I
1
Htuïta.
Üntijdinpn.
lanMahimcta.
De aanlegplaats der provinciale stoom
booten te Vlissingen,
N
woonte nog altijd het langwerpig vierkante, met boomen i
beplante plein wordt genoemddat naar den grond
legger van Egypte's grootheid, wiens bronzen ruiter
standbeeld in het midden prijkt, eigenlijk den naam
draagt van Place Méhémed-Ali, had de regeering het
vóór weinig jaren nieuw gebouwde paleis Zizimia, welks
eigenaar vroeger consul-generaal van België wasdoch
die thans door den graaf de Noijdan is vervangen,
voor eene som van vijftig duizend franken gedurende
de vier zomermaanden gehuurd, om te dienen tot zetel
der ministerieele en andere bureaux.
Het was daar dat in den morgen van den 27en meest alle
leden der rechterlijke macht zich vereenigden en hun het
besluit van den khédive werd uitgereikt, houdende
hunne benoeming tot de respectieve betrekkingen, in
mijn vorigen brief reeds medegedeeld. Bij dat besluit
was een schrijven gevoegd van den minister van justi
tie, waarbij de hun vroeger door hunne regeeringen
reeds bekend gemaakte voorwaarden en de traktemen
ten nader omschreven en geregeld werden. Vooraf was
men, insgelijks bij ministerieele aanschrijving, reeds in
kennis gesteld met de bepalingen omtrent het kostuum,
welks keuze van de zijde der Europeesche heeren niet
ongegronde bedenkingen heeft uitgelokt en welks vast
stelling menig bezwaar heeft ontmoet. Vooral gold
dit den tarbousch, in Europa meer bekend onder den
oneigenlijken naam van fez, de roode muts van fijn
laken met afhangenden zwart zijden kwast, sedert
jaren het gewone hoofddeksel van den beschaafden en
verlichten Oosterling, die tulband en kaftan reeds lang
heeft afgelegd. Ten laatste was men het ook daarom
trent eens geworden en hebben allen, behalve prins
Mourousihet ltussisch lid der Alexandrijnsche recht
bank die zich daarmede tot nu toe niet heeft kun
nen vereenigenden tarbousch aangenomen en zich
ook bereid verklaard om als officieel kostuum den
stamboulien te dragen, dat is den zwart lakenschen
jas, zonder revers, met lage staande kraag en éen
rij zwarte knoopeneen kleedingstuk van Turk-
schen oorsprong en alzoo genoemd naar de hoofdstad
des rijksdie door den Muzelman niet Konstantinopel,
maar Stamboul wordt geheeten. Voeg hierbij een zwart
lakenschen pantalon een dito vest ennaar gelang
der gelegenheden, een witte of zwarte das en gij ziet
den Europeesch-Afrikaanschen magistraat voor u in
zijn eenvoudig ambtsgewaaddat hij echter niet ge
houden is buiten functie te dragen en dat vooreerst
rustig in de kleerkas zal blijven hangen. Bij de ken
nisgeving dat de installatie den 28en Juni zoude plaats
hebben was wel is waar tevens medegedeelddat de
werkzaamheden (le fonctionnement) der verschillende
colleges den lSeD October zouden aanvangenzonder
profetischen geest kan men echter veilig voorspellen, dat
met dat tijdstip de chaos even weinig ontward zal zijn
als nu, en dat de Gregoriaansche tijdrekening voor het
Egyptische rijk reeds lang zal ingevoerd zijn eer het
feitelijk het genot zal hebben der nieuwe rechterlijke
organisatie.
De Egyptische Staats-eourant van heden bevat het
daarop betrekking hebbend besluit, dat opnieuw het
bewijs bevat van den systematischen vooruitgang en dat
ten nauwste samenhangt met de hervorming van het
rechtswezen. Daarbij wordt bevolendat voor alle of-
ficieele stukken, voor de rekeningen en begrootingen
van het rijk, waarbij men zich tot nu toe van den
Cophtischen kalender bediende, de Grégoriaansche
période zal worden aangenomen.
