H. de Veer, C. J. Ludolph, L. J. Scheltema, A. R.
Ophorst, jhr. W. K. J. van Oldenbarneveld genaamd
Witte Tullingh, A. E. J. Gi. d'Hamecourt, J. Francois,
C. G. Boonzajer
voor de genie hier te lande A. E. von Brucken Fock,
J. A. Nebbene-Sterling, J. Grootenhuie, H. W. Braak
man, P. Huffnagel, J. P. Klobbie. F. A. C. A. Pels
Rijcken, A. J. L. M. van Schevichaven, J. W. R.
Roeloffs Valk, W. M. Peletier, J. F. de l'Espinasse,
jhr. G. F. van Panhuys
voor de infanterie in Oost-Indië: J. W. J. van der
Moore, G. J. H. Bruynis;
voor de genie in Oost-Indië: J. G. H. Fischer, G. J.
Cassa, F. G. H. Vlasblom. F. J. van Burgsteeden,
J. W. C. van Steeden, W. A. J. T. Zelle, A. Schaefer.
demengde berichten.
Het Utrechtsch Dagblad ondervindt weder wat
het voor een courant zeggen wil om een enkel woord,
dat ten nadeele der katholieke geestelijkheid kan op
genomen worden, te schrijven. Het bericht van dat
blad omtrent de zaak der dochter van den Utrecht-
schen bakker d. L. (medegedeeld in ons nómmer
van Donderdag)waarin alleen de hoop werd uit
gedrukt dat de loopende geruchten omtrent inmen
ging der geestelijkheid niet bevestigd mochten wor
den, wordt door „de Tijd" vermeld met de ge
wone liefelijke omschrijving van „hatelijke, onware
en verdraaide insinuaties" en beschuldigd „bepaalde
leugens" te bevatten.
„De geestelijkheid, zoo schrijft de Tijd, heeft
den vader geraden zijn kind de gevolgen van haar stap
zacht en liefderijk onder het oog te brengenwilde zij
daarnaar niet luisteren, aan moest zij in Gods naam
zelve maar weten wat zij deed; geweld mocht en moest
niet gebruikt worden." De vader schijnt echter een
zeer ongehoorzaam katholiek te zijn geweestalthans
hij dwong, „door zijn krachtig bevel" zijne dochter
om in het rijtuig te stappenwaarmede men haar naar
een gesticht buiten de stad wilde vervoeren. Wat dat
krachtig bevel was, zegt het Utrechtsch Dag
blad, kan ieder hier vertellen! Had het meisje zich
echter zoo hevig niet verweerdmen zou haar vervoerd
hebben naar het gesticht voor gevallen meisjes te Lei
derdorp.
Intusschen verneemt het Utrechtsch Dagblad nader
„van eene zijde die het goed weten kan" dat het ver
haal van „de Tijd" zooveel onjuistheden bevat dat
morgen eene tegenspraak geleverd zal worden.
De ongeregeldheden hebben zich gisteren te Utrecht
bepaald tot het voortdurend aanwezig zijn eenergroote
menigte volks op en nabij de Vischmarkt, het zingen
en schreeuwen van liedjes en het werpen van enkele
steenen zoowel in de huizen als naar de politie agenten.
Een paar personen zijn gearresteerd.
De berichten door de verschillende bladen omtrent
de zaak gegeven loopen overigens, wat de bijzonder
heden betreft, hier en daar uiteen. De Tijd meldt dat
de meesterknecht, die naar de hand der dochter van
d. L. dong, 40 jaren is; doch niet dat hij, gelijk het
Vaderland mededeelt, sedert eenigen tijd zijn eigen
zaken dreef. Voorts is er Zondag op straat tusschen
de drie betrokken personen reeds een twist ontstaan,
waarbij de dochter met haar minnaar zich van haar
vader wilde verwijderen, doch door dezen laatste met
geweld werd teruggehoudenzoodat de politie tusschen-
beide moest komen. Te huis komende moet zij door haar
vader zoodanig zijn mishandeld, dat de buren haar om
hulp hebben hooren roepen. Aan het geestelijk gesticht,
waar de vader zich met zijne dochter vervoegde, is hij
volgens de Tijd afgewezen met de mededeeling dat
niemand tegen zijn wil daar kon opgenomen worden.
