F 290. MIDDELBUI1GSCHE Dinsdag 1875. COURANT. 7 December. BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. Middelburg 6 December. iet ge- ver- twade techt). gelegd dat eden; nomie zou- Dister amis- Bit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 8.50. Het officieelo verslag der zitting van de Belgische kamer van afgevaardigden op Donderdag jl. is eerst gisteren verschenen en wordt ons door onzen Brussel- schen corrspondentdien wij reeds Vrijdag per tele graaf daarom verzochten, toegezonden. Ofschoon het gesprokene in hoofdzaak reeds bekend is, achten wij de woordelijke officieele mededeeling echter belangrijk genoeg om die nog mede te deelen. Uit de woorden van den heer de Decker in 't bijzonder kan men zien welke opvatting bij een gedeelte van het Antwerpseh publiek omtrent deze Nederlandsche rechtsquaestie heerscht. De heer de Decker zeide het volgende„Eenigen tijd geleden heeft een ernstig feit plaats gehad. Een Deensch schip is op zijne reis van Antwerpen naar, ik geloof, de Oostzee, in het Hollandsche gedeelte der Schelde door een oorlogssloep, eene kanonneerboot, aangehouden. Men heeft dit schip aangehouden krach tens een rechterlijk bevel, wegens eene private schuld vordering, la suite d'une saisie pour dette privée) op eene gewelddadige en zelfs onbeschaamde brutale wijze, met bedreigingen en kanonschoten. Men moge dit feit beschouwen hoe men wil, het valt niet te ontkennen dat het een feit van het hoogste gewicht is. De han deling toch heeft plaats gehad na rijp overleg en met voorbedachten rade want de gezagvoerder van het schip was, naar het schijnt, vóór zijn vertrek uit Ant werpen gewaarschuwd voor de aanhouding die hem wachtte. Men moet zich dus afvragen waarom de Nederlandsche regecring deze handeling verricht heeft. Heeft zij het gedaan teneinde een beginsel uit te maken, teneinde door een feit een verbindend antecedent te stellen pour traduire en fait une prétentiori)? Ik weet het niet. Maar indien dat het geval ware, zou het eene reden te meer wezen voor de Belgische regeering om te protesteeren en wel op de krachtigste wijze. „Wanneer men toch eene dergelijke handeling toeliet, dan, mijne heeren, zou er om zoo te zeggen geen vrij heid van de Schelde meer bestaan. De haven van Antwerpen of iedere andere Belgische havendie met de zee in gemeenschap staat, zooals GentBrussel, Leuven, Termonde, zouden eene uitzondering maken op alle zeehavens in de geheele wereld, dewijl men er niet zou kunnen komen zonder gevaar te loopen van, op verlangen van derden, in beslag genomen te worden en aan moeilijkheden van den kant eener vreemde regee ring blootgesteld te zijn. Wij zouden daardoor komen in een toestand van wezenlijke ondergeschiktheid etat de véritable vasselage). Het belang en de waardigheid van België brengen dus mede dat hiertegen geprotesteerd en eene dergelijke verkorting van de vrijheid der Schelde niet toegelaten worde. „Bovendien ben ik van meening dat de handeling der Nederlandsche regeering in strijd is met de tracta- ten, niet slechts van het standpunt van België, maar ook van dat der overige zeevarende mogendheden. „Ik hoop dat de minister van buitenlandsche zaken omtrent dit punt aan de kamers voldoende ophelderin gen zal kunnen geven." De minister van buitenlandsche zaken antwoordde, volgens het officieel verslag, hierop het volgende: „Deze quaestie staat tot vele verschillende belangen in betrekking. Het zou ondoelmatig en in strijd met de gebruiken zijn om, op het oogenblik dat tusschen de beide regeeringen inlichtingen gewisseld worden, over