F 279. MIDDELBURGSCHE Woensdag 1875. COURANT. 24 November. Middelburg 23 November. Nog eens „meester Kritiek." Dit blad verschijnt dagelijks met nitzondering van den Zondag, den 2em Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. Lie commissaris des konings in de provincie Zeeland, is bij koninklijk besluit gemachtigd tot bijeenroeping in buitengewone vergadering van de staten dier pro vincie op 7 December e. kteneinde daarin over te gaan tot de verkiezing van een lid van de eerste kamer der staten-generaal. Ook de staten van Limburg worden tegen den 8en De cember in eene buitengewone vergadering bijeengeroepen tot benoeming van een lid van gedeputeerde staten. Volgens den Haagschen correspondent der Groninger courant heeft het aanbod van Z. K. H. prins Hendrik: aan de directie der stoom vaartmaatschappij JZeeland, om de door haar in den laatsten tijd geiedene verliezen te vergoedendaarin bestaan dat de prins haar zijn steun aanbood, voor het geval zij in financieele moeilijkhe den geraakt mocht zijn. Dit was echter gelukkig het geval nietzoodat de directie voor het aanbod met erkentelijkheid kon bedanken. De financieele toestand der maatschappij behoeft dan ookvolgens dezen brief schrijver, óndanks haar geiedene verliezen volstrekt geen bezorgdheid te baren. Te Vlissingen zijn met den loodskotter n° 12, schipper M. L. Amadis, aangebracht de gezagvoerder T. C. Thomason en zeven schepelingen van de Noord- sche brik Orvar-Odd, die hun schip in zinkenden en uuUcuuerden staat in de Noordzee verlaten hebben. Een der opvarenden werd aanvankelijk nog vermist doch per telegraaf is bericht ontvangen dat ook deze door een Fransch visschcrsvaartuig gered en te Boulog ne aan wal gebracht is. Aanstaanden Donderdag des avonds te acht uren, is de eerste kamer ter hervatting harer werkzaamheden bijeengeroepen. De leden van de tweede kamer waren gisteren in de afdeelingen vergaderd tot het onderzoek o. a. van de vol gende wetsvoordrachtenonteigening voor een spoorweg RotterdamHouten; goedkeuring van het suikerverdrag met België, Frankrijk cn Engeland; nadere bepalingen omtrent de heffing en verzekering van den accijns op de suiker; bepalingen omtrent den accijns op de suiker intrekking van het decreet van 1809 betreffende de kerkfabrieken enz. en wijziging en aanvulling van het burgerlijk wetboek betreffende het hypotheekrecht en van de wet van 30 December 1839. Op de begrooting van justitie is een som van f 3000 uitgetrokkenom een jaar lang het bedrag der jaar wedde te verzekeren aan eenige bedienden van opge heven gerechtshoven en klerken van parketten. De Staats-courant van heden bevat de wet van den 9en November 1875, tot ..wijziging en aanvulling van sommige bepalingen der wet van 25 Juli 1871 (Staats blad n° 91), houdende regeling van de bevoegdheid der consulaire ambtenaren tot het opmaken van bur gerlijke akten, en van de consulaire rechtsmacht. Het Haagsche Dagblad verklaart aan den minister van koloniën voorgoed den oorlog. De lof van liberale zijde aan dien bewindsman geschonken heeftnaar het schijnt, den beker doen overloopen en de minister is, volgens het conservatieve blad, verplicht zich öf daarvan los te makenöf zijn portefeuille te laten varen. Bij de aanstaande behandeling der staatsbe- grooting meent het Dagblad dat dit punt tot klaarheid gebracht moet worden. Het „remmen in Indië", dat de minister van binnen- landsche zaken op zijn programma heeft geschreven, schijnt dus den conservatieven nog niet genoeg. Men mag volgens