BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
Berlijn zijn door het bureau van statistiek aldaar de
volgende bijzonderheden bekend gemaakt. Van de
437,000 arbeidende personen in genoemde hoofdstad
behooren 140,000, dus 32 percent tot het vrouwelijke
geslacht. 71 percent van die werkende vrouwen zijn
van elders gekomen. De vrouw schijnt zich met voor
liefde toe te leggen op persoonlijke dienstbaarheid,
kleermakenwasschentappisseriewerk, bloemen- en
vederwerk, ornamentwerk, het vervaardigen van karton
en galanteriewaren en van parapluies en parasols,
waaraan meer vrouwen dan mannen werken; bijna
evenveel vrouwen als mannen zijn werkzaam op het
gebied van onderwijs, passementwerk en bediening
der badinrichtingen, terwijl zij sterk concurreeren in
handel, lederwerken, restaurants, het verhuren van
kamers en drijven van hotels, kappers werk en meu
belmakerij daar zij als weduwen meestal de zaak
van haar overleden man voortzetten. Volgens haar
huwelijks3taat is de verdeeling als volgt: van de
300,000 ongehuwde vrouwen werken 100,000, terwijl
van 129,200 gehuwde vrouwen 7776 aan den arbeid
deelnemen, en van de 35,600 weduwen zijn 32,300
werkzaam, met andere woorden: van 100 gehuwde
vrouwen werken 6 percent, van 100 ongehuwde 33.3
percent en van 100 weduwen 90 percent.
Volgens de National Zeitung zal in de eerstvol
gende zitting van den Duitschen rijksdag o. a. in be
handeling komen een wetsontwerp tot bescherming van
kunstvoorwerpen en monsters tegen namaak.
Terwijl de Pruisische minister van oorlog tot ver
betering der nog in het leger bestaande leemten weder
30 millioen Mark aanvraagt verklaart zijn collega voor
onderwijs dat met 3 millioen die hem op de vorige
begrooting zijn toegestaan het werk der verbetering
van het inkomen der onderwijzers voltooid is. Intus.
schen is er nog zoo groot gebrek aan onderwijzers, dat
ieder candidaat die zijn examen heeft afgelegd ook ter
stond een plaats heeft, en de examen-diplomas worden
bijna allen vrij van zegelrecht afgegeven met de aantee-
kening: „wegens onvermogen vrij van zegelrecht", wel
een bewijs hoe goed de Duitsche onderwijzers het hebben-
Naar men verzekert heeft de bisschop van Orleans,
monseigneur Dupanloup, eene uitnoodiging ontvangen
om naar Eome te komen.
Verkooplngcn en aanbestedingen.
Het dagelij ksch bestuur van het waterschap Schou
wen heeft op 12 dezer in het openbaar aanbesteed:
Het leveren en verwerken van 2250 scheepston
gewone en 1700 ton afval van Doorniksche steen volgens
bestek n" 28 aan het waterschap Schouwen in 2 per.
ceelen. Aangenomen bij mijning het l8 perceel door
den heer J. van Eek te Hardinxveld voor 7150, en
het 2e perceel door den heer B. den Exter van den
Brink te Krabbendijke voor 7450. Beide perceelen
zijn onmiddellijk gegund.
Thermometerstand.
13 Aug.'s av. 11 u. 64 gr.
14 :smorg. 7 u.66gr. 'smidd.lu. 70gr. 'sav. 6 u. 70gr.
Ütaten-Geocraal.
TWEEDE KAMER.
Met de memorie van beantwoording betreffende het
wetsontwerp tot regeling van het onderwijs aan de
militaire academie zond de regeering een gewijzigd
wetsontwerp in.
Dit is thans ingericht als een geheel nieuwe wet,
ter vervanging van die van 1869.
De regeering is voorts van het denkbeeld uitgegaan dat
voor de militaire opleiding speciale eischen moeten worden
gesteld, dat nadere maatregelen zullen worden ge
nomen ter verwezenlijking van het systeem dat de offi
cier zijn lioogere wetenschappelijke opleiding zal ont
vangen na het verlaten der militaire academie, terwijl
hij zich als officier practisch oefentdiensvolgens
sluit nu het admissie-examen voor de militaire academie
aan bij het 3s studiejaar der hoogere burgerschoolmet
weglating van scheikunde, nationale historie staats-en
handelswetenschappen en historie der letterkunde. De
toelating zal dan geschieden op 15 a 18jarigen leeftijd,
de cursus voor infanterie en cavalerie duurt 3 jaren,
met 1 jaar daarna dienst als cadet-onderofficier; voor
artillerie en genie is een éjarige cursus voorgesteld,
waardoor de applicatieschool vervalt.
