BUITENLAND-
Algemeen Overzicht.
Statcn-Genepaal.
loodswezen. Opgeheven met 31 dezer de betrekking
van commissaris der loodsen, tevens ontvanger der
loodsgelden te Brielle, en dientengevolge met genoem
den datum eervol ontslagen B. Snoek, thans met die
betrekkingen belast, behoudens zijne aanspraak op
wachtgeld of pensioen.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der in- en uit
gaande rechten te Stadskanaal (Onstwedder gedeelte)
H. Lambers, tevens ontvanger der directe belastingen
en accijnsen aldaar.
Onderwijs.
Benoemd te Hardinxveld tot hoofdonderwijzeres
aan de bewaarschool aldaarmejuffrouw J. A. van der
Haven van Brouwershaven.
Gisteren heeft d"\ H. Oort het hoogleeraarsambt
bij de faculteit van bespiegelende wijsbegeerte en let
teren aan de Leidsche hoogeschool aanvaard met het
houden eener redevoering over: „Israël, het volk van
den godsdienst."
Door de directie van de maatschappij tot exploita
tie van staatsspoorwegen is aan het personeel der ver
schillende lijnen een circulaire gezonden, waarin f 25
belooning wordt toegezegd aan den beambte, die aan
wijzing kan doen van vermist wordende goederenbij
voorkomende gevallen is dikwijls gebleken, dat zooge
naamde vermissingen een gevolg zijn van abuizen bij
de afzending.
Door de directie van de maatschappij tot exploi
tatie van staatsspoorwegen i3 voor het verrichten van
den jongsten arbeid tot het wegruimen van de sneeuw
op de baan bij Zalt-Bommel aan de manschappen van
het bataljon mineurs en sappeurs een geldelijke tege
moetkoming verleend.
Aan het Vaderland wordt medegedeeld dat bij de
regeering het voornemen bestaat om in het volgende
jaar voor de officieren van het leger de epauletten
weder in te voeren.
Woensdag avond, omstreeks 10J uur, ontdekte
men brand in de hervormde kerk te Apeldoorn; alle
krachten waren terstond in de weer om den voortgang
van het vuur te stuiten. Te middernacht was men de
vlammen meester. De schade is betrekkelijk aanzien
lijk. De brand is ontstaan in het turfhok.
ingekomen waartegen de heer Stieltjes opmerkte
dat juist de defensie-belangen door het amendement
zouden worden bevorderd werd het voorstel met 43
tegen 22 stemmen verworpen.
Op een vraag van den heer van Berkhout, ofeenige
wijziging zou zijn te brengen in de uitmonding van
het kanaal door Walcheren, antwoordde de minister
dat dit onderwerp in zijn geheelen omvang wordt on
derzocht.
Ten slotte ontstond een dicussie tusschen den heer
de Vries en den minister betreffende het door het rijk
in beheer nemen van werken, thans in beheer bij de
provinciën, en wel over de wijze waarop het koninklijk
besluit van 1819 moest worden herzien. De heer de
Vries meende dat dit moest geschieden bij de wet,
daar het een onderdeel van het waterstaatsbestuur
gold, daarbij opmerkende dat, ofschoon hij geen heil
van een algemeene waterstaatswet verwachttedeze
toch mogelijk zou zijn, mits slechts beginselen en grond
slagen vaststellende. De minister ontkende echter het
legaal bezwaar van den sprekerop- grond dat de be
doelde werken vóór 1819 in rijksbeheer waren en de
koning zich toen uitdrukkelijk voorbehield ze weder bij
het rijk terug te brengen. Meermalen waren dan ook
reeds dergelijke werken van de provinciën teruggeno
men en de minister bleef van gevoelen dat het bij
koninklijk besluit kan geschieden. De heer de Vries
was niet overtuigd en betoogde dat het besluit van
1819, als organiek besluit, slechts bij wet was te wij
zigen, zich daarbij beroepende op do grondwet van
1815. Ten slotte werd het amendement met 37 tegen
21 stemmen aangenomenen vorderde de kamer tot
art. 136.
Morgen voortzetting. Maandag te 11 uren zitting.
