HIDDELBURGSCHE COURANT
BIJVOEGSEL
Sitaten-generaal.
TAN DE
van Maandag 6 December 1875. N° 289.
Rechtzaken.
Gisteren stond voor het provinciaal gerechtshof
in Zeeland te recht Jan Bernardus Willems, oud 35
jaren, sjouwerman alhier, beschuldigd vana dat hij
den 24«n Juni jl., op de Commerciewerf alhieT, zich
door den portier dier werf, Klaas de Rijcke, heeft doen
afgeven 4 ijzeren baggeremmers en 2 assen, toebehoo-
rende aan den heer van Seeters, en wel op aanbieding
van een valschelijk met den naam van Abraham Peta-
ver per order A. van Seeters onderteekend briefje,
hetgeen hij voorgaf afkomstig te zijn van een onder
baas van den aannemer Filis, en waarin de portier
verzocht werd aan den beklaagde voornoemde voor
werpen af te geven, welk briefje, zoowel wat den in
houd als de onderteekening betreft, ter goeder trouw
geheel geschrevenwas door den tuinknecht fiubreeht
Cornelisse te Middelburg.
Het bewuste briefje luidde als volgt: „Middelburg
Den 24 Junij 1875. D.e Rijcke weest zoo goed en geef
aan J. Willems 4 baggeremmers en twee assen. Abra
ham Pétaver per order van A. van Seeters; ik heb er
al drie ontvangen van J. Willems."
b Dat hij omstreeks half Juni jl. op dezelfde werf
alhier zich door voornoemden de Rijcke heeft doen
afgeven 3 ijzeren baggeremmers, liggende op die werf
en toebehoorende aan den heer van Seeters voornoemd,
op het bedriegelijk voorgeven, dat hij van voormelden
aannemer Filis last had ingevolge order van gemelden
van Seeters deze voorwerpen mede te nemen; dat hij
Filis op de Markt had gesproken en dat deze dadelijk
zoude komen.
Yier baggeremmers en twee assen heeft de beschul
digde verkocht aan H. A. Emanuel voor 6.49 en drie
emmers aan S. L. Gobetz voor ƒ4.14.
De verklaringen van zes gehoorde getuigen werden
bevestigd door de volledige bekentenis van den be
schuldigde.
De advocaat-generaal mr. van Nes van Meerkerk
requireerde schuldigverklaring aan a valschheid ge
pleegd in onderbandsch /geschrift, door het verzinnen
eener verbintenis en het plaatsen van eens anders naam
als handteekening; b het des bewust gebruik maken
van dat valsehe stuk; en c oplichting, door, onder
aanneming van een valsehe- qualiteit, zich door een
ander goederen te doen afgeven en zich alzoo van eens
anders goederen bedriegelijk ten deele meester te
maken.
Hij requireerde veroordéeling tot eene tuchthuisstraf
van minstens vijf en hoogstens tien jarenten ware
het hof termen mocht vinden, op grond van de vol
ledige bekentenis van den beschuldigde en de geringe
waarde van het ontvreemde, tot toepassing van art. 9
der wet van 29 Juni 1854.
De verdediger mr. Mathon beval zijn cliënt in 's hofs
clementie aan en wees op zijne onbeschrijfelijk groote
armoede, zijn berouw en zijne bekentenis.
Het hof heeft Willems, met aanneming van zijne
armoede en bekentenis alsmede het geringe toegebrachte
nadeel als verzachtende omstandigheden, schuldig ver
klaard aan de hem ten laste gelegde feiten en veroor
deeld tot eene correctioneele gevangenisstraf van zes
maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan drie
geldboeten en in de kosten.
Nog stond gisteren voor het hof terecht Oornelis van
der Nood oud 39 jaren thans gedetineerd in 's hofs
gevangenis alhier, ter zake als zou hij in den namid
dag van den 10en September 1875, door een raam in
de woning van M. van den Houtenarbeider te Elle-
meet, zijn geklommen en uit die woning arglistig heb
ben weggenomen en zich toegeëigend een zilveren
horloge, een Berlijnsch zilveren tabaksdoos en een
paar laarzenten nadeele van gemelden arbeideren
zulks na reeds vroeger bij arrest van het provinciaal
gerechtshof in Friesland dd. 25 Juli 1870ter zake
van gequalificeerden diefstal te zijn veroordeeld tot
eene tuchthuisstraf van 5 jaren.
Niettegenstaande de verklaringen van negen getuigen
hield de beschuldigde vol dat hij onschuldig was. Hij
beweerde de laarzen gekocht te hebben in de Joden-
Breestraat te Amsterdam van zekeren de Yries en van
de andere voorwerpen zeide hij niets te weten. De
getuige erpoortenrijksveldwachter te Brouwershaven,
bezwaarde hem zoo beweerde bij, opzettelijkmaar
met den getuige A. Botbijlarbeider te Zierikzeewas i
het nog erger: die was, zeide de beschuldigdede
eigenlijke dief, van zijne jeugd af een gemeen sujet en een
vagebond. Toen de voorzitter hem de gerezen bezwaren
voorhield antwoordde hij „Och meneer, ik ken de wereld
zoo goed tot mijn leedwezenUit de voorgelezen pro
cesstukken bleek dat de besch. ontelbare malen ontvlucht
is uit de kolonie Veenhuizen, waar hij echter telkens
weder werd teruggebrachten ook dat hij reeds vroe
ger herhaaldelijk veroordeeld is geweest.
