BUITENLAND. Algemeen Overzicht. il verdedigde, die z. i. haar best doet, terwijl de schuld ligt aan het contract besprak de minister deze quaestie met eenige reserve. Nu een overmatige uitzetting der spoorwegen vermeden was en dus over dreven exploitatie eischen voorkomen, kon men te dien aanzien geen reden meer vinden tegen deze wet. En wat nu de exploitatie maatschappij betreft, haar ver dedigende tegen de groote beschuldigingen, waardoor men haar, onschuldig, het béte noire van alle gebreken maakt merkte de minister toch den heer den Tex op d at de regeering tegenover die maatschappij zoo billijk mogelijk was geweest. De minister verzoekt ten slotte dat de kamer met dit weinige over de exploitatie tevreden mocht zijn, en eenig geduld cn eenig vertrouwen zou willen heb ben, onder verzekering dat bovenal de regeering een spoedige en bevredigende oplossing der quaestie wenscht. Het nut der lijn AmersfoortNijmegen hield de minister al verder staande, zonder het nochtans in het breede uiteen te zettenechter opmerkende dat de locale belangen hier wel wegen mochten. Voorts her innerde hij dat de heer van de Putteofschoon de minister het hem afvraagde, geen amendement heeft voorgesteld. En eindelijk gaf de minister nog te kennen dat hij niets kon zeggen over de kosten der bij amendement in de wet gebrachte lijnen. De drie sprekers repliceerden en hielden hun gevoelen vol, de heer Pincoffs constateerde dat de exploitatie- maatschappij met haar contract volkomen is te veront schuldigen. Daarop werd het wetsontwerp met 32 tegen 2 stemmen aangenomen (tegen de heeren: Viruly en Villers de Pité) en ging de kamer tot nadere bijeenr oe ping uiteen. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 11 November. (Per telegraaf). Bij de discussiën over de Indische begrooting gaf de heer Nierstrasz eene ongunstige beschouwing van den toestand in Indië. De heer de3 Amori e van der Hoeven ontwikkelde het beginsel tot vaststelling eener vaste financieele bijdrage en dat der ondersteuning van het Christelijk onderwijs aan de Inlanders. De heeren van Zinnicq Bergmann Fabius, van Nispen en de minister bestreden minder of meer nadrukkelijk deze beide be ginselen. Ook wederlegde de minister de pessimistische opvatting van den heer Nierstrasz. Soorwegbegrooting. Aan het antwoord der regeering op het verslag der tweede kamer over de spoorwegbegrooting voor 1876 ontleenen wij verder het volgende. De kliksignalen op de spoorwegen strekken niet ter vervanging, maar ter uitbreiding der middelen voor het geven van telegrafische mededeelingenwaar dit noo- dig is. De werkzaamheden voor den aanleg van de particu liere spoorweglijn Tilburg—Nijmegen^zijn door de maat schappij sedert eenigen tijd geheel gestaakt, Met bestuurders der onderneming zijn sedert meer dan twee jaren onderhandelingen geopend over de inrichting en het gebruik voor gemeenschappelijken dienst van de stations te Tilburg, 's Hertogenbosch en Nijmegenmaar ondanks herhaalden aandrang bleven de bestuurders in gebreke met dit overleg. Zoo de aanvragers van den spoorweg AssenWinscho ten, die in den laatsten tijd niets van zich deden hooren, wenschen hunne taak weder op te nemen, dan is de regeering bereid de aanvraag weder in overweging te nemen. Concessie voor den spoorweg OudewaterDordrecht is gevraagd door den heer Detrauxingenieur van de spoorwegmaatschappij RotterdamMunster. Met de uitvoering van hetgeen ter voltooiing der in aan leg zijnde spoorwegen wordt met zooveel inspanning ge arbeid als slechts mogelijk is. Met de spoor weg werken op Fijenoord zijn tot dusver gelukkig geen tegenspoeden voorgekomendie de voltooiing van het geheel kunnen vertragen. De verzakking van grond aan een gedeelte van den spoorwegdam ondervonden is niet van dien omvang, dat de herstelling op de uitvoering van de andere werken van invloed zou kunnen zijn. Het berichtdat de spoorwegwerken te Amsterdam tij den storm van 2 October jl. groote schade hebben geleden, is niet juist. De werken vorderen ook zoo langzaam niet als men zich schijnt voor te stellen, maar het betreft een plan van buitengewonen omvang, waarvoor alles wordt gedaan wat ter bevordering van bespoedigde uitvoering mogelijk is. Voor het maken van tijdelijke inrichtingen bij het Westerdok voor de exploitatie ontbreekt voldoende ruimte. Dergelijke inrich tingen zouden daarenboven de uitvoering van het geheel zeer bemoeilijken en vertragen, daar al het zand van Castricum voor het station in het open havenfront langs die zijde met spoortreinen moet worden aan gevoerd. De minister van koloniën, het eindverslag over de Indische begrooting beantwoordende, herinnert hoe sedert 1867 telken jare bij de memorie van antwoord belangrijke wijzigingen in de oorspronkelijke begrooting zijn ingediend, zoodat het deswege tot den minister gericht verwijt onverdiend is. Intusschen is de regee ring met den gouverneur-generaal reeds in overleg over de middelen om voor 't vervolg zooveel mogelijk die noodzakelijkheid te vermijden. Wat betreft de quaestie van het zoogenaamd admi nistratief kapitaal, de minister hecht er volstrekt dat gewicht niet aan, hetwelk er in de kamer aan is toe gekend. Hij ziet er in eenvoudig eene quaestie van boekhouding, en kon haar dus zonder bezwaren voor dragen, maar ook in het belang eener tijdelijke vast stelling van de Indische begrootingtijdelijk laten rusten. Vroeger dan bij de -nota van wijziging kon de minister er niet meê te berde komenomdat hij de noodige gegevens niet vroeger-uit Indië had. Dit geldt ook voor de andere nieuwe posten, die de minister achtereenvolgens verdedigt. De minister deelt daarbij o. a. mede, dat terwijl op 1 Augustus 1873 reeds ruim 1300 personen met een tweejarig dienstverbond voor het Nederlandsche leger waren aangenomen, het aantal personen, die den len November dezes jaars in het moederland waren teruggekeerd, nog geen 90 bedroeg. Aclivemeni. Neuf mois s'il s'agit d'une loipour la liberté de la pressevingt-quatre heures s'il s'agit d'une loide sureté générale, zeide Pièrre Véron in zijn verleden jaar uit gekomen Carnaval du Dictionnaireen hetgeen sedert is voorgevallen heeft maar al te zeer de juistheid van zijne definitie bevestigd. Het wetsontwerp op de druk pers, dat reeds maanden geleden was toegezegd en stellig in de eerste dagen van deze week bij het bureau der Fransche nationale vergadering zou worden inge diend, was gisteren nog niet ingekomen, hoewel het ieder oogenblik werd verwacht. In hoeverre deze voor të stellen wet me loi pour la liberté de la presse zal wezen, zal men eerst kunnen beoordeelen als de geheele inhoud bekend is, maar zeker is althans reeds, dat zij tevens het karakter zal dragen van une loi de surelé généralewant in de 14 artikels wordt o. a. bepaalddat de staat van beleg zal worden gehandhaafd in de departementen Seine, RhoneBouches du Rhone en Seine et Oise. Het ver spreiden van valsche berichten schijnt in ieder geval als eene strafbare overtreding te zullen worden be schouwd als die overtreding evenwel ter goeder trouw wordt gepleegd zal zij voor de correctioneele rechtbanken van politie worden behandeld doch in geval van kwade trouw zal de uitspraak door de jury geschieden. Indien ieder journalist moet instaan voor de waarheid van elk door hem medegedeeld berichtdan zal dat heroep in Frankrijk bijna eene onmogelijkheid worden. Dat dit wetsontwerp dan ook een heftige oppositie zal vinden ligt voor de hand, al ware het alleen om de handhaving van den staat van beleg in de vier genoemde depar tementen. Dezelfde geest van kalmte en gematigdheid, die de nationale vergadering bij de eerste discussies over het wetsontwerp op de verkiezingen heeft bezield, kenmerkte ook weder de debatten van gisteren, waarbij in de eerste plaats de laatste paragraaf van artikel 7 werd behandeld, zooals die door den minister de Cissey was voorgesteld. Hoewel de constitutioneele commissie de beslissing daar over wilde aanhouden tot de derde lezing heeft de ver gadering, na een kort debat tusschen generaal Billot en den minister van oorlog, de paragraaf aangenomen en vervolgens het gewijzigde artikel 7 benevens de artt. 8, 9, 10 en 11. Op artikel 12, waarin wordt bepaald welke betrek kingen met het mandaat van afgevaardigde onvereenig- baar zijn, stelde de heer Bethmont een amendement voor om de officieren van het territoriale leger niet verkiesbaar te verklaren in den kring waarin zij hunne functiën uitoefenen. Nadat het amendement door den heer la Rochethulon was bestreden, werd het artikel in zijn geheel, op voorstel van den heer Beth mont, naar de constitutioneele commissie gerenvoieerd. Vervolgens kwam bij artikel 13 nog een belangrijke poli tieke quaestie ter sprakehet imperatief mandaathet welk in dat artikel voor nietig wordt verklaard. De Bonapartistische leider Naquet bestreed het artikel en wilde dat ook het imperatief mandaat als wettig zou worden aangemerkt, doch met 585 tegen 57 stemmen verklaarde de vergadering zich tegen dat denkbeeld en nam zij artikel 13 aan. Bij artikel 14 kwam de groote vraag in behandeling, die in den laatsten tijd de gemoederen zoozeer heeft bezig gehouden: de quaestie over het tcruiin dé arron dissement en het serutin de liste. De tijd was echter zóo ver gevorderddat slechts twee sprekers het woord konden voeren; de heer Antonin Levèfre Pontalis, die het uninominale scrudn dé arrondissement verdedigde en de heer Lurodie het bestreed als in strijd met de consti tutie en vernietigend voor de eenheid van de constitu tioneele partij. De zitting werd vervolgens tot heden verdaagd, doch het is niet waarschijnlijk dat het reeds van daag tot eene beslissing zal komen, daar de strijd vrij heftig zal zijn. De oorlog op Malakka heeft reeds terstond een ern stig karakter aangenomen. Den 6™ dezer nooJzaakte de Engelsche kapitein Innes de troepen van den sultan van Perak de belegering van de Britsche residentie op te geven en greep den 7'" met eene afdeeling van het 16= regiment Sypaijers eene sterkte aan, die de Maleiers stroomopwaarts, bij de plaats waar de heer Birch werd vermoord, hadden aangelegd om hen van daar te ver drijven. Dit mislukte echter; kapitein Innes zelf sneu velde; de luitenants Elliot en Booth werden gewond. Hierop schijnt een aanval van de Maleiers te zijn ge volgd, want de Engelschon zijn tot een afstand van 10 kilometers van Perak geretireerd. De rajah van Lilla heeft de inwoners van Laroot, Silangare en Perak tegen de Engelschen te wapen geroepen, en ook de Chineezen worden verdreven, omdat zij den Engelschen genegen zijn. Men verwacht een godsdienstoorlog. Intusschen zijn uit Hongkong en Calcutta troepen met kanonnen ter versterking van de Engelschen naar Malakka ge zonden. Bij gelegenheid van het banket door den nieuwen lord-mayor van Londen, den heer Cotton, gegeven, heeft de politieke rede Diet ontbroken, die steeds met belang stelling wordt te gemoet gezien en door een van de leden van het kabinet wordt uitgesproken. Ditmaal voerde de premier Disraëïi zelf het woord en zijne rede heeft algemeen bijval ondervonden. De Indische quaes tie schijnt hij geheel onaangeroerd te hebben gelaten hij heeft zich bepaald tot de medeeling dat de koloniën steeds in bloei toenemen en Engeland alle reden heeft over haar toestand te vreden te zijn. De opstand in Turkije en de politiek te dien aanzien waren de voor naamste onderwerpen van zijn betoog. Die opstand had een toestand in het leven geroepen, welke in de provincies waarin hij is uitgebroken steeds kritiek is. Door de gematigdheid der mogendheden was echter in korten tijd een zoo gunstige verandering verkregen, dat men meende dat weldra de onlusten geheel zouden ophouden. Een financieele crisis echter was oorzaak dat de strijd weder herleefdede toestand eene wijzi ging onderging en bij de opstandelingen verwachtingen ontstonden die geen grond hebben. Disraëli verklaarde echter ook verder vertrouwen te stellen in die gema tigdheid der mogendheden en verzekerde dat hij niet alleen de hoop, maar ook de stellige verwachting koestert, dat een gewenscht resultaat zal worden ver kregen door den vrede in Europa te verzekeren en de publieke openie voldoening te verschaffen. Tot het verkrijgen van zoodanig resultaat wil ook hij medewer ken. De drie groote mogendheden van het noorden zeide hij mogen meer rechtstreeks belang hebben bij den staat van zaken in Turkijede belangen van Engeland zijn niet minder gewichtig. De regeering van H. M. is zich levendig overtuigd van het ge wicht der Engelsche belangen bij de Turksche quaestie, en zij is vast besloten die belangen te verdedigen en te handhaven. Herhaaldelijk werd deze rede luide toegejuichtvooral ook aan het slotwaarin de eerste minister nogmaals zijn stellige hoop uitsprak, dat de Europeesche vrede niet zou worden verstoord. Met betrekking tot China verzekerde hij nogdat alles met dat rijk geheel naar wensch is geregeld, dank zij de uitstekende handelwijze van den gezant te Pëkingden heer Wade. Op voorstel van den heer Hasselmann besloot de Duitsche rijksdag, dat eene rechtsvervolging tegen den afgevaardigde Hasenclever wegens overtreding der wet op het recht van vereeniging, gedurende de zitting van het parlement zou worden geschorst waarna in behandeling kwamen de drie wetsontwerpen betreffende bescherming van het eigendomsrecht op voorwerpen van beeldende kunsten, monsters, modellen enz. tegen namaak. Zij werden in handen eener commissie van 14 leden gesteld. Heden morgen is het kanaal alhier gepasseerd het Fransche oorlog-schroefstoomschip Cuvier, kommandant Bignel, komende van Vlissingen met bestemming naar Hellevoetsluis.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 3