MIDDELBURGSCHE C O U It A N T. BRIJ, F 295. laandag 13 December. 1875. 'I, BIJ DB ZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. Het formaat dezer courant wordt den len Januari 1876 ongeveer de helft vergroot, zonder verhooging van den abonnements prijs. Behalve de thans daarin voorkomende rubrieken zal voortaan in de courant wor den opgenomen een doorloopend feuilleton, bestaande uit boeiende romans en andere verhalen. Zij die zich voor het volgende kwartaal op de Micldelburgsche courant abonneeren, ontvangen de nog dit jaar verschijnende nommers gratis. Middelburg 11 December. staande vorden ruime haat- Izal de ir hem ssen- tie No- ÏOER, ig van ES. Dit Mad verschijnt dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2ca Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.SO. Zal het jaar, dat ten einde spoedt, nog eenige vrucht dragen voor ons lager onderwijs Of zullen wij 1876 weder ingaan met de overtuigingdie zich lang zamerhand aan ieder opdringt en door welsprekende vrienden des volks overal verkondigd wordtdat ons volksonderwijs veelja alles te wenschen overlaat en met de betuigingons door een weifelende en uit stel zoekende regeering gegeven, dat men aan verbetering van dien toestand denken zal alsmaar eerst het hooger onderwijs geregeld zal zijn en do belasting- ontwerpen van den heer van der Heim onderzocht zuilen wezenen de minister van oorlog gezegd zal hebben wat hij voor de landsverdediging wil doenen misschien het ontwerp ter droogmaking van de Zuider zee ingediend zal wezenmet éen woord als wij niets anders meer te doen zullen hebben Of is niet dit de schering en inslag van hetgeen door den minister Heemskerk geantwoord wordt, telkens wanneer men hem naar zijne plannen ten opzichte van het lager onderwijs vraagt'? De behoefte aan herziening der wet van 1857 wordt door den minister niet ont kend hij zelf legde reeds ten vorigen jare de verkla ring af dat Nederland, wat het volksonderwijs, en als een natuurlijk gevolg daarvan wat de ontwikkeling des volks, betreft niet bovenaan staat in de rij der volken. Maar wordt op verbetering, op de opheffing van ons volk tot een hoogeren trap van kennis aange drongen, dan klinkt altijd de wedervraag: Wat vraagt gij toch om meer wetsontwerpen Liggen er niet reeds genoeg ter tafel? Is de regeering niet werkzaam? Doe eerst af wat voor de band ligt; daarna zullen wij verder zien. En met dat antwoord stelt de minister zich tevredenen dient eene begrooting inwaarop voor de verbetering van het onderwijs niets noemenswaardigs wordt voorgesteld. De tweede kamer heeft het, voor een groot deel althans, in hare macht om in dien toestand verbetering te brengen. Bij goeden wil, en als men niet maar alleen naar uitvluchten tot uitstel zoekt, is er ook, al is de wet vau 1857 nog niet gewijzigd, inmiddels iets tot verbetering te doen. Over de behoefte aan onderwijzend personeel zullen wij thans niet uitweiden. Het cijfer der 400 open staande hulponderwijzersplaatsen in ons land, zonder dat er eenige redelijke kans op vervulling bestaat, is in den laatsten tijd dikwijls genoeg herhaald om aan ieder bekend te zijn. Ook de andere behoefteD en nooden kent men kweekelingen, die nog op de school banken moesten zitten, maar al onderwijzertje spelen; aspirant-onderwijzers, aan hun lot overgelaten, zonder leiding en zonder hulpmiddelen najaren van onvrucht bare inspanning, na herhaaldelijk op de examens „ver dronken" te zijn, eindelijk in het bezit der lang be geerde akte, die ten laatste haar begeerlijkheid al heeft verloren. Is het wonder dat niet velen den voet zetten op dien weg, aan welks einde het hoofdonderwijzerschap hen misschien