D
hoogstens drie maanden of geldboete van hoogstens f 300.
Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge
heeft, wordt hij getraft met gevangenisstraf van hoog
stens vier jaren en zes maanden.
Indien het feit den dood tengevolge heeft, wordt
hij gestraft met gevangenisstraf van hoogstens zes jaren.
Indien de schuldige het misdrijf in zijn beroep begaat,
kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
De memorie van toelichting zegt dienaangaande:
„Het ontwerp van 1847 bevat reeds soortgelijke be
paling, waarvan de thans voorgedragene vooral in
drieledig opzicht afwijkt door 1° in plaats van 14
jaren, te kiezen den tijd der strafrechterlijke meerder
jarigheid (16 j.); 2® het opwekken of verleiden op zich
zelf te straffen, terwijl „het werk maken tot opwekken
ot verleiden en het behulpzaam of bevorderlijk zijn"
worden beheerscht door de gewone regelen van mede
plichtigheid; 3° het gebruik van sterken drank te
vermelden en niet het kwalijk te begrenzen misbruik."
Volgens kennisgeving van den minister van binnen-
landsche zaken in de Staats-Courant zullen de genees
kundige examens worden afgenomen als volgt:
Het eerste natuurkundig examen, vermeld in art. 2
der wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad no 47) en het na
tuurkundig examen voor hulp-apothekers (art. 5 dier
wet) op Maandag 13 September en volgende dagen te
Utrecht.
Het tweede natuurkundig examen, (art. 2 derzelfde
wet) op Maandag 6 September en volgende dagen te
Utrecht.
Het examen voor arts of voor hen die hunne vroeger
verkregene bevoegdheid wenschen uit te breiden (art.
27 en 28 der wet van 1 Juni 1865, Staatsblad n° 59)
op Maandag 13 September en volgende dagen te Leiden.
Het examen voor apotheker en het practiseh examen
voor hulpapotheker (art. 9 der wet van 1 Juni 1865
Staatsblad n° 59 en art. 5 der wet van 8 Juli 1874,
Staatsblad n° 97) op Maandag 16 September en vol
gende dagen te Groningen.
Benoemingen en besluiten.
posterijen. Benoemd tot hoofdcommies der posterijen
de heer P. J. Pradier, thans commies der posterijen
van de eerste klasse.
Onderwijs.
Mej. M. KalfF, leerares in de Engel sche taal- en
letterkunde aan de middelbare school voor meisjes
te Arnhem, heett een eervol ontslag uit die betrek
king aangevraagd.
Kerknieuws.
Bij de Ned. Herv. gemeente te Sluis is beroepen de
heer H. W. van Loon, predikant te Voorthuizen.
Marine en leger.
Het 7e regiment infanterie teide, volgens het
N. v. d. D., den len Juli van dit jaar 103 vrijwillige
soldaten, in plaats van 925 die het er hebben moest.
Het mankeerde verder 96 van de 200 vereischte kor
poraals, ruim 20 onderofficieren, en 17 tamb oers. Het
ontving op de lichting van 1874 153 plaatsverv angers,
van welke 11 wegens wangedrag met een briefje van
ontslag verwijderd en 2 met detachement in het
algemeen depot van discipline gestraft werden.
De kazerne te Harderwijk die voor 680 man
is ingericht, bevat thans weder 750 voor Oost-Indië
bestemde soldaten. Ook in de behoefte aan bedden en
ondergoed kantengevolge dezer overbevolking, slechts
ontoereikend voorzien worden.
Uit 's Gravenhage wordt gemeld dat de heer
Dunkier, de bekwame directeur van het muziekkorps
van het regiment grenadiers en jagers, een verzoek tot
den koning gericht heeft om eervol uit zijne betrek
king ontslagen te worden. Het verlies dat de militaire
muziek in ons land door dit ontslag lijden zal, wordt
met reden zeer groot genoemd.
De Staats courant bevat een koninklijk besluitbe
palende dat ter opleiding van genie-kader voor het
Nederlandsch-Iadische leger, de gelegenheid zal geopend
worden ter detacheering van Nederlandsche soldaten,
korporaals en onderofficieren van het koloniaal werf
depot bij het bataljon mineurs en sappeurs.
De voorwaarden en voordeelen aan het detachement
verbonden, worden in de Staats-courant vermeld.
Volgens een bij het departement van marine ont
vangen telegram, is de oefeningsdivisie, onder bevel
van den kapitein ter zee J. van Gogh, den le® dezer
van Lissabon naar Nederland vertrokken. Aan boord
was alles wel.
Naar men verneemt, wordt er bij het wapen der
nfanterie een belangrijke promotie verwacht; o. a.
zullen verschillende kapiteins tot den rang van majoor
bevorderd worden.
Landbouw.
In Juli 1876 zal te Gent eene groote landbouw
tentoonstelling plaats hebben vanwege de maatschap
pijen van landbouw in Oost- en West-Vlaanderen.
