stoomschip de Stad Middelburg aangevaren en dientenge volge in de buitenhaven gezonken baggermachine Vlissin- gen n*3 te lichten. Den vorigen dag was het werkdoor het breken der zware ijzeren kettingen, mislukt. Thans werden, onder leiding van de heeren Huijser van Reenen, expert der assuradeurenen van Houwelingeaannemer te Vlissingentien kettingen gebruiktbevestigd aan twaalf op vier lichters liggende masten, ieder zes of zeven decimeters in middellijnwelke kettingen met be hulp van een duiker onder den romp van de baggerma chine door waren vastgemaakt. Met laagwater stijf gezet, begonnen de kettingen bij het invallen van den vloed het zware lichaam van de machine te doen rij zen. Langzaam ging het gevaarte omhoog en werd vervolgens door twee sleepbooten op sleeper genomen om naar Rammekens overgebracht te worden. Nauwelijks buiten de haven gekomen, dreigde echter een nieuwe ramp. Een Engelsche stoomboot naderde en bleef met volle kracht tot vlak in de nabijheid van het gesleept wordende gevaarte doorstoomen waardoor zulk een deining in het water ontstond dat men vreezen moest de kettingen te zullen zien springen, in welk geval de baggermachine onherstelbaar verloren ware geweest en menschenlevens in gevaar zouden zijn ge bracht. Het gevaar werd echter gelukkig te boven ge komen de reis werd verder zonder tegenspoed volbracht en de machine naar Rammekens gesleeptwaar zij he den op het droge gezet wordtteneinde de noodige herstellingen te ondergaan. De heer mf. A. Kerdijk heeft in het Nieuws van den Dag eene reeks „Brieven aan eene Dame over onze staatsinstellingen" geopend. In den eersten dezer brieven, die in het nommer van heden is opgenomen, toont de schrijver aan hoe noodzakelijk, het voor eene beschaafde gehuwde vrouw is, eenige kennis te bezitten van de dingen, waaraan haar echtgenoot een groot gedeelte van zijn leven wijdt, en hoe vernederend tevens dat zij van datgene wat voor hem van het grootste belang is, eigenlijk niet veel begrijpt. Want, zoo schrijft de heer Kerdijk, „op de wijd vermaarde kostschool, waar gij uwe leerjaren doorbracht, achtte men het van meer belang u te oefenen in de kunst om in een salon de honneurs waar te nemen of met beval ligheid uw entrée te doen, dan u in staat te stellen tot recht begrip van hetgeen in dat salon door ernstige mannen zou kunnen gesproken worden. Een slacht offer als gij zijt van eene opvatting, die in onze dagen gelukkig hoe langer hoe meer -voor een betere wijken gaat, voelt gij thans het gemis eener kennis, aan wel ker bezit gij gaarne uw sierlijkste buiging ten offer zoudt willen brengen." De schrijver heeft daarom de moeielijke taak onder nomen om eene echt populaire en toch degelijke schets te geven van onze staatsinstellingen, ten gebruike van allen bij wie men omtrent dit onderwerp „niets of althans bitter weinig als bekend mag onderstellen." Wij zien met belangstelling de voortzetting dezer reeks brieven te gemoet. De leden van het 14de taal- en letterkundig congres werden eergisteren te Maastricht aan het station ver welkomd door den heer Franquinet, wethouder der stad, en vervolgens op het stadhuis door den burge meester den heer Pij ls. Na een antwoord van professor Heremans uit G-ent en van den vertegenwoordiger der Belgische regeering, den heer Delcroix, werd eene toespraak gehouden door mr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet. Hij begon met de opmerking, die op het stilzwijgen van den vertegen woordiger der Nederlandsche regering, m*. van Vollen hoven, referendaris, chef der afdeeling onderwijs, kun sten en wetenschappen aan het ministerie van binnen- landsche zakenbetrekking haddat hij zou hebben gezwegen, indien niet reed3 twee Zuid-Nederlanders het woord hadden gevoerd, zonder dat een Noord-Ne derlander hun voorbeeld scheen te willen volgen. Doch de redenaar had zich over dat verzuim wellicht evenmin als de toehoorders te beklagen. Immers dat stilzijgen schonk hom de gelegenheid reeds nuen zeer ter snede, op te komen tegen een in zeker Dag blad verschenen artikel over het toekomstige congres dat met de woorden eindigde: Pourvu qiion iamuse." Reeds nu wenschte de heer De Jonge te verklaren, dat al hadden de vroegere congressen slechts gediend om den band tusschen zonen van denzelfden stam, weleer onderdanen van denzelfden vorst, te versterken, al zou de tegenwoordige samenkomst slechts dienen om Maastricht, dien uithoek van Noord Nederlandte leeren prijzen, dan reeds