henniet „langzaam vooruit"; maar „achteruit" moet de beweging zijn. In den heer van G-oltstein vindt men nietzooals gehoopt waseen werktuig van reactiedaarom moet hij vallen. Wij zijn nu zeer benieuwd om te zien of de eensge zindheid, die tot nog toe ond<$ de leden van het minis terie schijnbaar bestaan heeftbij de aanstaande be- grootingsdebatten bewaard zal blijvenwanneer van de zijde der conservatieve „vrienden" aanvallen op den minister van koloniën gericht worden. De liberale partij zal in dat geval ongetwijfeld haar plicht begrijpen en den heer van Goltsteinjuist omdat hij den weg der reactie niet op wil staande houden. De heer J. van Wageningen le gezagvoerder op het vuurschip van de Noord Hinder, wordt met 1° De cember a. op pensioen gesteld uithoofde van lichaams gebreken. Benoemd tot le gezagvoeder J. Pichalthans 2e ge zagvoerder, en tot 2P gezagvoerder M'. Pot, thans stuur man aan boord van dat vuurschip. Volgens een bericht in het Fremdenblatt uit Berlijn, zou de Pruisische regeering bij de Nederlandsche be zwaren geopperd hebben over de onbeperkte toelating van uitge.weken Duitsche geestelijken in de Nederland sche grensprovinciën. De Nederlandsche regeering zou die bezwaren ter kennis gebracht hebben van het Russische hof en na de tussehenkomst van het kabinet van St. Petersburg, zou men te Berlijn in de zaak be rust hebben. Het verhaal klinkt zeker ongelooflijk genoeg! T~t Benoemingen "Si besluiten. burgemeesters. Eervol ontslag verleend aan W. H. Immink, op zijn verzoek, als burgemeester der gemeente Renswoudeen in zijne plaats als zoodanig benoemd mr. M. J. L. baron Taets van Amerongen van Rens woude. notarissen. Eervol ontslag verleend aan J. van Sti- priaan Luisciusop zijn daartoe gedaan verzoekals notaris te Vlaardingen. procureurs. Benoemd tot procureur bij de arrondis- sements-rechtbank te Zutfen mr. J. B. Sölner, advocaat aldaar. Kerknieuws. Jl. Zondag namiddag hield de heer J. A. Goedblced, beroepen predikant bij de Christelijke gereformeerde gemeente te Axelaldaar zijne intrede, tot tekst heb bende 2 Cor. 4, vs. 5, na des voormiddags bevestigd te zijn door den heer D. da Preepredikant bij die gemeente te Goesdie tot tekst had Joh. 1, v 43a. Marine cn leger. Uit een ontvangen opgave omtrent de verliezen door het korps mariniers tengevolge der diensten te Atchin geledenblijktdat 147 man overleden zijn, waaronder 1 officier en 132 mariniers. Met de nog dit jaar vertrekkende twee stoom schepen van de stoomvaartmaatschappij Nederland zullen 28 eerste en tweede luitenants van het leger hier te lande naar Java vertrekken, om aldaar tijdelijk gedetacheerd te worden. Utr. D. De detacheering van den luitenant ter zee le klasse W. M. Visser bij het departement van marine, wordt met den laatsten dezer ingetrokkenen die zeeofficier met den len December a. ter beschikking gesteld van het departement van koloniën. De luitenant ter zee 2e klasse H. J. J. Kempe wordt met den 2den dezer geplaatst aan boord van Zr. M3. wachtschip te Amsterdam. Daar de storing op de telegraaflijn door het Noor den over RuslandSiberië en Chinais opgeheven, staat die weg voor de rechtstreeksche gemeenschap met Nederlandsch-Indië, Penang, Singapore en Austra lië open. Staats ct.) Hunsfnlcnws. Alweder een slachtoffer van „meester Kritiek"! Volgens mevrouw Elize van Calcar (in haar tijdschrift „Uit het leven voor het leven") is het drama van me juffrouw Perk „De sterren liegen niet" door de beoor deelaars in de pers vermoorddood gejaagd als een stuk wild