De afzonderlijke opsluiting wordt niet toegepast:
1° op hen, die tijdens hunne veroordeeling den leeftijd
van zestien jaren nog niet hebben bereikt; 2° op ge
vangenen boven den leeftijd van zestig jaren, tenzij
op eigen verzoek3° op gevangenen die daarvoor na
geneeskundig onderzoek ongeschikt blijken te zijn
(art. 12).
De gevangenen die hun straf in gemeenschap onder
gaan, worden verdeeld in klassen. Bij de verdeeling
in klassen wordt gelet op den leeftijd der gevangenen,
op de mate hunner ontwikkeling en op hun gedrag.
De klassen kunnen bij het onderwijs en de godsdienst
oefeningen worden vereenigd; nachtelijke afzondering
geldt ook voor hen, die hunne straf in gemeenschap
ondergaan, als regeL, doch, ten aanzien van de in
art. 12 vermelde personen, kan hiervan worden afge
weken (art. 13 en 14). De opbrengst van den ver
plichten arbeid is eigendom van den staatwaarvan
echter een gedeelte wordt afgehouden als uitgaanskas,
terwijl een ander gedeelte, 3/10 van de opbrengst niet
te boven gaande, gedurende den straftijd ten behoeve
van den gevangene kan worden aangewendde op
brengst van onverplichten arbeid des gevangenen is zijn
eigendom (art. 16 en 18).
In de gevangenissen wordt voldoend onderwijs gege
ven en godsdienstoefening gehoudenzooveel moge
lijk afzonderlijk voor de onderscheidene godsdienstige
gezinten. Tot bijwoning dier godsdienstoefeningen wordt
niemand genoodzaakt (art. 19 en 20).
Art. 21—23 bevatten bepalingen, die aantoenen dat
de staats-commissie, ofschoon de cellulaire gevangenis
straf (doch voor niet langer dan drie jaren) aannemende,
nogtans aan het zoogenaamde Iersche gevangenis-stelsel
eene tegemoetkoming verleent.
Art. 21 luidt aldus: „De veroordeelde tot gevange
nisstraf kan, wanneer hij twee derden van zijn straf
tijd en tevens minstens éen jaar in do gevangenis heeft
doorgebracht en zich gedurende dien tijd door goed ge
drag heeft onderscheiden, met zijne toestemming voor
waardelijk in vrijheid worden gesteld.
„Deze invrijheidstelling is ten allen tijde herroepelijk
in geval de veroordeelde zich slecht gedraagt of in
strijd handelt met de in zijnen verlofpas uitgedrukte
voorwaarden.
„De tijd, verloopen tussclien de invrijheidstelling en
het besluit van herroeping, wordt niet in rekening ge
bracht op den duur der straf.
„De gevangenisstraf wordt geacht geheel te zijn
ondergaan, indien zonder herroeping de straftijd is
verstreken."
Art. 22 is van den volgenden inhoud„De besluiten
van voorwaardelijke invrijheidstelling en die van her
roeping worden genomen door het hoofd van het depar
tement van justitie, de eerste op voorstel of na inge
wonnen bericht van het bestuur der gevangenis. De
aanhouding van den voorwaardelijk in vrijheid gestelde
kan in het belang der openbare orde worden bevolen
door het hoofd van de politie der gemeente waar hij
zich bevindt, onder verplichting om daarvan onverwijld
kennis te geven aan het departement van justitie. Volgt
daarna de herroepingdan wordt zij geacht bevolen te
zijn op den dag der aanhouding." Art. 23 draagt aan
eenen algemeenen maatregel van inwendig bestuur op,
het formulier der verlofpassen eh de verdere voorschrif
ten ter uitvoering van de artikelen 21 en 22 vast te
stellen.
De duur der hechtenis is minstens éen dag en hoog
stens drie achtereenvolgende jaren. Zij kan echter
voor hoogstens vier achtereenvolgende jaren worden
opgelegd in de gevallen/waarin wegens strafverhooging
ter zake van samenloop van misdrijven, herhaling van
misdrijf of het bepaalde bij art. 55 de tijd van drie
jaren wordt overschreden (art. 24). De hechtenis van
drie dagen of minder wordt iri afzondering; de
hechtenis van langeren duur wordtter keuze van den
veroordeelde, in afzonderingof, voor zoover de omstan
digheden het toelaten, in gemeenschap ondergaan (art.
