BUITENLAND. Egyptische brieven. kenen is verhoogd met 'toog op de restauratie van kerken te Haarlemte Maastricht, te Brouwershaven, te Kampenhet Muiderslot en van onderscheidene andere monumenten, waaromtrent thans voorbereidend onderzoek aanhangig is. Voor aankoop van boek- en plaatwerken en van schildergen van moderne Hollandsehe meesters wordt f 42,000 uitgetrokken, zijnde f 22,000 meer dan voor 1875 is toegestaan. Met den bouw van het kunst-museum te Amsterdam zal in 1876 kunnen worden aangevangen. Als eerste termijn der uitgave van f 900,000 is 250,000 uit getrokken. Wordt vervolgd IV. Vieo lij Sorrenlo 7 September. Twee maanden zijn reeds verloopen sedert mijnen laatsten brief van den 7en Juli uit Alexandrië, dien ik sloot met de belofte dat de Egyptische correspondentie weer spoedig zoude worden opgevat. Drie dagen later wat ik toen zelf nog niet had vermoed bevond ik mij met mijne familie aan boord van het stoomschip Arabia op weg naar Napels. Mijn eerste plan was ge weest om eenigen tijd te Rameh „en villegiature" te blijven en dan, als de grootste hitte voorbij-was, naar Cairo terug te keeren. Maar bij nader inzien heb ik dit plan laten varen en medegesleept door de algemeene mode, die wil dat men de zomermaanden in Europa gaat doorbrengen, was ook ik scheep gegaan en had der Afrikaansche kust vaarwel gezegd om iets hooger, aan de boorden der Middellandsche zee, mijne tent op te slaan. Kort te voren was ik met velen mijner col lega's, die zich dadelijk na de plechtigheid der .instal latie reisvaardig hadden gemaakt, bij den minister van justitie geweest, die mij nog geroemd had als „un solide Hollandais", op wien de verleiding geen vat had en die niet beducht scheen voor een eersten zomer in Egypte. Om dien goeden dunk niet te verzwakken en mij zei ven ook eenigermate gelijk te blijven, had ik besloten, daar het dure leven te Ramleh, eene verzameling van popperige villa's en kleine hotels onder de wallen van Alexandrië in de dorre woestijn, weinig aantrekkelijks had en niet de minste vergoeding bood -voor het ge mis der genoegens en schoonheden van Caïro, onder Italië's blauwen hemel, aan dezelfde zee, wier wateren ook Egypte's kust bespoelen, de vacantiemaanden te gaan doorbrengen. De overtocht van Alexandrië naar Napels werd in zes dagen gedaan: in den morgen van den derden dag hadden wij Candia, het oude Creta, in het gezicht en voeren langer dan twaalf uren langs hare rotsachtige, hier en daar met olijfbosschen bedekte kust. Den vierden dag waren reeds de gebergten van Calabrië rechts aan den horizon zichtbaar en vertoonden zich links de met sneeuw bedekte toppen van den Etna. Nog dienzelfden namiddag lieten wij het anker voor Messina vallen, dat door zijne ligging tegen de helling der dicht met oranje- boomen begroeide en met honderden van landhuizen bezaaide bergen niet ten onrechte na Palermo de schoon ste stad van Sicilië wordt genoemd. Men ging er aan wal en had tijd genoeg om de goed gebouwde stad en eenige harer merkwaardigheden te bezichtigen. Gelukkiger dan Ulysses passeerden wij dien nacht on gedeerd de Scylla en vóór de zon ten tweede male in de zee dookontrolde zich voor ons oog het verruk kelijk schoone panorama der golf van Napels. De eerste twee weken werden besteed om Napels te zien en dan te herleven op Ischia, waar men te mid den der prachtigste natuur onder al die genietingen, welke alleen het Zuiden kan aanbieden, voor rust en studie evenzeer gelegenheid vindt als voor gezellig verkeer en uitspanningen. Met moeite scheidde ik van dat heerlijke lustoord ma een verblijf van meer dan éene maand, om het overige van mijne vacantie tot den 8en October, wanneer ik met de mijnen weder