Siatcn-Generaal.
B U ITEN LA N D
Algemeen Overzicht.
Andere personen aldaar en te Serooskerke en Grijps.
kerke lieten zich echter niet beet nemen. De politie
was inmiddels achter de zaak gekomen en Woensdag
avond werd J. B. door den brigadier-titulair der rijks-
veldwacht Schultz, den rijksveldwachter de Lange, beide
te Veere gestationeerd, en den gemeenteveldwachter de
Steur van Oostkapelle aangehouden. Een der papieren
namaaksels werd nog in zijn bezit gevonden het andere,
bij den winkelier v. L. te Gapinge uitgegeven, is even
eens in beslag genomen.
In het voormalig 4e district van Zeeland heerscht,
volgens het Sluisch Weekblad, dezer dagen groot on
gerief tengevolge van het volslagen gebrek aan klein
papieren geld, zoowel Nederlandsch als Belgisch. Ook
de klinkende munt was schaarsch.
Op welke groote schaal in onze zuidelijke grens
streken de invoer van Belgische centen plaats heeft,
blijkt uit een ingezonden stuk in het Sluisch Wbl.,
waarin de schrijver verhaalt dat aan iemand eene be
taling gedaan werd van 20 met 40 pakjes splinter
nieuwe Belgische centennetjes in kardoezen gepakt
om ze over de grens te zenden. Een werkbaas dio
zijne knechts met deze munt uitbetaalt, verdient op
het weekgeld minstens 7 of 8 pet.
Door verschillende Duitsehe bladen wordt een
bericht uit het Breslauer Intelligenz-und Fremdcnblatt
overgenomen, waarin met lof melding wordt gemaakt
van de thans te Rotterdam gevestigde hout- en mar
merschilderschool der heeren van der Burg. Deze
inrichtingwelke sedert zes jaren bestaat en in dien
tijd op de tentoonstelling te Londen in 1870 een twee
den prijs, op de wereldtentoonstelling te Weenen in
1873 de Fortschrittsmedaille mocht ontvangen, wordt
wegens het degelijk onderricht dat er gegeven wordt
en de goede resultaten daardoor verkregen in het bui
tenland zeer geroemd en strekt der Nederlandsclie
nijverneid niet weinig tot eer.
Evenals ieder jaar is ook nu weder een detache
ment van 37 infanteristen uit Groningen te Wester-
wolde, op de Pruisische grens, geposteerd, teneinde te
waken tegen het doorsteken der leidijken om zich van
het overtollige water, ten koste der provincie Gronin
gen, te ontlasten.
Te Rotterdam is een Duitscher gearresteerd die
op het ontvangkantoor te Kleef 15,000 Mark f 9000)
gestolen had. De ontvreemde som was nog bijna geheel
in zijn bezit. Blijkens de door hem gedane aankoopen
maakte hij zich gereed om naar de Nieuwe wereld
over te steken.
Tliermometerstanil.
18 Nov. 's av. 11 u. 54 gr.
19 'smórg. 7u.53gr. 'smidd. lu.55gr. 'sav.6u.52gr.
tweede kamer.
Zitting van Donderdag 18 November.
{Nader verslag.)
Bij de beraadslaging over de afdeeling Oorlog der
Indische begrooting kwamen twee gronden voornamelijk
ter sprake: de hygiëne in Atchin en het geheim der
Atchin stukken.
Talrijke verliezen zijn geledenzeide de heer Nier-
strasz. Is reeds onderzocht of slechte hygiënische
maatregelen hiervan de oorzaak waren, vraagde hij
of zullen de feilen van hooggeplaatsten weder met den
mantel der liefde worden bedekt? Er is reeds een
enquête ingesteld, antwoordde de minister, en de com
missie van onderzoek naar den hygiènischen toestand
heelt een belangrijk rapport uitgebrachtnaarmate
onze vestiging verzekerd zal zijn zal aan haar adviezen
gevolg worden gegeven. Is er dus iets verzuimd, wat
de minister niet ontkende, allen die in Atchin met
buitengewone krachtsinspanning werkzaam waren ver
dienen den dank der kamer, terwijl het Indisch bestuur
den toestand zooveel mogelijk verbetert. De heer
Rombach meende echter, constateerende dat er voor de
hygiëne jammerlijk veel verzuimd was, dat men nog
niet genoeg uit de rustige rust was ontwaakt en er nog
veel te doen overbleef, en de heer Idzerdaditzelfde
constateerende, drong aan op openbaarmaking van het
rapport der enquête-commissie. De minister antwoordde
dat de geneeskundige dienst in Atchin in stede van
blaam lof verdiende waartegen de heer Rombach
aanvoerde dat hij slechts een blaam had bedoeld tegen
de chefs te Batavia en in Atchin en herinnerde
tevens aan de groote bezwaren, van beperkte middelen
o. a.waarmede men in Atchin te kampen had; de
kustgarnizoenen, hoopte de minister, zouden spoedig
verplaatst kunnen worden.
