BUITEN LAN D. Staten-generaal. Algemeen Overzicht. De opstand in Herzogewina. Kamer van koophandel le Middelburg. Opgave van stukken welke gedurende de maand Augustus in het lokaal der kamer ter visie liggen voor het publiek: 1°. Rapport van den Nederlandsehen consul-generaal te Bloemfontein omtrent de bevordering van den Neder- landschen handel op Zuid-Afrika. 2°. Statistiek van de scheepvaart gedurende Mei 1874. 3°. Verzameling consulaire berichten enz. 2' afl. 1875. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 12 Augustus. (Per telegraaf.) Door den heer van Houten werd voorgesteld het spoorweg voorstel-Kappeijne in behandeling te nemen, met voorloopige terzijdestelling van het regeeringsont- werp. Dit voorstel werd door de regeering onaanne melijk verklaard. Na langdurige beraadslagingen-werd bet voorstel door den heer van Houten ingetrokken. Met 43 tegen 26 stemmen werd aangenomen een voorstel van den heer Godefroi om het wetsontwerp tot wijziging der kiestabel opnieuw in de sectiën te onderzoeken. Een voorstel van den heer Nierstrasz, om de judicieele wetten in behandeling te nemen, werd met 37 tegen 32 stemmen verworpen. Maandag openbare behandeling der gisteren onderzochte wetsontwerpen, waaronder dat tot bekrachtiging van het erfpachtscontract van de voormalige marinewerf te te Vlissingen. Niettegenstaande de warme Augustusdagen komen in Engeland nog zoowel leden van het lagerhuis als pairs dagelijks bijeen en menigmaal gaat het in hun zittingen warm toe, zoodat men inderdaad de geestkracht van sommige zonen van Brittannië moet bewonderen om zóo onvermoeid en ambitieus de parlementaire werkzaamheden voort te zetten. Dat echter niet allen met denzelfden geest bezield zijnen velen liever een koeler en aangenamer verblijf dan het paleis van West minster hebben opgezocht bleek o. a. nog bij de stem ming over eene motie van den heer Fawcett in de zitting van het lagerhuis op Maandag avond. Hoewel de oppositie in de minderheid is schijnt zij toch de regeering te willen doen gevoelen, dat zij niet is gedesorganiseerd; in tegendeel geeft zij het kabinet tusschenbeide de handen vol. De motie door den heer Fawcett voorgesteld had de strekking de politiek der regeering af te keurendoch zij werd met 90 tegen 55 stemmen verworpen. Van de 652 leden waren dus 145 tegenwoordigwel een bewijs hoe verkeerd het is de werkzaamheden zoo lang in den zomer te rekken, daar toch door die kleine hoeveelheid aanwezigen besluiten kunnen worden genomendie volstrekt niet in den geest der meerderheid en van het land zijn. In het heerenhuis stond de regeering gelijktijdig aan een aanval bloot. De hertog van Richmond stelde voor om over te gaan tot de tweede lezing van het wets ontwerp waarbij aan de regeering uitgebreider bevoegd heid wordt verleend om het uitvaren van onzeewaar dige schepen te verhinderen. Dit gaf aan lord Hampton aanleiding de handelwijze aan den heer Plimsoll in het lagerhuis te releveeren, welke niet alleen door den lord volkomen werd goedgekeurdmaar zelfs verklaarde deze, dat de ijver door den heer Plimsoll in de bekende zaak aan den dag gelegd hem tot eer verstrekt. De hertog van Somerset, als om voor de regeering de maat vol te metenvoegde er nog bij dat het kabi net geen tijd meer moest verliezen en niet langer moest -wachten met het voorstellen van maatregelen die dringend noodzakelijk zijn, en waarop de publieke opinie sterk aandringt. Lord Granville ondersteunde dien eisch, zoodat de beide politieke partijen het over de wensthelijkheid om maatregelen te nemen in het belang der zeevarenden volkomen eens zijn. Werkelijk heeft