te Napels scheep gaaan de omstreken dier stad waar onder Pompejien aan het binnenland met de Abruz- zen te wijden. Thans bevind ik mij in het Vicus Equensis der ouden, het geliefkoosd verblijf van Au gustus Marcus Agrippa en Antoninus Piustusschen Castellamare en Sorrento gelegen, dat het echter in natuurschoon verre van beide die plaatsen wint. Alles echter wat ik tot nu toe heb gezien van het landwaar de citroenboom bloeit en de gouden oranje appel flikkert tusschen het donkere loof, bevestigt ten volle het dichterlijk gezegde van Sannazarodat Italië een stuk van den hemel isdat op de aarde is gevallen. Na deze inleidingof liever na deze uitweiding, zal het u duidelijk zijnwaarom ik in twee maanden niets over Egypte heb geschreven. Niet dat het mij aan stof ontbrakwant voordurend bleef ik in schriftelijk ver keer met mijne vrienden te Caïro en wekelijks werden mij de voornaamste couranten van daar en van Alexan drië toegezondenmaar het viel mij moeilijk mij in gedachte op eens aan den voet der piramiden te ver plaatsen en meer nog faalde mij de gelegenheidom bij zooveel afleiding, behalve mijne gewone correspon dentie, ook de reeks der Egyptische brieven te vervolgen. Aan het hof van appèl te Alexandrië was onder anderen de taak opgedragen om een algemeen reglement van inwendigen dienst samen te stellen, dat niet alleen bepalingen moest bevatten omtrent de handhaving der orde op de terechtzittingen, de tucht, waaraan dé leden der rechterlijke machtde officieren van justitie en de advocaten zouden zijn onderworpen, maar waarbij ook de toelating tot kosteloos procedeeren en eenige andere punten van burgerlijke rechtsvordering nader zouden worden geregeld. In de eerste helft van Augustus werd mij te Napels dat reglement door den chef-griffier van het hof toegezonden, in de Fransche en Italiaansche talen opgesteld, tweehonderd twintig artikelen groot. De rechtbanken zullen hare beschouwingen daaromtrent aan het hof moeten mededeelendat dan ten laatste het reglement vaststelthetwelk bij besluit van den minister executoir zal worden verklaard. Al zijn nu den 18en October alle colleges voltallig, wat niet waar schijnlijk is, dan zal er nog vrij wat tijds noodig zijn, eer men een reglement van zooveel gewicht, dat ten nauwste samenhangt met de eer en de waardigheid vaD den magistraat, en dat ongetwijfeld vele en scherpe bedenkingen zal uitlokken, behoorlijk bediscussieerd zal hebben en met de aanmerkingen aan het beter oordeel van het hof zal hebben onderworpen. Ook dit heeft weder tijd noodigeer het tot eene definitieve vaststelling kan overgaanmaar zoolang dergelijk reglement nog niet bestaat, is het ook niet mogelijk dat de colleges met hunne werkzaamheden een aan vang kunnen maken. Als derde lid der rechtbank te Ismailia is inmiddels benoemd geworden de heer S. George Batcheller, een Amerikaan; ook de plaatsen van griffiers en commies-griffiers bij het hof zijn ver vuld. Dat echter de consuls der verschillende landen eene bijeenkomst hebben gehouden om den modus vivendi te besprekendien men ten opzichte van Frankrijk bij de rechtspleging in burgerlijke en han- delszaken zal hebben te volgen, als dat rijk zijne toestem, ming aan de invoering der rechterlijke organisatie blijft onthouden, zooals sommige couranten hebben me degedeeld, is mij nergens gebleken. De khédive is den elfden Juli weder naar Caïro vertrokkenmen schreef dit overhaast vertrek toe aan het snelle wassen van den Nijldie zijne tegenwoor digheid op de meest bedreigde pnnten noodig maakte, niet zoozeer om het gevaar af te wenden, als wel om door het maken van nieuwe rijkskanalen het reeds zoo volkomen irrigatiestelsel nog te verbeteren en