Het eerste nommer is verschenen van een maand
blad getiteld: „De Gruyter's navorscher. Maandblad
tot bevordering van de kennis van het geslacht van de
Gruyter en zijne aanspraken op de aanzienlijke nala
tenschap van wijlen den markies de Bette."
De Jockey-club te Rotterdam heeft besloten in
de volgende maand een harddraverij met paard en
chais te doen houden. De eerste prijs zal bestaan in
een voorwerp van zilver, ter waarde van f 500, of
naar keuze des winners in een geldsom van genoemd
bedrag.
Zondag waren te Utrecht twee kinderen, een jon
gen en een meisje, op de Oudegracht om een boodschap,
toen een man tegen het meisje zeide„lief kindga
met mij mede wat koopen," waarop hij zich onmid
dellijk met de kleine verwijderde. Het jongentje ging
naar huis en vertelde aan zijne ouders wat er voorge
vallen was. De vader deed onmiddellijk onderzoek,
maar te vergeefsdes namiddags ging men weder
zoeken, en op de Hamburgerbrug zijnde, kwam de
man met het kind uit de Haverstraat, uit eene berberg
aldaar, alwaar hij het bier en sterken drank gegeven
had; de vader nam hem dadelijk het kind af, hetgeen
natuurlijk niet zonder moeite geschiedde; de kleine
viel onmiddellijk na hare tehuiskomst in een diepen
slaap.
Bq het station van den staatsspoorweg te 's Her
togenbosch heeft een jong mensch (hulponderwijzer)
zich met een pistoolschot van het leven beroofd. Stuk
ken die bij hem werden gevonden, doen vermoeden
dat de daad gepleegd werd in een aanval van gods-
dienstigen waanzin.
De Prov. N. Br. ct. heeft eenige inlichtingen inge
wonnen die „boven alle bedenking verheven" zijn, be
treffende de militaire manoeuvres van het 5e regiment
infanterie op de heide nabij Breda, waarby een aantal
soldaten door de hitte ziek geworden en een zelfs over
leden zou zijn. Genoemd blad meldt dat er van de
2000 man slechts 30 onwel zijn geworden dat daar
van twee naar het hospitaal vervoerd zijn, waarvan een
behebt met vallende ziekte, dat niemand overleden is
en de 28 andere ongestelden den volgenden dag weder
uitgerukt zijn. Een feit schynt het echter te zijn dat
bij de exercitie op Maandag geen officier van gezondheid
bij den troep aanwezig was en den volgenden dag wel.
Bij het zware onweder dat gisteren hier en in
de omstreken woedde werd eene landbouwschuur van
den heer A. Kakebeeke, bewoond door N. Remijnse,
onder de gemeente Krabbendijkedoor den bliksem
getroffen en door het vuur geheel vernield. Een groot
gedeelte van den oogst benevens eenig vee werden ver
brand. De brandspuiten der gemeenten Krabbendijke,
Rilland, Kruiningen en Waarde hebben bij de blussehing
goed dienst gedaan.
Ter gelegenheid van de vergadering der Neder-
landsche Juristenvereeniging zal het den deelnemers te
Rotterdam recht aangenaam worden gemaakt. Alle
sociëteiten enz. staan voor hen opendagelijks wachten
hen muziekuitvoeringen; Vrijdag (den 27en) wordt een
tocht per stoomboot naar den Hoek van Holland on
dernomen, terwijl daags daarna een groot diner in de
Yachtclub het samenzijn besluit.
Tengevolge van de strenge maatregelen tegen den
invoer van vee te Londen stijgen de prijzen van het
vleesch aldaar buitengewoon snelvooral sedert Zater
dag jl. weder drie transporten buitenlandsch vee van
ongeveer 4000 stuks in beslag zijn genomen omdat by
ieder koppel éen stuk vee ziek was. Door eenige voor
name handelshuizen die den invoerhandel van vee
drijven is aan de autoriteiten kennis gegeven, dat zij,
indien de bepalingen op den invoer niet werden ver
zacht, de invoer van vee zouden doen ophouden.