zou het bewezen zijn dat de schrijver van het bedoelde artikel onwaarheid had ge sproken. Deze toespraak werd met levendige toejuichingen begroet. De plechtigheid der ontvangst was hiermede afgeloopen; de avond werd met eene muziekuitvoering en een bal champélre besloten. Kerknieuws. Bij de Christelijk gereformeerde gemeente te Axel is tot predikant beroepen de candidaat, de heer J. A Goedbloed, van de theol. school te Kampen. Marine en leger. Bij de militaire oefeningen te Eindhoven bevond zich eergisteren ook een lid van het Roode kruis, ten einde te onderzooken of voor het verstrekken van ver - verschingen noodzakelijkheid bestond. Wegens de min dere warmte bestond daaraan echter onder de soldaten geen behoefte en bleef er niet een achter. Tegen morgen is voor het verkrijgen van ververschingen zorg ge dragen; een honderdtal kaarten zijn reeds afgegeven voor karrenmet wélke men op het terrein levensmid delen enz. te koop wil aanbieden. Gemengde berichten. Onder de aanzienlijke vreemdelingen die in de laatste dagen te Scheveningen zijn aangekomen, be vinden zich de gravin von Arnim, uit Duitschland, de prinses de Croy, met gevolg, van Dulmer; prinses Gabrielle de Polignac en gevolg uit Berlijn, graaf Zichy, geheimraad van Z. M. den keizer van Oostenrijk, enz. Tot groote ontsteltenis der talrijke bezoekers kreeg Zondagnamiddag de heer S in de diergaarde te Rot terdam een beroerte en was terstond een lijk. Als een bewijs hoe men uit alles geld zoekt te halen, mag de volgende advertentie die in het Handelsblad van heden voorkomt, genoemd worden: EEN WONDER IN AMSTERDAM. Eon zwerm bijen heeft op een vliering onder de pannen hun domicilium gekozen. Dagelijks ijverig werkzaam grenst hun fabricaat aan het ongeloofelijke. De vorm hunner villa tegen de pannen is rond2 voet lang, de eerste helft heeft het model van vijf dikke orgelpijpen, het onderste deel is eirond. Voor liefheb bers van schoone natuurwonderen is de gelegenheid tot bezigtiging opengestelddagelijks van 10—4 uren, in de Binnenvisserstraat bij de Haarlemmerdijk n° 12, tweede etage. Der bijen verblijfplaats is zoo ingericht, dat men zonder vrees de nijvere bevolking kan zien werken. De Tijd deelt mededat niet de gemeenteraad van Doesburg de geestelijken onder de brandspuitgasten heeft willen opnemen, maar dat gedep. staten van Gelderland de vrijstelling der geestelijken, welke in het oorspronkelijk raadsbesluit voorkwam, hebben door gehaald. De beide katholieke geestelijken in die ge meente hebben nu aan gedep. staten een adres gericht, waarin zij betoogendat niet alleen de waardigheid van hun ambt hen van den dienst bij de brandspuit behoort uit te sluiten, maar ook de aard hunner betrek king, daar zij geroepen kunnen worden om tijdens een brand bij kerkdienst, bij zieken en stervenden ook op andere plaatsen en zelfs bij hendie bij een brand gewond zijn, hunne geestelijke plichten te vervullen. Daaarom zou het ook onbillijk zijn hen naar de bepaling te verwijzen, volgens welke zij een plaatsvervanger kunnen stellen die niet licht te vinden zal zijn of zich voor 10 kunnen vrijkoopen. Naar men verneemt, heeft de minister van open baar onderwijseerediensten en schoone kunsten in Frankrijk, de heer Wallon, benoemd: tot „officier d'instruction publique", de heeren W. F. Versteeg en prof. P. J. Vethen tot „officier d' Académie" den heer N. W. Posthumus. Te Utrecht wordt heden onder leiding van den heer Philippona (Multapatior) eene vergadering gehou den tot bespreking van de oprichting aldaar eener af deeling van zijn bond tot bestrijding van het misbruik van sterken drank. De Tijd meldt dat Augeliha de Jong 26 jaren oud, die korten tijd na hare eerste communie hare spraak verloren had, op eene bedevaart naar Kevelaar haar spraakvermogen heeft terug bekomen. Het geval dat een meisje op den leeftijdwaarop de katholieke kinderen hunne eerste communie doenplot seling de spraak verliestna die eenmaal bezeten te hebbenis zeker weinig minder buitengewoon dan het wonder dat zij op haar 26e jaar even plotseling weder van dit gebrek verlost wordt. De verademingzoo schrijft men uit Harderwijk aan de Pr. Ov. en Zw. Ct., teweeggebracht door het vertrek van 400 man suppletietroepen op 21 dezer, is van korten duur geweest, daar in de laatste twee dagen ongeveer 200 nieuwe manschappen (meest alle vreemdelingen) zijn aangenomen. Het is te voorzien dat binnen weinige dagen de kazerne alhier weer overbevolkt zal zijnhetgeen