de gevorderde uitgaaf ten volle rechtvaardigen aan
den provincialen inspecteur der directe belastingen enz.
in Zeeland te kennen te geven, dat het gemeentebe
stuur de oprichting van de bedoelde douanen inrichting
alhier zeer wenschelijk acht en bereid is de kosten
van ameublement, verlichting en verwarming voor zijne
rekening te nemen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt dit voorstel aangenomen.
Yan de plaatselijke schoolcommissie is een zeer uit
voerig rapport ingekomen betrelfende devolgens raads
besluit van 7 September jh, haar om advies toegezon
den voorstellen van burgemeester en wethouders be
treffende het lager onderwijs. Daar het voor de leden
ter inzage heeft gelegen wordt dit stuk uithoofde van zijne
uitgebreidheid als voorgelezen beschouwd en besloten
het advies te behandelen gelijktijdig met de voorstellen,
doch het laatste punt van het advies der commissie
aan te houden en te verzenden naar burgemeester en
wethouders, tot overweging en zoo noodig tot het doen
van een voorstel. (Dit laatste punt betreft het aan
brengen van de noodige verbeteringen in den toestand
van het onderwijs voor on- en minvermogenden alhier,
onder anderen door de oprichting eener voorbereiding-
sehool).
Het eerst is aan de orde het voorstel van burge
meester an wethouders tot verhooging der trak
tementen van sommige hulponderwijzers
(Zie het verslag van 7 September in het bijvoegsel
dezer courant van 9 September). Naar aanleiding van
het advies der schoolcommissie hebben burgemeester
en wethouders dat voorstel gewijzigd en het minimum
traktement op f 500 voorgedragen. Hun voorstel luidt
thans als volgt:
o "O
O "O
School A. le hulponderwijzeres f 900 /900 900
2e 800 900 900 100
3e 600 600 600
leeraar 700 800 800 100
School B. 1" hulponderwijzeres 500 550 600 100
2e 450 450 500 50
School C. le hulponderwijzer 800 850 850 50
2e 575 600 600 25
3' 525 550 550 25
4° 450 500 500 50
School D. 1" hulponderwijzeres 500 550 600 100
School E. le hulponderwijzer 475 525 550 75
2e 450 450 500 50
School F. le hulponderwijzer 550 600 600 50
2e 475 500 550 75
3« 450 475 525 75
4e 450 450 500 50
5e 450 450 500 50
6e 450 450 500 50
7e 450 450 500 50
8e hulponderwijzeres 300 300 300
School Gr. le hulponderwijzer 550 600 600 50
2e 475 500 550 75
3e 450 475 525 75
4e 450 450 500 50
5e 450 450 500 50
6e 450 450 500 50
7e 450 450 500 50
8e hulponderwijzeres 300 300 300
ƒ14175/15575/16400/2225
Bij de toelichting zegt de voorzitter, dat de twee
nieuwe hulponderwijzeressen voor de scholen F en G zijn
voorgedragen op 300, als zijnde voorloopig voldoende.
De heer Snijders stelde als amendement voor, om
aan de voorgedragen traktementsverhooging de voor
waarde te verbinden voor het onderwijzend perso
neel: dat dit geen verzoek om ontslag zal indienen dan
tegen het einde van een cursus. Hij deed dit voorstel,
omdat voor het onderwijs niets schadelijker is dan het
telkens afwisselen van personeel gedurende den loop
van een cursus.
De heer van Hoek was het in de theorie geheel m:t
het amendement eensmaar hij wees op in de praktijk
te verwachten groote bezwaren. Hij gelooft niet dat
iemand zich onder die voorwaarde zal willen verbinden,
en bovendien bestaat er geen middel van dwang als hij
die zich verbonden heeft toch weg gaat. Alleen dan
zou hij van den verlangden maatregel heil verwachten
als al de gemeentebesturen in deze provincie de handen
ineen sloegen en dezelfde bepaling maakten.
