BIJVOEGSEL VAN BE MIDDELBURGSCHE COURANT
Maandag 13 December 1875. i\To. 295.
Middelburg il December.
-Iets over Brouwershaven en zijne kerk.
i
Men schrijft ons uit Zierikzee van den 9en dezer:
„In onze concertzaal was heden avond een vrij tal
rijke vergadering aanwezig, waaronder velen van buiten,
öm den heer m>'. A. Kerdijk, den wakkeren kampioen
voor de verbetering van ons volksonderwijs, te hooren.
„Na het verslag, dat van zijne voordracht te Goes
gegeven werd, is het onnoodig van de hier gehoudene
een overzicht te leveren. Genoeg zij het te vermelden
dat zijn warm pleidooi met onverdeelde aandacht ge
hoord-en nu en dan door luide toejuiching afgebroken
werd.
„Voor hem, die in de laatste jaren aandachtig heeft
geluisterd naar de vele gebreken van ons lager onder
wijs en den treurigen toestand waarin het over het
algemeen verkeert heeft gadegeslagen, bevatte zijne rede
zeker weinig nieuwsen dat is ook niet noodig,
dewijl we aan het bekende reeds meer dan genoeg
hebben; maar de welsprekende feiten, de gloed der
overtuiging, waarmee hij de werkelijkheid taekende
en de dringende en noodzakelijke behoefte aan ver
betering aantoonde, hebben zeker bij allen een diepen
indruk gemaakt, het voornemen gewekt om do hand
aan den ploeg te slaan, en met de duizende voorstan
ders van het volkonderwijs, met alle vrienden van
vooruitgang en ontwikkeling mee te werken aan de
opheffing en verbetering.
„Niet geschipperd, maar openlijk de banier ontrold
waarop, na de verbetering vau het bestaande, leer
plicht geschreven staat. Daarheen zij en blijve ons
streven gerichtwie aanhoudt overwint. Als éen man
dus opgestaan en den kamp begonnen, geen geld,
geen opoffering, geen moeite ontzien."
Kunstnleuws.
Men schrijft ons uit Botterdam
„De Nieuwe Rotterdamsche schouwburg-vereeniging
ouder het bestuur van Le Grasvan Zuylen en Haspels
hield Donderdag avond eene buitengewone vergadering,
die door een groot aantal aandeelhouders werd bijge
woond. Het doel der bijeenroeping van deze vergade
ring was de toestemming van de aandeelhouders te via
gen om' mede te dingen naar de concessie voor het
bespelen van den schouwburg in den Haag. Het
gezelschap vau den heer Valois dat thans dien schouw
burg bespeelt, is verloopen; het bevat nauwelijks
meer enkele goede elementen. Voor den heer Valois
is dus de kans op vernieuwing van de concessie ver
keken. Dit heeft hij zelf begrepenen vandaardat
hij zich gecombineerd heelt met de directie Le Gras,
van Zuylen en Haspels. Mevrouw ValoisSablairolles
is voor de moederrollen door die directie geëngageerd,
en met haar een deel van het gezelschap Valois, terwijl
enkele andere leden van dit gezelschap zich nog niet
verbonden hebbennaar men zegt omdat zij zeiven
naar de concessie in den Haag willen dingen.
„Er schijnt alle kans te bestaan voor de Rotlerdam-
scho directie om die concessie te verkrijgenvooral
nu daarbij het belang is betrokken van den heer Valois,
die zoovele jaren het bestuur over den Haagschen
schouwburg heeft gevoerd. De schouwburg-vereeniging
heeft de heeren Le Gras, van Zuylen en Haspels ge
machtigd om in haren naam de concessie te vragen,
nadat namens deze heeren de verzekering gegeven was,
dat hun gezelschap in elk geval een Rotterdamsch
gezelschap blijven zou. Het voornemen bestaat om in
den Haag wekelijks twee voorstellingen te geven.
Mocht de koninklijke subsidie die thans de heer Valois
genietovergaan op de Rotterdamsche directie dan
zal zij in de kas der schouwburg-vereeniging vloeien.
„Wij zien thans nagenoeg hetzelfde gebeuren wat
twee jaren geleden in onze tooneelwereld zooveel
opschudding gaf en eene scheuring in het gezelschap
van de heeren Albregt en van Ollefen tengevolge had.
