MIDDELBURGSCHE r 203. Vrijdag 1875. COURANT. 27 Augustus. Middelburg 26 Augustus. Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2eI> Paasei- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. Door de kamer van koophandel te Vlissingen is besloten zich per adres tot gedeputeerde staten van Zeeland te wenden met het verzoek dat het noodige moge worden beraamd om de afvaart der provinciale stoombooten te doen plaats hebben uit de Koopmans haven. Na een voorstel om in overeenstemming met een adres van gelijke strekking, door de kamer van koophandel te Middelburg ingezondeneen verzoek tot den minister van financiën te richten, om voor het brievenvervoer gebruik te maken van de nieuwe lijn Keulen—Vlissingen Sheernessis besloten dat aan te houden, uit hoofde de reeds genomen beschikking voor het vervoer van Vlis singen naar Sheerness bewijst dat de minister die zaak ernstig ter harte genomen heeft. De eerste algemeene vergadering van het taal- en letterkundig congres te Maastricht werd Dinsdag geopend door eene rede van den heer Franquinet, waarin deze spreker voor de echt Nederlandsche gezindheid der provincie Limburg getuigde. „Limburg, sprak hij, is noch Fransch noch Duitschhet is Nederlandsch gebleven. De Dietsche stam heeft hier volle leven en volle groeikracht. Wij gevoelen het: de taal is gansch het volk. Vaak miskend en aan vreemde heerschappij onderworpen, bleef onze provincie vaderlandsgezind, want zij had een kleinood, zij had en bleef behouden hare taal." De spreker wekte vervolgens de aanwezigen op tot eendracht. „Het congres zij noch kiescollege, noch kerk vergadering. Waardeeren wij elkanders goede bedoelin gen, opdat men aan dit congres steeds denken zal als aan eene heilige gebeurtenis." Onder de ingekomen stukken behoorde o. a. een brief van den Belgischen minister van binnenlandsche zaken, in het Nederlandsch geschreven, op welk feit de voor zitter, de heer Franquinet, de aandacht vestigde; als mede een brief van den president der Transvaal-repu- bliek, den heer Burgers, diens leedwezen uitdrukkende dat hij aan het cougres geen deel kon nemen. Van den heer Altorffer, uit Middelburg, was ontvan. gen een gedicht, getiteld: „Op Overduin", en van den heer Conradi, uit Goes, eeu exemplaar van zijn roman „Uit het jonge leven." In de le afdeeling, door prof. Kern gepresideerd, hield de heer Habets eerst eene voordracht over den Limburgsehen tongval, zijn gebieden zijne geschiedenis, welk een en ander tot eene discussie aanleiding gaf, aan welke de heeren Kern en Heremans deelnamen. De heer dr. van Vloten sprak vervolgens met geest drift over de verdiensten van den oudsten Limburgschen dichter, Hendrik van Veldeke, welke voordracht leven dig werd toegejuicht. Daarna hield de heer T. H. de Beer, uit Goes, eene zeer belangrijke voordracht over eenige ziekteverschijn selen in de tegenwoordige Nederlandsche letterkunde. In de eerste plaats over de verkeerde titels, het mis bruik van citaten, de tendenz-romans, alsmede over de vele schrijvers, die als romanschrijvers optreden zonder voldoenden aanleg, studie of ernst en alleen als middel om geld te verdienen, of om aan den speculatiezucht van uitgevers te voldoen. Ten tweede over de slechte critiek, waaraan vooral de dagbladen zich schuldig maken, waarvan de heer de Beer zelf het een en ander ondervonden had, daar een recensent in de N. R. Ct. hem kwalijk had genomen dat hij een werk anders beoordeelde dan deze criticus, terwijl bleek dat deze het werk zelf niet eens gelezen had Een ander gebrek noemde de spreker de zoogenaamde distilleermethodede manie om van degelijke werken eerst in een tijdschrift een overzicht en vervolgens in de eene ot andere courant weder een uittreksel van het overzicht te geven. Aan dergelijke „opkokerijen" maken zich b. v. de