Hoezeer de overleden Deensche dichter Andersen
geëerd en bemind was is weder gebleken bij zijne be
grafenis op den llen dezer. Behalve door het grootste
gedeelte der bevolking van de hoofdstad, werd de lijk
baar o. a. ook gevolgd door den koning met zijn
gevolg, den kroonprins, de Engelsche en Zweedsche
gezantende voornaamste burgerlijke en militaire auto
riteiten, deputaties van de gemeenteraden van Kopen
hagen en Odensee, vertegenwoordigers van kunst en
wetenschap en talrijke vereenigingen uit de burgerij.
De koningin had ter versiering van de lijkkist een
prachtige lauwerkrans met lelies omwonden gezonden,
terwijl ook de prinsessen kransen hadden gestuurd.
Door de „National Education League" te Birming
ham is een werkje verspreid, getiteld: „Education in
Holland, by dr. Lindo, government inspector of Pri
mary Instruction."
Het plan tot een reis van den keizer van Duitseh-
land naar Italië is weder opnieuw en thans, naar het
schijnt, met allen ernst opgevat. Uit Berlijn wordt
gemeld dat indien de herfetmanoeuvres den keizer niet
al te zeer vermoeien hij in het begin van October de
reis naar Italië zal ondernemen.
Te Berlijn is een 23jarig kunstenares die met
een velocipede over een koord reed van een hoogte van
50 voet naar beneden gestort en tengevolge der slin
gering van het koord buiten het beneden gespannen
net gevallen, op eenige tafels en stoelen. Weinige
oogenblikken later stierf zij.
Verkoopingcn en aanbestedingen.
Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter lezing
de voorwaarden, waarop door het ministerie van bin-
nenlandsche zaken op den 26en Augustus a. zal wor
den aanbesteed het maken van vijf kribben tot norma
liseering van de rivier de Waal boven Nijmegen,
tusschen de kilometerraaien XXV en XXVI.
Thcrmometcrstand.
12 Aug.'s av. 11 u. 63 gr.
13 'smorg.7 u.66gr.'smidd.lu.66gr.'sav.6u. 68gr.
ëtaten-generaal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 12 Augustus.
{Nader verslag).
De voorzitter deelde mede, dat de vergadering was
belegd ter behandeling van een ingekomen voorstel van
dep heer van Houten, strekkende: 1° om in de open
bare vergadering aan de orde te stellen het voorstel-
Kappeijne, tot aanleg van spoorwegen voor rekening
van den staat en 2" om de behandeling, in de afdeelin-
gen van het voorstel der regeering, uit te stellen tot
een nader te bepalen dag.
Bij de toelichting wees de heer van Houten eerst
op de veranderde samenstelling van de kamer, die met
September zal optreden, zoodat in moreelen zin der
kamereenigszins in den toestand verkeerende van een
demissionair kabin6t, geen zaken meer mocht afdoen
dan die algemeen verlangd worden. En dan was de
beslissing over de spoorwegzaak van hoogst urgenten
aard. De redenen nu die vroeger de behandeling van
het voorstel-Kappeijne belettenbestonden nu niet meer.
Wezenlijk verschil tusschen dat en het ontwerp der
regeering bestond er niet. Daarentegen kon het voor
stel-Kappeijne dadelijk worden afgedaan en zou dat
van de regeering de verschillende stadiën nog moeten
doorloopen. Dan kwam het tot de volgende zitting en
deze zouvreesde hijniet zeer bevorderlpk zijn aan
de afdoening van zulke zaken. Hij verwachtte althans
niet veel heil van veler meening, dat een ministerie
van de minderheid zich naar den wil der meerderheid
moet schikken.
