BUITENL.AND. Algemeen Overzicht. Laatste berichten, tecipinpn. lanMshc richten. Prjfzen van Eflccten. Kamer van koophandel en fabrieken van Middelburg. Zitting van heden, 26 Oetober. Voorzitter de heer Sprenger. Afwezig de heeren Borsius, Boddaert, den Bouw meester en J. P. Fokker. Na goedkeuring der notulen van het verhandelde in de zitting van 14 September jl. werd mededeeling ge daan van verschillende ingekomen stukken, waaronder voorkomen Eene missive van den commissaris des konings in Zeeland van 20 September jl., begeleidende een afschrift van het antwoord van den minister van financiën op het adres der kamer betreffende de verzending van brieven naar Engeland en Zuid Duitschland. Uit dit afschrift blijktdat zoo lang de afvaart der boot van Sheerness naar Vlissingen zoodanig geregeld is dat de afzending der brieven uit Londen 's avonds vóór half 9 geschieden moet, de brievenmaal uit Engeland niet over Vlissingen kan gaan. Die missive werd voor kennisgeving aangenomen. Een staat van de visscherij over 1874een verslag van de wereldtentoonstelling te Weenen en een van het consulaat te Stockholm over 1874 zullen worden rondgezonden bij de leden die het verlangen daartoe te kennen hebben gegeven. Van het bestuur van het Aardrijkskundig genootschap is eene circulaire ontvangenmet verzoek om onder steuning van de voorgenomen expeditie naar de Boven- Djambi en de Korintji-valleiwaarvan de kosten op minstens 25,000 geraamdde financieele krachten van het jeugdig genootschap te boven gaan. De kamer moest zich bepalen tot het uitspreken harer belang stelling in deze zaakdaar zij als door de gemeente gesubsidieerd lichaam geen geldelijke bijdragen voor dat doel verleenen kan. De missive werd overigens voor kennisgeving aangenomen. De secretaris vestigde de aandacht op het zoo dik wijls te laat aankomen der treinen alhier. Hij achtte het wenschelijk daarop de aandacht der autoriteiten te vestigen en er tevens op aan te dringen dat bij ver traagde aankomst daarvan aan het publiek in het sta tion worde kennisgegeven door middel van de tot dat doel in de wachtkamers aanwezige borden. De heeren de Stoppelaar en B. A. Fokker wezen er op dat de beste weg ter verbetering is, gebruik te maken van het klachtenboek. Laatstgenoemde meende ook dat te late aankomst exceptie is, doch de heer de Bruijne zeide dat het regel is dat de sneltrein te laat aankomt, en dat dit hoofdzakelijk veroorzaakt wordt door het wachten te Breda op den trein uit Venlo. De heer Tak was van oordeel dat, als het gebeuren kan dat een trein ter verbinding van Engeland met Keulen tusschen twee Zeeuwsche dorpen gedurende anderhalf uur moet stilstaan uithoofde van gebrek aan stoom of wegens het uitgaan der vuren, het dan zeer wenschelijk is zich te dier zake tot de bevoegde auto riteiten te wenden. De slotsom der gedachtenwisseling was dat met 5 tegen 3 stemmen besloten werd zieh bij adres tot den directeur-generaal te wenden, met betrekking tot alle treinen op do Zeeuwsche lijn. De heeren B. A. Fokker, Tak en Luteijn stemden tegen. Vooraf was wegens het staken der stemmen verwor pen een voorstel om zich te dezer zake reeds dadelijk rechtstreeks tot den minister te wenden. Vöor stemden de heeren de Bruijne, van Burg, Tak en Snijders. De heer de Bruijne bracht ten slotte de wenschelijk- heid ter sprake om, ingeval het blijken mocht dat de klacht der dagbladen gegrond is, dat de Vlissingsche havenwerken van de tentoonstelling te Philadelphia zijn buitengeslotendan alsnog stappen te doen om daarin verandering te brengen. Het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen heett eene collectie photographiën der spoorweg- en kanaalwerkendie dan wellicht nog zou den kunnen opgezonden worden. De heer de Stoppe laar deelde mede, dat blijkens door hem ingewonnen inlichtingen, dergelijke collectie photographiën als de heer de Bruijne bedoelt, ook wat Zeeland betreft is ten toongesteld; maar hij acht dit niet voldoende en zou de Vlissingsche werken ook a vol üoiseav, tentoonge steld willen zien. Hij verklaarde zich ten slotte bereid om officieus van den heer von Baumhauer daaromtrent eenige inlichting in te winnen en daarover aan den voor zitter rapport te doen, opdat deze alsdan met den se cretaris namens de kamer de stappen kunne doen die hij noodig of nuttig zal oordeelen. Nu keizer Wilhelm weder in de hoofdstad van zijn rijk uit Italië is teruggekeerd en alles wat te Milaan is voorgevallen meer volkomen bekend ishoudt de buitenlandsche pers zich uitvoerig met deze aangele genheden bezig. Vrij algemeen zijn de verschillende 1 organen van oordeel, dat het contrabezoek door den Duitschen keizer aan den koning van Italië gebracht, een nieuw bewijs oplevert voor de meermalen uitge sproken bewering, dat laatstgenoemde als het vierde lid moet worden beschouwd in het orbond der drie groote noordelijke mogendheden, tot bescherming van den Europeeschen vrede. De tocht van den keizer naar Milaan drukt als 't ware het zegel op de opne ming van Victor Emmanuel in dat bond. De geheele gebeurtenis levert in ieder geval een vrij afdoend getuigenis voor de waarlijk vriendschappelijke betrekkingen riet alleen tusschen de beide vorsten, maar ook tusschen de rijken. Dit springt vooral in het oog, wanneer men even den blik slaat op de omstan digheden. Hoewel men mocht verwachten, dat keizer Wilhelm te Milaan hartelijk zou worden ontvangen, heeft toch die ontvangst de stoutste voorstellingen daaromtrent overtroffenwant van alle Italiaansche steden is Milaan de meest Franschgezindein taal, zedenlevenswijze en uiterlijk voorkomen en zij koes terde steeds een traditioneele liefde voor Napoleon I en koning Eugenius. Met voorliefde herinnert de Milanees zich den grooten soldaten keizer en hoe hij met een slag het feudalisme vernietigde en Italië, hoewel ook naar de namen in drie deelen gedeeldfeitelijk vereenigd heeft. Deze herinneringen zijn van grooter invloed op het tot stand komen der eenheid van Italië geweest, dan men oppervlakkig zou denken. De openbare ge bouwenliefdadigheidsinstellingen, scholen, inrichtin gen voor kunsten en wetenschappengedenkteekenen enz. getuigen voor den Franschen geest. Geen wonder dus dat de Milaneezen zeer Fransch- en Bonapartistiseh- gezind waren, en de sympathie voor het keizerlijk huis van Frankrijk nam vooral toe, sedert men in Napo leon III „den bevrijder der vreemde overheersching" zag, wien men nog korten tijd geleden in de hoofd stad van Lombardije een standbeeld wilde oprichten. Aan waanzin grensde dan ook de opgewondenheid, toen hij in 1859 Milaan binnentrok. Met een bijna even groot enthousiasme werd thans Wilhelm I toegejuicht, en niet ten onrechte ziet men daarin een bewijs dat het particularisme in Lombar dije met wortel en talc is uitgeroeid; dat Milaan de bevrijding van Venetië en Rome even hoog waardeert als die van zich zeiven, eene bevrijding die het land aan de alliantie met Pruisen te danken heeft, en dat de hoofdstad van Lombardije hare roeping gevoelde om als vertegenwoordigster van geheel Italië op waardige wijze de ontvangst te beantwoorden, die koning Victor Emmanuel twee jaren geleden te Berlijn is te beurt gevallen, bij zijn bezoek, aan den keizer. Daarenboven begrepen de Italianen, dat het zoolang verschoven con trabezoek eene hulde was aan de jongste der groote Europeesche mogendheden en te meer waarde had, omdat het voor den keizer een vrij groot persoonlijk offer was, met het oog op zijn hoogen leeftijd. Vandaar dat hem overal de hoogste eer werd toegebracht. In den politieken toestand van Europa is door het bezoek geen de minste verandering gebracht. De beide rijken die op dezelfde nationale grondslagen zijn ont staan, die in den strijd tegen Oostenrijk wapenbroeders warenhebben tegelijkertijd hun tegenwoordige plaats in het Europeesche statenstelsel ingenomen. Zij hebben dezelfde belangen denzelfden vijand te bestrijdenhet ultramontanismezij zijn vrienden door den loop der geschiedenis en waarschijnlijk zullen zij bondgenooten zijn wanneer de geest der verovering een hunner be dreigt. De ontmoeting te Milaan heeft de vriendschap nader bevestigd; de taal door de beide vorsten aan het diner op den 19en dezer gesproken, getuigt er voor en thans wordt nog een andere bijzonderheid vermeld, waaruit blijktdat de vorsten er prijs op stellen dat die vriendschap duurzaam zal wezen. Keizer Wilhelm heeft nl. tot prins Humbert gezegd: „Mijn zoon heeft mij opgedragen uwe K. H. zijn hartelijke groeten over te brengen met den wensch hem uwe zeer gewaardeerde vriendschap te blijven schenken en steeds zijn kameraad te blijven. Bij dien wensch van mijn zoon voeg ik dien van mij zeiven. Ik hoop, dat nevens de hartelijke vriendschap die de vaders verbindt, ook de zonen van hun kant den band van vriendschap zullen handhaven die in het waarachtig belang is van de beide natiën." Deze woorden zijn inderdaad niet zonder beteekenis. Wat dan ook het motief der afwezigheid van von Bismarck moge wezen en nog voortdurend wordt het verschillend beoordeeld men kan gerust aannemen dat zijne tegenwoordigheid weinig aan de beteekeni3 der geheele ontmoeting zou hebben veranderd, terwijl daarenboven zijn wegblijven heeft gestrekt ter gerust stelling van de Parijsche pers, die zich allerlei schrik beelden had gevormd, omtrent het verblijf van den ge- vreesden rijkskanselier te Milaan, zoodat bij slot van rekening iedereen tevreden kan zijn over den afloop van het zooveel en zoolang vooruit besproken feit. De reis schijnt niet geheel zonder invloed te zijn gebleven op den keizer, wat trouwens niet te verwon deren is. De Norddeutsche Allgemeine Zeitung van gisteren meldt nl. dat, tengevolge van de vermoeienissen, de keizer zijn voornemen om den Duitschen rijksdag in persoon te openen heeft opgegeven. Het gisteren door ons vermelde artikel in het Jour nal des débatshet orgaan van Léon Sayover de beslissing van het ministerie betreffende zijn houding in de aanstaande zitting der nationale vergadering, Ireft groote sensatie verwekt in de gelederen der republi keinen. Over de eigenlijke beteekenis er van is men het echter nog niet eens wantterwijl de een beweert, dat Léon Say eene interpellatie wil coupeerenbetoogt een anderdat het artikel juist de strekking heeft om tot eene interpellatie uit te lokken. „Arme Léon Say, arme Dufaure roept een Fransch schrijver uit te moeten spreken in teekenen! Het liukercentrum zwalkt langs de kusten op de fel bewogen zee; in de verte be merkt het een ministerie dat in nood verkeert, en een teeken dat een noodvlag kan beteekenen, maar de onge- lukkigen durven niet schieten. Wat te doenwat er van te denken? Moet men het aan zijn lot overlaten of te hulp komen Roepen zij ginds om hulp of wil len zij verdrinken?" Men weet niet recht hoe men het met de heeren Say en Dufaure heeft, wat men van hen moet denken, doch hierover is men het eens, dat een ministerieele crisis aanstaande is en dat de aanne ming van het scrutin d'arrondissementwaarvoor veel kans is, de uittreding van genoemde heeren tengevolge zal hebben, de aanneming daarentegen van het scrutin de liste, die nog niet onmogelijk is, tot den val van den heer Buffet en de optreding van een ministerie-Say- Dufaure zal leiden. Een artikel van het Bonapartistische orgaan de Echo d'Ajaccio, waarin o. a. werd gezegd dat een groep Franschen zonder mandaat aan het land een onzeker gouvernement heeft gegeven, heeft de regeering doen besluiten den publieken verkoop van «dit blad te ver bieden. De quaestie van de schending der Servische grenzen door Turken is nog niet uitgemaakt, doch de stoute bewering van de Levant Herald, dat er niets van aan was en de geheele zaak uit de lucht was gegrepen, schijnt niet juist te zijn geweest. Uit officieuse bron wordt uit Belgrado gemeld, dat de vertegenwoordigers der buitenlandsche mogendheden aldaar aan de Servi sche regeering hebben medegedeeld, dat zij ten aanzien van die schending vertoogen tot de regeering te Kon- stantinopel hebben gericht. De Porte heeft, waarschijnTjk tengevolge daarvan, zooals uit een telesram uit laatst genoemde stad zelve blijkt, per telegraaf ophelderingen omtrent het gebeurde gevraagd en, in afwachting van het antwoord daarop, inmiddels aan den Servischen ge zant te kennen gegeven, dat de schending der grenzen een gevolg is geweest van een misverstand. Brusset 26 Oetober. De uitslag der gemeenteraadsverkiezingen is, dat de liberalen de zege behaalden te Antwerpen met meer dan 600 stemmen meerderheid; voorts te Leuven en te Verviers. Wel is waar hebben de clericalen over wonnen te Mechelen, Brugge, Kortrijk en Nivelles, maar de e nederlaag wordt door de overwinning der liberalen te Antwerpen ruimschoots opgewogen. Binnengekomen het brikschip Clemens Floren- tinus gezagvoerder van Eyk met hout voor Middelburg. Op den vuurtoren van West-Schouwen meende men gisteren een groot driemastsehipdwars van Westkapelle aan den grond te zien zitten. {N. R. Ct.) eraaninarkten enz. Goes 26 Oetober. Bij matigen aanvoer van alle arti kelen bleven de prijzen in en doen. Rotterdam 26 Oetober. Ter markt van heden waren aangevoerd 1248 runderen, 370 vette, 3 nuchtere kalveren; 1553 schapen, 373 varkens en 236 biggen. Runderen le qual. 85, 2e qual. 60; kalveren le qual. 95, 2" qual. 75; schapen 80 cent. Vlissinoen, 26 Oetober. Boter per kilogram 1,40 a 1.34. Eieren f 6.a f 5.60 per 104 stuks. Amsterdam, 26 Oetober. Nederland. Certific. Werkelijke schuld. 24 pet. 63-^ dito dfto dito .3 75 i dito dito dito Aand. Handelmaatschappij dito exploitatie Ned.Staatssp. 4 5 99| 1084 894

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 3