De quaestie der geheimhouding opende de heer Nier-
strasz. Hij herinnerde hoe de minister, als lid der
eerste kamer, er zelf op aandrong dat de geheimhou
ding der stukken na afloop der expeditie zou worden
opgeheven- Die expeditie is nu afgeloopen en te meer
is nu publiekmaking noodig, na de onverantwoorde lijke
daad van den heer Loudon ten aanzien der geheime
stukken. Men moet eindelijk weten wie schuld heeft,
de verongelijkte moet zich kunnen rechtvaardigenge
heim is niet meer noodig, want de Amerikaansche
consul te Singapore rechtvaardigde zich reeds. Deze
regeering, welker leden het geheimhouden steeds af
keurden, moest dit dan ook nu opheffen. De minister
verzette zich echter daartegen, ofschoon hij de zaak
liever bij de staatsbegrooting besproken zou willen zien
hij had in de eerste kamer publiciteit gevraagd, maar
na afloop van den oorlog (na afloop der expeditie,
herhaalde de heer Nierstrasz in zijn repliek). En de mi
mister achtte dan ook dat publiekmaken thans niet
wenschelijk, daar het slechts zou dienen voor retro
spectieve beschouwingen, beschuldigingen, verdachtma
king en hatelijkheden. De heeren van Rappard, Stieltjes
en Fabius bleven op opbenbaarmaking aandringen
en de heer Fransen van de Putte eischte haar nog
maals, in het landsbelang, opdat blijke of het boek
van den heer de Rochemont juist is of niet en
opdat bewezen worde dat Nederland nooit den oorlog
beeft gewild. Maar de minister hield vol dat het
landsbelang voorloopig de openbaarmaking belet; de
nieuwe kamerleden kunnen de stukken inzien en er in
comité generaal over spreken. In den tegenwoordigen
stand van zaken is echter publiciteit niet wenschelijk.
Daarop stelde de heer Nierstrazs deze motie voor, die
later zal worden behandeld: „De kamer, van oordeel
dat het geheim omtrent de overgelegde Atchin stukken
behoort te worden opgeheven, gaat enz." Waarmede
deze discussie voorloopig ten einde was.
In den loop van het debat had de heer Nierstrasz
ook gevraagd of in Atchin stil zou worden gezeten in
afwachting van vredesaanbiedingendoch de minister
achtte zulk een vraag naar onze operatieplannen, niet
ernstig gemeend, en constateerde alleen dat met kracht
onder leiding van den gouverneur-genenaal, wordt ge
streefd naar een eindelijke uitkomst: den vrede.
De heer van de Puttè had ook onze algemeene
politiek op Sumatra besproken en naar de daarbij
heerschende leidende gedachte gevraagd; spreker had
daarbij opgemerkt hoe blijkens het koloniaal verslag
vooralsnog niet was overgegaan tot de uitbreiding van
ons reehtstreeksch gezag over de Battaksche landschap
pen, ofschoon ons dit zeer nuttig moest zijn voor den
oorlog in het aangrenzend Atchin, en ons de souverei-
niteit was aangeboden; wij zouden dan ook, in het
staatsbelang, in die streken de zendelingen kunnen
beschermen; spreker achtte het om al deze redenen
niet staatkundig de aangeboden souvereiniteit te wei
geren. Maar de minister antwoordde dat de wensch
naar onze souvereiniteit in die landen verre van alge
meen was en dat de bezwaren dan ook omzichtig
handelen noodig maaktende leidende gedachte was
alleen dan de souvereiniteit te aanvaarden als dit de
duidelijk uitgedrukte wcnsch der bevolking is. Hier
mede stemde de heer Stieltjes in, daar wij onze kleine
macht niet mogen versnipperenmaar de heer van de
Putte hield zijn beweren vol, op grond dat zijn wensch
paste in de leidende gedachte der regeering-
Nadat de gisteren reeds gemelde beslissingen omtrent
het hydrographisch bureau en den vuurtoren in straat
Banka waren gevallenwerd het hoofdstuk met 59
tegen 2 stemmen en werden de uitgaven in Nederland
met algemeene stemmen aangenomenna een vrij lang
durige beraadslaging bij liet artikel koffie.
