BUITENLAN D. Algemeen Overzicht. Zooals te verwachten was is het oordeel der pers over de troonrede over het algemeen ongunstig. Vooral de paragraaf over onderwijs heeft teleurstelling gewekt. „Van herziening der wet op het lager onderwijs zegt de Nieuwe Rotterdamsche courant wordt ge zwegen. „Verleden jaar jubelde de ministerieele pers (de ul- tramontaansche daaronder begrepen); Heemskerk zou bevrediging geven; de schoolwet zou naar clericalen eisch worden herzien. Niet te vergeefs dus hadden de kerkdijken op Heemskerk gehoopt „Heemskerk liet de wet wat zij wasnaar het schijnt meer bezorgd voor zijn portefeuille, dan voor de rech ten der verdrukte gewetens „Voor het tweede jaar zal nu de herziening dezer wet bovenaan op het programma staan De goede lieden kunnen zich troosten met de wetenschap, dat dit volksbelang „de gestadige zorg" der regeering behoeft". Het Handelsblad zegt: „Het meest onbeduidend is wel de zinsnede over onderwijs. „Het hooger onder wijs is aan de bestaande reglementen ontwassen." In derdaad, daarom is men reeds sedert jaren aan het voorbereiden van een nieuwe regeling. „De regeling van het militair onderwijs eischt herziening." Ook dit is niet onbekendgetuige het onafgedaan ontwerp over de koninklijke militaire academie. „Iedere andere tak van dat volksbelang behoeft onze gestadige zorg". Dat kan men reeds in art. 191 der grondwet lezen. En daarmede is dit gewichtig vraagstuk afgehandeld". „Opmerkelijk zegt het Vaderland is het dat ver schillende zaken die het vorige jaar met eenigen ophef werden aangekondigd, nu stilletjes in de doos worden gestopt," zooals het geval is met de wettelijke regeling van het onderwijs. Natuurlijk doet het Dagblad al het mogelijke om de troonrede in het gunstigste licht te plaat sen, doch dat de paragraaf over het onderwijs niet aan zijne verwcchting beantwoordt blijkt wel uit de water- en melkachtige opmerking „de verzekering dat de verplichting, om aan de zaak van het onderwijs in het algemeen gestadige zorg te blijven besteden, niet wordt uit het oog verloren, zal op dit oogenblik en onder de bestaande omstandigheden, wel een voldoende betuiging mogen geacht worden.' "t Heeft waarschijnlijk moeite gekost om dien zin bij elkander te krijgen. Geheel anders handelt de Standaard, die in zijn ge wonen eigenaardigen toon zijn ontevredenheid uitspreekt over het niet aanroeren der „electorale quaestie" en over de onderwijs paragraaf. „In zake de schoolquastie zegt dat blad be speurt men, vergeleken bij het vorige jaar, achteruitgang. „Toen werd althans op medicatie van het abnormale, op overweging van grievenop herziening der fatale wetten uitzicht gegeven. „Sinds kwam het in de staten-generaal tot zeer ern stige, diep ingrijpende debatten over dit volksbelang. „De pers zweette onder den vloed van artikelen, die in vlugschriften, tijdschriften en dagbladen toestroomden om de onhoudbaavheid van den actueelen toestand, om de noodzakelijkheid van herziening te betoogen. „In Juni was bij de stembus de schoolquaestie zelfs het Shibboleth 1 „En thans, comme si rien n1 était, komt u de troon rede verzekeren, dat er herziening van hst hooger en van het militair onderwijs noodig is, maar dat de ove rige takken van het volksonderwijs voorshands genoeg hebben aan „gestadige zorg." Karakteristiek is het eindoordeel van den Standaard over de openingsrede. „1°. De Troonrede dezes jaars is een politiek stuk zonder een enkele politieke gedachte. „2°. Ze zingt het liedeke van „vrede en geen gevaar 1 op een oogenblik dat het nationale leven in de kritiek- ste constellatie verkeert. „3°. Wat, meer bijzonder, de wenschen van ons Christenvolk betreft, doet ze, alsof we niet bestonden. „Voor het overige getuigt dit actestuk, dat natuur lijk niet voor rekening van den koning, maar van zijn kabinet komt, van zeer loffelijke intentiesop ge woon huishoudelijk en stoffelijk gebied. „Edoch intentiën die elk kabinet kan overnemen. „Dat een conservatief kabinet in de raadzaal zetelt, is aan gansch het staatsstuk niet te bespeuren, of het moest aan zijn onbetaalbare kalmte zijn." Dat gemis aan kracht bij de regeering merkt ook de Nieuwe Rotterdammer op „De troonrede spant de verwachting niet hoog. Zij geeft zelfs een indruk als wanhoopte de regeering zelve, gebukt onder een besef van onmacht, aan het tot stand brengen van iets groots. „Niet dat er geen nuttige verbeteringen worden aan gekondigd. Een wijziging van het tarief van invoer rechten, een rijksmuseum in de hoofdstad; de verbe tering van het leger in Indië enz. zullen in dank wor den aangenomen. „Maar een