De advocaat-generaal achtte de ten laste gelegde
feiten wettig en overtuigend bewezen en requireerde
schuldigverklaring van den beschuldigde aan diefstal in
een bewoond huis door middel van inklimming na reeds
vroeger tot crimineele straf veroordeeld te zij a geweest,
en zijne veroordeeling tot tuchthuisstraf voor den tijd
van minstens vijf en hoogstens twintig jarenalsmede
in de kosten.
De verdediger mr. Mathon meendein strijd met de
opinie van het openbaar ministeriedat er éene ver
zachtende omstandigheid was waarop hij wijzen kon,
namelijk dat de beschuldigde werk heeft gezochto. a.
bij den burgemeester van Brouwershaven, doch overal
zijn hoofd stoottezijnde dit een gevolg van de in de
maatschappij bestaande groote fout, dat iemand die
een ongunstig' verleden heeft en zijne schuld heeft
geboet, in den regel niet geholpen, maar kwalijk
bejegend wordt.
Het hof heeft den beschuldigde schuldig verklaard
aan het hem ten laste gelegde feit doch in zijn ver
laten toestand en de geringe waarde van het ontvreemde
aanleiding-'gevonden tot toepassing van art. 9 der wet
van 29 Juni 1854en hem veroordeeld tot eene correctio
neele gevangenisstraf van vijf jarenbenevens in de
kosten.
Qemengde berichten.
De Etoile beige kreeg onlongs een dringenden brief
van iemand, die zich een „liberaal kiezer" onderteekende
en zich door den pastoor van de plaats zijner inwoning
beleedigd achtte. Wat was er gebeurd Na eene
collecte in de kerk, bij 'gelegenheid eener begrafenis
plechtigheid, had de pastoor onder de centen en
kleine zilveren muntstukken een broeksknoop gevonden!
Dat was natuurlijk het werk van een liberaal, meende
de zieleherder en hij droeg den koster en den hulpon
derwijzer op om liet corpus delicti terug te brengen
aan den ongeloovigedien' hij van deze misdaad ver
dacht hield. De ongeloovige beweert echter dat de
pastoor hem lastert en dat de ware schuldige eengeloo-
vig katholiek kiezer is. Dit wil hij in de kolommen van
de Etoile bewijzen. De redactie heeft echter beleefd
voor deze plaatsvulling bedankt. Zij acht het meer in
't belang van de rust en de vrede te Muuekswalm (zoo
heet het dorp waar het feit gebeurd is) om deze ge
wichtige quaestie te laten rusten.
Twee adjunct-commissarissen van politie van
gemeenten nabij Brussel, tegen welke onlangs eene klacht
werd ingediend wegens onwettige aanwerving voor het
Nederlandsch-Indische leger, met gebruikmaking van
valsehe certificaten van den burgerlijken stand, zijn op
bevel van het hof van appel te Brussel voorloopig in
vrijheid gesteld.
Een van de grootste grieven voor een dagblad
schrijver zijn de drukfouten, waarvan men dikwijls
niet weet hoe zij in de wereld komen. De aanbieding
van het wetsontwerp op de drukpers in Frankrijk
werd in het Journal officiel door den president derrepu-'
bliek aangekondigd met een decreet, waarin werd ver
meld, dat dit wetsontwerp aan de nationale vergadering
zou worden aangeboden „door den vice-president van
den ministerraad, minister van binnenlandsche zaken
en den zegelbewaarder, minister van oorlog, die
belast zijn de motieven te ontwikkelen en bet te ver
dedigen." Zooals men weet is de zegelbewaarder mi
nister van justitie.
De heer Russell, de correspondent van de Time3
die den prins van Wales in Indië vergezelt, meldt aan
dat blad dat de cholera overal in de kolonie heerscht,
wel niet in hevige mate, maar toch zoo dat voorzich
tigheid zeer noodig is. De prins heeft dan ook reeds
de uitnoodigingen van verschillende vorsten om hen
te bezoeken, afgeslagen. Zells twijfelt men of er van
het voorgenomen bezoek te Madras wel iets komen
zal, hetgeen in die stad, waar men den prins een bui
tengewoon schitterende ontvangst bereid had, eene
algemeene teleurstelling teweeg brengt.
Voor het hof van assises te Brussel wordt eenè
vervolging behandeld, op verzoek van een der nieest
bekende fabrikanten van naaimachines ingesteld tegen
eene andere maatschappijwelke zijn fabrikaat nage
maakt en het merk zijner fabriek vervalscht heeft.
