BUITENLAND. Algemeen Ovei zicht. Egyptische brieven, v. millioen is beschikbaar in plaats van de 28. Inderdaad achtte hij dan ook, met 's ministers begrootingsrede, een vaste hand noodig tot duurzame vermeerdering nzer vaste inkomsten; in verband daarmede besprak hij de resultaten van de nieuwe belastingvoorstellen, die z. i. allen te zamen 4 millioen verlies zouden ople veren, tegenover een onvoldoend aequivalent in de tabak. Gewone uitgaven moeten dan ook reeds met buitengewone middelen worden gedekt, terwijl een vrij aanzienlijk tekort is geraamd. Als eerste tegen werping voerde de minister van financiën aan, dat sedert 1868 telken jare schatkistbiljetten tot dekking werden uitgetrokken, zonder dat deze tot heden wer den gebruikt. Verder de cijfers over 18701876 ver gelijkende kwam de minister tot de uitkomst dat de gewone middelen telkens ongeveer 2 a 3 millioen min der dan de gewone uitgaven bedroegen, en nu voor '75 een overschot van 5, voor 1876 een van 6 millioen zou bestaan. De minister betoogde daarbij dat zijn voorgangers, die reeds posten voor rente van leenin gen uittrokken, te pessimistisch waren geweest en de uitkomsten altijd beter dan de verwachtingen. Waar de vorige spreker echter op voorzichtigheid aandrong, meende de minister er op te mogen wijzen dat de 9 millioen die meer worden aangevraagd hun oorsprong vinden in hetgeen vroeger gebeurde; de vestingen vragen 6 millioen en marine ook veel meer. Maar, mits de middelen in 1876 gaan als in '75zouden wij alles behalve de vestingbegrootinguit de gewone middelen dekken, terwijl in 1877 ook de vestingen daaruit te betalen zouden zijn. Immers het feit bestaat dat de middelen geregeld meer opbrengenen de mi nister ontkende dat de belastingplannen een klein defi cit zouden geven. De minister had voor die ontwerpen zijn voordeel gedaan met het verledene en ook zooveel mogelijk willen zorgen voor de industrie. De heer Blussé bleef betoogen dat de minister nict8 deed tot versterking onzer financiën; het is gemakke lijk om populair te wordenmaar de inkomsten verbe terd men niet met afschaffing. Hiertegen kwam de heer de Bruijn Kops in zooverre op als hij geleidelijke afschaffing, vooral van de ton- en bakengelden, zeer voorstond, zoodat hij den minister dan ook in zijn financieele politiek steunde. De minister herhaalde dat de middelen van 1875 zeker 5 millioen boven de raming zouden zijnmaar de heer Blussé kwam er op terug dat tegenover de afschaffing geen meerdere in komst stond, terwijl de heer van de Putte het een onvoorzichtige politiekeen slecht beginsel noemde- belastingen af te schaffen tegenover rentebesparing. Indertijd zeide deze sprekerstemde de heer van Eek tegen een Indische begrootingomdat 2 ton belasting werd afgeschaft zonder aequivalent. De nieuwe finan cieele politiek is thans af te schaffenin rustige afwach ting van Indische baten. Hij noemde het verkeerd, zelfs voor amortisatie uit Indië te putten. De heer Kops herinnerde hiertegenover aan de af schaffing der gemaal belasting zonder aequivalent, maar beriep zich ook op het principe dat de Indische over schotten zoowel voor Nederland als voor Indië mogen worden aangewend, waarmede de heer van Eek zich geheel vereenigde; immers de 10 millioen bijdrage van Indië is geen cadeau aan Nederland want wij betalen jaarlijks 25 millioen voor Indië, op onze gemeenschap, pelijke begrooting. Hij bestreed daarbij de bewering van den heer van de Putte omtrent zijn stem tegen de Indische begrooting; hij stemde daartegen omdat men in Indië een toestand schiep, die hier werd bestreden, en de minister de Waal en zijn opvolgers de beloofde belastinghervorming voor Indië niet gaven. En als hij nu door de heeren Blussé en van de Putte om belas tingvoorstellen hoorde vragen, dan vraagde hij: hebt gij reeds het financieel onrecht hersteld, Nederland door de suikerregeling aangedaan? De minister wees nog op de afschaffing van het dag bladzegel zonder aequivalent en herinnerde voorts hoe hij amortisatie voorstelde, omdat de kamer zulk een ongunstig verslag uitbracht over de kasgeldbelegging en dat de afschaffing der ton- en bakengelden, noodig voor de groote vaart, toen door hem als voorwaarde werd gesteld. Nog gaf de minister op een vraag van den heer Bastert te kennen, dat voor de verhooging der ambtenaarstraktementen verschillende regelen zijn en moeten bestaan. De algemeene beraadslagingen waren hiermede afge- loopen en hoofdstuk I werd met algemeene stemmen aangenomen. Bij het uitbrengen van rapport op verzoekschriften, werd besloten de adressen van de Doopsgezinde ge meenten te Amsterdam en te Dordrecht over de toe passing der armenwet, te verzenden aan de betrokken ministers met verzoek