MIDDELBURGSCHE
F 205.
laandag
1875.
COURANT.
30 Augustus.
BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Middelburg 28 Augustus.
Be Coöperatieve Vereenigingen.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Z.indag, den 2en Paaseh- en Pinksterdag en een der- Kerstdagen.
De prijs per S/in franco is f 3.50.
Op een paar dagen na is het heden juist een
jaar geleden dat de Middelburgsche Werkmans-ver-
eeniging zich bij adres tot den minister van justitie
wendde, met verzoek haar, door het indienen en
doen aannemen eener wet tot regeling van den
rechtstoestand der coöperatieve vereenigingen, in
de gelegenheid te willen stellen eene credietver-
eeniging of zoogenaamde volksbank op te richten.
„Het groote gewicht der belangen van handelaar
en werkman, zoo eindigde het adres dat in ons
nommer van 3 September 1874 te vinden is,
doet ons de hoop koesteren dat hij uwe excellentie
geen bezwaar zal bestaan om op ons verzoek eene
gunstige beschikking te verleenen en de Neder-
landsche wetgeving met de bedoelde wette verrijken."
Was het een nieuw en onbekookt denkbeeld,
waarmede de Werkmans-vereeniging dus als het
ware nit de lucht kwam vallen Was het een
uiterst netelig en ingewikkeld vraagstuk, waarvan
zij de oplossing vroeg, een onderwerp welks rege
ling lange voorbereidende studiën, een verkennings-
weg op allerlei onbekend terrein van wetgeving
noodzakelijk maakte, eene dier quaestiën waarmede
een ministerie staat of valt en die dus, naarmate
van de wendingen der politiek, jaren lang sluimeren
of in eens weder te voorschijn komen kunnen
Volstrekt niet; de quaestie van de rechtspersoon
lijkheid der coöperatieve vereenigingen was eene
zoo oude zaak dat Nederland als de eenige staat
in het westen van Europa genoemd kon worden
waar het onderwerp niet bij de wet geregeld was.
De heer Goeman Borgesius kon dan ook in zijn
werkje, dat verleden jaar over het onderwerp ver
scheen, een geheelen trits van wetten opnemen,
van 1862, 1867 en 1871, waarbij de zaak in Groot-
Britannie geregeld werd, van 1868, welke op de
Duitsche en van 1873 die op de Belgische veree
nigingen met veranderlijkkapitaal betrekking had
den. Onze wetgevende macht kon zich dusdes
noods, met eene vertaling behelpen. Ook in ons
eigen land was de zaak niet buiten bespreking
gebleven. Daarenboven verluidde uit het minis
terie van justitie gelijk onze Werkmans-veree
niging in haar adres ook nog deed opmerken,
dat men daar sedert geruimen tijd aan de bewer
king van het gewenschte wetsontwerp bezig was.
Verschil van staatkundige richting tusschen ministers
scheen mede geen bezwaar te zullen zijn. En ein
delijk ook de meerderheid van de leden der tweede
kamer was, reeds in 1871, voor wettelijke regeling
gestemd. Nooit, zoo scheen het, kon een verzoek
aan een minister onder gunstiger omstandigheden
in zee worden gezonden dan dat der Werkmans-
vereeniging
Toch duurde het nog zeven maanden alvorens
er een eerste stap gedaan werd om aan haar
wensch te voldoen. In de zitting van den 20cn April
jl. werd het wetsontwerp „tot regeling der vennoot
schappen met veranderlijk kapitaal" bij de tweede
kamer ontvangen. Dat ontwerp bestaat uit achttien
artikelen, waarvan het eerste de coöperatieve ver
eenigingen als bijzondere soort van maatschap uit
drukkelijk erkenteen ander de wijze regelt waarop
zij handelend tegenover derden optreden, en de
overige bepalingen bevatten ten behoeve van der
den, als waarborg tegen bedriegelijke handelingen
der vereenigingen. Het beginsel dat in het wets
ontwerp heeft voorgezeten isniet meer te
regelen dan noodig was. Voor eene voorziening in
vele bijzonderheden, n ende de minister, ont
breekt, bij de weinige omwikkeling die het coöpe
ratie-stelsel bij ons te lande tot dusverre nog be
reikt heeft, de noodige ervaring. De regeering
wilde daarom de vrije ontwikkeling der vereenigin
gen onbelemmerd laten en de nu voorgestelde wet
slechts beschouwd hebben als een overgangsmaat
regel tot regeling der voornaamste punten, teneinde
de bestaande onzekerheid op te heffen, en eene
latere, meer omvattende voorziening voor te be
reiden.
Een der hoofdbeginselen, die in het wetsontwerp
aan de vereenigingen worden opgelegd, is eene ruime
mate van openbaarheidzoowel omtrent de statuten
als omtrent de grootte van het maatschappelijk ka
pitaal, de personen die voor de verbintenissen der
vereeniging aansprakelijk zijn en de rekening en
verantwoordingwelke voor ieder ter griffie van het
kantongerecht ter inzage moet worden gesteld. Het
beginsel van de hoofdelijke aansprakelijkheid van
alle vennooten, dat bij het geringe kapitaalwaar
mede de meeste coöperatieve vereenigingen hare
werkzaamheden aanvangenden grootsten waarborg
voor hare soliditeit o Ie--. rt wordt in artikel 7
gehuldigd, ofschoon ook hier, teneinde de vereeni
gingen niet al te zeer aan wettelijke banden te
leggeneene afwijking wordt toegelatenop voor
waarde dat die in de akte van oprichting uitdruk
kelijk vermeld worde.