Het voorstel werd bestreden door de heeren van
Zinnicq Bergmann, Heydenrijck, van Eek, Godefroi en
C. van Nispen. De laatste spreker kwam op tegen de
qualificatie van een ministerie der minderheid, omdat
er 37000 anti-liberale tegen 34000 liberale kiezers in
den lande waren. Een nieuwe exceptie om niet te ar
beiden noemde de eerste spreker het gedane voorstel
en deloyaal de oppositie om de regeering in hare krach
tige werkzaamheid te belemmeren. Dat dit in casu
weder het geval zou zijn, had de heer Heydenrijek
vroeger reeds betoogd en herinnerde bij opnieuw met
een beroep op het recht van veto.
De heer van Eek, opkomende tegen de qualificatie
van „de oppositie" door den heer-Bergmann en verkla
rende dat de liberale partij niet zal zijn oppositie partij,
wanneer de regeering 's lands zaken behartigt op de
wijze als die naar haar overtuiging moeten behartigd
worden, achtte het op grond van het betoog des
heeren Blussé in de zitting van Dinsdag, verkeerd
zulke omvangrijke zaken thans te behandelen; daaren
tegen zou, door het sectie onderzoek thans, van het
voorstel der regeering, dat ontwerp gereed komen om
behandeld en afgedaan te worden vóór de begrootings-
discussie. Geiyk de heer Godefroi, herinnerde de heer
van Eek bovendien, dat de heer Kappeijne zelf den
13™ Mei had verklaard hoe een regeeringsontwerp, als
'ter was, de prioriteit moet hebben en dat was dan
ookzeide de heer Godefroiin overeenstemming met
den gang van zaken betrekkelijk het wetsvoorstel-de
Roo tot wijziging der wet van 1851.
De minister van binnenlandsche zaken verklaarde dat
het voorstel van den heer van Houten voor de regee
ring ten eenemale onaannemelijk is. De regeering heeft
hare op 13 Mei gedane belofte willen nakomen; en nu
kon hij niet denken, dat de kamer een besluit zou
nemengelijkstaande met de weigering tot behandeling
van het regeeringsvoorstel. Dat voorstel maakte aan
spraak op de prioriteit en dat was niet zoozeer een
quaestie van etiquette als wel om het belang der zaak
zelve; want eene harddraverij op dat gebied tusschen
de regeering en de kamer was zeer schadelijk, zoodat
de minister uit eigen ervaring kon zeggen hoe reed3
het bestaan van het voorstel Kappeijne de zaak vertraagd
heeft zóódanig, dat zij, zonder dat voorstel, reeds
ware tot stand gekomen.
Ook de heer Stieltjes had zich verklaard vóór de
prioriteit van het voorstel-Kappeijne en daarbij op de
onvolledigheid van het regeeringsontwerp gewezen.
Dat lokte van den minister het verwijt uitdat de heer
Stieltjes in zijn qualiteit van mede commissaris der
exploitatie-maatschappij de onderhandelingen over het
gewijzigd contract had bemoeielijkt. Dat werd door
den heer Stieltjes ten stelligste ontkend. Hij had zelfs
het voor de exploitatie bijna allerslechtste voorstel
van de regeering ten slotte gesteund. Zoowel de spre
ker als de minister meenden later in den inhoud der
notulen van de gehouden vergadering het bewijs voor
hun su8tenu te zullen vinden.
De heeren Smidt en Kappeijne verdedigden vervol
gens het voorstel-van Houten en deden beroep op de
medewerking der regeering om het gemeenschappelijk
doel te helpen bereikenzonder zich daarbij door poli
tieke overwegingen te laten leiden, en enkel met den
wensch om door toegevendheid en conciliatie den zoo
spoedig mogeiyken spoorwegaanleg te bevorderen.
De heer Blussé verklaarde zich uit een constitutio
neel oogpunt tegen de wegcijfering van een regeerings
ontwerp. Het peil van de regeerkracht zou al zeer
laag moeten gedaald zijn vóórdat hij daartoe mede
werkte.
Ook de heer Fransen van de Putte zouna het votum
van 13 Mei, nu het regeeringsontwerp er is, niet daar
toe medewerkenofschoon hij betwistte het recht van