De heer Snijders zegt dat hij in het onderwijzend
personeel te Middelburg wel zooveel vertrouwen stelt,
dat het een een3 aangegane vrijwillige verbintenis niet
willekeurig verbreken zal. Buitengewone omstandig
heden laat hij natuurlijk in het midden. En mochten een
of meer hun woord breken, dan kan het gemeentebestuur
een eervol ontslag weigeren, en aan dat woordje eer
vol wordt toch nog al waarde gehecht. Ook hij acht
het wenschelijk dat de gemeentebesturen in Zeeland in
dit opzicht samenwerken, en daarom wil hij dat Mid
delburg zal voorgaan.
De heer Damme vereenigt zich met het amendement,
doch geeft den heer Snijders in overweging om daarin
de exceptie op te nemen, dat de te stellen voorwaar
de niet verbindend zal zijn voor het geval een hulp
onderwijzer wenscht te solliciteeren naar een hoofdon
derwijzersplaats.
De heer Snijders voldoet hieraan en wijzigt in dien
geest zijn amendement. Op eene vraag van den heer
van Hoek: wat er gebeuren zal als een der tot verhoo
ging voorgedragen hulponderwijzers weigert zich aan
de voorwaarde te onderwerpen antwoordt hij dat die
persoon dan op zijne tegenwoordige jaarwedde zal blijven;
hij kan evenwel niet denken dat éen hulponderwijzer
bezwaar zal maken tegen de verbintenis omdat zij
strekt in 't belang van het onderwijs.
De heer Mathon vereenigde zich ook met het amen
dement en acht het goed dat de hoofdstad van Zee
land voorga om tot samenwerking met de verschil1 ende
gemeentebesturen te gerakenopdat de voor het onder
wijs zoo hoogst nadeelige personeelverwisseling midden
in een cursus ophoude.
De heer Lambrechtsen van Ritthem kon met het
amendement niet medegaan. Hij ook noemde het mooi
in theorie, maar in de praktijk zag hij vermeerdering
van kosten in 'tverschiet, aangenomen dat een hulp
onderwijzer zich al aan een dergelijke bepaling zou
willen onderwerpen.
De heer van Hoek had nog een bezwaar. Hij stelde
het geval dat een hulponderwijzer, als hij de verlangde
verbintenis heeft aangegaan en een voordeeliger plaats
zou kunnen krijgen gedurende den loop van een cursus,
die hij dan niet mag aannemen, minder lust in zijne
betrekking zal krijgen en zijne plaats niet meer met
de vereischte energie vervullen zal, wat misschien nog
meer ten nadeele van het onderwijs zou zijn dan eene
tijdelijke vacature.
De heer Snijders deed nogmaals uitkomen, dat hier
geen sprake is van dwangmaar alleen van eene vrij
willige verbintenis ten nutte van het onderwijs.
De heer Tak bestreed het amendement, ook op grond
dat het voorstel van burgemeester en wethouders niet
alleen strekt om het tegenwoordige hulponderwijzers-
personeel te behouden, maar ook om het ontbrekende
personeel te kunnen aanvullen, en nu meent hij dat
men in dit laatste hier niet slagen zal bij aanneming
van het amendement, te meer daar de traktementen,
hoezeer vrij hoog, in vergelijking met het platteland
toch niet zoo heel hoog zijn.
De heer Fokker betuigde zijn sympathie voor het
amendement. Het laatste bezwaar van den heer Tak
weegt bij hem niet omdat vele hulponderwijzers voor
minder traktement liever in Middelburg zijn dan elders
voor meer omdat zij hier vele hulpmiddelen vinden
die zij daar missen. De heer van Hoek heeft gezegd
dat de theorie van het amendement goed is, dat beaamt
spreker, maar w.iar dit blijkt moet men dan ook zijns
inziens de theorie volgen.
Het amendement van den heer Snijders wordt alsnu
in stemming gebracht en met 10 tegen 5 stemmen
aangenomen. Tegen stemden de heeren van Hoek, Tak,
Snouck Hurgronje, Lambrechtsen van Ritthem en de
voorzitter.
Het alzoo geamendeerde voorstel van burgemeester
en wethouders betreffende de traktementsverhooging
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Evenzeer wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
te bepalen dat op de scholen F en G ieder eene hulp
onderwijzeres zal aangesteld worden op eene jaarwedde
van f 300, met uitzicht op opklimming tot 500.
Daarna is aan de orde het voorstel van burgemeester
en wethouders tot verhooging der schoolgelden op de
scholen C en E (hoofdonderwijzers van Sluijs en van
Swers).
