnlijk de schouders ophalen. Iets
meer oneigenaardigs dan het plaatsen van een, stand
beeld op eene openbare plaats, voor een bespiegelend
denker als Spinoza was, kan men, dunkt ons,nauwelijks
bedenken. Ook Auerbach, die zich zooveel moeite
gegeven heeft om Spinoza populair te maken, is naar
men mededeelt met dit plan ingenomen.
Zoolang een Oldenbarnevelt, een Jan de Witt,een
Tromp, een Heemskerk, een Koen, een Tasman, een
Huygens en zoo ontelbaar vele anderen, wier gedenk-
teeken tot het Nederlandsche volk iets zou zeggen en
door het volk zou begrepen worden, nog op een
monument wachten, kan menmeenen wij, een wijs
geer als Spinoza wel met rust laten of, zoo men zijn
nagedachtenis vereeuwigen wil, zijn horstbeeld houden
binnen boekerijen of binnen de vergaderzalen van
wijsgeerige genootschappen.
Op eene door 600 werklieden en kleinhandelaars
bezochte bijeenkomst, belegd door het algemeen be-
stuursbond der vakvereeniging te Amsterdamter be.
spreking van de ontworpen tabaksbelastingis bij
acclamatie aangenomen een voorstel van den heer
IJzendoorn tot het afleggen eener verklaring van den
volgenden inhoud:
„De vergadering, gehoord hebbende de stem des
volks, verklaart den accijns op de tabak onrechtvaardig
en onhoudbaar; omdat hij onrechtmatig wordt gehe
ven, omdat hij het meest zal drukken op den stand,
welke de afschaffing van den accijns op het geslacht
het minst ten goede zal komen. De vergadering acht
het noodig en rechtvaardig, dat alle in- en uitgaande
rechten worden opgeheven en eene inkomstenbelasting
worde ingevoerd."
In de Indische bladen werd onlangs de aandacht,
gevestigd op de nalatenschap van zekeren J. A. Du
Bois, wiens erven door de Bataviasehe weeskamer
werden opgeroepen en met wien men veronderstelde
dat wellicht de bekende erfenis-Du Bois bedoeld kon
wordenwaarvoor in België zooveel rechthebbenden,
gevonden worden.
Het blijkt nu dat Jan Anthony Du Boisvan
wien in de jongste oproeping sprake was, assistent
resident van de Lampongsche districten geweest is. Zijne
nalatenschap bedroeg nog geen f 1700 en daarover was
voor het grootste gedeelte door den overledene bij
testament reeds beschikt. De millionair Du Bois, op
wien men in België het oog heeftkan dus niet be
doeld zijn.
Te Parijs is bij de uitgevers Jouby et Roger een
„Blauwboek" verschenen, dat voor ons land van gewicht
is. Het bevat namelijk de documenten, die betrekking
hebben op het afbreken der offieieele betrekkingen
tussehen Nederland en Venezuela.
Volgens het eerste stukeen brief van den gezant
den heer José M. Rojas, dd. 25 Nov., heeft deze die
bescheiden op bevel van zijne regeering uitgegeven.
Verder bevat het hoek 14 stukken copy van 4 Mei
tot 19 Oct. 1875, toen onze zaakgelastigde te Caracas,
de heer van Brakel, zijn paspoorten ontving.
De minister van binnenlandsche zaken maakt in de
Staatscourant van heden bekend, dat het koninklijk
kabinet van schildergen in het Mauritshuis, te beginnen
met 15 dezer, weder geopend zal zijn op de uren bij
het algemeen reglement bepaald.
De Staats-courant van 12 en 13 dezer bevat dé
wetten van den len dezer, houdende bekrachtiging
van provinciale belastingen in Friesland, en tot regeling
der ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds
voor burgerlijke ambtenaren over het jaar 1876.