Woensdag jl. werden eenige wagons van den
Grand Central Beige-spoorweg te Brussel, aan welke
men een nieuw toestel tot beveiliging der conducteurs
had aangebracht, door den minister van openbare wer
ken en eenige andere belangstellenden bezichtigd. Het
toestel, uitgedacht door den heer Maquet, bestaat uit
ijzeren stangen, welke buiten de wagons aangebracht
en onderling verbonden zijn, zoodat ze een soort van
zeer wijd traliewerk vormen, waarbinnen de conduc
teurs zich langs de wagons kunnen bewegen. Het
oordeel over deze uitvinding was echter algemeen dat
er nog verschillende verbeteringen aan moesten gebracht
worden, alvorens zij voor toepassing in de practijk vat
baar was.
Het h'of van assises te Brussel heeft twee wijn-
koopers aldaar veroordeeld tot eene maand gevangenis
straf, 26 franken geldboete en betaling van driemaal
1000 franken schadevergoeding, wegens namaak der
flesschen en fabriekmerken van de beroemde Champagne
merken Louis Rocderer, Cliquot Ponsardinen Moet
et Chandón. De eisch der drie groote firma's bedroeg
5000 franken schadevergoeding voor ieder harer.
Te Monaco is eene dievenbende ontdekt, die haar
handwerk op groote schaal en met een merkwaardig
geluk dreef. Den eenen dag dineerde een der leden
van het gezelschap bij een der voornaamste badgasten.
Aan het dessert bemerkte men plotseling dat er eenige
zilveren voorwerpen van de tafel verdwenen waren.
Het vermoeden viel natuurlijk in de verte niet op den
sierlijk gekleeden zakkenrolderdie onder een zeer
bekenden en deftigen naam goïntródueeerd was. Men
jaagde dus een paar bedienden weg, doch zag het
zilver nooit terug.
Den volgenden dag heerschte op een gegeven oogen-
blik aan de roulette-tafe 1 p lotseling een ware paniek.
Bijna iedere speler was bestolen. De een miste zijn
horlogede ander zijn beurseen dorde zijn overjas.
De dader was natuurlijk niet te vinden.
Eindelijk zette een der dieven de kroon op het werk.
Hij bevond zich namelijk op een diner, dat door den
gouverneur van Monaco aan een Engelsch edelman en
eenige andere vrienden gegeven werd. Plotseling wer
den al de gasten, door een of ander krachtig slaap
middel, door een diepen slaap bevangen. Van dat
oogenblik maakten de dieven gebruik om alles uit het
huis te halen wat van waarde was en voor de hand
lag. Vervolgens huurden zij met hun allen een rijtuig
en lieten zich venire a ter re naar Menton brengen, van
waar zij in de nabij gelegen bergen gevlucht zijn.
Het bedrag van hetgeen door hen gestolen is wordt
op 300,000 franken geschat.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 2 Dcecmber.
(Nader verslag.)
Een zestal onderwerpen kwam ter sprake bij de
algemeene beraadslaging over het hoofdstuk buiten-
laudsche zaken der staatsbegrooting.
P Het tolverbond met België. Acht de regeering
dat planwaaraan vele bezwaren verbonden zijnuit
voerbaar? vraagde de heer Heydenrijck, terwijl de
heer de Bieberstein mede op de wenschelijkheid aan
drong. De minister verschoof een nader antwoord
naar de discussie over de adressendie ter zake zou
den inkomenmaar merkte reeds op dat het vraagstuk
met de accijnsen en handelstractaten in verband stond.
2° De gemengde rechtbanken in Egijpte. Nadat
de heer Godefroi het wenschelijk noemde dat over de
akte van toetreding tot dit stelsel een afzonderlijk
schriftelijk overleg zou worden gehouden, verklaarde
de voorzitter daartoe later een voorstel te zullen doen
de heer Mackay wenschte dat de regeering een jaar-
lijksch verslag over de werking der rechtbanken zou
vragen. De minister vereenigde zich ten volle met
het nader onderzoek, en antwoordde dat de consul-
generaal te Alexandrië is aangeschreven de regeering
geheel op de hoogte te houden.
3° De protectionistische richting in de buitenlandsche
handelspolitiek. Maakt de regeering zich nog illusiën,
aan dien drang weerstand te kunnen bieden? vraagde
de heer Heydenrijck de minister antwoordde dat wij
ons best moeten doen met ons goed voorbeeld, maar
dat wij er overigens niets aan kunnen doenwij kunnen
thans geen aequivalent meer aanbiedenenal doen
onze onderhandelaars wat zij kunnen, wij zijn ver
plicht te wachten tot het 't buitenland schikt.
4° Hoe staat het met het tractaat met Italië en is
men reeds iets gevorderd met de Amerikaansche sur-
taxe vraagde de heer Mackay. Italië bood ons een
protocol aandat de minister echter meende niet te
moeten onderteekenen, als te onvoordeelighij wilde
nu de onderhandelingen met Frankrijk en Zwitserland
afwachten. En wat de surtaxe aanging, deze was nog
onveranderd; de minister hoopte echter gunstigen invloed
van de verkiezingendoor versterking van het demo
cratisch element in het congres.
5° De onzeewaardige schepen. Wordt er gewaakt
tegen het afgeven van zeebrieven aan in Engeland