Eerst komt de verhooging voor school C in behan
deling te weten voor de drie laagste klassen van 24
tot /30, en voor de drie hoogste klassen van 36 tot
ƒ40.
De heer Snijders verklaarde zich tegen dat voorstel,
omdat verhooging van het schoolgeld de ouders be
moeilijkt, die hun kinderen van het onderwijs op school
C gebruik wenschen te doen maken, ja daartoe zelfs
gedwongen worden. Bovendien is school C de eenige
die voor de gemeente revenuen afwerpten nu gaat
het z. i. niet aan ouders die voor hunne kinderen be
hoefte hebben aan onderwijs op die schoolte laten
betalen voor de kosten van andere scholenwaaraan
niet zulk een groote behoefte bestaat.
De heer Tak is het eens met hen die zeggen dat het
onderwijs niet alleen goed, maar ook goedkoop
moet zijn, opdat daarvan zooveel mogelijk gebruik
gemaakt worde. Hij vreest dat de nu reeds voor vele
ouders bestaande moeilijkheid in de betaling van het
schoolgeld op school C zeer zal toenemen bijaldien het
schoolgeld nog tot 30 en f 40 verhoogd wordt. Het
is ook niet zeker of die verhooging voor de gemeente
wel voordeelig zal zijn. Bij vergelijking met Leeuwar
den, Alkmaar en Dordt is het schoolgeld hier op school
C hooger dan daar. Hij is op grond van een en ander
tegen het voorstel.
De heer Mathon heeft bij nader inzien ook bezwaar
tegen het voorstelvooral aaar de inrichting niet wordt
uitgebreid, zoodat men niet meer waar voor zijn geld
krijgen zal. De concurrentie op het gebied van het
onderwijs is zóo groot, dat het gevaarlijk is zich te
begeven op een terrein waarvan de gevolgen niet te
berekenen zijn. Vroeger heeft er reeds een plan bestaan
tot oprichting eener Fransche school voor rekening van
eenige ingezetenen, hetwelk men echter heeft laten
varen met het oog op het lage schoolgeld dat op de
openbare school C geheven wordt, eene inrichting die aan
alle behoeften voldoet met een uitstekenden onderwijzer
aan het hoofd. Wordt nu het schoolgeld op school C
verhoogd en mocht een Fransche school door particu
lieren opgericht worden, dan zal daarvan het gevolg
zijn vermindering van het getal leerlingen op school
C, en waar nu het traktement van den hoofdonderwijzer
dier school zal vastgesteld worden op f 1870 zou men
kunnen komen tot het geval dat men bij meer uitga
ven minder inkomsten had. Voor een problematieke
verhooging van inkomsten van plus minus 400 wenscht
hij het schoolgeld liever te laten zooals het is.
De voorzitter beantwoordt de verschillende sprekers'
Vooreerst merkt hij op dat school C geen winst voor
de gemeente oplevertmaar integendeel belangrijke
lasten oplegt. Hij beaamt dat het onderwijs goedkoop
moet zijnmaar wat is goedkoop Op de paralelschool
van school C de meisjesschoolwordt wel 50 school
geld betaald. Als dit niet te veel is voor meisjes,
waarom is het dan te veel voor jongens, te meer daar
de school C eene voorbereidingschool is voor de hoogere
burgerschool De verhooging bedraagt bovendien slechts
4 's jaars en voor dat luttele meerdere bedrag zal
toch wel niemand zijn kind van die school afnemen.
Ook is de maatregel der verhooging misschien daarom
goed, om te voorkomen dat sommige leerlingen slechts
een gedeelte van den cursus op school C volgen en als
zij dan niet slagen in de toelating op de burgerschool
omdat zij den geheelen cursus op school C niet hebben
medegemaakt, laatstgenoemde zoo goede school in dis-
crediet brengen. Het andere bezwaar, de vrees voor
oprichting van nieuwe bijzondere scholen, dit behoeft
men zijns inziens niet meer te duchten, daar de cijfers
genoegzaam aanduiden dat een onderwijzer die zoodanige
school oprichtte, al was zij even bloeiend als school C,
gebrek zou lijden. Ook wederlegt de voorzitter de
vergelijking van den heer Tak omtrent elders geheven
wordend schoolgeld, omdat men die hier niet genoeg
zaam beoordeelen kan. Ten slotte merkt hij op dat
het principe van burgemeester en wethouders is, dat
niet alle onkosten voor het onderwijs op den hoofde-
lijken omslag behooren gebracht te worden. Waar de
uitgaven voor het onderwijs klimmen, is het niet meer
dan bihlijk dan dat zij, die van het onderwijs gebruik
maken, evenredig in die meerdere kosten dragen, en zou
het onbillijk zijn alles te brengen op andere belastingen
ten koste van die ingezetenen die geen gebruik maken
van school C.