Daarentegen vordert het ontwerp, in afwijking
o. a. van de Belgische wet, geen vaststelling in
de statuten van het minimum-kapitaal der ven
nootschap. Een zeer klein kapitaal is voor menige
vereeniging voldoende om te beginnen; de vermel
ding van dat minimum in de statuten zou dus, zoo
al eenigen, toch een uiterst geringen waarborg op
leveren. De regeering acht het daarom beter om
het vertrouwendat eene beginnende vereeniging
verdient, geheel en al over te laten aan het eigen
oordeel der belanghebbendendie tengevolge van
de openbaarheid der statuten in de gelegenheid zijn
zich te overtuigen van de zakelijke waarborgen,
welke zij aanbiedt, en door de voor ieder toegan
kelijke rekening en verantwoording op de hoogte
kunnen blijven van den stand van het maatschap
pelijk kapitaal.
De duur der vereeniging wordt in het wetsont
werp vastgesteld op niet langer dan vijftien jaren.
Zoozeer beschouwde de minister zijne voordracht
als eene tijdelijke voorziening, dat hij de vereeni
gingen, door het toestaan van een langer tijd
perk niet wilde blootstellen aan het gevaar van
bij de latere wettelijke regeling, die hij verwacht,
hare statuten misschien weder te moeten verande
ren. Behalve verschillende andere voorschriften,
ter waarborging van het reeds vroeger uitgedrukte
beginsel van openbaarheidvinden wij in de vol
gende artikelen bepalingen omtrent de toetreding,
de opzegging en de ontzetting van het lidmaatschap,
de ontbinding der vennootschap en in het laatste
artikel eene strafbedreiging tegen de bestuurders,
voor het geval dat zij te kort komen ten aanzien
der voorschriften van geregelde en voor ieder lid
toegankelijke administratierekening en verant
woording. De straf bestaat in eene geldboete van
een tot vijftig gulden; het minimum zeer laag,
dewijl de wetsovertreding het gevolg kan zijn van
een bloot verzuim; de geldboete niet te vervangen
door gevangenisstraf omdat de wetsovertredingen,
waarvan sprake is, op zichzelven geen misdadig
karakter dragenmaar alleen om der gevolgen wille
strafbaar gesteld moeten worden.
Ziedaar in zijne hoofdtrekken het wetsontwerp
waarmede de minister, ingevolge het verlangen der
Werkmans-vereeniging, de „belangen van handelaar
en werkman" meende te behartigen. Het was de
vrucht van langdurige voorbereidinggelijk de
lange duur der reis, uit het ministerie, over het
kabinet des konings en den raad van state, tot
aan de tweede kamer scheen te bewijzen. De voor
gestelde regeling was eenvoudig en tijdelijk; zij
voorzag slechts in de meest dringende behoefte.
De tweede kamer, zoo mocht men meenen, zou
haast hebben om op hare beurt de zaak af te doen
en de leemte, waarmede onze wetgeving op dit
oogenblik onder de beschaafde natiën bijna alleen
staat, te doen ophouden.
Wat heeft de kamer tot dusverre met het wets
ontwerp gedaan? Niets anders als het benoemen
eener commissie van rapporteursbestaande uit de
heeren de Bruijn KopsWintgens, Mackay's Jacob
en van Houten.
De stukken bepalen zich tot dusverre tot het
wetsontwerp en de memorie van toelichting der
regeering. Hoe de „sommige", „andere" en „vele"
leden der kamer er over denken, moet bij het
nog niet verschenen afdeelingsverslag blijken.
Op openbare beraadslaging bestaat dus op dit oogen
blik nog in 't geheel geen uitzichten het tijdstip
te voorspellen waarop de wet, door de beide kamers
goedgekeurd en door den koning bekrachtigdin
het Staatsblad zal worden opgenomen, ware het
waagstuk van een profeet die óf niet veel aan zijn
reputatie hechtte, óf van de manier van werken en
zaken doen onzer wetgevende macht niet de minste
ondervinding bezat.
Intusschen heeft de Werkmans-vereeniging besloten
te roeien met de riemen die zij had en de oprich
ting harer volksbank niet, zooals zij in haar adres
schreef, afhankelijk gesteld van de kansen op
erkenning der rechtspersoonlijkheid dier vereenigin
gen. Door van eenige hulpmiddelen en kunstgrepen
gebruik te makenzal het haar toch wel mogelijk
zijnde zoo gewenschte werkzaamheid ter hand te
nemen. Komt later de langverwachte wettelijke
regeling, dan zal het niet moeilijk zijn, de ver
eeniging daarmede in overeenstemming te brengen.
De voornaamste bepalingen der statuten van de
vereeniging deelen wij elders in dit nommer mede
Met hare tot standkoming wenschen wij de Werk
mans-vereeniging geluk. Moge het haar gegeven
zijn hare Goesche oudere zuster spoedig in nuttige
werkzaamheid en in gunstige uitkomsten op zijde
te streven. En moge het tevens waar blijken te zijn
wat de heer Goeman Borgesius voor twee jaren
schreef: „Iedere nieuwe vereeniging die verrijst, is
een protest tegen de bestaande leemte in onze
wetgeving. Zoodra de vertegenwoordiging ziet dat
het ons volk ernst is om aan de coöperatie bur
gerrecht te gevenzal ook zij niet ongenegen
blijven dat streven te hulp te komen."
Volgens een bij de regeering ontvangen telegram
uit Atehin van den 22Utn dezer was de gezondheids
toestand gunstig en waren sedert den 16d,n te voren
geen cholera-gevallen voorgekomen.