de zaak in deze kamer te spreken. De kamer kan er op vertrouwen dat de regeering hare ernstigste aandacht aan de quaestie zal wijden en ik verzoek daarom haar thans te laten rusten." De heer Jacobs. „Daar de regeering verklaart dat eene voortzetting van het debat tot bemoeilijking van onderhandelingen zou kunnen leidendie hangende zijn, zal niemand onzer er op aandringen dat het debat thans voortgezet worde. Ik geloof echter de tolk van de geheele kamer te wezen indien ik de regeering verzoek om in deze zaak, waarbij de rechten, en wel de ge wichtigste rechten van België betrokken zijn, zich krachtig te toonenen haar de verzekering geef dat zij daarbij door de geheele volkrvertegenwoordiging zal gesteund worden." Verschillende leden: „Ja, jal* De heer van Humbeek. „Alvorens dit punt te laten rusten, wil ik nog als ons stellig verlangen te kennen geven dat, wanneer de zaak langs diplomatieken weg zal zijn afgehandeld, de stukken aan de kamer zullen overgelegd worden, teneinde haar in staat te stellen om over het gedrag der regeering te kunnen oordeelen." De minister van buitenlandsche zaken. „Dat spreekt van zelf' Naar onze correspondent ons mededeelt, heeft de graaf d'Aspremont Lyndenna rijp overleg en waar schijnlijk na raadpleging zijner ambtgenootenin het officieel verslag de door hem in de zitting gebezigde woorden laten schrappenwaarin de Phönix quaestie „van hoogst ernstigen aard" genoemd werd. Wat hiervan zijdaar deze woorden in het officieel verslag niet voorkomen, is het zoo goed alsof zij nooit gesproken zijn. Van meer belaDg is echter hetgeen onze correspondent ons meldt, dat de Beleische regeering eene circulaire-nota heeft gericht of zal richten tot alle mogendheden, die tot den afkoop van den Scheldetol hebben medegewerkt, waarin hetgeen met het Deensche schip is voorgevaren medegedeeld en het gevoelen der andere regeeringen gevraagd wordt omtrent het echtsbeginsel, dat door de Nederlandsche regeering en nare autoriteiten wordt staande gehouden. Tot kenschetsing der in België heerschende opvatting diene verder dat de Etoile Beige, melding makende van het tusschen België en Nederland gesloten trac- taat tot afschaffing van het afstandsgeld voor schepen die in het kanaal een loods nemen naar de havens m de Schelde, daaraan de opmerking toevoegt: „Jammer dat men aan dit tractaat niot een artikel heeft toegevoegd, waarbij ook de Hollandsche kanon schoten tegen schepen, die van Antwerpen komen, worden afgeschaft." De Etoile spreekt in ditzellde bericht nog de mee ning uit dat het door Nederland volgehouden nationaal (zij cursiveert) rechtsbeginsel, de internationale over eenkomst van 1863, tot welke de andere regeeringen hebben medegewerkt, geheel krachteloos zou maken. De heden door de diakenen der Ned. Herv. gemeente alhier gehouden jaarlij ksche wintar-eolleete heeft 2606.02$ opgebracht. Het vorige jaar bedroeg de opbrengst 2253,10$, welk bedrag door nagekomen giften geklommen is tot 2717.05$ Wij vestigen de aandacht onzer lezers, die der Middelburgsche vooralop een in dit nommer voor komend ingezonden stuk van den heer J. H. C. Heijse te Zierikzee. Onuoodig te zeggen dat ook wij iedere poging tot bevordering van een zoo gewichtig algemeen belang als het volksonderwijs, van ganscher harte wenschen te steunen, en in 'tbijzonder eene voordracht van den heer mf. A. Kerdijk, wiens denkbeelden omtrent het onderwijs in 't algemeen onze volle sympathie bezitten, als eene nuttige en hoogst wenschelijke zaak zou den toejuichen. Wij kunnen echter niet meer doen dan tot de berei king