Ongetwijfeld zal deze nieuwigheid aanvankelijk tot vele
moeielijkheden aanleiding geven, als men bedenkt, dat, be
halve aan beide kalenders, het volk ook gewoon is aan de
Muzelmansche berekening naar de Hegira en een groot
gedeelte der vreemdelingenin het land gevestigdde
Grieksche jaartelling of Juliaansche periode volgt. Des
niettemin is bij aanschrijving van den minister van
financiën aan alle administratiën des rijks gelast, dat
te beginnen met den eersten Januari 1876 men zich
uitsluitend aan de Gregoriaansche vetdeeling van het
jaar zal hebben te houden. Voor de staatsbegrooting
en de vereffening der loopende rekeningen heeft men
een langen termijn, den eersten Januari 1877, aange
nomen, wat onvermijdelijk was. Tot recht verstand
dezei vrij ingewikkelde zaak moet men weten, dat het
Gophtische jaarevenals het onzewel is waar uit
365 dagen bestaatmaar éen maand meer bevat, name
lijk dertien, waarvan twaalf elk van dertig dagen, en
een aanvullingsmaand van slechts vijf dagen, terwijl
het begin van het jaar, zijnde de eerste der maand
Thout, niet gelijk staat met onzen eersten Januari,
maar met den elfden September. Op dien dag van het
loopende jaar 1875 vangt dus het Cophtische nieuwe
jaar 1592 aan, zoodat met onzen nieuwsjaarsdag 1876
daarvan nog niet meer dan ruim drie ,en een halve
maand zijn verstrekendeze zullen nu bij het jaar 1876
worden gevoegd, dat mitsdien vijftien en twee derde
maand zal tellen, welke onregelmatigheid uoodig is om
ook in dezen tak van bestuur de gewenschte eenheid
te bicngen, welke uit dien hoofde eerst met primo
Januari 1877 kan worden verkregen.
Maar keeren wij thans tot de garderobe onzer raads-
heeren en rechters terug. Daar de hiervoren beschreven
kleeding in geen enkel opzicht afwijkt van de door den
beschaafden inlander aangenomen dracht en alle amb
tenaren in Egypte die mode volgen waarvan de khé
dive zelf het voorbeeld geeft en naar welke ook ieder
Europeaan zich kleeden kanontbrak aan het rechter
lijk costuum nog ietsdat den magistraat boven anderen
moest onderscheiden en tevens den rang aanduidendien hij
bij de verschillende colleges had ingenomen. De regeering
heeft gemeend daarin op eigen kosten te moeten voorzien
en tenzelfden dage waarop het officieele besluit der benoe
ming is uitgereikt, aan allen het door haar gekozen
distinctief doen ter hand stellen. Het bestaat uit eene
breede sjerp van zware moiré-zijde, voor deleden van het
hof van groenevoor die der rechtbanken van donker
roode kleur, met gouden franjes aan het uiteinde, over
den linker schouder te dragen. Voor op de borst is
een gouden plaque vastgehecht, door een der eerste
juweliers van Parijs gemaakt, in het midden op den
uitgespannen koningsmantel de tafelen der wet vertoo-
nende, met het opschrift in zwart geëmailleerde Arabische
karakters: „de gerechtigheid is een der grondslagen
van den staat" en daaronder het naamcijfer van den
khédive. Voor den procureur-generaalde leden van
het parket en van de griffiën is slechts eene wijziging
gemaakt in de kleur en breedte der sjerpen, die voor
laatstgenoemde ambtenaren met zilveren franjes zijn
voorzien.
Het zoude in strijd zijn met de Oostersche begrippen
van vrijgevigheid, zoo men den magistraat dit kost
baar gedeelte van zijn kostuum, dat hij niet, evenals
de overige kleedingstukken, zich zelf kon aanschaffen,
uit eigen beurs had doen betalen. Ook is het geen
gift, aan den persoon gedaan, maar een attribuut van
het ambtsgewaad, door den rechter niet dan qua talis
te dragen. De aanneming daarvan heeft dan ook bijna
bij niemand eenig bezwaar ontmoet.