25). De artikelen 12, 14 en 20 zijn ook van toepassing
op de hechtenis, in geval zij meer dan drie dagen duurt
(art. 26).
De veroordeelde tot hechtenis houdt zich bezig met
zoodanigen arbeid als hij verkiest, behoudens de voor
schriften van orde en tucht, ter uitvoering van art. 30
gegeven; over de opbrengst van dien arbeid heeft hij
de vrije beschikking. Wanneer hij in gebreke blijft
zich met eenigen arbeid bezig te houdenkan hij onder
worpen worden aan de bepalingen der artikelen 15 en
16 (art. 27). Eene bijzondere wet wijst de gestichten
aan waar de gevangenisstraf en de hechtenis worden
ondergaan (art. 29). De inrichting en het beheer dezer
gestichten, de arbeid, het onderwijs en do tucht wor
den geregeld bij algemeenen maatregel van inwendig
beheer (art. 30). Tot handhaving van de tucht worden
geene lijfstraffen opgelegd, en opsluiting in eene don
kere cel wordt niet opgelegd dan voor hoogstens 48
uren achtereenvolgens en met tussclienruimte van gelij
ken duur (art. 31). Het bedrag der geldboete is mins
tens éen gulden; zoo de veroordeelde haar niet betaalt
binnen twee maanden na daartoe te zijn aangemaand,
wordt zij vervangen door hechtenis, wordende voor
elke vijf gulden of gedeelte daarvan éen dag hechtenis
opgelegddie echter den tijd van zes maanden niet
kan te boven gaan (art. 32).
De rechten, waarvan in dc bij de wet bepaalde ge
vallen de ontzetting kan worden uitgesproken, zijn:
1° het bekleeden van ambten of bepaalde ambten;
2° het dienon bij de gewapende macht; 3° het kiezen
en de verkiesbaarheid bij krachtens wettelijk voorschrift
uitgeschreven verkiezingen; 4° het zijn van raadsman
of gerechtelijke bewindvoerder en het zijn van voogd,
of curator over anderen dan eigen kinderen; 5° de
vaderlijke macht dè voogdij en de curator over eigen
kinderenen 6° de uitoefening van bepaalde beroepen
Ontzetting van leden der rechterlijke macht, die hetzij
voor hun leven, hetzij voor een bepaalden tijd zijn
aangesteld, of van andere voor hun leven aangestelde
ambtenaren geschiedt, ten opzichte van het ambt
waartoe zij aldus zijn aangesteldalleen in de gevallen
en op de wijze bij de bijzondere wetten bepaald (art.
37). De tijd van ontzetting is afhankelijk van den
tijd der opgelegde straf (art. 40). Plaatsing in eene
rijkswerkinrichting geschiedt voor minstens éen jaar en
hoogstens drie jaren (art. 41). Artt. 4446 handelen
over de straf der verbeurdverklaring. Artt. 48—55
behandelt de leerstukken der toerekenbaarheid en toe-
rekenings-vatbaarheid vollediger dan bij den Code Pénal
is geschied: het leerstuk van den nooddwang is
nauwkeuriger afgebakend. Zoo is bijv. uitsluiting der
strafbaarheid aangenomen van een feit, gepleegd door
een kind, vóór dat het den leeftijd van tien jaren heeft
bereikt (art. 49).
Het gansche leerstuk der poging tot misdrijf is in
twee artikelen behandeld (artt. 56 en 57). In art. 56
is bepaald dat de hoofdstraffen, tegen het misdrijf be
dreigd bij poging, zoowel voor het maximum, als, be
houdens de bepalingen van art. 24 en van de eerste
zinsnede van art. 32 voor het minimummet een derde
worden verminderd. Waar de levenslange gevangenis
straf is bedreigd, wordt eene gevangenisstraf opgelegd
van hoogstens vijftien jaren en minstens twee jaren
(art. 56). Poging tot misdrijven die door middel van
de drukpers gepleegd wordenis niet straf baar (art. 57).