de Spaansche regeering uitvoering gegeven aan haar plan om een nieuwe lichting op te roepen, teneinde den Carlistischen opstand met kracht te kunnen onderdrukken. Tevens deelen de dagbladen eenige bijzonderheden mede, omtrent het plan van het gouvernement van Alfonsus XII, hoe verder te hande len. Men wil de recruten van dit jaar plaatsen bij het leger van het noorden en zoodra de vrede in Catalonië zal zijn hersteld aan het leger van het centrum bevel geven zich in de Baskische provincies te werpen ten einde gemeenschappelijk met generaal Quesada te ageeren. De strijd zal thans in Navarre moeten worden afgespeeld. Aldaar bevindt zich de hoofdtroep van het Carlistisehe leger en is bijna aan drie zijden ingesloten, zoodat hare verbinding met de andere Car listisehe provinciën zeer gebrekkig is, en slechts aan eene zijde tusschen Victoria en Pampeluna ongestoord bestaat. Zoodra nu het leger van het centrum en dat hetwelk in Catalonië is hun taak hebben volbracht zul len zij den cirkel rondom Navarre sluiten, waar de Carlisten zich dan in een zeer gevaarlijke positie zul len bevinden. De regeeringstroepen hebben ongetwijfeld veel terrein gewonnen, maar zoolang de opstand nog in Navarre bestaat is er niets beslist, doch men hoopt te Madrid, dat wanneer de Carlisten in de Pyreneën zullen zijn overwonnen de vrede in Navarra nog in dit jaar zal worden hersteld. Het beleg van het fort te Seo d'Urgel wordt met inspanning van alle krachten voortgezet. In een van de torens is een bres van drie meter geschoten en gis teren werden weder drie nieuwe batterpen geopend. De belegerden hebben een uitval ondernomen, doch zij werden teruggeslagen met achterlating van 9 dooden en een aanmerkelijk aantal gewonden, die zij mede hebben genomen naar het fort. Intusschen worden van de zijde der Carlisten voort durend pogingen ondernomen om de belegerden ter hulp te komen. 3000 Carlisten onder bevel van Dorre- garay zijn eergisteren naar Organya en Cellent ver trokken om het leger van Martinez Campos te over vallen en zijn convooien te verrassen, terwijl eenige andere bataljons naar Seo d'Urgel oprukten. Van het fort worden ontplofbare kogels in de stad geworpen. In dat gedeelte der Herzogewina, dat aan het Oos tenrijksche district Ragusa grenst, wordt sedert het begin der vorige maand een spectakel-stuk gespeeld zooals men in dat gedeelte van het Turksche rijk meermalen gewoon is te zien opvoeren. Evenals in geheel het gebied van het Balkan-gebergte slaapt de haat tusschen Christenen en Mahomedanen in de Herzogewina nooit en de geringste aanleiding is voldoende tot de grootste gruwelen. Wat geldt een menschenleven in een streek waar het jachtmes als advocaat en het pistool als rech ter fungeert? Jaarlijks gedurende den oogsttijd her halen zich die woeste tooneelen en zelden is het uit te maken wie de eerste aanleiding daartoe hebben gege ven: of Christenen dan wel Muzelmannen den strijd hebben aangevangen. Er ziju geen onpartijdige ver slaggevers, want de vriend van het Slavische ras schildert met gloeiende kleuren het lijden dat het Chris telijke lam van den Turkschen wolf moet dulden, ter wijl de Turkophiel van het arme Turksche konijntje verhaalt, dat door de Slavische ratelslang dreigt te worden verslonden. Niemand kan uit die tegenstrijdige berich ten wijs worden, maar zeker schijnt het te zijn dat de strijd om het grondbezit een van de voornaamste be weegredenen voor de herhaalde opstanden is. Voor den tegenwoordigen opstand wordt eenerzijds als oorzaak aangevoerd de verhooging der grondbelas ting, anderzijds een reeks van moorden door de Turken op de