(Hiertoe werd met 50 tegen 17 stemmen besloten.)
ingekomen o. a. wetsontwerpen tot:
onteigening voor de verbinding van de Hollandsche
ijzeren en staatspoorwegen te Amsterdam;
nadere regeling der kosten voor verrichtingen be
trekkelijk het kadaster.
tweede kamer.
Zitting van Zaterdag 12 December.
Per telegraaf.)
Bij de discussies over de begrooting van binnen-
landsche zaken werd art. 137, uitbreiding der commis
sie van toezicht op de spoorwegdiensten met éen lid,
aangeno men.
Ook de spoorwegbegrooting (art. 143) is na korte
discussie aangenomen.
Bij de afdeeling Onderwijs werd de post voor op
richting eener rijkelandbouwschool te Wageningen
goedgekeurd.
Wie het onderste uit de kan wil hebben krijgt hét
lid op den neus; de waarheid hiervan ondervind de
rechterzijde der Fransche nationale vergadering weder
op gevoelige wijze. Zij heeft bepaald geweigerd leden
der linkerzijde op hare candidatenlijst voor de senaats
verkiezing te plaatsen en reeds bij de eerste verkiezing
was een nederlaag het gevolg van hare stijfhoofdigheid.
Had zij zich die les ten nutte gemaakten ware zij
terstond in overleg getreden met de linkerzijde mis
schien zou de tweede stemming gunstiger voor haar
zijn afgeloopen dan thans het geval is. Maar neen, de
rechterzijde bleef volharden en handhaafde haar oude
lijst, die zij echter met een twaaftal nieuwe namen
aanvulde, waarvan vijf van leden der linkerzijde en
een van de conservatieve republiekeinen. Een zooda
nige concessie beteekende natuurlijk niets en was dan
ook niet geschikt om de linkerzijde gunstiger te stem
men. Deze begreep dat zij hare bondgenooten moest
zoeken onder de uiterste rechterzijde en ontwierp ter
stond een nieuwe candidatenlijst waarop verscheidene
u'tra legitimisten les extremes se touchent werden
geplaatst als de heeren de Franclieu, Cornulier—Luci-
nieremarkies de ThóryBoisboisselLa Rochejacque-
lein en Lorgérilin de hoop daardoor de medewerking
van die groep te zullen verwerven. Sommige van die
heeren protesteerde wel tegen die candidatuur, ma^r
andere lieten haar zich welgevallep.
Aan de stemming werd gisteren door 789 leden deel
genomen, zoodat 345 de volstrekte meerderheid was.
De groepen der linkerzijde behaalden een schitterende
overwinning daar 17 van hare candidaten werden ge
kozen, nl. van de linkerzijde Barthélémy St. Hilaire met
349Duclerc met 366Frébault met 367, en Roger
met 355 stemmen, van het linkercentrum Casimir
Périer met 349Chanzy met 345Cordier met 345,
Come met 359Krantz met 367Laboulaye met 357,
Lasteyrie met 365Léon de Malleville met 353, Ernest
P icardmet 348, Pothuau met 362 en Wolowski met
349eindelijk nog tweezoogenaamd onzijdigen,
leden van de linkerzijde die zich bij geen bepaalde
groep hebben aangesloten, de heeren Foubert met 355
en admiraal Fourichon met 346 stemmen.
Van de candidaten der rechterzijde daarentegen werden
slechts twee gekozen, de heeren d' Aurelles de Paladines
met 346 en generaal Changarnier met een gelijk aantal
stemmen. Het hoogste aantal stemmen, 367, werd dus
behaald door een lid van de linkerzijde den heer Frébault
Kerknieuws.
Gisteren is te Amemuiden met eenparige stemmen
tot predikant beroepen de heer H. J. P. van der Linde,
predikant te Hillegersberg.
Bedankt voor het beroep naar Oosterland door
den candidaat J. van den Bergen.
Marine en leger.
Aan 's lands werf te Nieuwediep wordt Zr. M\ schroef
stoomschip 4™ klasse Aruba, dat in 1873 te water
gelaten is, gereed gemaakt om naar de West Indië te
vertrekken.
Koloniën.
Bij beschikking van den minister van koloniën, van
den 9en December, zijn de heeren F. Verstijnen, land
meter der tweede klasse, D. A. Berkhout en J. U.