op grond dat deze eersteling geen meester stuk was. Ook in de Amstelbcdeonder redactie van mr. de Vries wordt opgekomen tegen de manier waarop de Amsterdamsche pers over het stuk van mej. Perk ge oordeeld heeft en het afkeurend oordeel toegeschreven aan parti-pris. Daar wij van het drama „De sterren liegen niet" niets anders kennen dan den titelzullen wij ons wel wachten over deze quaestie een woord mede te spreken. Maar omtrent éene vraag van mevrouw van Calcar moeten wij iets in het midden brengen. Deze schrijfster vraagt „Is het tooneel bestemd voor een dozijntje letter kundigen die stampvol van geleerdheid en overvloeiende van vooroordeelen tegen vrouwenwerkzijn opgekomen om te critiseeren en geene bevrediging vinden voor hun verfijnden smaaknu ook meenen de tolken van 't gan- sche publiek te zijn als zij 't stuk verwerpen In 't voorbijgaan zij opgemerkt dat hier de mannen der pers op eens worden voorgesteld als „stampvol geleerdheid en verfijnd van smaak", terwijl het in den laatsten tijd onder de aanklagers van meester Kritiek mode was te beweren dat hij zich steeds een oordeel aanmatigt over dingen waar hij geen verstand van heeft. Er is dus tegenstrijdigheid in de beschuldigingen en die maakt de beslissing moeilijk. De eene partij zegt„de boosdoener zondigt uit domheid"de andere beweert: „te groote geleerdheid maakt hem razend." Zou hieruit wellicht voortvloeien dat de beide aanklachten bezijden de waarheid vallen en deze juist in 't midden ligtzoodat de afschuwelijke moordenaar en vrouwen-belagermeester Kritiekeen voudig een man is met een gezond oordeel en een door studie en vergelijking geoefenden smaak? Maar wanneer wij ons een oogenblik plaatsen op het standpunt van mevrouw van Calcar, dan antwoorden wij -. „Gij hebt in zekeren zin gelijk. Ons Nederlandsch tooneel is niet bestemd voor, althans niet onder den invloed van, eenige letterkundigen met een verfijnden smaak. En dat is ongelukkig genoeg, want het gevolg daarvan is het diep verval van ons tooneelis de wansmaak en de ODnatuur die er op verkocht worden, zoodat een gang naar den schouwburg voor een be schaafd Nederlander een kwelling geworden is. Onze tooneelkunstenaars zijn gewoon geraakt toe te geven aan de eischen van een ongeletterd en ongeoefend publiek. Waar dat ons toe gebracht heeft, wordt o. a. door mej. Kruseman in haar jongste schetsen met volle recht aan de kaak gesteld. Een koning of een tiran moet op ons tooneel bulderen, razen en over de plan ken stappen als een struisvogeleen verrader moet grijnzen alsof het hem te doen is om kinderen bang te maken; een heldin moet jammeren en lamenteeren dat men er zeeziek van wordt. Anders begrijpt het onbeschaafde publiek, het „schellinkje", niet dat het met tirannen, verraders of heldinnen te doen heeft. En het gevolg is dat een man van smaak eenvoudig uit den schouwburg wegblijft of er zich ergert. Ziedaar hetgeen de afwezigheid, of liever het gemis van invloed der kritiek op ons tooneel heeft uitgewerkt. Maar ziedaar teven3 de reden waarom al de klachten over de euveldaden van meester Kritiek overdreven of hersenschimmig zijn. Laat de kritiek maar op de daken gaan staan en verkondigen dat de „Twee weezen" een samenhangsel van onmogelijkheden, dat de „Reis om de wereld in 80 dagen" een zinloos spektakelstuk, dat de „Dochter van juffrouw Angot" een zedebedervende klucht isGeen mensch zal er de volgepropte schouw burgen minder om bezoeken. En laat omgekeerd de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1