Christenen gepleegddie daarin aanleiding heb ben gevonden tot een gewapenden tegenstand. Hoe dit zijde strijd brak kort bij de Oostenrijksche gren zen in de nabij Metkovich gelegen dorpen uit, plantte zich vervolgens oostelijk voort en had weldra Neve- sinje tot middelpunt. De geheele bevolking der land streek tusschen de Narenta en de Neretva stond spoedig onder de wapenen. Als raddraaiers en aanvoerders worden de Uskoken genoemd, de uit de Herzogewina en Bosnië naar Montenegro gevluchte Christenen, die naar hun land zijn teruggekeerd. Het schijnt, dat in de plaatsen bij Metkovich de Oostenrijksche vlag werd geheschen en de kreet aan geheven: „Leve Frans Jozef I, koning van Croatië!" De Oostenrijksche regeering heeft echter geen den minsten lust om een volkje te annexeeren, dat een zoo groote neiging voor opstand en onlusten ontwikkelt als de bevolking der Herzogewina, die weldra tot de over tuiging zal zijn gekomen, dat geen hulp van Oosten rijksche bajonetten te wachten was. Integendeel heeft de regeering van keizer Frans Jozef eenige troepen naar de grenzen gezonden om die te bewaken en de neutraliteit te handhaven. Zooveel te meer echter werd gerekend op hulp uit Montenegro, want in de Zwarte bergen woont een volkje, dat niet te houden is als er ergens gelegenheid bestaat om neuzen en ooren af te snijden, onverschillig op welk ras het die amputatie kan toepassen zoodat verscheidene Oostenrijksche soldaten daarmede kennis hebben gemaakt, daar de Montenegrijnsche vrijwilligers somtijds den lust niet konden weerstaan het bewijs te leveren van hunne handigheid te dien aanzien. Daaren boven gaat het genoegen om een Turkschen schedel te kloven voor een Montenegrijn boven alles, en als hij aan gene zijde van de bergen hoort schieten kan hij het in huis niet uithouden. Vorst Nicolaas van Mon tenegro vaardigde wel terstond een decreet uit, waarbij op straffe des doods aan zijne onderdanen werd verbo den naar Herzogewina te gaan, doch aan een dergelijk verbod storen zich zijn onderdanen gewoonlijk niet en men vreesde zeer, dat het hem niet zou gelukken de neutraliteit te handhaven. Dat dit wel het geval is geweest wordt als een waar kunststuk van vorst Nicolaas beschouwddie zijne populariteit op het spel heeft gezet om zijn volk alle deelneming aan den opstand te verbiedenwant de Montenegrljnen beschouwen het als een heilige plicht de broeders in - de Herzogewina ter hulp te komen, zoo dat aan den anderen kant ook het volk waardeering verdient, dewijl het met bewonderenswaardige zelfver loochening de neutraliteit heeft geëerbiedigd. Het onderdrukken van den opstand zou dus afhangen van de machtsontwikkeling van Turkije. Spoed was een eerste vereischte, want de Herzogewiners hadden terstond betrekkingen met Albanië aangeknoopt en als de bevolking van dat land naar de wapenen greep, dan waren de gevolgen niet te overzien. De gouverneur - generaal van Bosnië en de Herzogewina, Derwich Pacha, vaardigde terstond een proclamatie uit, waarin hij. de opstandelingen bezwoer om de wapenen neder te leggen en hun een tijdruimte van drie dagen toestond, in welk geval zij volkomen amnestie zouden verkrijgen. Gaven zij hieraan geen gehoor, maar verzetten zij zich tegen de troepen van den sultan, dan zou het oorlogs recht op hen worden toegepast. De parlementair, die deze proclamatie naar het leger der insurgenten over bracht, moest tevens de volgende voorwaarden voor de onderwerping aanbiedenvolkomen amnestiekwijtschel ding van alle belasting voor het loopende jaareen billijke grondslag van belasting voor de toekomst en verwijdering van zekere impopulaire