De regeering wenscht een degelijke opleiding van
officieren en meer verbroedering tusschen de verschil
lende wapens. Daarom wenscht zij zooveel mogelijk
de officieren te trekken uit de militaire academie eD de
wetenschappelijke opleiding bij de korpsen zooveel doen
lijk te beperken. Teneinde dit financieel niet te bezwa
rend te maken, wordt de jaarlijks te betalen bijdrage
aan de militaire academie bepaald op 300. De concur
rentie van de opleiding bij de korpsen wil de regeering
voorts wegnemendoor te bepalen dat zijdie in die
richting het officiersexamen willen doen meer dienstja
ren als onderofficier zullen moeten hebben.
Het nieuwe toelatingsexamen zal het eerst in 1876
worden afgenomen. Zij die op 1 Januari 1876 cadet
zijn blijven betalen volgens de wet van 1869. Met
1877 hoopt de regeering de applicatieschool te kunnen
opheffen.
Gemeenteraad van Middelburg.
Zitting van Vrijdag 13 Augustus.
Voorzitter de heer Schorer.
Afwezig de heeren van Hoek, Jeras, van Berlekom
en Snouck Hurgronje, allen uitlandig, en Luteijn we
gens andere ambtsbezigheden.
De ingekomen geloofsbrieven van de onlangs geko
zen raadsleden F. Nagtglas, dr. S. Dobbelaar de Wind,
M. Volkrijk Liebert, J. H. Snijders en E. H. F. W.
Mathon, worden tot onderzoek gesteld in handen eener com
missie, bestaande uit de heeren Tak, Dronkers en Fokker.
Bij haren terugkeer ter vergadering brengt die com
missie, bij monde van den heer Tak, rapport uit en
adviseert tot toelating van al de genoemde heeren,
waartoe achtereenvolgens, met inachtneming der ge
wone formaliteiten, zonder hoofdelijke stemming beslo
ten wordt.
Vervolgens worden de notulen van de zitting van
28 Juli jl. gelezen en goedgekeurd.
Voor kennisgeving worden aangenomen drie missives
van gedeputeerde staten, houdende goedkeuring van
genomen raadsbesluiten, waaronder dat tot het sluiten
eener overeenkomst betrekkelijk de verlichting der
loskade en van den kanaalweg.
Omtrent dit laatste deelde de voorzitter mede, dat
het contract gesloten en door de directie der gasfabriek
reeds een aanvang gemaakt is met het leggen der
buizen op de loskade, zoodat verwacht kan worden dat
deze laatste nu spoedig met gas zal verlicht worden.
Tevens hebben burgemeester en wethouders aan den
minister van binnenlandsche zaken vergunning gevraagd
om een aanvang te mogen doen maken met het leggen
van een zinker ter geleiding van het gas dcor het
kanaal door Walcheren.
Van den heer H. A. Polak is eene missive ingeko
men, waarin hij, onder dankbetuiging voor de te zijnen
aanzien genomen gunstige beschikking in de raadsver
gadering van 28 Juli jl., te kennen geeft dat hij bij
nadere overweging de gestelde voorwaarden, aan die
beschikking verbonden, tot zijn spijt niet kan aanvaar
den. Hij verzoekt mitsdien zijne aanvraag tot aankoop
van bouwgrond als vervallen te beschouwen. Dien
overeenkomstig wordt besloten.
De voorzitter doet voorlezing van een concept-besluit
tot wijziging van de artt. 102, 103 en 108 der veror
dening van algemeene plaatselijke politie als een gevolg
van de in werking treding der wet van 2 Juni 1875
tot regeling van het toezicht bij het oprichten van
inrichtingen welke gevaar, schade oi hinder kunnen
veroorzaken. Zonder hoofdelijke stemming wordt
dit concept-besluit goedgekeurd.
De vergadering gaat over in eene met gesloten deuren.