gronden, die tot nu toe bijna onvruchtbaar waren, de weldaad van het kostbare Nijlslijk deelachtig te doen zijn. Wat voor alle andere lauden een ramp is, is voor Egypte een zegenzonder de periodieke overstrooming die ieder jaar tegen de helft van Juni aanvangt en tot October duurt, was bijna alle plantengroei onmogelijk; aan haar heeft het zijne drie oogsten 's jaars te danken. Zonder dien geregelden toevoer uit de bergvlakten van Midden-Afrika zouden zijne wateren al spoedig zijn opge droogd en millioenen inenschen aan den vreeselijksten dood zijn prijsgegeven. Als drinkwater overtreft het dat van alle andere rivieren door zijnen zachten, aangenamen smaak, immer lafenis aanbiedend, zonder te sterk te verkoelen. En toch had het in het oog der oude Egyp- tiërs éen slechte hoedanigheid; zij meenden dat het gebruik daarvan het vet worden bevorderde. Nu heeft men slechts hunne beelden, teekeningen en de figuren der hieroglyphen te zien, om zich te overtuigen, hoe slanke, magere gestalten bij hen als de grootste schoonheid golden. Om diezelfde reden kreeg dan ook de als eene god heid vereerde stier Apis nooit Nijlwater te drinken, maar werd Zijne Heiligheid steeds gedrenkt uit eene uitsluitend voor hem bestemde bron, waaraan trouwens, voor zoover ik weet, geene bijzonder wonderdoende kracht was toegekend. Gedurende het wassen van den Nijl wordt zijne hoogte volgens de waarnemingen met den Nilometer op het eiland Roda, in de straten van Caïro dagelijks door omroepers bekend gemaakt. Ook iederen avond vindt men in de couranten eene vergelijkende opgaaf van den waterstand in de beide laatste jaren, waaruit bleek, dat tegen ,,het midden der maand Juli het water werkelijk met meerdere snelheid was geklommen dan in 1874, toen zooals men zich herinneren zal de Nijl eene vroeger niet gekende hoogte heeft bereikt en de khédive, ook zelf dag en nacht ter plaatse van het gevaar tegen woordig, door zijn persoonlijk beleid alle onheilen heeft voorkomen. De in Egypte gevestigde Europeanen gil den hem uit dankbare bewondering toen een standbeeld oprichtenmaar op verlangen van den vorst is daaraan geen gevolg gegeven en zullen de met dit doel reeds bijeengebrachte gelden worden gebruikt tot het stich ten eener openbare inrichting van meer uitgebreid lager onderwijs te Alexandrië, waartoe het terrein kosteloos door den staat is versteekt. De vrees voor overstrooming bleek ditmaal ongegrond te zijn en weldra was de rivier tot haren normalen stand teruggekeerd en wees de peilschaal eenige deci meters minder dan in het vorige jaar omstreeks den zelfden tijd. Den 8en Augustus was zij op het niveau, dat noodig is om het water in de zijkanalen te kun nen afvoeren, welke heugelijke gebeurtenis dadelijk den volke wordt bekend gemaakt en aanleiding geeft tot eene plechtigheid, die van zeer oude herkomst is. Volgens de Arabische overleveringen zouden de Chris tenen, waarvan hier te lande nooit veel goeds wordt verteld, gewoon geweest zijn op het oogenblik dat de dam van het hoofdkanaal werd doorgestoken, eene maagd in de bruischende golven te werpen als offerande aan den riviergod. Aan dit niet zeer Christelijk ge bruik had Kalif Amroe in het begin der zevende eeuw een einde gemaakt en in de plaats daarvan de symbo lische voorstelling ingevoerd wélke thans nog in zwang is. Op den dam, die de bedding van den Khalig, welke het water uit den Nijl door Caïro in de vlakte moet voerenvan de rivier scheidt, wordt tegen dien tijd eene zuil of pilaar van klei opgericht, met vlag gen en festoenen versierd, die door het volk nog altijd als de bruid van den Nijl wordt begroet. Al vroeg in den avond is de breede waterspiegel van den ge zwollen stroom met tallooze