De heer Blussé bestreed de tegenwoordige wijze van
bevrachting door de Handelmaatschappij maar de heer
van Wassenaer kwam daartegen op, omdat wij anders
ook onze koffiemarkt in Nederland zouden verliezen
z. i. moeten onze schepen.de koffie blijven halen. Daar
tegen betoogden de heeren van de Putte en Blussé,
dat de vorige spreker het consignatiestelsel verdedigde,
waarvan nu geen sprake was maar dat ook die spreker-
niet in het belang van den handel sprak; terwijl de
heer van Wassenaer ten slottte antwoordde dat als de
regeering niet voorzichtig waswij z. i. weldra weinig
aan onze havens zouden hebben.
De heer Mirandolle besprak den post voor assurantie
en meende dat de tegenwoordige wijze van gedeelte
lijke bevrachting schadelijk was voor handel en scheep
vaart; de heer Fabius bestreed den maatregel om niet
meer dan 260 last te laden; maar de heeren van do
Putte en Blussé kwamen tégen dat advies op, waarin
de heer Mirandolle aanleiding vond om op te merken
dat zij voer het protectiestelsel waren.
De wetten op de middelen werden daarop tegen den
volgenden oehtmd aan de orde gesteld en daarna, met
33 tegen 31 stemmenbesloten Woensdag a. de over
eenkomst met de Rijnspoorwegmaatschappij te behan
delen.
De heer van Naamen had voorgesteld deze quaestie
bij de onteigeningswetten te behandelen maar de voor
zitter grondde zijn oordeel op den wensch om de zaak
af te doen vóór de staatsbegrooting; terwijl de heer
Smidt geen verband tusschen deze zaak en de ontei
geningswetten zag. Dit laatste werd door den heer
Godefroi betwistdaar het de vraag gold of het alge
meen belang was behartigd en dit nu in nauw verband
stond tot de vraag of de verbinding-Capelle in de
behoefte voorziet.
Zitting van Vrijdag 19 November.
{Per telegraaf.)
De kamer heeft, na eene korte bespreking over de
opium-pacht en het landrentestelsel, de beide hoofd
stukken van de middelen der Indische begreoting
aangenomen. Vervolgens zijn nog verscheidene wets
ontwerpen van ondergeschikt belang afgedaan.
De brief van don Carlos aan koning Alfonsus is een
te merkwaardig document om er niet nader kennis
mede te maken. Ziehier de inhoud:
„Aan mijn neef Alfonsus.
„De houding van den president der Vereenigde staten
kan als het voorspel van een oorlog worden beschouwd,
indien gij de onafhankelijkheid van Cuba niet erkent.
„De revolutie, waarvan gij de vertegenwoordiger zijt,
is verantwoordelijk voor den smaad, die Spanje wordt
aangedaan. Zonder revolutie zou deze opstand (op
Cuba) waarin de leden van hetzelfde gezin elkander
ombrengen, niet zijn ontstaan.
„Onder mijne regeering zou hij nooit zulk een om
vang hebben verkregen. Het legitieme recht van
hem die het bevel voert kan alleen zonder verzet
hervormingen invoeren, zonder zwakheid afstand van
iets doen, zonder toorn onderdrukken, zonder harts
tocht regeeren.
„Maar het geldt de integriteit van het vaderland, en
al zijne kinderen moeten die verdedigen: als het vader
land in gevaar verkeert verdwijnen de partijen, bestaan
er slechts Spanjaarden.
„Indien de oorlog mocht uitbreken bied ik u een
wapenstilstand aan voor den tijd dat de oorlog tegen
de Vereenigde staten zal duren.
„Maar men versta mij welde buitenlandsche oorlog
is de eenige oorzaak voor den wapenstilstand dien ik
aanbied, en ik handhaaf mijne rechten op de kroon
even ongeschonden als ik de zekerheid blijf koesteren
haar eenmaal te zullen dragen.
„Ik heb geen grondgebied over zee waar mijne
wapenen het gezag handhaven, en ik kan mijn dappere
vrijwilligers niet naar Cuba zenden, maar ik zal deze
provinciën en de Cantabrische kust beschermen. Ik zal
de onoverwinnelijke zonen van deze kusten wapenen,
waar een El. Cano, een Legazpi en Churruca het
levenslicht zagen, ik zal de handelsschepen van onze
vijanden vervolgen en gaan opzoekenmisschien in
hun eigen havens.
„Neemt gij, ingeval van een buitenlandschen oorlog,
den wapenstilstand aan, dien ik u aanbied? Zoo ja
laat ons dan vertegenwoordigers benoemen om de zaak
te regelen.
„Gij weigert! De wereld zal getuige zijn, dat het
katholieke Spanje zijn plicht op waardige wijze heeft
vervuld.
„Geeft gij de voorkeur een wapenstilstand te vragen
aan den vijand die u bedreigt? Verneder er u toe
zoo gij durft; misschien zult gij voor 't oogenblik uit
stel krijgen, maar men zal weldra nieuwe moeilijkheden
met u zoeken, en Cuba zal voor het vaderland verlo
ren zijn
„Op u zal de schande blijven rusten dat ge u ver
nederd hebt, en de smaad van u te vergeefs te hebben
vernederd.
„Uw neef, Carlos."
Ziedaar de brief die zooveel blijde verwachtingen
in Spanje heeft opgewekt. Thans is men woedend over
de taal van don Carlos, waarmede alle bladen den spot
drijven, terwijl zij betoogen, dat het beste antwoord
is terstond 70,000 man ter versterking van het noor-
derleger te zenden. Koning Alfonsus is zóo veront
waardigd, dat hij aan generaal Quesada uitdrukkelijk
bevel heeft gegeven niets meer van don Carlos aan te
nemen dan zijn onvoorwaardelijke onderwerping. Uit
den inhoud vau den brief blijkt echter voldoende, dat
de pretendent nog geen plan heeft zijn neef spoedig
met een vrijwillige onderwerping te verblijden; hij
zal den strijd wel tot het uiterste volhouden en niet
wijken dan voor de kracht der wapenen.
Yoor den tegenwoordigen tijd van het jaar heerscht
er over 't algemeen een merkwaardige kalmte op poli
tiek gebied; 't is alsof de vertegenwoordigingen tijdelijk
aan gebrek aan veerkracht, aan bloedarmoede, die
treurige kwaal der 19® eeuw bij uitnemedheid, lijden.
De Fransehc nationale vergadering schijnt zich te heb
ben overwerkt. Na een dag rust heeft zij gisteren
eenige wetsontwerpen van minder algemeen belang
aangenomen en vervolgens de derde lezing van de
kieswet verdaagd tot Maandag; intus3chen zal de con-
stitutioneele commissie de verschillende amendementen
en het wetsontwerp op de indeeling der kiesdistricten
onderzoeken.
Gisteren hebben de 15 afdeelingen van de vergade
ring de commissie van rapporteurs benoemd voor het
wetsontwerp op de drukpers. Negen van de aange
wezen personen behooren tot de linkerzijde en het
linkercentrum. Bij de behandeling in de afdeelingen
heeft het wetsontwerp reeds levendige bestrijding
ondervonden. In de 14e afdeeling heeft o. a. de heer
Gróvy als een grief aangevoerddat de opheffing van
den staat van beleg een artikel uitmaakt van
een wetsontwerp op de drukpers. Men moet erken
nen dat het vrij heterogene zaken zijn. De minister
van justitie,, Dufaurc, heeft een warme redevoering
gehouden, waarin hij betoogdedat de staat van beleg
geen beletsel oplevert voor de vrijheid der verkiezingen,
en verklaarde dat hij het wetsontwerp met alle kracht
zal handhaven. Van de 15 rapporteurs hebben zich
11 tegen en slechts 5 vóór het ontwerp verklaard.
De werkzaamheden van den Duitschen rijksdag,
waarin meer leven is ontstaan sedert de begrooting voor
Elzas-Lotharingen in behandeling is gekomenbeloven
Den I
aan uw
nader t
wordt.
Rusland
PoIcd.
Oostenrijk
Hongarij
Italië.
Spanje.
Portugal
Turkije.