heeren de Brieder en van Manen schuldig, en het gevolg er van is de napraterijwaar aan een groot deel van het publiek zich schuldig maakt. De heer Kern bracht den spreker den dank dei vergadering voor deze belangrijke en geestige voor dracht, welke nog tot een kort woord van prof. Beets en den heer Alberdingk Thijm aanleiding gaf. In de 2e afdeeling, aan geschiedenis en oudheidkunde gewijdwerd eene voordracht gehouden door den heer Vorsterman van Oijen, uit Maastricht, over de zegelkunde, als hulpbron der geschiedenis. Op voor stel van den heer Brillwerd besloten instemming te betuigen met de in 1876 in België te vieren herin nering aan de pacificatie van Gent. De heer Hamelberg vestigde in die afdeeling de aandacht op den bloei der Nederlandsche taal in de republieken van Zuid-Afrika. De 3e afdeeling behandelde eerst de quaestie van het vertaalrechtdie door de heeren Gram en Nyhoff uit 's Hage en van der Diesse uit Brussel besproken werd. De heer Gram stelde voor bij de Nederland sche regeering aan te dringen op het sluiten van een traetaat met Duitsehland. Daardoor meende hijzou het slordig vertalen van slechte boeken voorkomen en zouden tevens de rechten der Nederlandsche schrijvers gewaarborgd worden. De heer Jacobson uit 's Hage besprak vervolgens de tooneelcritiek en toonde de noodzakelijkheid aan, dat onze tooneelschrijvers zelf bij de repetitiën hunner stukken tegenwoordig zijn en deze repetitiën in 't alge meen met meer zorg geschieden. Zijn voorstel dien aangaande zal, evenals dat van den heer Gram, op de algemeene vergadering gebracht worden. In de algemeene vergadering, die des middags ge houden werd, hield dr. Soetbrood Piccardt uit Goes eene voordracht over Anton Bergmanden schrijver der „Reisnovellen" en van „Ernst Staas". Na deze rede, die warm toegejuicht werd, sprak dr. Donker sloot, uit Dordrecht, over Jle verbetering van het straatgezang, waartoe hij een paar gedichten voordroeg en met de bijbehoorende zangwijzen aan het congres afstond De heer Beckering Vinckers uit Kampen betoogde ten slotte op taalkundige gronden de onechtheid van het zooveel geruchtmakende Oera Linde Bok, het zoogenaamde gedenkboek der familie Over de Linden, dat eenige duizende jaren oud zou zijn. De heer Nan- ninga Uiterdijkmede uit Kampenvulde dit betoog aan door eenige historische bewijzen welke mede voor die onechtheid pleiten. Gisteren heeft het „Institut de droit international" te 's Gravenhage zijne eerste bijeenkomst gehouden en is door den heer Bredius namens het comité van ont vangst in de Treveskamer verwelkomd. Na de afdee- lingsvergaderingen op heden en morgen zal Zaterdag de eerste algemeene vergadering gehouden worden, die niet voor het publiek toegankelijk is. De navolgende leden van het Instituut hebben aan de zitting deelgenomendr. Bluntschli, voorzitter G. Rolin Jacquemynssecretaris, prof. Asser uit Amster damW. Besobrasofflid van de keiz. academie van wetenschappen te St. Petersburg, dr. Bulmerincq, hoog leeraar te Dorpat, Dudley Field, advocaat te New-York, E. de Laveleye, hoogleeraar te LuikJ. Lorimer, hoog leeraar te Edinburgh d'. Martens, hoogleeraar te St. Petersburg, G. Moynier uit Genève, dr. Neumann, hoog leeraar en lid van het heerenhuis uit WeenenC. A. Pierantoni, hoogleeraar te Napelssir Travers Twiss, J. Westlake, advocaten van de kroon te Londen, en de auxiliaire leden den Beer Poortugael, majoor te Breda, A. Renier, hoogleeraar te Brussel, en Albéric Rolin, advo caat te Gent. De volgende leden worden nog verwacht Montague Bernard uit Engeland Marquardsen uit Erlangen, E. de Parieu uit Parijs en C. Brocher, hoog leeraar, uit Genève. Benoemingen en besluiten. onderscheidingen. Toegekend de bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift aan D. H. Bresser, te Gorin- chemals