Door het provinciaal bestuur dier beide gewesten
is reeds eene subsidie van 10,000 franken toegestaan,
terwijl verwacht wordt dat ook de stad Gent en het
rijk zich niet aan geldelijke ondersteuning zullen ont
trekken.
Uit Aarlanderveen is dd. 11 Augustus gemeld
gelijk wij lezen in de Enkh. Ct. van 25 Augustus:
„Dezer dagen is door den minister van binnenlandsche
zakenop voordracht van den commissaris des konings
in Zuid-Holland, aan een veehouder alhier, als schade
loosstelling voor het verlies van een tengevolge van
verplichte inenting gestorven rund, de volle waarde
van dat rund uit 's rijks kas uitgekeerd, net beginsel,
dat aan deze dispositie ten grondslag ligt en in het
verloopen voorjaar ook door de Hollandsche maatschappij
van landbouw bij de regeering is bepleit, verdient,
meent men, goedkeuring, omdat daardoor een der meest
onbillijke gevolgen van de wet tot regeling van het
veeartsenijkundig staatstoezicht wordt weggenomen."
Koloniën.
Bij beschikking van den minister van koloniën zijn
de heeren K. E. N. Maier en L. N. van Mee eerden ge
steld ter beschikking van den gouverneur generaal van
Nederlandsch-Indiëom te worden benoemd tot ambte
naar bij den burgerlijken dienst daar te lande.
Gemengde berichten.
Door schipper J. van Ouwerkerk, beurtman van
Rotterdam naar Vlissingen, is op het Hollandseh diep
op de hoogte van de Willemstad opgevischt de kop van
een roer, waarop stond H. E. Daverveld.
Vermoedelijk was die afkomstig van een aak, die
aldaar op de plaats het onderste boven lag. Daar
schipper Ouwerkerk tot op twee vadem water genaderd
wasen er geen menschen te zien warenkon hij zich
niet verder wagenen moest zijne reis vervolgen. In
de nabijheid dreven nog verscheiden voorwerpen als
zwaarden, boomen enz.
Door 300 ketelmakers van de koninklijke fabriek
v an stoomwerktuigen te Amsterdam is sedert het begin
dezer week het werk gestaakt, wegens geweigerde
loonsverhooging van 20 cent per dag.
Te Amsterdam heersehtvolgens het Handelsblad,
een muilkorven-nood.
De minister zond éen model naar Amsterdam, dat
ongeveer 9000 (zegge: negen duizend) beheerde hon
den bevat. De fabrikanten van muilkorven zijn eerst
in de laatste dagen begonnen met vervaardigen de
voorgeschreven modellenzoodat op dit oogenblik een
muilkorven-nood heersehtdie voor de policie zeer
onaangenaam is, omdat zij bij bekeuringen ten ant
woord krijgt, dat er geen muilkorf te verkrijgen was
Wat de onbeheerde honden aangaat, in de laatste
zes weken zijn ongeveer 400 gevangen, waarvan 100
sedert Vrijdag laatstleden.
Ruim acht weken geleden vertoonde zich op de
buitenplaats van baron v. B.aan den Leidschen weg,
een van dolheid verdachte hond. Eene kat van die
plaats werd door het dier gebetenwaarop beiden wer
den afgemaakt, doch niet voordat de 14jarige dochter
van den tuinbaas T. het ongeluk had gehad van de
kat een kleinen beet in den vinger te ontvangen.
Hiervan werdhelaaste weinig notitie genomende
wond genas niet en breidde zich tot aan de arm uit.
Maandag jl. begon het meisje eenige teekenen van
wildheid te geven, welke tot eene vreeselijke woest
heid oversloegen, zoodat men genoodzaakt was haar
aan handen en voeten te binden. Woensdag slaagde
men er in, op last van den docter, haar een kalme-
renden drank in te geven', waarna zij weldra bezweek.
De door burgemeester en wethouders aan den
raad aangeboden begrooting der gemeente Arnnem
voor het jaar 1876 bedraagt in ontvang en in uitgaaf
f 710,189.16. De ontwerpbegrooting van het vorige
jaar bedroeg ruim f 785,000.
In het Nieuws en Advertentieblad van Bergen op
Zoom wordt, naar aanleiding der tegenspraak van het
ontvluchten eener non uit een klooster te Tilburgin een
ongeteekend ingezonden stuk beweerd dat eenige weken
geleden drie of vier zu3ters uit het klooster ontvlucht
zijn, waarbij een werkman, die haar omstreeks midder
nacht loopen zag, het van schrik op een loopen zette.
Eenige dagen daarna isvolgens dat stukeen poging
van twee andere zusters om te ontsnappen verijdeld door
den nachtwacht, Muizenvanger genaamd.
De rechtbank te Groningen heeft uitspraak gedaan
in de zaak van den brugwachter Pieter Hanja, door
wiens onbedachtzaamheid in den avond van 22 Juli jl.
een spoorwegongeluk nabij Sappemeer plaats had.