om inlichtingen. Het adres uit Amsterdam, houdende verzoek om een enquête naar de daling der Amsterdamsche spoorweg waarden, werd ter griffie gedeponeerd, doch de heer Wintgens zal op deze „zwendelarij aan de Amsterdam sche beurs" bij de begrooting van justitie terugkomen Omtrent het adres van de Zouaven-broederschap te Rotterdamwegens de vervolging van den pastoor Brouwer, te Keulen, werd tot de orde van den dag overgegaan, omdat het onderwerp van het adres buiten het doel ligt van de vereeniging, die overigens uit ingezetenen bestaat en wettig erkend is, weshalve, naar het oordeel der commissievan den heer van der Kaay en van de kamer, het voorstel niet opging, dat de beer Lenting deed om aangezien het hier „vreemdelingen", personen in „vreemden krijgsdienst" zou gelden, het adres ter zijde te leggen. Zttting van Dinsdag 30 November. Per telegraaf.) De kamer heeft hoofdstuk II der staatsbegrooting voor 1876 (Hooge collegiën van staat en kabinet des konings) aangenomen. Eene korte gedachtenwisseling werd daarbij gevoerd over de organisatie van het ambtenaren-personeel en de quaestie der leges. Alvorens over te gaan tot hoofdstuk III (Buiten- landscbe zaken) was aan de orde de voortzetting der interpellatieden llen October jl. door den heer Fran sen van de Putte tot de regeering gericht omtrent de moeilijkheden met Venezuela, waarover de discussie toenna de inlichtingen door den minister gegeven, op voorstel van den heer van Kerkwijk waren uit gesteld. De debatten hierover werden, op voorstel van den heer Cremersin comité-generaal gevoerd. Gemeenteraad van Goes. Zitting van Maandag 29 November. Voorzitter de heer Blaaubeen. Tegenwoordig alle leden. De notulen der vorige vergadering worden met eene kleine wijziging op verzoek van dr. Callenfels, waar mede de heer Fransen van de Putte en de voorzitter zich echter niet vereenigden, goedgekeurd. Na eeae langdurige beraadslaging wordt met 8 stemmen beslotenhet aanbod der Vlissingsche bank tot conversie der 5 pet. schuld in eene van 4) pet. te accepteeren. Tegen waren de heeren Kakebeeke, Fran sen van de Putte, van Renterghem en de voorzitter; de heer van Swinderen bleef buiten stemming. Het aanbod werd vooral bestreden op grond dat vervroegde aflossing der schuld niet noodzakelijk werd geacht, en de gemeente bij die vervroegde aflossing een nadeel lijdt in de eerste 25 jaren van f 4600, daargelaten dat de benoodigde som tot conversie benoodigd wordt ver strekt tegen 97£ pet. Vervolgens wordt op voorstel van den heer de Witt Hamer met 7 stemmen besloten dat de conversie nog vóór of met 1 Jan. 1876,gal worden tot stand gebracht, als de goedkeuring van gedeputeerde staten is verkre gen. Tegen stemden dezelfde heeren als boven, die betoog den, dat de daarmede verbonden wijziging der pas vastge stelde begrooting tot zulk eene vertraging zou leiden, dat wanorde in de comptabiliteit er het gevolg van zal zijn. De heer Del Baere had de vergadering ver laten. Daarna is met algemeene stemmen afwijzend beschikt op het verzoek van J. van Aerde om afstand van grond aan de 's Heer Hendrikskinderenbarrière. Eindelijk heeft de heer van Renterghem tot het dage lij ksch bestuur het verzoek gericht, de gezondheids commissie uit te noodigen een onderzoek in te stellen en rapport uit te brengen omtrent de vermoedelijke oorzaak van de verslechtering van het drinkwater in de gemeente. Dit is door burgemeester en wethouders toegezegd. De vergadering is daarop gesloten. Hoewel de linkerzijde der Fransche nationale verga dering tot het laatste toe den strijd tegen haar tegen standers over het wetsontwerp op de verkiezingen volhoudt behaalt zij geen enkele overwinning. Het amendement van den heer Testelin om te bepalen, dat het aantal afgevaardigden zou worden vastgesteld op éen voor iedere 75,000 inwoners, is met 406 tegen 226 stemmen verworpen, waarna artikel 14 met 401 tegen 300 stemmen werd aangenomenmet een kleine wijzi ging echter, bevattende de bepaling, dat de kiesdistric ten niet zullen kunnen worden veranderd dan dooreen wet. Na aanneming der artikelen 15 tot 18 kwam in behandeling artikel 19, waarop de heer Feray een amendement voorstelde om te bepalendat het aantal afgevaardigden voor Algeriëop zes zal worden gebracht. Zooals men weet bestaat het thans uit 5 en is het bij de tweede lezing van het wetsontwerp op 3 bepaald. Dit laatste cijfer is behouden, want na door de heeren Pliehon en Desjardin te zijn bestreden en door Crémi- eux en Jules Favre te zijn verdedigd werd het met 379 tegen 330 stemmen verworpen; een nieuwe neder laag voor de linkerzijde, die thans nog éen belangrijk punt zal te bestrijden hebbende niet-vertegenwoordiging der koloniën. De