onderwijs op onze huishouding drukken, dan geloof ik met den heer Pols dat men erkennen zal, dat het tijd wordt om daarin verandering te brengen. Ik zeg niet dat er voor beiden minder behoorde gedaan te worden, doch ik beweer, dat de uitgaven voor deze algemeene belangen ook voor een deel op het rijk behoorden te drukken. Bij elke nieuwe regeling van onderwerpen, thans reeds ten laste der gemeente gebracht, worden die lasten vermeerderdzonder dat de algemeene wetgever er zelfs aan schijnt te denken daarvan zijn rechtmatig aandeel op zich te nemenin de vaste meening als hij schijnt te verkeeren, dat lager 'en meer uitgebreid onderwijs enkel van locaal belang zouden zijn, wat echter toch moeilijk te verdedigen zoude zijn. Voor ditmaal eindig ik met den weseh, dat de hoop door den heer Pols uitgedrukt, niet beschaamd worde en ook onze stem met die van andere gemeenten ook eens daar moge gehoord worden, van waar verbetering in dezen toestand te wachten zij De voorzitter vraagt, of de heer Pot dienaangaande een voorstel of eene mededeeling te doen heeft. Deze vraag ontkennend beantwoord zijnde, wordt overgegaan tot de behandeling der posten van uitgaat op de be grooting voorkomende. Uitgaven: Hoofdstuk 1, afdeeling 2, ad art. 12. Jaarwedde van de ambtenaren belast met het toezicht op de in vordering der plaatselijke belastingen, wordt ten aanzien van de jaarwedde van den controleur der plaatselijke belasting ad 500 een voorstel gedaan om dien post met f 200 te verminderen. Met het oog op de belang rijkheid dier betrekking achten vele leden dat bedrag niet te hoog en wordt de post onveranderd behouden. Een voorstel om de betrekking van commies, belast met de leiding van den dienst, te doen vervallen wordt verworpen en de betrekking in stand gehouden totdat de controleur dienaangaande een rapport zal hebben uitgebracht. Bij art. 13, Jaarwedde van de leeraars en onder wijzers aan de scholen voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs, wordt besloten op voorstel van de commissie van financien het adres van A. J. Frenks en vijf andere hulponderwijzers om verhooging van belooning eerst dan in behandeling te nemen, wanneer men weten zal voor welke wedde men hulponderwij zers bekomen kan. Zullende alsdan de belooning van het geheele hulponderwijzers-personeel bij het lager onderwijs opnieuw vastgesteld worden. Bij art. 16, Jaarwedde van de ambtenaren belast met de invordering van marktgelden, wordt voorge steld om den met verlof zijpde commies J. v. d. Meer te ontslaan als assistent marktmeester zoodra hij uit eerstgenoemde betrekking zal zijn ontslagen. Burge meester en wethouders stellen zich voor dienaangaande een nader voorstel te doen en daarbij op de wenken door de commissie van financiën gegeven te letten. De post wordt daarop behouden. Bij art. 20, Jaarwedde van dienaren van politie, wordt door een lid ter sprake gebracht het verzoek der agenten van politie om verhooging hunner belooning. De voorzitter stelt echter voor om overeenkomstig het advies der financieele commissie daarop afwijzend te beschikken; zullende het dagelijksch bestuur hierop later terugkomen. Bij art. 1, afdeeling 3, Collecteloon van den amb tenaar belast met het innen der schoolgelden, maakt een lid bezwaar tegen het behouden van dien post, meenende dat die geldeneven als te Middelburg voor de hoogere burgerschool, bij den ontvanger gestort konden wordende meerderheid deelt dit gevoelen niet, waarna de post behouden big ft. Hoofdstuk 2 ,-aldeeling 1. art. 2, Wordt op voorstel der financieele commissie waarmede burgemeester en wet houders zich vereenigen besloten den post onderhoud en aankoop van meubelen „met f 104 te verminderen en alzoo te brengen op 313. Art. 7, afdeeling 2. De post kosten voor boek- en druk- en bindwerk wordt verminderd met 150 en alzoo gebracht op ƒ1264. Ad. art. 4 van hoofdstuk 6. Wordt besloten den post kosten van de kamer van koophandel met 100 te verminderen en alzoo te brengen op ƒ305.04. Ad art. 6. Kosten voor het ophalen van beer en mestspeciën, wordt door een lid voorgesteld om dien post te verhoogen, op grond dat het weghalen der faecale stoffen belemmerd is door het afdammen van de voormalige marinehaven en daarom meer kosten zal veroorzaken. Dit gevoelen wordt ondersteund en bij die gelegenheid een woord gesproken ten gunste van de invoering van het tonnenstelsel. Andere leden zien daarin vooralsnog