Do rechtbank heeft Hanja schuldig verklaard aan he-
wanbedrijf van het zonder opzet doen ontstaan van get
vaar voor een trein en hem veroordeeld tot 3 maanden
celstraf en in de kosten van het geding.
Door eenige ingezetenen van het eiland Urk is een
adres verzonden aan den commissaris des konings in
Noord-Holland, waarbij zij dringend verzoeken „den
burgemeester naar elders te verplaatsen en daardoor
rust en vrede in de gemeente terug te brengen." Het
hoofdmotief, door adressanten aangevoerd bestaat in des
burgemeesters houding in zake de bekende schorsing
van twee raadsleden.
Een honderdtal Duitschers, thans te Scheveningen
aanwezig, vierden gisteren het Sédan-feest door een
gastmaal in het badhuis.
Te Delfshaven is men nog steeds aan het kiezen
en herkiezen van leden voor den gemeenteraad. De
opgewektheid is nu reeds zoo verminderd dat er van
de 270 kiezers geen 60 meer opkomen.
Gisteren is de gedenkdag van den slag te Sedan
op 2 September 1870 in geheel Duitschland met grooten
luister en warm enthousiasme gevierd. De meeste
Berlijnsche bladen zijn dien dag niet uitgekomen. De
Yolks-Zeitung beweert, dat het Sedanfeest niet alleen
voor Duitschland, maar ook voor Frankrijk en voor
geheel Europa een feestdag moet wezenomdat door
de overwinning te Sedan een einde is gemaakt aan de
regeering van de Napoleons.
In de Volks-Zeitung wordt eene berekening gele
verd van den mechanischen arbeid die van een soldaat
op marsch wordt gevorderd. Die arbeid wordt uitge
drukt door den term „meter kilogram", omdat zoowel
de afstand die wordt afgelegd als het gewicht dat moet
worden voortbewogen in aanmerking komt. Per uur
levert een marsch van een bepakt soldaat 86,400 meter-
kilogram arbeiddus in drie uren 259,200in 4 uren
345,600 en in 5 uren 432,000 meter kilogramhierbij
zijn echter niet in aanmerking genomen de moeilijk
heden van terrein enz. die hij te overwinnen heeft. Nu
bedraagt echter, volgens nauwkeurig onderzoek, de
arbeid aan fabrieken voor een man per dag niet meer
dan 263,578 meter-kilogram en slechts bij strafarbeid
stijgt de te leveren arbeid tot 345,528 meter-kilogram,
zoodat bij een marsch van 4 uren van een soldaat meer
krachtsinspanning wordt gevorderd dan van een dwang
arbeider. Onbegrijpelijk is het, als men deze bereke
ning nagaat, tot welk een krachtsinspanning de mensch
het kan brengen als hij b. v. in oorlogstijd marschen
maakt van 6, 8 en 10 uren te midden van allerlei ge
varen, zonder er dikwijls eenige nadeelige gevolgen van
te ondervinden.
In de Theems nabij het kasteel van Windsor te
Londen is dezer dagen een kistje gevondenbevattende
sleutels en loopers bestemd om de deuren der vertrek
ken in genoemd kasteel te openen. Op sommigen was
zelfs aangewezen op welke vertrekken zij pasten. Het
doel daarmede schijnt te zijn geweest om tot de schat
kamer op het koninklijke kasteel door te dringen ten
einde een diefstal te plegen. De bergplaats voor
dit kistje was zeer goed gekozen; het hing onder
water aan een ketting die eveneens onder water be
vestigd was aan een haak in den muur. Door de af
lating van het water voor eene herstelling aan de kaai
muren werd het kistje zichtbaar en op die wijze
ontdekt.
De Armenische vrouwen zijn in Turkije bekend
wegens haar bijzondere zindelijkheid, die tengevolge
heeft dat zij veel aan de waschtobbe staan. Zij
hebben daarbij de gewoonte de natte kleederen op de
telegraafdraden, die door haar dorpen loopen te drogen
te hangen, waardoor zij meermalen breken. De direc
teur van het telegraafkantoor te Erzerum, Schevket
Effendiheeft nu persoonlijk een reis door Armenië
ondernomen, om overal de vrouwen en meisjes aan het
verstand te brengen, dat de telegraafdraden voor de
correspondentie dienen, en niet om er natte onderrokken
en schorten aan op te hangen.
Met betrekking tot de verschillende ongelukken
die bij de laatste militaire manoeuvres in Pruisen zijn
voorgekomenwordt de inhoud vermeld van een reeds
in 1874 door den minister van oorlog uitgevaardigde
instructie betreffende de militaire marschen en de voor
zorgsmaatregelendie daarbij in het belang der man
schappen moeten worden genomen. Het blijkt thans
dat bij de laatste voorvallen die instructie volstrekt
niet Was opgevolgd, zoodat een gestreng onderzoek
wordt ingesteld wie daarvoor aansprakelijk moet wor
den geacht. Intusschen nemen de sterfgevallen nog
geen eindeden 27en Augustus jl. is weder een officier