van dit doel anderen opwekken. Omtrent de aansporing van den heer Heijse, tot de afzon derlijke leden onzer redactie gerichtzullen wij hier natuurlijk in geen bijzonderheden treden. Als redactie bezitten wij de overtuiging dat door ons, naar onze krachten, het onze wordt aangewend om in de „hart ader onzer provincie" het bloed met flauw te doen kloppen evenzeer als wij in zake het onderwijs, nim mer steun hopen te geven aan eenige „kwalijk begre pen zucht tot conciliatie." Te Neuzen is den 3" dezer eene afdeeling van het anti-dienstvervangingstaond opgerichttot wier president, secretaris en penningmeester verkozen werden de heeren C. van Dijk, S. Schreurs en H. C. E. van IJsselstein. Z. K. H. prins Alexander bevindt zich thans te Parijs, waar hij met den president der republiek reeds herhaalde ontmoetingen heeft gehad. Woensdag jl. was de prinsdoor een adjudant van den president en den Nederlandschen gezant vergezeldgedurende eeni gen tijd in de zitting der nationale vergadering te Versailles, waar hij in de loge van den president de debatten volgde. In de Oostelijke provinciën van ons land is, naar ons van daar geseind wordt, tengevolge van de massa sneeuw die gevallen is en de verbazende opeenhooping, die op sommige plaatsen het gevolg van den hevigen wind geweest ishet spoorwegverkeer bijna overal belemmerd. De meeste treinen komen te laat aan. Tusschen Hedel en Bommel was heden morgen op zeker punt de weg zoodanig versperddat aldaar drie treinen zijn blijven steken, terwijl de reizigers, tenge volge der sneeuwmassa 's door welke zij omringd werdenniet in de mogelijkheid waren om over te stappen, ,-Een detachement mineurs is te 12 uren per extra-trein uit Utrecht vertrokken om de sneeuw op te ruimen. Ook te Oldenzaal was in den morgen de weg ver sperd, doch men is er in geslaagd aldaar de gemeen schap te herstellen. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 4 dezer is W. H. Steenaart, na voorafgaand vergelijkend onderzoek, met ingang van 1 Januari a. benoemd tot opzichter van 's rijks waterstaat 4e klasse Tengevolge der wet van 10 November jl. (Staatsbl. n°. 202) waarbij is ingetrokken de wet van 29 Mei 1849 (Staatsbl. n° 21) zal de hooge raad na den 1™ Januari 1876 in cassatie opnieuw met zeven leden moeten rechtspreken. Op grond hiervan heeft de hooge raad alle pleidooien in cassatie-zaken later bepaald dan 3 December, ambtshalve uitgesteld tot het volgende jaar Benoemingen en besluiten. onderscheidingen. Vergunning verleend aan J. P. Hofstede, hoofddirecteur der posterijen, tot het aanne men en dragen der onderscheidingsteekenen van ridder der Pruisische Kroonorde 2e klasse, hem door Z. M. den Duitschen keizer en koning van Pruisen geschon ken. rechterlijke macht. Benoemd tot griffier van het kantongerecht te Sneek mr. P. Andreae, thans procu reur bij en rechter-plaatsvervanger in de arrondisse- ments rechtbank te Heerenveenuit de betrekking van procureur is hem met ingang van 15 dezer eervol ont slag verleend. Onderwijs Op de voordracht voor hoofdonderwijzeres aan de openbare jongejuffrouwenschool te Gouda zijn geplaatst de dames Gretser te Botterdam, Tenentel te Winterswijk, de Casparis te Breda, Buys te Leeuwarden en Bijl te Goes. De veertigjarige ambtsvervulling van den heer J. C. Sehuyt hoofdonderwijzer te Zuiddorpe werd den 30en November jl. aldaar feestelijk gevierd. Een aantal vlaggen waren uitgestoken, eene serenade werd hem gebracht, en een fraaie stoel en andere bewijzen van belangstelling hem gsschon ken

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1