ambtenaren uit de provincie. Deze voorstellen werden echter terstond door de opstandelingen verworpen. Uit deze vredesvoorwaarden blijkt reedsdat de opstand ditmaal veel meer een politiek karakter draagt en tegen de regeering gericht is dan wel een eenvoudige strijd tusschen Christenen en Muzelmannen is. Werkelijk zijn beide partijen thans vereenigd tegen de drukkende belastingen welke de regeering van hen eischt, en dat zij niet gemakkelijk te voldoen zijn blijkt uit de weigering om de genoemde voorwaarden aan te nemen. De opstand is thans over een groote oppervlakte verbreid en bevat al de dorpen van de dis tricten -Nevesinje en Stolatz eenige plaatsen vanBileke en het westelijk gedeelde van Trebinje. De insurgen ten zijn met vrouwen, kinderen en vee naar de hoog ten en bergen gevlucht en beschikken over ruim 3500 geweren, terwijl het geen twijfel lijdt, dat zij van elders b.v. uit Dalmatie krachtig worden gesteund. Ook Mon tenegro en Servië leeren oogluikend bijstand vooral in geld. Servische zendelingen, rijkelijk met geld voor zien, doorkruisen de Herzogewina en Bosnië om de stich ting van het groote Servische rijk te prediken. Op die wijze krijgt de opstand alweer een ander karakter, Er is een groot Servisch geheim-comité gevormd, dat krachtig voor de Servische zaak werkzaam isen zelfs is eene proclamatie, die in het Latijn en Servisch te Triest is gedrukt, bij massa 's onder de opstandelingen verspreid, waarin hun moed wordt geprezen en zij tot volharding worden aangespoord om de vereeniging van de vorsten dommen Servië en Montenegro tot een Servisch rijk te bewerken, terwijl ieder die Bosnië en de Herzogewina onder vreemde heerschappij wil brengen als een landver rader wordt beschouwd. Voorts wordt aangemaand om met Oostenrijk zooveel mogelijk goede betrekkingen te onderhouden, maar tegen Hongarije bij iedere gelegenheid vijandelijk op te treden, omdat dit een even gevaarlijke vijand is voor de Servisch-Slavische nationaliteit als Turkije. Voor Rusland moet men geen sympathie toonen tot het feitelijk heeft bewezen, dat het eenig belangstelt in de bevrijding der „onderdrukte broeders" maar toch de Russische natie als een broederlijke beschouwen en aan de algemeene solidariteit der Slaven denken. Ziedaar een geheel Slavisch programma, dat den opstand op den weg van het Panslavisme voert. Gelukt het nu niet spoedig den opstand te onderdruk ken dan bestaater groot gevaar dat hij weldra aan merkelijk in omvang en kracht zal winnen, tengevolge van de nieuwe richting die men er aan heeft weten te geven. De Slovenische bladen doen al het mogelijke hun partijgenooten te prikkelen en besehouwen het als iets wat boven allen twijfel verheven is, dat Servië en Montenegro zich bij den opstand zullen aansluiten en beweren, dat het slechts een quaestie van tijd is of Oostenrijk ten behoeve der opstandelingen tusschen beide zal komen. Het blad Slovenski heeft een open lijke inschrijving tot ondersteuning der opstandelingen geopend en wil dat overal sub-comité's zullen worden gevormd, terwijl de gelden door Dalmatische patriotten in handen van de insurgenten zullen worden gespeeld. Hoewel men hoopte -den opstand spoedig meester te worden, zijn tot nog toe alle pogingen daartoe mislukt. Volgens een telegram uit Ragusa van den 9en dezer waren 800 Turken door 200 opstandelingen bij Neve sinje overvallen en totaal verslagen, waarbij eergtge- noemden hun geschut en proviand verloren. Daar dat bericht van Slavische zijde kwam was het niet volko men te vertrouwen, doch het wordt zijdelings bevestigd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 3