minder gunstig is voor de gezondheid en het verblijf alles behalve aangenaam maakt. Heden zijn onder behoorlijk militair geleide naar Arnhem getransporteerd 8 desserteurs (vreemde lingen), om aldaar voor den krijgsraad terecht te staan. Het aantal desertiën neemt toe naarmate het verblijf dier vreemdelingen van langeren duur is. Mochten er geen stoomschepen beschikbaar zijndan ware het wenschelijk dat weer van zeilschepen werd gebruik ge maakt, zooals vroeger altijd gebeurde. Te Zutfen zijn niet minder dan 236 ingezetenen tot het Anti-dienstvervangingsbond toegetreden. Vroeger werd reeds mededeeling gedaan van de bekende en geruchtmakende zaak der Wed. Kaspers, beklaagd van het houden van een publiek speelhuis. In de tapperij dezer weduwe, in de Oude Kennissteeg te Amsterdamzou met haar weten en goedvinden in de kamer, waar het biljart stond, gedobbeld zijn. De weduwe, door de rechtbank bij vonnis van 26 Mei ver oordeeld tot eene maand celstraf en het betalen eener geldboete van f 50kwam van dat vonnis in hooger beroep. Op Woensdag 18 Augustus 11. werd door het hof hare zaak opnieuw behandeld. Bij arrest van gis teren vernietigde het hof het vonnis der rechtbank en veroordeelde, opnieuw rechtdoende, de appellante tot 1 maand celstraf en ƒ50 boetemet verbeurdverklaring van het biljart, de bekers en verdere ter processe als stukken van overtuiging overgelegde goederen. Te Parijs, waar zoo menige dag, elders aan verheven herinneringen gewijd, en met onthouding van arbeid gevierd, onopgemerkt voorbijgaat, doet het bijgeloof wat het geloof niet vermag. Vol gens het officieele rapport der politiewaren er Vrijdag in de vorige week ongeveer 6000 maga zijnen gesloten, omdat de Vrijdageen dag die er toeh al in een kwaad blaadje staatnu juist boven dien op een 13ïUhet gevreesde onheilspellende cijferviel. De tiende Duitsche journalistendag is Zondag morgen te Bremen geopend. Er waren ongeveer 40 Bij ministerieele beschikking van 24 dezer is aan Charles G. J. Pietersente 's Gravenhagevergunning verleend voor den aanleg en de exploitatie van een tramway (paardenspoorweg) van Middelburg naar Vlissingen. De voorloopige commissie van organisatie van het Anti-dienstvervangings-Bond bestaat tot dusverre uit de heeren Jac. Wertheim, advocaat en majoor der schutterij te Amsterdam; mr. J. T. Buys, hoogleeraar en staats raad in buitengewonen dienst te Leiden; L. G. Brocx, oud-minister van marineJ. Stamdirecteur der staats loterij en lid van den gemeenteraad; jhr. J. R. F. H. von Schmidt auf Altenstadt; L. J. W. van Rouveroy, gep. majoor O.-I. legerL. E. Uyttenhoovencontro leur der dir. bel., in- en uitg. rechten en accijnsen; jhr. J. W. D. Roëll; P. F. W. Mouthon, architect; mr. J. D. Veegens, procureur; mr. A. Kerdijk, schoolop ziener; M. D. graaf van Limburg Stirum, oud minister van oorlogallen te 's Gravenhagemr. B. II. Pekel haring hoogleeraar aan de polytechnische school te Delft; John E. Knight, kolonel en kommandant van het reg. schutterij te Rotterdam; dr. Schubart, presi dent der vereeniging tot verspreiding van kennis aan gaande de landsverdediging te UtrechtHerman Hoyer, handelaar firma, van der Linden en Hoyer te Dordrecht, en jh'. F. G. E. Merkes van Gendt, lid der prov. sta ten van Zuid-Holland, te Gorinchem. Te Utrecht is Maandag overleden na een korte on gesteldheid dr. B. van Bees, sedert 1867 emeritus- hoogleeraar. In 1797 geborenwerd hij op zeer jeug digen leeftijd benoemd tot hoogleeraar in de wis- en natuurkunde aan de hoogeschool te Luik en na de Belgische onlusten te Utrecht. Ofschoon weinig geschre. ven hebbende, was hij door zijn uitgebreide kennis en zijne heldereduidelijke manier van voordragen een sieraad der hoogeschool. De enkele verhandelingen over eiectriciteit en magnetisme, die hij geschreven heeftgetuigden van zijne hooge wetenschappelijke waarde. SBenocuilngen en besluiten koloniën. Op verzoek eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met behoud van recht op pensioen, bij aldien hij daarop aanspraak heeft, aan den Oost-Indi- schon ambtenaar J. Meier, gewezen onderopziener der lc klasse over de smederij, den koper- en blikslagers- winkel bij den artillerie-constructie-winkel te Soerabaija laatstelijk met verlof in Europa. Onderwijs. De hoogleeraar dr. P. de Jong, te Utrecht, heeft voor de benoeming tot hoogleeraar in de letterkundige faculteit aan de hoogeschool te Leiden bedankt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2