regcering, die geloof in zich zelve heeft, spreekt, in deze tijden, andere taal. „Het vorige jaar, toen de troonrede een zoo sober programma gaf, kon nog ter verschooning worden aan gevoerd, dat het kabinet kortelings opgetreden was. Maar nu? Waarom b. v. nu nog niets in het verschiet, dat op belastinghervorming gelijkt? „Verwacht dus een da capo. Verbeteren op kleine schaalgeen hervormen. Meer administreeren dan regeeren." Handelsblad en Vaderland kunnen zich troosten met de onbeduidendheid der troonredeovertuigd als zij zijn dat reeds bij de adresdebatten ophelderingen kunnen worden verwacht, terwijl eerstgenoemd orgaan het opmerkelijk noemt, dat de regeering, die optrad met: „Harder stoken in Nederland, remmen in Indië" juist voor Indische zaken zooveel voortvarendheid toont en zich voor Nederland tot weinig meer dan eenige bekende zaken bepaalt. De Staats-courant van heden bevat de wet van 8 dezer, houdende goedkeuring der overeenkomst betrek kelijk de uitgifte in erfpacht van het voormalig marine etablissement te Vlissingen aan den heer A. Smit te Ridderkerk. Benoemingen en besluiten. Sluismeesters. Benoemd tot sluismeester van het kanaal door Zuid-Beveland M. Kramer, thans assistent- sluis-havenmeester van het kanaal door Voorne. posterijen. Ontslagen hit 's rijks dienst de surnume - rair der posterijen C. Sinia. diplomatie. Eervol teruggeroepen, op verzoek, mr. D. Everwijn als minister-resident bij het hof van Portugal, onder dankbetuiging voor de in die betrek king aan den lande bewezen dienstenen gesteld in „disponibiliteit"buiten bezwaar van 's rijks schatkist. Onderwijs. Aan het deze week gehouden vergelijkend monde ling examen voor de betrekking van hoofdonderwijzer aan school G alhier (voor kinderen van onvermogenden) is naar wij vernemen door drie sollicitanten deelgeno men waarvan een uit Middelburg, een uit 's Hertogen bosch en een uit Dordrecht. De voordracht kan alsnu spoedig tegemoet gezien worden. Gemengde berichten. Eergisteren middag te 5 uren was schipper F. I. Koning, met zijn vaartuig De Eendracht in de Nieuwe haven te Dordrecht liggende, met zijne vrouw van boord gegaanden knecht alleen achterlatende. Bij hunne terugkomst te 7 uren was de knecht Cornelis Domisse verdwenen en was tevens in de kajuit eene kist opengebroken, waaruit f400 was ontvreemd, benevens de spaarpot der kinderen en de meeste gou den en zilveren sieraden der vrouw. Onmiddellijk deed de schipper van het gebeurde aangifte bij de politie, die het noodige deed om den dief in handen te krijgeD, doch tot dusver te vergeefs. Uit zekere gegevens maakt men op dat de knecht het veer naar Zwijndrecht is overgegaan en den straatweg naar Botterdam heeft ingeslagen. Gisteren is te Amsterdam een begin gemaakt met de werkzaamheden voor de fundeering van het stand beeld van Thorbecke. De lijn Amersfoort—Zutfen van den Oosterspoor weg zal niet voor 1 Mei 1876 plaats hebben. Maandag nacht beproefde te Helder een koloniaal met de laatste van daar vertrekkende stoomboot te ontsnappen. Hij had zich daartoe in burgerkleeding gestoken en als passagier le klasse plaats genomen. De politie agenten meenden hem te moeten ondervra gen waarbij hij voorgaf een Belgisch veehandelaar te zijnen een naam opgaf, die niet overeenstemde met een bij hem gevonden adres. Hij werd dus in zijn reisplan verhinderd en in verzekerde bewaring genomen. Thc.ruiometerstand. 22 Sep. 's av. 11 u. 59 gr. 23 :smorg.7u.58gr.'smidd.lu. 64gr.'sav.6u.61 gr. UtatcD-geucraal. eerste kamer. Zittiag van Donderdag 23 September. (Per telegraaf.) Het heden in behandeling gekomen gewijzigd ont- werp-adres van antwoord op de troonrede luidt aldus „Sire! „De eerste kamer der staten-generaal zag, met een gevoel van levendige belangstelling uwe majesteit op nieuw in het midden der vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk. „Aangenaam was het haar van uwe majesteit te ver nemen, dat de verstandhouding met de vreemde mogend heden bij voortduring zeer vriendschappelijk is. „Dankbaar waardeert zij de gunstige berichten om trent den oogst en den algeineenen gezondheidstoestand. „Wordt in een groot deel der beschaafde wereld eenige stilstand waargenomen op het gebied van handel en nijverheid, met genoegen vernam zij van uwe majes teit de mededeeling, dat de ruime opbrengst van 's rijks middelen doet veronderstellen dat Nederland daaron der betrekkelijk weinig lijdt. „Met uwe majesteit stelt de eerste kamer de plichts betrachting der zee- en landmacht op prijs. Zij stemt volkomen in met het loffelijk getuigenis door uwe majesteit omtrent beide deelen onzer