Zóo toegerust en velen op hunne borst het teeken
dragende van de waardeering der regeering, die hun
de eervolle taak had toevertrouwd om in het vreemde
land, waar tot nu toe de zedelijke ontwikkeling geen
gelijken tred houdt met den vooruitgang op stoffelijk
gebied, de Europeesche beginselen van recht en eerlijk
heid over te planten en te doen eerbiedigen, in dat
uiterlijk gewaad, dat geenszins hunne onafhankelijk
heid als rechter bedreigt, allen bezield met de beste
bedoelingen, zóo vond men in den morgen van den
voor Egypte zoo gedenkwaardigen 28en Juni in de
groote receptiezaal van het paleis Kas el-Tin de mach
tige phalanx der nieuwe magistratuur bijeen. In hare
gelederen ontbraken alleen de vroegere attorney-general
van Noord-Carolina, de heer Barringer, en de procureur-
generaal bij het hof van appèl te Stockholm, de baron d'A-
ronfelt, beiden door ziekte verhinderd daar tegenwoordig
te zijn, de Russisehe prins Mourousi om de hiervoren
medegedeelde redenen en onze Hollandsche collega, de
heer Haakman, die, naar aanleiding van art. 65 der
Nederlandsche grondwet, tot het dragen van het zoo
even omschreven rechterlijk distinctief vooraf de toe
stemming des konings noodig oordeelde.
De plechtigheid der installatie zelve beschrijf ik u
in een volgenden brief.
De aanlegplaats der stoombooten in de vluchthaven
wordt geriefelijk en gemakkelijk genoemd. Deskun
digen daarentegen voorzien van den wintermet storm
en meer scheepvaart, ongelukken, om ten allen tijde
aan den noordkant van de ponton, (de toegewezen
standvastige aanlegplaats) te gerakendaar de stoom
booten reeds nu, sukkelen om den noordkant te be
reiken, wanneer de mailboot aan den zuidkant ligt.
De belachelijke bewering, dat de stoombooten 7 van
de 8 keeren aan het eind van de haven te Breskens
komen is het tegenspreken niet waard. Een boeren
jongen aldaar kan wel uitrekenen, dat de stoomboot
4 a 5 van de 8 keeren in de haven komt. (Waarom
gebruikt schrijver juist het cijfer acht?)
Vertrekt de stoomboot uit de Westerhaven te Vlis-
singendan zijn de reizigers 5 minuten van de aanleg
plaats der barge verwijderd, terwijl de afstand van de
vluchthaven tot de keersluis 25 minuten bedraagthet
zou dus een groot gemak zijn voor de reizigers, wan
neer zij in de Westerhaven aankwamendaar de meeste
passagiers gebruik maken van de stoombarge en slechts
enkelen van het spoor.
Wordt de Westerhaven te Vlissingen voor een gedeelte
uitgediept, en met een steiger voorzien, dan zullen de stoom
booten altijd in die haven kunnen uitvaren, het reizend pu
bliek en de equipages'der booten zullen er mede ge
riefd, en de kosten voor de provincie dezelfde zijn,
daar dezeom de Westerhaven bruikbaar te maken,
op 10,000 geraamd worden, terwijl de provincie nu
jaarlijks wel ƒ2200 zal betalen voor vervoerkosten
van bestelgoederensteenkolenvetzeepolie en an
dere benoodigdheden.
Dat de voorstellers, die de Westerhaven willen toe
gankelijk maken voor de stoombooten, hun gezond
verstand hebben geraadpleegdvalt niet te betwijfelen
Schrijver uit Schoondijke onthoude zich daarom
voortaan van zulke onbekookte uitvallen, dewijl ze
niets anders als onkunde verraden.
Vlissingen, 28 Aug. J. C. T.
Heden namiddag te 3 uren is te Vlissingen aange
komen het stoomschip Schotten, gezagvoerder Hus.
Aan boord bevonden zich als passagiers le klasse de
heer Wieriks en echtgenoote^ en mejuffrouw de Groot;
voorts 3 passagiers 2e klasse en 41 passagiers 3e klasse
met 8 kinderen.
Heden is te Nieuwediep uit Oost-Indië aangekomen
het stoomschip Prinses Amalia.