Polmanlandmeters der derde klasse van het kadas
ter hier te landegesteld ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indiëom te
worden benoemdeerstgenoemde tot ingenieur der
tweede klasse en de twee laatstgenoemden tot land
meter der derde klasse van het kadaster daar te lande-
Rechtzaken.
Gisteren werd voor het provinciaal gerechtshof
in Zeeland de laatste strafzaak behandeld. Er stond
terecht Pieternella de Winde, huisvrouw van D. Mook-
hoek, oud 34 jaren, werkvrouw te Breskens, beschuldigd
a dat zij in den loop van den zomer van dit jaar op
twee verschillende tijdstippen in de woning en ten
nadeele van Peterneïla Maria Hennefreund, wed. van
J. Wale, te Breskens, uit eene geslotene lade van een
in de achterkamer dier woning aanwezig kabinet arg
listig heeft weggenomen en zich toegeëigend eenmaal
vijf pakjes van 50 centen en de andere maal vier der
gelijke pakjes, na bedoelde lade met een daarvoor be
stemden sleutel te hebben geopend; b dat zij in den
avond van 18 September jl. in de woning van genoemde
P. M. Hennefreund andermaal de gesloten lade van
het bureau met een daarvoor niet bestemden sleutel
heeft geopend met het doel om zich van het daarin
aanwezige geld een gedeelte toe te eigenen, hetwelk
echter is mislukt door de komst van den zoon van
genoemde weduwe, die de beschuldigde uit het huis
bracht.
De beschuldigde ontkende dat zij iets zou ontvreemd
hebben. Wel had zij vroeger bekend, maar alleen uit
vrees voor „de heeren". Thans nam zij die bekentenis
terug.
De advocaat-generaal mr. van Nes van Meerkerk
achtte de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend
bewezen en requireerde schuldigverklaring der beschul
digde en hare veroordeeling tot eene tuchthuisstraf van
5 tot 15 jaren, of tot zoodanige andere straf als het
hof in goede justitie, op grond van het vroeger onbe
sproken gedrag der beschuldigde en de geringe waarde
van het ontvreemde, vermeenen zou te behooren.
De verddiger mr. Mathon pleitte op verzachtende
omstandigheden voor wat het tweede feit betreft en
achtte het eerste feit, bij de ontkentenis der beschul
digde, onbewezen.
Het hof heeft de beschuldigde schuldig verklaard
aan a diefstal gepleegd in een bewoond huis met be
hulp van een valschen sleutel, en b strafbare poging
daartoe, welke door uiterlijk bedrijf gebleken en tot
een begin van uitvoering overgeslagen, niet dan door
toevallige omstandigheden, onafhankelijk van den wil
des daders, hare uitwerking gemist heeft. In hot ge
ringe toegebrachte nadeel, de armoede en de bekentenis
der beschuldigde vond het hof aanleiding tot het aan
nemen van verzachtende omstandigheden en veroordeelde
het haar tot eene correctioneele gevangenisstraf voor
den tijd van vier maanden, in eenzame opsluiting te
ondergaan, alsmede in de kosten.
Gemengde berichten.
Xe Zierikzee is eene loterij gehouden ten voordeele
der verbouwing van het Hervormd Armengesticht aldaar,
die na aftrek der kosten 959,94 heeft opgebracht.
Donderdag werd te Goes het gewone St. Nicolaas-
feestdoor de vereeniging voor volksvermaken gevierd.
Behalve muziekuitvoeringen door de Harmonie „de Volhar
ding", en voordrachten van de rederijkerskamer „Aurora"
werd ook eene tombola gehouden. De geheele avond
liep tot algemeen genoegen af.
Thermoüneterstand.
10 Dec. 's av. 11 u. 40 gr.
11 'smorg.7u.40gr.'smidd.lu.44gr.'sav.6u.40gr.
TWEEDE KAMER.
Zittting van Vrijdag 10 December.
{Nader verslag.)