wacht, dat door de wet (hoe genereus!) met een minimum-traktement /an f 400 's jaars beloond wordt Al bestaat nu op het oogenblik de wet nog, waarbij die onvoldoende bezoldiging is vastgesteld, men is het er toch over eens dat zij gewijzigd moet worden. Er zal dus verbetering komen. Men kan dus beginnen met de zoo hoog="fKJbdzakelijke stappen te doen om de opleiding der onderwijzers te verbeteren. De heer Moens, die verleden jaar zijne voorstellen in de tweede kamer met eene onbeduidende, deels toevallig verkregene meerderheid zag verwerpen, is thans weder op de bres verschenen. Hij stelt voor, het aantal provinciale kweekscholen voor onderwijzers te brengen van drie op zss, hetgeen eene uitgaaf van 102,000 tengevolge zal hebbenbenevens f 50,000 meer te brengen op artikel 187 der begrooting: „Uit gaven en speciale inrichtingen voor onderwijs, gratifi catiën, hulp- en aanmoedigingsmiddelen." Voegen wij hier nog bij het voorsteldoor vier anti-revolutionaire leden der kamer gedaan om eene premie van ~f 150 toe te kennen aan ieder hoofdonder wijzer die een kweekeling tot het verkrijgen dei- akte van hulponderwijzer heeft opgeleid, waartoe zij 730,000 op de begrooting wènselien uit te trekken, dan overzien wij den geheelen omvang der maatrege len, over welke de kamer eerstdaags te beslisseD heeft. Het antirevolutionaire voorsteldat misschien voor een goed deel aan onderwijzers op bijzondere scholen ten goede zal komen, verdient, meenen wij, met het oog op art. 12 der wet van 1857 ondersteu ning. Dat art. luidt: „De opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen op de lagere scholenwordt zooveel mogelijk van rijkswege bevorderd." Of het nu bij zondere of andere onderwijzers zijndie zich met die opleiding bezig houden, doet niets ter zake; als de vrucht van bun arbeid is: de aankweeking van ge schikte onderwijzers, is de bedoeling der wet bereikt. Het onderwijs is echter met de enkele aanneming dezer voorstellen door de beide kamers niet geholpen. De minister moet mede willen werken. Wil hij dat nietdan kunnen de posten op de begrooting eenvoudig onuitgevoerd blijven. Men vergete niet dat de mi nister uit eigen beweging dit jaar volstrekt niets ter verbetering van het lager onderwijs aangevraagd heeft. Men vindt op de begrooting eene verhooging van 20.000 van den post der bijdragen aan gemeenten, die door de uitgaven zou het onderwijs te zwaar ge drukt worden, welke verhooging gemotiveerd wordt „op grond van de ondervinding der laatste jaren." Verder eene kleine verhooging van de jaarwedden der leeraren aan de drie rijkskweekscholenhet natuurlijk gevolg van de vermeerderde werkzaamheden. Eindelijk een post voor verbetering der schoollokalen en onder wijzerswoningen van de Maatschappij van weldadig heid overgenomenin de gemeenten Vledder en Steen- wijkerwold. Ziedaar alles. Hieruit blijkt dat de minis ter uit zichzelven niet geneigd is om iets voor het onderwijs te doen. Wij gelooven daarom dat eene duidelijke, ondubbelzin nige verklaring van den minister noodig is om de uitvoe ring der door de kamer te nemen besluiten te verzekeren. Wij zijn het volkomen eens met den heer van Eek, die zijne stem over het hoofdstuk binnenlandsche zaken van de houding des ministers bij de afdeeling onderwijs afhankelijk heeft gemaakt. Terecht zeide de Middel- bugsche afgevaardigde: „Ik wil verbetering van het onderwijs omdat ik meen dat de staat uit zelf behoud verplicht is te zorgen dat zijne burgers behoorlijk ontwikkeld worden." Wij hebben meer dan eens gezegd en blijven er bij dat wij eene ministeriëele crisis vooreerst niet wenschen eu die, met het oog op het vele werk dat te doen is eu afgedaan kan