Na de hervatting der openbare werkzaamheden wordt
gelezen het reclitkundig advies der heeren van Hoek en
Snouck Hurgronje ten aanzien der dagvaarding op ver
zoek van den heer C. W. Bauer alhier aan den burge
meester op 12 Juni jl beteekend wegens het dooden
van een hem toebehoorend hondje .door de politie. De
grond der dagvaarding is: dat de gemeenteraad onbe
voegd was om de verordening van 20 Mei 1854 te ma
ken en te doen uitvoeren, omdat die verordening in
strijd is met art. 147 der grondwet, welke bepaling
slechts onteigening veroorlooft na voorafgaande schade
loosstelling. Deze argumentatiegebaseerd op een recent
arrest van den hoogen raad, komt der commissie niet
onaannemelijk voor. De wetenschappelijke waarde dei-
uitspraak van den hoogen raad laat zij 'in het midden
doch zij is van meening, dat dit rechtcollege ook thans
wel bij zijn op 8 December 1873, dus betrekkelijk kort
geleden, geuit gevoelen zou blijven volharden, te meer
daar het openbaar ministerie het'tegenovergesteld gevoelen
verdedigde, zoodat men aannemen magdat ons hoogste
rechterlijk college de quaestie zeer nauwkeurig heeft
overwogen. Zij durft daD ook eene verweering in rech
ten van de zijde der gemeente tegen de door den heer
C. W. Bauer ingestelde vordering niet aanraden.
Of echter de gevraagde schadevergoeding in billijke
verhouding staat tot de waarde van den gedooden hond,
ij eene vraag waarop .do commissie meent het ant
woord te mogen schuldig blijven.
De voorzitter deelt mededat burgemeester en wet
houders na ernstige overweging voorstellen niet te
procedeerenniet omdat zij meenen dat de politie in
deze verkeerd zou gehandeld hebben want deze was
volkomen in haar recht overeenkomstig de verordening
van 20 Mei 1854; maar op grond dat het practisch
belang voor het behoud der verordening verdwenen is
door de spoedig in werking tredende wet betreffende
de hondsdolheid. Wat het bedrag der schadevergoe
ding aangaat, dit is huns inziens veel te hoog en daar
over zouden zij gerust durven procedeeren doch de
heer Bauer is bereid dat bedrag te verminderenzoo
dat burgemeester en wethouders in overweging geven
om in plaats van 50 eene van 30 te betalenterwijl
beide partijen ieder de helft in de kosten zullen moeten
dragen.
De heeren Fokker en Dobbelaer de Wind konden zich
met dit voorstel niet vereenigenhoofdzakelijk op grond
dat men het prestige der politiedie in deze gehandeld
heet tvolgens de verordening van 1854, niet mag prijs
geven terwijl het bovendien volstrekt niet zoo zeker
is dat de verordening in strijd is met de grondwet.
De voorzitter verzekerdedat burgemeester en wethou
ders niet dan noode het voorstel hebben gedaanover
tuigd als zij zijn dat de politie haar plicht heeft gedaan;
maar het gelat hier eene verordening die door het
hoogste rechtscollege onwettig wordt verklaard bij een
nog jong en na rijp beraad gewezen arrest, en het is
niet te verwachten' dat de hooge raad hieromtrent van
opinie veranderen zal. Het voorstel geschiedt alzooter
vermijding van groote kosten, en bij aanneming daar
van zal het prestige der politienaar de voorzitter ver
trouwt, bij de ingezetenen niet lijden, als zij kennis
zullen hebben genomen van het hiér verhandelde.
Het voorstel wordt daarop in stemming gebracht en
aangenomen met 10 tegen 2 stemmen. Tegen stemden
de heer Fokker en Damme.
Vervolgens stellen burgemeester en wethouders voor
de jaarwedde voor de thans vacceerende betrekking
van tweede hulponderwijzeres op school A van 800
te verhoogen tot ƒ900, op grond dat zich na de oproe
ping slechts éene sollicitante heeft voorgedaan, die
echter eene week later benoemd werd tot hoofdonder
wijzeres in eene andere plaats, zoodat er op ditoogen
blik geen sollicitanten zijn. Zij doen dit voorstel nu
spoedshalve, maar zullen weldra ook een voorstel aan
den raad doen tot verhooging der traktementen van
andere titularissen.
Voorts worden burgemeester en wethouders gemach
tigd om van den heer W. Auer weder opnieuw te
huren het schoolgebouw in de Korte St. Pieterstraat
voor den tijd van drie jaren, tegen een huurprijs van
375 'sjaars, zijnde de heer Auer niet geneigd het
langer voor 350 af te staan.
Van den heer J. Sanders tweede hulponderwijzer op
school E, is een verzoek ingekomen om eervol ontslag
uit die betrekking, wegens zijn vertrek naar Koude-
kerke. Dit verzoek is verzonden naar de plaatselijke
schoolcommissie om advies. Burgemeester en wethou
ders worden inmiddels gemachtigd tot het doen eener
oproeping van sollicitanten.