krijgsmacht in Indië afgelegd. „Bij het vele goede, dat wij met erkentelijkheid mogen gadeslaanwordt ook door ons de dringende behoefte aan verbeteringen niet voorbijgezien. De voor stellen die daartoe kunnen strekkenzien wij met belangstelling te gemoet. „Vermeerdering der middelen van verkeer, terwijl andere openbare werken niet uit het oog worden ver loren, gaat ons ook zeer ter harte. De oprichting van een rijks-museum in de hoofdstad zal eene lang gekoesterde wensch bevredigen. „Met ingenomenheid vernamen wijdat het onder wijs het voorwerp blijft van uwer majesteits aanhou dende zorg. „Gaarne zijn wij bereid tot kennisneming en onder- ,zoek van alle wetsvoorstellenstrekkende om onze strijdkrachten en verdedigingsmiddelenzoowel hier te lande als in Indië, en het lot der militairen in onze overzeesche bezittingente verbeteren. „Met voldoening hoorden wij van uwe majesteit de verzekering dat de toestand onzer Oost Indische bezit tingen over 'het algemeen gunstig is en uwer majesteits aandacht blijft gewijd aan alles, wat in die gewesten Neêrlands gezag kan bevestigen en het welzijn van den inlander bevorderen. Mogen de krachtige pogingen, om tot eene bevredigende uitkomst van den oorlog in Atchin te gerakenweldra het doel bereiken „Met leedwezen ontvingen wij de mededeeling, dat de geldelijke toestand in Suriname niet vooruitgaat en de landbouw dier kolonie ondersteuning zal behoeven. „Wij willen ons met uwe majesteit vleijendat de moeielijkheden voor den handel van Ceragao ontstaan, door onderhandeling uit den weg geruimd zullen worden. „Sire! Op de bereidvaardigheid der eerste kamer, om tot bevordering van 's lands belangen ijverig mede te werken, kan uwe majesteit vertrouwen. „Moge God zijnen onmisbaren zegen aan onzen arbeid niet onthouden Nadat de regeering had verklaard, dat de troonrede geen bepaalde belofte bevat tot ondersteuning van den landbouw in Suriname, werd dit adres van antwoord aangenomen. Vervolgens kwam aan de orde de interpellatie van den heer Duijmaer van Twist,'betreffende het contract met de Rijnspoorwegmaatschappij over de aansluiting te Botterdam. De interpellant benevens de heer Boorda van Eijsinga qualificeerden de handeling der regeering te dien aanzien als onstaatkundiginconstitutioneel en strijdig met het algemeen belang. De ministers van binnenlandsche zaken en financiën herinnerden breedvoerig de geschiedenis van het be doelde contract en betoogden dat de aansluiting te Botterdam van lieverlede onnuttig was geworden en dat de Rijnspoorwegmaatschappij niet gehouden was tot uitvoering van de geamendeerde onteigeningswet. Toen stelde de maatschappij voor om hetzij de verbin ding Capelle—- Schiedam, hetzij die van LeidenWoerden tot stand te brengen, en de regeering verkoos het laatste boven nieuwe processen en verwikkelingen. Zij is van oordeel daardoor het algemeen belang te hebben bevorderd, ook door het beding dat het brieven vervoer kosteloos moet plaats hebben en bij liet behoud der bevoegdheid om de aansluiting te Botterdam als noodig te gelasten. Door den heer Duijmaer van Twist is eene motie voorgesteld, strekkende dat de kamer zal verklaren dat door de thans gesloten overeenkomst het algemeen belang niet behoorlijk is behartigd. Morgen zullen de discussies hierover worden voort gezet. tweede kamer. Zitting van Donderdag 23 September. (Per telegraaf.) Nadat het koninklijk besluit was voorgelezen waar bij de heer Dullert is benoemd tot president voor het zittingsjaar 1875/76 aanvaardde deze zijne betrekking met eene rede waarin hij aanspoorde om deze zitting vruchtbaar te maken vooral door zelfbeperking in het spreken. Het adres van den heer Rochemont werd, als zijnde geschreven op ongezegeld papier en strijdig met de grondwet, ter zijde gelegd. Overeenkomstig het advies der commissie werd be sloten den minister nadere inlichtingen te vragen om trent de verkiezing te Haarlemmermeer. Tot leden der centrale sectie werden benoemd de heeren Wintgens, Blussé, Gevers, Fransen van de Putte en Jonekbloet, en tot leden der commissie voor het ontwerpen van het adres van antwoord op de troon rede de heeren Mackay, Tak en Kappeijne van de Coppello. Morgen zal de staatsbegrooting voor 1876 worden ingediend. Uit de handelingen der Servische regeering zou men kunnen opmaken dat zijniettegenstaande het votum der kamervreest door de stem des volks nog ge noodzaakt te zullen worden tot eene oorlogsverklaring over te gaan. Zij heeft nl. wapeningen op groote schaal ondernomendie wel niet uitsluitend de handhaving der

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2