blijk van Zr. M8. goedkeuring en tevreden heid wegens de redding van een drenkeling uit de haven aldaar op 26 Juni jl.aan den len luitenant van het regiment grenadiers en jagers J. E. H. Hanckar, te 's Gravenhagewegens tweemaal volbrachte redding van een drenkeling, laatstelijk aldaar op 22 Juli jl. aan den 2en luitenant van het 3e regiment infanterie F. W. Driessen, te Bergen op Zoom, wegens de red ding van een drenkeling op 3 Juli jl. aldaar; en den fourrier van laatstgenoemd regiment G. A. van Raay, mede te Bergen op Zoom, wegens de redding van eeu drenkeling ter evengenoemde dage en plaatse. Vergunning verleend aan A. A. J. C. baron van der Heyden van Doornenburg, te Warnsveld, tot het aan nemen en dragen der versierselen van kommandeur der orde van den H. Gregorius den Groote, hem door Z. H. den paus geschonken. Benoemd tot broeder in de orde van den Nederland- schen leeuw H. L. Staal, landmeter le klasse bij het kadaster te 's Gravenhage. notarissen. Eervol ontslag verleendop verzoekaan A. Wassenbergh, als notaris te St. Anna-parochie. Benoemd tot notaris binnen het arrondissement Zwolle, ter standplaats de gemeente Genemuiden, R. Jonkers, candidaat-notaris en brievengaarder aldaaren tot nota ris binnen het arrondissement Deventerter standplaats de gemeente Holten, R. W. G. Frijling, candidaat- notaris te Zwolle. leger. Benoemd bij het wapen der artillerie, bij den staf van het wapentot luitenant kolonelde majoor G. J. van Trojenvan dien staf, toegevoegd aan den directeur voor het materieel der artilleriemitsgaders de majoor J. H. Kretzermede van dien staf, chef van het bureau „materieel der artillerie" bij het departe ment van oorlog. Op nonactiviteit gesteldin afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt, de kapitein J. G. F. Wollweber, plaatselijk adjudant le klasse te Leiden. Onderwijs. Benoemd tot hulponderwijzer aan de openbare lagere school te Cortgene de heer D. Sanderse, thans hulp onderwijzer te Oostkapelle. Omtrent drie nestoren der onderwijzerswereld in 't voormalig 4e en 5e distriet van Zeeland vinden wij de volgende aanteekening in 't Nieuws en Adv. blad voor Z. Vlaanderen. Simon de Graaf werd den 17e Augustus 1818 op 19jarigen leeftijd benoemd tot opvolger van zijn vader, als hoofdonderwijzer te Bruinisse. Na in 1868 zijn halve eeuwfeest gevierd te hebben, is hij nog steeds in zijne betrekking werkzaam. Danker van de Linde werd 26 November 1821 van ondermeester tot hoofdonderwijzer bevorderd te Wol- faartsdijk. Ook hij vierde vijftig jaren later feest en is thans op 76jarigen leeftijd nog als hoofdonderwijzer werkzaam. Samuel de Ridder werd den 18e° November 1816 op zijn vijftiende jaar belast met het onderwijzerschap aan de openbare school te St. Kruis en drie jaren later, na afgelegd examen voor den derden onderwijzersrang, tot hoofdonderwijzer benoemd. In 1866 werd zijne vijftig jarige bediening herdacht en in het aanstaande jaar hoopt hij zijn zestigiarigen schooldienst niet minder feestelijk te vieren. Kerknieuws. Beroepen bij de Ned. herv. gemeente te Goes de heer W. Koelman, predikant te Katwijk. 's Heer Hendrikskinderen, den 22en Augustus. Heden nam onze predikant, de heer B. Bakker, beroepen naar Driel (classis Zalt-Bommel) afscheid van zijne gemeente, met Johannes II vers 8a. GCt.) Marine en leger. In de laatste dagen worden door de manschappen van het garnizoen alhier verschillende veronderstellingen uitgevoerd. Die in den afgeloopen nacht was de belang rijkste. Er werd namelijk ondersteld, dat de garnizoens- kommandant alhier te ongeveer 1 uur bericht ontving dat de vijand geland waster hoogte van de Oranjezon stellingen had ingenomen en aldaar bivouakeerde. Dientengevolge gaf hij aan een kapitein last om met

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 1