De voorzitter deelt mededat het in de zitting van
7 April jl. uitgeloote aandeel n° 88, ad ƒ1000, in de
geldleening van 200,000 ter aflossing is aangeboden.
Op zijn verzoek worden de coupons door de heeren
Dronkers en Mathon nagezien en vernietigd.
Verder niets meer aan de orde zijnde, wordt de
zitting gesloten.
Gemeenteraad van Goes.
Zitting van Vrijdag 13 Augustus.
Voorzitter de heer Blaaubeen.
Afwezig de heeren Del Baere, Pompe van Meerder-
voortde Witt Hamervan Hoek, van Renterghem en
Fransen van de Putte.
Na goedkeuring der notulen van de vorige vergadering
deelt de voorzitter mede:
a den uitslag der verpachting van eenige gemeente
eigendommen b de keuze van een model voor de ver
voer- of draagbare toestellen voor faecale stoffen
(Leeuwarden's systeem, eenigszins gewijzigd); c de
vaststelling eener instructie voor de markt- en waag-
meesters.
Daarna maakt de voorzitter opmerkzaam op den
luisterrijken en allergunstigsten afloop van het muziek
festival, op jl. Maandag gevierd, en brengt een woord
van hulde en dank aan het comitié voor volksvermaken
en zijn commissarissenalsmede aan den commissaris
van politie en diens agentenmaar tevens ook aan de
burgerijdoor wier houding het feest zoo'n uitnemenden
afloop 'heeft gehadmet welke woorden de vergadering
hare instemming betuigt.
De rekening van het bestuur van het gasthuis over
1874 wordt goedgekeurd, overeenkomstig het rapport
der financieele commissie, in ontvang op ƒ13550.89, in
uitgaaf op 12296.124en alzoo met een goed slot van
1254.76|; tevens met dankzegging aan het bestuur
voor zijn gevoerd beheer en machtiging om aan den
directeur eene gratificatie van 50 uit te lceeren voor
diens gehouden toezicht.
De rekening van den schuttersraad over 1874 wordt
voorloopig vastgesteld in ontvang op 519.06, in uit
gaaf op ƒ405.79, alzoo met een goed slot van ƒ113.27,
en restanten of memorieposten van 43.25wegens
onverantwoorde contrib utiën en oningevorderde boeten.
De begrooting van dien raad voor 1876 wordt voor
loopig goedgekeurd in ontvang en uitgaaf op ƒ463.50,
met eene toelage uit de gemeentekas van ƒ370.04.
Het ingekomen jaarverslag der gemeente Dordrecht
over 1874 zal in de boekerij der gemeente geplaatst
worden.
Aan de orde zijnde het onderzoek' der ingekomen
geloofsbrieven van de herbenoemde ledèn mr. M. P.
Blaaubeen, mr. J. A. van Hoek en B. Quist, wordt dit
uitgesteldomdat als de leden wie het geldt zich ver
wijderen er geen gepoegzaam aantal overblijven om te
beraadslagen en te besluiten.
Voor leden van het stembureau ter verkiezing van
een lid van den raad, aangezien de heer J. P. Boshoff
zijne benoeming niet heeft aangenomen, worden aan
gewezen de heeren Del Baere en Busing.
Aan den heer P. Zeeman Gz. wordt op zijn verzoek,
wegens benoeming te 'sHage, een eervol ontslag ver
leend als leeraar aan de inricLtingen voor middelbaar
onderwijs, zulks tegen 30 September, of zooveel vroeger
als de vacature mocht vervuld zijn.
De vergadering is daarna gesloten.
Eindelijk is ook de laatste vertegenwoordiging, wier
zitting nog steeds voortduurde, op reces gescheiden:
het Engelsche parlement, zoodat de parlementaire
windstilte thans volkomen is. In de troonrede, waar
mede namens de koningin de zitting werd gesloten,
worden de betrekkingen met de buitenlandsche mogend
heden zeer vriendschappelijk genoemden de hoop uit
gedrukt, dat de vrede in Europa bewaard zal blijven.
Het bezoek van den sultan van Zanzibar had aanlei
ding gegeven tot het sluiten van een additioneel trak
taat tot volkomen onderdrukking der slavernij in
Oostelijk Afrika. Na de mededeeling, dat de koloniën