republikeinsche linkerzijde is overi gens voornemens, ter bevordering van de ontbinding, de discussies zooveel mogelijk te bekorten en geen amendementen meer voor te stellen die geen kans hebben door de tegenwoordig bestaande meerderheid der vergadering te worden aangenomen. Het ontbindingsvoorstel-Bardoux begint kans op succes te verkrijgen, hoewel de voorsteller de zegepraal van zijne denkbeelden niet onverdeeld zal mogen genieten, want de rechterzijde en het rechtercentrum moeten voornemens wezen een voorstel in gelijken zin te doen als dat van den heer Bardoux. Aan beide voorstellen zou dan de urgentie worden toegekend. Zoo er werkelijk plan mocht hebben bestaan tot een verbond tusschen Servië en Montenegro ten gunste van de .opstandelingen in de Herzegowinadan zal er thans wel niets meer van komen. De Weensche Montags Revue verzekertdat het bericht omtrent het interventie plan onjuist isdoch dat aan het laatste gevecht tusschen de opstandelingen en de Turksche troepen door 2000 Montenegrijnen tegen de Turken is deelgenomen. De Porte had te dien aanzien vertoogen tot den prins van Montenegro gericht, doch deze had verklaard niets te weten van deelneming aan den op stand door Montenegrijnsche onderdanen. Dit feit heeft wellicht aanleiding gegeven tot het bericht betreffende de 6000 man die gereed zouden staan om tusschen- beiden te komen. Voorts deelt de Montags Revue mede, dat de andere mogendheden den prins van Montenegro hebben aan gemaand een strikte neutraliteit in acht te nemen. Vooral Oostenrijk heeft daarop aangedrongen en prins Nicolaas aangezegd, dat zoo hij in den opstand tus- schenbeide komt, hij niet behoeft te rekenen op de ondersteuning door Oostenrijk ten behoeve van de vluchtelingen uit de Herzegowina toegestaan. Volgens eene mededeeling door den Hongaarschen minister-president Koloman Tisza, in eene bijeenkomst der liberale partij te Pesth gedaanheeft de Hongaar- scbe regeering aan die van Oostenrijk te kennen ge geven dat zij het door deze aangeboden tolverbond niet kan aannemen. Tisza koestert echter de vaste hoop, dat eene overeenstemming zal worden verkregen, daar Oostenrijk zich bereid toont al bet mogelijke in het werk te stellen om de tusschen de beide staten bestaande tol unie te handhaven. In de Italiaansche kamer heeft de heer Petrueelli eene interpellatie tot de regeering gericht betreffende de financieele plannen van Turkije en haar gevraagd welke maatregelen zij zou nemen tot bescher ming va de belangen der Italiaansche houders van Turksche fondsen. De minister van bmtenland- sche zaken verhaalde uitvoerig welke waarborgen Turkije had aangeboden voor de betaling der versche nen couponswaarborgen die algemeen bekend zijn. Voor 't overige had de minister zich over deze aange legenheid met de andere mogendheden in betrekking gesteld en beloofde hij voor zooveel zulks zonder het verwekken van nieuwe moeilijkheden mogelijk is voor de Italiaansche eigenaars van Turksche fondsen steeds dezelfde waarborgen te zullen eischen als door de Porte aan andere schuldeiscbers zullen worden toegekend. De dag, waarop koning Alfonsus van Spanje zijne meerderjarigheid heeft bereikt, 28 November, is te Madrid luisterrijk gevierd. Verscheidene souve- reineneen aantal aanzienlijke buitenlanders en vele generaals hebben hem gelukwenschen gezonden, terwijl 1655 hooggeplaatste personen Z. M. persoonlijk kwamen begroeten. Waarschijnlijk om het feest van zijn neef eenigen luister bij te zetten heeft don Carlos het bombardement op San Sebastian weder geopend nadat hij in het bezit was gekomen van twee nieuwe Woolwich-kanonnen2 millioen cartouches40 millioen kilogram lood en 25 millioen salpeter hetwelk alles te Motrico is aangebracht. Omtrent den oorlog in Engelsch Indië wordt gemeld, dat, tengevolge van de blokkade op de kusten van Perak, de Maleiers aan alles gebrek beginnen te krijgen. Men gelooft niet dat zij nog lang ernstigen tegenstand zul len bieden. Alexandria27 October 1875. De vier havensteden aan de Middellandsche en aan de Adriatische zee, die door tal van stoomvaartlijnen Europa met de andere werelddeelen verbinden, waren in de eerste dagen van October het tooneel van eene meer dan gewone drukte. Groot was de toevloed van hendievóór het kille najaar hunne omzwervingen in het westen willende eindigen, zich hadden gehaast om reisklaar te zijn tegen het vertrek der eerst varende boot naar Alexandrië. Maar zij hadden er niet op gerekend, dat juist tegen dien tijd ook gansche zwer men trekvogels de warmere luchtstreken opzoeken en dat een moeilijk te klassificeeren soort bij voorkeur neerstrijkt aan de vette boorden van den Nijl. Te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2