worden, als een nadeel voor het land zouden beschouwen. Maar een minister, die de groote behoefte aan verbetering van het onderwijs blijft miskennen en zich niet verbinden wil om de besluiten, door de kamers in dien zin ge nomen, uit te voeren, kan van liberale zijde niet ondersteund worden. Valt hij op d i e n grond, dan rust de verantwoordelijkheid niet op de liberale partij, maar op hemzelven. In de wintel-dienstregeling van het zuidernet der staatsspoorwegen zullen met 15 December a. eenige veranderingen plaats hebben. Voor wat de Zeeuwsehe lijn betreft bestaan die in eene wijziging van het ver trekuur van den exprestrein le en 2e klasse, die om 10 uren 's morgens uit Vlissingen, 10.10 uit Middelburg, 10.32 uit Goes, 11.11 uit Bergen op Zoom zai vertrekken en om 11.30 te Roosendaal zal aankomen. De personentrein die thans uit Roosendaal om 5 uren 's avonds vertrekt zal dan om 5.45 vertrekken. Aankomst te Bergen op Zoom 6.5te Goes 7.17te Middelburg 7.49 en te Vlissingen 8 uren. H. M. de koningin zal, naar de Fransche bladen meideneen gedeelte van de wintermaanden te Cannes, aan de Middellandsche zee, doorbrengen tot herstel harer gezondheid. De S taats-courant van heden bevat de wetten van den len dezer tot verhooging van het vijfde hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1875 en van de begrooting van uitgaven voor de algemeene landsdrukkerij over het dienstjaar 1874. De gemeenteraad van Rotterdam heeft in zijne zitting van Donderdag besloten, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, het aantal ligdagen (termijn van verblijf voor de eerste betaling van havengeld geëisebt) zoo voor de buitenlandsehe als binnenlandsche riviervaart te brengen van 14 op 17. Dit voorstel was gedaan tengevolge van den aandrang van regeeringswege, een gevolg ook eenigszins van een rapport der centrale commissie voor de Rijnvaart aan de regeering ingediend, naar aanleiding van klachten der Rijnschippers over de te Rotterdam geldende verorde ning op havengelden. Op den evenzeer van regeerings wege gebezigden aandrang om, al zij het geleidelijk, het geheele havengeld te doen vervallen, stellen bur gemeester en wethouders voor te antwoorden, dat de financieele toestand der gemeente deze gewenschte afschaffing onmogelijk maakt. Veeieer zou de staat de gemeente-financiën der groote steden zich mogen aan trekken. Over dit antwoord aan de regeering zal latei- worden beslist door den raad. De provinciale staten van Groningen hebben met 18 tegen 13 stemmen afwijzend beschikt op het verzoek betrekkelijk net verleenen van een jaarlijksch subsidie van f 800, ter medebestrijding der kosten voor het houden van een cursus in de hulpwetenschappen van den landbouw. Men leest in het Vaderland: Naar aanleiding van een dezer dagen in het beurs bericht van de „Nederlandsche Financier" voorkomend gerucht meldt men ons uit Utrecht, dat ernstige onder handelingen tusschen de directiën der Rotterdamsche Handelsvereeniging en de Nederlandsche Rijnspoor wegmaatschappij gevoerd worden, waarvan waarschijn lijk het gevolg zal zijn, dat de Rijnspoorwegmaat schappij, voor het vervoer, van de handelsterreinen der Rotterdamsche Handelsvereeniging, in verband tot het Rijnspoorwegstation aan de Maas, geheel met den staatsspoorweg zal kunnen concurreeren. Dit bericht is zeker zoowel voor de beide betrokken maatschappijen als voor den transito handel van bet grootste belang. Benoemingen en besluiten. consulaten. Eervol ontslag verleend, op verzoek aan J. P. Voswinkel Dorselen uit de betrekking van consul der Nederlanden voor de staten Illinois en Mi chigan te Chicago.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1