Toen gold het de combinatie van de tooneelen te
Amsterdam en Rotterdam; nu die van Rotterdam en
den Haag. En die de nieuwe combinatie op touw zetten,
zijn juist de tooneelkunstenaars, die omdat zij een uit
sluitend Rotterdamsch gezelschap wilden, zich afscheid
den van de directie Albregt en van Ollefen. Intussehen
zijn in vroeger jaren de tooneelen van den Haag en
Rotterdam steeds gecombineerd geweesten juist toen
had men een voortreffelijk gezelschap, eerst onder
directie van Hoedt en Bingley, later onder directie van
Peters. Bezwaren zijn dan ook wel niët te vreezen,
en in den heer Le Gras vindt men een voortreffelijken,
iutelligenten directeur, die voorzekerwanneer hij ten
gevolge van de combinatie met den- Haag over uitge
breider krachten en ruimer middelen te beschikken
krijgt, veel doen zal tot opbeuring van het tooneel."
«Gemengde berichten.
Te Praag is een groot nationaal bal, ten voordeele
van de vluchtelingen uit de Herzegowina te geven, door
de autoriteiten verboden.
De Badensche kamer heeft een wetsontwel'p aan
genomen tot invoering van verplicht lager onderwijs
op gemengde scholen. Geheel onverwachts ontmoette
het ministerie tegenstand bij den groothertog, die wei
gerde het wetsontwerp te teekenen, doch de ministers
dreigden terstond met hun ontslag, waarop de groot
hertog onmiddellijk toegaf.
In België bestaat de bepaling dat beginnende
advocaten gedurende de drie -eerste jaren hunner prak
tijk verplieht zijn gratis te pleiten voor onvermogende
personen. Een jong advocaat van zeer clericale ge
voelens heeft Zaterdag jl. geweigerd aan deze bepaling
te voldoen ten behoeve eener behoeftige vrouw, die
een eisch tot echtscheiding wilde instellen, dewijl hij
verklaarde „niet te willen medewerken tot de uitvoering
eener wet die de echtbreuk wettigt."
De raad van tucht zal in dit geval uitspraak moeten
doen. Het schijnt dat de eerbied voor de wet bij
sommige jeugdige Belgische1 rechtsgeleerden niet zeer
diep geworteld is.
De geneeskundige faculteit der jhoogeschool te
Weenen, die vroeger geen dames tot hare colleges
wilde toelatenis thans van gevoelen veranderddaar
mejuffrouw Rosa Welt als student is ingeschreven en
de lessen bijwoont. De dochter van het lid van den
rijksraad Rubinsteinmejuffrouw Susanna Rubinstein,
die verleden jaar in de philosophie promoveerde, bevindt
zich thans te Leipzig alwaar zij aan de uitgave van
een philosophisch boek werkt, dat eerstdaags zal ver
schijnen.
Uit Wolfenbüttel wordt gemeldt, dat sedert 1837
aldaar niet zooveel sneeuw was gevallen als in de
vorige week. Het verkeer met de naburige plaatsen
is geheel gestremd. Op de straatwegen ligt over ge-
heele afstanden, b. v.'tusschen Lichtenberg en Lesse, de
sneeuw zoo boog, dat slechts de toppen der hoornen
zichtbaar zijn.
Naar men verzekert is aan mevrouw Strousberg,
door de voormalige deelgenooten van haar man, de her
togen van Ratibor en Ujest en graaf Sehndorf gedurende
den tijd der afwezigheid van dr. Strousberg een maand
geld van 1000 Thaler toegekend.
Na den brand van den stedelijken schouwburg te
Barmen verscheen van de directie der aandeelhouders
eene circulaire waarin zij het betreurde dat een plaats,
die voor de geestelijke en zedelijke ontwikkeling der
bevolking zooveel waarde had, een prooi der vlammen
was geworden, terwijl zij aandrong op spoedige hulp
ter herbouwing. De gezamenlijke Evangelische geeste
lijken kwamen daartegen op en beweerdendat de schouw
burg slechts een oppervlakkige ontwikkeling en de
zucht naar genot en verstrooiing bevorderde. Dit
protest had echter een geheel ander gevolg dan de be
doeling er van was, want de giften vloeiden rijkelijker
dan ooit, terwijl algemeen ontevredenheid tegen de
predikanten ontstond.
Door onsen Schouwen-DuivelandscJien medewerker.)
I.
Als Vader Cats, in zijn Twee en tachtigh-jarigh
leven, vroolijk en wel zingt:
«Daer is een Zeenwsche stadt, men noemtse Brouwershaven,''
dan is zijne geboorteplaats voldoende aangewezen;
maar hij, die slechts een enkel blad uit haar geschie
denis wil gevenis onwillekeurig genoodzaakt een
vluchtigen blik te werpen op het aangrenzende Briedorpe,
waarmee zij zoo nauw is verbonden, dat we Brouwers
haven er gerust eene dochter van kunnen noemen.
We gaan dus, om met Melis Stoke te spreken,
»Uter porten, te Bridorp waert",
en plaatsen ons op het oude Briepe, dat reeds in de
dertiende eeuw het vierde zesde deel uitmaakte van
Schouwen, dat toen in zes districten verdeeld was.
Op dit Briepeoorspronkelijk, een eilandje op zich
zelf, gelijk sommigen beweren, maar niet bewijzen,
verrees Briedorpe, in de volkstaal Briepe genoemd,
voorheen eene niet onbelangrijke plaats met een ge
rechtszetel en een haven. Denkelijk brachten de Hol-
landsche brouwers reeds door die haven hun hier naar
Briedorpe, van waar het naar de omliggende plaatsen
en eilanden vervoerd werd. De nog aanwezige Oude
Vaart, die in eene nagenoeg rechte lijn van Briedorpe
naar Brouwershaven loopt, is er vermoedelijk een deel
van en de eerste brouwershaven.
Maar Briepe, gelegen in eene streek,
'«Waar de golfslag oude grondennieuwe grond den plas vervangt,"
was niet bestemd om lang denzelfden vorm te be
houden, en in 1285 was de aanwas aan de noord- en
zuidzijde zoodanig toegenomen, dat heer Pieter Nobel
en zijn broeder het de moeite waard vonden, om het
aangegroeide schor te bedijken, zonder daarover, gelijk
in onze dagen, met het domeinbestuur eerst een rechts
geding te voeren.
Floris de Vijfde, de negentiende graaf van Zeeland,
„een Konincklijcke soon", was er zoo mee ingenomen,
dat hij het ontwerp niet alleen uitbreidde, maar in
1288 'tplan vormde om op den nieuwen aanleg eene
stad te bouwen. Het is niet aannemelijk dat het bepaald
Briedorpe was, waarop Floris voor de verwezenlijking
van zijn voornemen het oog vestigde, daar dit door de
bedijking te ver landwaarts lag en zijne haven verloren
had; eene stad zonder haven was toen niet denkbaar.
Brouwershaven zal aanvankelijk ook wel tot Briedorpe
behoord hebben, zoodat met het laatste zeer goed het
eerste kan bedoeld zijn.
Naast Briedorpe ontstonden Looperskapelle, Klaas -
kinderenkerk en Duivendijke. De beide eerste plaatsen
thans buurten, vormen met de twee laatste, waarvan
niets dan de naam is overgebleven, de kerklooze ge
meente Duivendijke, die eene uitgestrektheid heeft van
1681 bunders. Hij, die deze gemeente in der tijd zoo
doopte, heeft zich niet verdienstelijk gemaakt jegens
Briedorpe, dat recht had zijn naam op al zijne kinderen
over te dragen.
Een polder Brouwershaven, waaraan de plaats, zooals
dikwijls gebeurt, haar naam ontleent, is er niet, en
wellicht zijn de tegenwoordige polders Zuider- en
Noorder-Nieuwland en de Heilige geest of Willem
Gijssenpolder deden van het schor, dat de gebroeders
Nobel in 1285 begonnen te bedijken. Door de omwal
ling in 1590, door vallen en dijkbreuken, zijn de oor
spronkelijke vormen niet gemakkelijk te hervinden.
In 1641 bestond Brouwershaven reeds uit zeven pol-
dertjes, samen 383 gemeten groot. Het heeft thans
eene oppervlakte van 225 bunders.
Naar mijne meening liep de tegenwoordige haven
reeds als een kreek door het bepolderde schor, verdeelde
dit van den beginne in Noord- en Zuid Nieuwland en
is niets anders dan het laatste overblijfsel vau de
Briedorper vaart. Hoe zou men ze anders reeds bij
hare geboorte brouwers'haven genoemd hebben? De
haven bestond bij de bedijking, werd er alleen door