verlichte en bont getooide vaartuigen bedekt; eene jubelende menigte beweegt zich langs beide boorden, allerlei vuurwerk doorklieft met duizenden van kleuren de donkerblauwe lucht; muziek en dans verhoogen de feestelijke stemming, die tegen den ochtend haar toppunt bereikt. Om acht uren verschijnt onder het gebulder van het zwaar geschut der citadel de gouverneur van Caïro, in groot tenue, met luisterrijk gevolg, aan het hoofd der verschillende troepen van de bezetting. Alles dringt zich nu naar den dam, de schouwplaats der lang verbeide plech tigheid; op een teeken van den gouverneur wordt de kruin afgegraven, de zuil stort in het water, dat met geweldige kracht het werk der doorgraving voltooit en weldra in breede stroomen den Khalig vult, op welker rug honderden van booten zich stadwaarts spoeden, omstuwd door gansche scholen van jongens en mannen, die zwemmende en duikende eenige piasters trachten machtig te worden die op het oogenblik dat de dam bezweek met volle hand door den adjudant van den gouverneur zijn uitgestrooid. Onder de toeschouwers van dit eigenaardige volks feest bevond zich ook de Oostersche vorst, die voor eenigen tijd te Londen en te Parijs de held van den dag is geweestdoch zich hier beter op zijn plaats zal hebben gevoeld dan aan de banketten en op de bals in Man- sionhouse en Elysée. Ik bedoel Seid Burgasch Ben Said den sultan van Zanzibardie den dag te voren met een extratrein van Alexandrië te Caïro was aangekomen, waar hij tot den. 24en Augustus de gast van den Khe dive is geweest. Dien dag is hij per spoor naar Suez vertrokken waar hij zich aan boord begeven heeft van de Egyptische stoomboot Mansoerah, die hem tot Aden zou brengenvan waar hij op een Engelsch oorlogsschip de reis naar Zanzibar zoude voortzetten. Gedurende zijn verblijf te Caïro was ter bewoning voor hem en zijn gevolg een gedeelte ingericht van het fraaie paleis, tusschen het opera-gebouw en de Mouski, dat in den laatsten tijd .tot zetel diende voor het ministerie van binnenlandsche zaken en waar ikeenige maanden te vorenbeleefdheidshalve mijne opwachting had gemaakt bij den kroonprins, Mohammed-Tewfick-pachadie tevens hoofd van dat departement is. Met de meeste hoffelijkheiddoch zonder eenig ceremonieel, ontvangen, maakte ik toen persoonlijk kennis met den troonopvol ger, van wien Egypte met recht de beste verwachtin gen voor de toekomst koestert, ofschoon zijne begin selen niet in alle opzichten overeenstemmen met die van zijnen vader. Voor mijn vertrek naar Europa liet mij de graaf de Noydan, consul-generaal van België, dien ik meermalen op zijne villa te Ramleh bezochtde rijk gemonteerde en in een prachtig écran geborgen insigniën zien van het grootkruis der orde van Leopolddoor den koning van België, die met den Khédive persoonlijk bekend en bevriend is, (welke relatie ook niet zonder invloed is geweest op de benoeming van den heer de Vos, vroeger officier van justitie te Brugge, tot procu reur-generaal bij het hof te Alexandrië)voor den kroon prins bestemd en eenige dagen later met het gebruike lijke hof ceremonieel op het paleis Ras-el-Tin aan den vorst overhandigd. Uit Caïro deelt men mij mede, dat gedurende het wassen van den Nijl ook de hitte aldaar bovenmate was toegenomenvan s' middags tot middernacht tee- kende de honderdgradige thermometer meer dan 20 gra den. Men vleide zich dat het doorsteken van den khalig eenige verkoeling zoude teweegbrengen; werke lijk is dan ook na 9 Augustus de temperatuur niet meer zoo hoog en staat de thermometer op het heetste van den dag op 28° 5/10, wat ook de gemiddelde zomer warmte is in het Zuiden van Italië. GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 6