De heer Damme stemde toe dat de gebruikers der
school meer betalen moeten dan niet-gebruikersmaar
in principe was hij toch tegen het voorstel tot ver
hooging.
De heer van Berlekom verklaarde zich ten slotte
voor het voorstel, daar hij tegeneen kleine verhooging
geen bezwaar had.
Het voorstel tot verhooging werd daarna met 10
tegen 5 stemmen aangenomen. Tegen stemden de
heeren van HoekSnijdersDammeTak en Mathon.
Daarna komt in behandeling het voorstel tot ver
hooging van schoolgeld cp school E van 7.20 tot 9.60.
De heer Mathon verklaarde zich tegen deze verhoo
ging nog sterker dan tegen die op school C, op grond
van de vrees die, naar hij vernomen heeft, bestaat dat
de school E dan zeer ontvolkt zal worden en de leer
lingen zullen gaan óf naar bijzondere scholen óf naar
de school voor minvermogenden, naar deze laatste vooral
omdat aan het hoofd daarvan een bijzonder geschikt
onderwijzer zal benoemd worden.
Het voorstel wordt met 9 fegen 6 stemmen aangeno
men. Tegen stemden de heeren van Hoek, Snijders,
Damme, Tak, Mathon en van Berlekom.
Daarna komt in behandeling het voorstel van bur
gemeester en wethouders tot vaststelling der jaar
wedden van de hoofdonderwijzers op de scholen C en
E (de heeren van Sluijs en van Swers), met opheffing
der percentsgewijze belooning, en wel voor den eersten
op 1500, met behoud van het recht van den tegen-
woordigen titularis op eene wedde van ƒ1870, zijnde
het bedrag van hetgeen door hem in de laatste jaren
is genotenen voor den tweeden op 1100.
Voor zooveel den heer van Sluijs betreft stelt de
financieele commissie voor, in zoover eene wijzigiDg
in het voorstel te brengendat voor iederen leerling
meer of minder dan het tegenwoordige in de drie
laagste of drie hoogste klassen aanwezige getal zijne
jaarwedde eene vermeerdering of vermindering van 6 of
f 9 zal ondergaan, doch die jaarwedde nooit minder
dan 1500 mag bedragen.
De voorzitter merkt op, dat bij aanneming de toestand
voor den heer van Slugs dezelfde zal blijven, behalve
dat de grondslag voor zijn pensioen van f 1000 veran
deren zal in f 1870.
Nadat besloten was ook dit punt dadelijk af te doen
verlaat de heer van Hoek de vergadering.
Het amendement en het geamendeerde voorstel worden
met algemeene stemmen aangenomen, terwijl het voor
stel ten aanzien van den heer van Swers zonder hoof
delijke stemming wordt goedgekeurd.
Dit laatste is mede het geval met het voorstel van
burgemeester en wethoudersom de heffing der school
gelden op de scholen ABC, en D en de gymnas-
tiekschool voortaan niet meer bij kwartalen, maar bij
viermaandelijksche termijnen in te vorderenvervallende
1 September1 Januarien 1 Mei.
Ten slotte is aan de orde de benoeming van een hoofd
onderwijzer oj) de school G (voor kinderen van onver-
mogenden. Op de voordracht zijn geplaatst de heeren
P. G. de Jagerhulponderwijzer alhierJ. Vermeulen,
hulponderwijzer te Dordrecht, en R. Broere, hulpon
derwijzer te 's Hertogenbosch.
De heer de Jager wordt met algemeene stemmen
benoemd.
De zitting wordt gesloten.
GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDKEBVRU,