MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 225.
Woensdag
1875.
22 September.
Middelburg 21 September.
Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondagden 2" Paaseh- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Met het oog op enkele belangrijke quaesties, die in
den laatsten tijd de politiek hebben beheerscht, zal de
troonrede ongetwijfeld een gevoel van onvoldaanheid
opwekken. Bij de laatste verkiezingen toch stond de
onderwijs-quaestie op den voorgrond; men mocht daarom
verwachten, dat een der hoofdpunten van het nieuwe
regeerings-programma zou wezen: voorziening in de
behoefte van het lager onderwijs. En wat zegt de
troonrede „Het hooger onderwijs is aan de bestaande
reglementen ontwassen; de regeling van het militair
onderwijs eischt herziening'; iedere andere tak van dat
volksbelang behoeft onze gestadige zorg." Twee axio
ma's, die iedereen reeds jaren kent, benevens de tradi-
tioneele weerslag op de bepaling der grondwet „het
openbaar onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende
zorg der regeering;" ziedaar alles; geen enkel woord
omtrent de aanbieding van voorstellen tot regeling der
belangen van het lager onderwijseene zaak die niet
langer kan en mag worden uitgesteld. In de troonrede
van het vorige jaar verklaarde de regeeringdat „ook
met ernst wordt overwogen, welke wijziging de wette
lijke regelen omtrent andere takken van onderwijs be
hoeven." Thans schijnt zij zelfs daaromtrent niet eens
meer te overwegen.
De herziening van de kieswet schijnt geheel van het
regeeringsprogramma te zijn geschraptalthans ook
daaromtrent vindt men geen woord in de troonrede.
Overigens worden wel een menigte onderwerpen genoemd
die verbetering behoeven, doch op enkele uitzonderin
gen na onthoudt de regeering zich van stellige beloften.
Gelukkig mag onder die uitzonderingen in de eerste
plaats worden gewezen op het belastingstelsel. „Op de
tijdelijke regeling van het muntwezen behoort eene
eindregeling te volgen; wijziging van de suikerbelas
ting, in verband met eene nieuwe overeenkomst, als
van andere belastingenwaaronder het tarief van
invoerrechten, zal u worden voorgesteld." De munt-
quaestie blijft dus facultatief aan de orde, omtrent de
herziening van de belastingen wordt een stellige belofte
gedaan, wat ook het geval is ten aanzien van den
bouw van een rijksmuseum in de hoofdstadwaarmede
moet worden aangevangen.
Wat betreft eene zaakdie in bijna de geheele be
schaafde wereld aan de orde isde defensie, ook daar
omtrent schijnt de regeering voornemens te zijn be
paalde voorstellen te doen. Zij zal middelen vragen om
de werken van het vestingstelsel krachtig voort te
zetten en „die arbeid moet gepaard gaan met voor
ziening in de behoeften der levende strijdkrachten;
in de eerste plaats met verbetering der wetten op de
militie en de schutterijen". Bij de vele teleurstelling te
dien aanzien reeds ondervonden kan men slechts hopen,
dat de heer Enderlein gelukkiger zal wezen dan zijne
voorgangers en de kamer meer geneigd om te voldeen
aan den dringenden eisch van den tijd: persoonlijke
dienstplicht.
„Maatregelen zijn voorbereid tot verbetering van het
leger in Indië en van het lot der militairen aldaar."
Begroet men deze verklaring met ingenomenheid, on
willekeurig komt de vraag op de lippen waarom er
niet bijgevoegd „en in Nederland Of is het lot van
onze militairen van dien aarddat het geen verbete
ring behoeft Men denke slechts aan den schandelijken
staat van onze kazernes enz.
Kan de regeering getuigen dat de toestand der Oost-
Indische bezittingen over het algemeen gunstig ismet
leedwezen zal men bepaalde beloften missen omtrent
verbetering voor verschillende aangelegenheden aldaar
in de eerste plaats alweder van het onderwijsvooral
ook voor de inlanders. Wel zijn op de Indische be
grooting gelden aangevraagd voor een hoogere burger
school met driejarigen cursus te Soerabaijamaar dat
twee instellingen van middelbaar onderwijste Batavia
en te Soerabaija, op verre na niet voldoende zijn om in
de behoeften te voorzien is duidelijk genoeg voor ieder
die eenigszins bekend is met den ontzaglijken omvang
van onze Indische bezittingen.
Minder gunstig dan in Oost Indië is de toestand van
Suriname en Curasao. Verleden jaar waren aldaar
„teekenen van vooruitgang waar te nemen." Thans
zal de landbouw op Suriname ondersteuning behoeven,
terwijl de handel op Curasao moeielijkheden onder
vindt ten gevolge van de herhaalde onlusten te
Venezuela. Dit is waarschijnlijk een van de donkerste
punten der geheele troonrede, en 't is daarom te
hopen dat de onderhandelingen met genoemde republiek
spoedig tot een beteren staat van zaken zullen leiden.
Ziedaar alles wat eenige bijzondere aandacht ver
diende. Voor het overige niets dan traditioneele fra-
zes. Met de partieele herziening der wetboeken zal
worden voortgegaan als de aanhangige wetsontwer
pen omtrent de rechterlijke macht zullen zijn aange
nomen. De vermeerdering der middelen van verkeer
gaat de regeering zeer ter harteomtrent Atchin
vertrouwt zij, dat hoewel de oorlog nog niet tot een
bevredigende uitkomst voerde, de krachtige pogingen
aldaar aangewend, weldra dit doel zullen bereiken.
Wij zijn dus sedert verleden jaar niet vooruit gegaan.
Toen koesterde men de verwachting, dat de tegen
stand tegen het Nederlandsche gezag spoedig zou wor
den overwonnen. Thans is zelfs geen bevredigende
uitkomst verkregen. Zouden we in het laatste jaar
zijn achteruit gegaan?
Waarschijnlijk zullen reeds de discussies over het
adres van antwoord omtrent een en ander eenig nader
licht verspreiden.
Naar ons per telegraaf wordt gemeld zijn op de te
Amsterdam in het Park gehouden tentoonstelling
van kunst en nij verheid bekroond onze stadgenooten
C. A. H. Billerbeck, voor eene ingezonden theetafel,
met een zilveren kruisen J. J. Balvoor zijne inzen
ding aalbessenwijn, met een' bronzen kruis.
Gisteren is te Vlissingen een schietwedstrijd ge
houden van onderofficieren en schutters der Middeburg-
sche en Vlissingsche schutterijendie in den afgeloopen
zomer aan de wekelijksche schietoefeningen hebben
deelgenomen.
Na te 11 uren aan het stationsgebouw alhier te zijn
aangetredenbegaven de onderofficieren en manschappen
uit Middelburg zich per spoortrein te 11.22 naar Vlis
singen, waar zij werden opgewacht door het kader en
de schutters die aan den wedstrijd zouden deelnemen.
Gezamenlijk marcheerde men naar het schietterrein,
het midden-Kroonwerk, waar de wedstrijd te 1 uur
een aanvang nam.
De uitslag was dat prijzen zijn behaald doorser
geant Plaizier, van Vlissingen; korporaal van Sorge,
van Middelburg; sergeant Cornelissen en sergeant Neijen-
huis beiden van Vlissingensergeant van den Heuvel,
van Middelburg; korporaal de Pagter, schutter Belfroid
en sergeant de Wolff, allen van Vlissingen; korporaal
van Lodensteijn en sergeant-majoor Poulainbeiden van
Middelburg korporaal de Waardtvan Vlissingen
korporaal Broeder, van Middelburg; schutter Hollen,
sergeant Hakker, schutter Gillissen en korporaal Frenks,
al'en van Vlissingen; schutter Israelkorporaal Gootenj
sergeant van Meerendonksergeant Poulain allen van
Middelburg; fourrier Laernoes en korporaal Willemse,
beiden van Vlissingen, en schutter van Aartsen, van
Middelburg.
Het hoogste aantal geschoten punten was 45, het
laagste 19.
De uitreiking der prijzendie door de overwinnaars
zeiven gekozen werdenhad plaats in tegenwoordigheid
van den wethouder Kleijnhens als waarnemend burge
meester van Vlissingen, de kommandanten der beide
schutterijen en verdere officieren, onder het spelen der
muziek van het muziekgezelschap „Ons Genoegen."
De heer Kleijnhens hield eene hartelijke toespraak.
Onder anderen wees hij er op, dat de tegenwoordigheid
op het schieterrein niet alleen veel kon toebrengen
tot verhooging der sympathie tusschen beide korpsen,
maar dat ook, naar hij hoopt, waar vroeger tusschen
Vlissingen en Middelburg wel eens kleingeestige naijver
mocht hebben bestaan, weldra alle sporen daarvan mo
gen verdwijnen en de beste verstandhouding steeds
tusschen haar zou heerschen.
Namens de bekroonden werd deze toespraak door den
sergeant Plaizier uit Vlissingen beantwoord.
De prijzen waren de volgende: goudvischkom met
gebronsd voetstuk, geschonken door den burgemeester
van Vlissingen; twee gouden manchetknoopendoor
den majoor-kommandant der schutterij van Vlissin
gen; twee bronzen beelden, door den majoor-komman
dant der schutterij van Middelburgebbenhouten schrijf
cassette sociëteit „Door de wapens vrienden" van
Middelburg; twee met zilver gemonteerde botervloten,
kapitein W. L. Winkelman der schutterij van Vlissin
gen; inkpot, officieren schutterij Middelburg; étui,
waarin sigaar- en tabakspijp en tabakszak, vrijwillige
sehietvereeniging schutterij Vlissingen; sigaren beker
met zilver gemonteerddeelnemende leden der schutterij
Middelburg; een paar fraaie fleuretten, door den heer A. F.
de Bruge, oud-officier schutterij Vlissingen; reistasch, offi
cieren schutterij Middelburg; kristallen asch- en lucifers-
bak, idem; sigarenstanderd, idem; een fraaie tabakspot
vrijwillige sehietvereeniging schutterij Vlissingen; por-
temonnaie, door den heer A. Meijers, benoemd 2' lui
tenant schutterij Vlissingen; rookstel, door schutterij
Vlissingen; asch- en sigaarbakje, vrijwillige sehietver
eeniging schutterij Vlissingen; luciferstanderd, deelne
mende leden schutterij Vlissingeneen met zilver ge
monteerde lucifersdoosofficieren schutterij Vlissingen
sigarenkoker, door den heer R. A. W. Jacobse, audi
teur schuttersraad Vlissingen; portefeuille, officieren
schutterij Middelburgluciferstanderdvrijwillige sehiet
vereeniging schutterij VlissingeD! kristallen inktpot,
korporaal Goverts, schutterij Middelburg, en lucifer
standerd, deelnemende leden schutterij Middelburg.
Nadat de uitreiking der prijzen was afgeloopen werd
nog eene promenade door Vlissingen gemaakt en eenigen
tijd vertoefd in den Prinsentuin, die ter eere der
schutters fraai gedecoreerd was. Te 8,50 keerden de
Middelburgsche gasten per spoortrein weder huiswaarts,
allen voldaan over den genoegelijk doorgebrachten dag.
De officieren der Middelburgsche schutterij namen
voorts deel aan een kameraadschappelijk dinerhun
door de officieren der Vlissingsche schutterij aange
boden. Er heerschte ook daar een gezellige toon.
Uit Rotterdam wordt ons gemeld:
„Met algemeene stemmen en zonder debat heeft heden
de gemeenteraad het voorstel van burgemeester en
wethouders om tegen de Rijnspoorweg-maatschappij te
procedeerenaangenomen. Zóo algemeen is de overtui
ging omtrent het goed recht der gemeente, dat niet
éen lid bezwaar maakte tegen het voorstel, ofschoon
anders bij den raad de lust in processen zoo heel groot
niet is.
„Men heeft dezer dagen weder een nieuw curieus
blijk gezien van de zorg, die de Rijnspoorweg-maat
schappij heeft voor haar eigen belang. Het betreft
het tot haar gerichte verzoekdat zij nachttreinen zal
laten loopen. Zij berekent zelve, dat die treinen haar
f 95,800 jaarlijks zullen kosten, en eischt eene vergoe
ding van 1000 's weekszoodat zij aan personenver
voer en goederentransport slechts 43,800 zal te ont
vangen hebben om gedekt te zijn. Al wat boven die
som ontvangen wordtzal limpido winst zijn.
„Die goede spoorweg-maatschappij wil wel iets doen
ter wille van den handel en van het publiek, maar
het moet haar geen wind-eieren leggen. Bij het stellen
van haren eisch zal zij er wel aan gedacht hebben,
dat de heer Heemskerk minister is. Deze minister is
wezenlijk in staat haar de f 1000 's weeks te verze
keren
Met 1 October geschieden de volgende verplaatsingen
bij het korps ingenieurs van den waterstaatde inge
nieur P. Loke wordt toegevoegd aan den inspecteur
van den waterstaat in de 2e inspectie, tijdelijk belast
met de le inspectie te Haarlemals arrondissements
ingenieur zullen dienst doen: de ingenieur B. Hoogen-