Mijnheer de redacteur!
Met verwondering las ik het (door de Midd. courant
overgenomen) schrijven gericht aan het Weekbl. van
Z--VI. W. betreffende de nieuwe aanlegplaats der pro
vinciale stoombooten in de vluchthaven aihier.
Met verwondering zeg ikgetroffen als ik was door
de opeenstapeling van onjuistheden die onmogelijk door
iemand met een helder hoofd kunnen neergeschreven
zijn. Ziehier waarom.
De reizigersdie vroeger bijna uitsluitend den avond
te voren per stoombarge of spoortrein te Vlissingen
kwamen logeeren om den volgenden morgen vroeg
(6 uren) met de stoomboot naar Breskens te vertrekken,
betaalden toen 0.50 voor transportkosten van Middel
brug naar Vlissingen(met inbegrip van bestelkosten
voor hunne goederen), nu 3.50 a f A, voor een rijtuig, daar
bargenoch spoortrein correspondeert met de stoomboot
op Breskensvoor de reizigersdie zich de weelde
niet kunnen veroorloven een rijtuig te nemenis het
des winters ondoenlijk met de eerstvarende stoomboot
te vertrekken. Geen ongerief, volgens schrjjver uit
Schoondijke maar eengerief
De passagiers hebben van af 8 Augustus slechts driemaal
geprofiteerd (en dan nog maar een enkele) van den
sneltrein van 7 u. 15 m. daar zij gewoonlijk te laat
arriveeren per stoomboot aan de ponton. Zij kunnen
dus niet rekenen op den sneltrein. Het gerief (volgens
schrijver) bestaat dus niet.
Graanmarkten enz.
Rotterdam 31 Augustus. Ter markt van heden waren
aangevoerd 1098 runderen149 vette2 nuchtere
kalveren; 1977 schapen, 243 varkens en 191 biggen
Runderen le qual. 86, 2e qual. 62; kalveren le qual.
95, 2e qual. 75; schapen 80 cent.
Goes 31 Augustus. Jarige en nieuwe tarwe 10 a
15 cent lagerwintergerst 20 cent lagerrest eender.
Vlissingen, 31 Augustus. Boter per kilogram 1.65 a
1.50. Eieren ƒ3.80 a ƒ4.per 104 stuks.
S*rf|aen van Effecten.
Amsterdam, 31 Augustus.
Nederland. Certific.'Werkelijke schuld.
dito dito dito
dito dito dito
Aand. Handelmaatschappij
dito exploitatie Ned.Staatssp.
Loten stad Rotterdam.
dito dito Amsterdam.
België. Certificaten bij Rothschild
Frankrijk. Inschrijvingen
dito
Obligatiën 1798/1816
Certific. Inscr. 5e serie.
Oblig. Hope C°. 1855 6e serie
dito 1000 1864
dito L. 100 1872
dito L. 100 1873
Rusland.
Loten 1866
Oblig.Hope C°.Leening 1860
Certific. dito
Inscript.Stieglitz&C0.2ea4L.
Obligatiën 186769
Certificaten.
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch.
Oblig. dito
dito dito
Aand. Kiew-Brest
dito Baltische spoorweg
Oblig. spoorweg Poti-Tiflis
dito dito Jelez-Griasi.
dito dito Jelez Orel
dito dito Charkow Azow
Polen. Schatkistobligatiën
Aand. Warschau-Bromberg
dito dito Weenen.
Oostenrijk. 0blig.metal.in zilver Jan./Juli.
dito dito April/Oct.
dito in papier Mei/Nov.
dit dito Febr./Aug.
2$ pet.
62«
3
75tV
4
99
4$
106$
3
93$
3
91
2$ pet.
58
3
5
5
103
5
5
93|
5
102
5
0 n
5 f
380
5
383
4$ pet.
94$
4
4
4
85
6
5
260
4$ pet.
89fSr
5
0 17
3
136
5 pet.
5
5 pet.
5
4
83$
4
65$
5
144
5 pet.
64$
n
64$
61A
5 n
61$
i
s 1