Na een paar opmerkingen van de heeren Saaijmans
Vader en Gratamadie een meer algemeen bouwplan
wonschtenverdedigde de minister van binnenlandsche
zaken het voorstel tot het bouwen van een nieuw
ministerie van justitie op grond dat dit noodig was en
niets praejudicieerde en dus ook niet kon wachten op
de verbouwing van het Binnenhof, waarmede niet eerder
dan in 1877 zou kunnen begonnen worden. De post
werd daarop met 52 tegen 15 stemmen aangenomen.
Bij art. 85 kwam de heer Rombach er tegen op dat
de regeering een premie stelde op den nieuwen water
weg van Rotterdam ten nadeele van den ouden door op
den laatsten wel, op den eersten geen kanaaltol te heffen,
en verlangde afschaffing van die partijdigheid. De
minister merkte op dat de tollen onder het departement
van financiën ressorteerenmaar herinnerde dat van
een tol op den nieuwen waterweg nooit sprake was
geweest.
Bij art. 87 wees de heer van den Berch van Heem
stede op de gunstige resultaten van den Rotterdamschen
waterweg, maar wenschte naar het einde der uitgaven.
Daarop kwamen in behandeling de memorieposten
voor verbetering 1° van den Ouden IJsel; 2° van de
Berkel (voorstel Tak Stieltjes). De verbetering der
kleine rivieren veel besproken werd nimmer ter hand
genomenzeide de heer Taken daarom werden nu
deze posten voorgesteld daar zij uitvoerbare werken
betroffen de strekking was dat de regeering het initiatief
zou nemenook omdat het hier een internationale
watergemeenschap en waterafvoer betrof. Van het
eerste amendement zag de minister het nut niet in,
terwijl die zaak nog niet rijp was en daarbij niet alles
op eens kon geschiedende kosten zouden minstens
300,000 beloopon. Het tweede amendement bestreed
de minister omdat met Pruisen werd onderhandeld
over waterverbindingenwaarin de Berkel zou zijn op
te nemen. Nadat de heeren Stieltjes en Lenting
betoogden dat de zaak wel rijp wa3 voor uitvoering en
de eerste stap nu moest worden gedaanen de minis
ter nogmaals had verklaard dat hij niet kon toezeggen
dat voor die werken gelden zouden worden besteed,
werd het 1" amendement met 38 tegen 33 stemmen
aangenomen, het 2e met 36 tegen 35 stemmen ver
worpen.
De heeren Kops en Fabius drongen bij art. 93 aan
op een onderzoek of de buitenhaven van Nieuwediep
zonder overmatige kosten te verbeteren was de minis
ter zeide onderzoek toe.
Op opheffing der binnenlandsche tolliniën drong de
heer Bastert aan, terwijl de heer Mackay in verband
daarmedenaar de kosten van onderhoud der tolhuizen
en tolbocmen vroeg, die de minister gaarne van de
provinciale besturen zou verzoeken.
Bij het artikel voor onderhoud van de vaart Amster
damVreeswijk betoogden de heeren Bastert en Oorver
Hooft het drukkende van de sluis- en tolgelden op de
Keulsche vaartwelke de eerste spreker wilde zien
afgekochtterwijl de tweede dit wilde laten wachten
op do plannen tot verbetering dier vaart, op het be
lang waarvan de heer van Asch van Wijck sterk aan
drong. De minister was van het gevoelen van den heer
Hooft, daar de tollen een quaestie van een millioen
waren. De heer Begram waarschuwde daarop nog
tegen een nieuwen waterweg, die millioenen zou kos
ten terwijl het bestaande kon verbeterd worden.
Daarop kwam aan de orde het amendement Tak-
Stieltjes tot aanleg van een kanaal AmsterdamDoo-
dewaard, strekkende om te komen tot verbetering van
de Keulsche vaart. De minister bestreed het plan,
als nog niet rijp voor de beslissing, terwijl de heer
Bastert de quaestie der doorgraving vau de Geldersche
vallei nog niet voldoende onderzocht achtte. Het ka
naal voor den handel noodig achtende, wijzigde de
heer Tak nu echter het amendement in „een kanaal
van Amsterdam naar de boven-Maas;" maar nadat de
minister had te kennen gegeven dat het departement
van oorlog nog niet over de defensie-belangen was
gehoord, omdat de uitgewerkte plannen nog niet waren