bezwaarzoodat die post onveranderd behouden blijft. Bij art. a, le afd., hoofdstuk 8 wordt de inrichting van de school voor meer uitgebreid lager onderwijs afgekeurd. Het onderwijs wordt in éen vertrek gegeven door drie onderwijzers, waardoor de aandacht der leer lingen wordt afgeleid. Men zou daarom wenschen het schoolgebouw in tweeën te splitsen en er éen lokaal bij te bouwen. De voorzitter merkt daarbij op dat hij gemeend heeft deze zaak te moeten laten rusten tot de behandeling van de geheele reorganisatie van het lager onderwijs. De daartoe strekkende stukken liggen ter visie voor de leden van den raad. In de eerstvolgende vergadering hoopt bij die ter tafel te brengen, waarbij dan ook uitgemaakt zal worden of op school B onder wijs in de Fransche taal gegeven zal worden. Art. 1, afd. 2. Subsidie aan het gasthuis. Deze post wordt verhoogd met /378,00i aangezien een bedrag dat men in 1876 dacht te ontvangen over het loopende jaar verrekend zal worden. De subsidie wordt aldus gebracht op 2478,00J. Art. 2. Subsidie van het burgerweeshuis geelt tot uitvoerige discussie aanleiding, naar aanleiding van een post van 50 door regenten op de begrooting gebracht voor het geven van herhalingsonderwijs aan tie wees kinderen. Deze post wordt verdedigd om het groote nut dat daarmede gesticht wordt; bestreden op grond dat het zijn zou in strijd met de wet en zou kunnen gegeven worden door hulponderwijzers zonder bezwaar voor de gemeentekas. Ten slotte wordt het voorstel van burgemeester en wethouders om dien post te doen vervallen, verworpen met 7 tegen 4 stemmen. Art. 13, van hetzelfde hoofdstuk, aid. IV. Bijdrage aan de Zuid-Hollandsche maatschappij tot redding van schipbreukelingen ƒ50 vindt bestrijding, omdat alle jaren die som wordt uitbetaald terwijl de sloep alhier onder de kap van de werf blijft staan en niet gebruikt wordt. Door sommige leden wordt het bestendigen dier uitgaaf echter nuttig geacht en met 6 tegen 4 stemmen besloten die post te behouden. Ad art. 1afd. V. Kosten wegens het maken en leveren van gas heeft de commissie van financiënmet het oog op de winsten die ten bate der gemeente zou den kunnen komen, voorgesteld voortaan geen kolen meer aan te bestedenmaar die zelf in de mijnen aan te koopen. Ook burgemeester en wethouders verklaren zich er voor om terug te keeren tot het vroegere stelsel om de kolen rechtstreeks uit de mijnen te ontbieden. De korting voor contante betaling alsmede de kosten van aanbesteding te zamen 5 pet. bedragende worden daardoor uitgewonnen. Daar sommige leden het beter achten om met de aanbesteding te blijven voortgaan zegt de voorzitter dat het dagelijksch bestuur naar aan leiding van het gesprokene met de commissie der gas fabriek in overleg zal treden om dan later hieromtrent door den raad te laten beslissen of er al dan niet zal worden aanbesteed. v Tot de behandeling der ontvangstposten overgaande merkt de voorzitt&r op dat art. 5 van hoofdstuk 2 ten gevolge eener vergissing niet juist is en dus de rente van een kapitaal groot 104,000, ingeschreven in het Grootboek der nat. schuld op ƒ3060 gebracht zal moe ten worden. Met algemeene stemmen wordt dit goed gekeurd. Bij de behandeling van afdeeling 3, hoofdstuk 3: belasting op voorwerpen van verbruik, wordt door enkele leden hunne bevreemding te kennen gegeven over de raming der ontvangst op het gemaal in ver band met die op het gedistilleerd en de restitutie bij uitvoer; zoo ook dat de raming voor 1876 minder be draagt dan voor 1875, niettegenstaande verschillende werkzaamheden die uitgevoerd worden, de aanvang van den maildienst, de vestiging de firma Krupp en het grooter aantal schepen welke onze havens binnen loopen, zou den doen denken dat bij meer beweging ook de opbrengst hooger zou worden. De voorzitter zegt dat het bedrag van dien post in verband is gebracht met de ofiicieele bescheiden, die worden voorgelezen. Nadat nog eenige discussie hierover was gevoerd werdeu deze en alle overige posten zonder verandering aangenomen. Nog wordt besloten de heffing van de belastigg op het gemaal en het gedistilleerd voortdurend van kracht te verklaren daar het ondoenlijk is die belasting in deze gemeente af te schaffen. Daarna wordt de geheele begrooting in ontvang en uitgaaf ten bedrage van 158,970.66 met algemeene stemmen aangenomen. De vergadering wordt daarna gesloten. GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 6