Artt. 5864 regelen het leerstuk der deelneming aan
strafbare feiten. Het ontwerp kent alleen daders en
medeplichtigen en omschrijft wie als zoodanig worden
beschouwd. De beide laatste artikelen van dien titel
regelen de medeplichtigheid bij misdrijven door middel
van de drukpers gepleegd. Noch uitgever nog drukker
is als medeplichtige bij die misdrijven vervolgbaar,
„indien het gedrukte stuk zijn naam en woonplaats
vermeldt en de dader bekend is of op de eerste aan
maning des rechters door den uitgever of drukker is
bekend gemaakt.
Marine en leger.
De minister van oorlog heeftmet intrekking van de
daartoe betrekkelijke bepalingen van 1865nieuwe
voorschriften vastgesteld nopens de admissie enz. aan
's rijks veeartsenijschool te Utrecht van leerlingen,
die voor rekening van het departement van oorlog voor
den militairen veterinairen dienst worden opgeleid.
De voornaamste bepalingen komen op het volgende
neder De toelating heeft plaats eenmaal 's jaars (den
eersten Dinsdag in September). De jongelieden zullen
dan den vollen ouderdom van 17 jaren moeten hebben
bereikt en niet ouder mogen zijn dan 21 jaren. Gedu
rende het verblijf van hun zoons of pupillen zorgen de
ouders of voogden voor kleeding, boeken, instrumenten
enz. Hot admissie-exainen zal slechts kunnen worden
afgelegd door hendie bij een voorafgaand onderzoek
gebleken zijn voor den militairen dienst geschikt en
lichamelijk genoegzaam ontwikkeld te zijn. De gevor
derde bekwaamheden zijngoed leesbaar schrift en ken
nis van: a de gronden van de spraakkunst der Neder-
landsche taal; b de beginselen van de Iloogduitsche en
Fransche talenzoodat de aspirant op het eerste gezicht
uit beide talen in het Nederlandsch kan overbrengen;
c de beginselen der algemeene en vaderlandsche geschie
denis; d de beginselen der aardrijkskunde; e reken-en
stelkundemet inbegrip van vergelijkingen met meer
dan éen onbekende, vergelijkingen van den 2n graad,
reken- en meetkunstige reeksen en het praktisch wer
ken met logarithmenmeetkunde, de planimetrie
bovendien wordt verlangddat de aspirant, ook al is hij
niet bekend met den geheelen omvang van hoek-, drie
hoeks- of lichaamsmeting, toch de voornaamste formules
kan toepassenwelke dienen voor de oplossing van recht
en scheefhoekige platte driehoeken en ter berekening
der oppervlakken en inhouden der prisma, pyramide,
kegel, cylinder bolbolvormig segment en sector. De
geheele cursus van het onderwijs in de veeartsenij
kunde aan 's rijks veeartsenijschool duurt vier jaren.
Vóór de toelating van hun zoons of pupillen moeten
ouders of voogden bij authentieke akte voldoenden bor-
tocht stellendat de sommen door de zorg van het de
partement van oorlog voor die jongelingen verstrekt,
geheel of ten deele aan dat departement worden terug
betaald, ingeval de leerling zich aan zijn bestemming
onttrekt of in een dor bij het reglement voorziene ge
vallen wordt ontslagen. De leerlingendie het diploma
van veearts hebben verkregenzullen bij nader examen
bewijzen moeten geven van hun geschiktheid voor de
betrekking van paardenarts bij het leger, en naar ge
lang van hun bekwaamheden voor een benoeming bij
den minister van oorlog in aanmerking worden gebracht.
Gemengde berichten.
Jl. Zaterdag namiddag is de bliksem geslagen in
eene schuur op de hofstede van B. Plasschaert, in de
gemeente Koewacht, tengevolge waarvan die schuur,
met al het daarin aanwezigeis in de asch gelegd.
Door de spoedig verleende hulp, ook der brandweer
van Axelis men er in geslaagd eene tweede daarne
vens staande schuur en verdere aanhoorigheden voor
het vuur te bewaren. Alles was verzekerd.
Ook te Axel is een boom door den bliksem getroffen,
waarbij eene koe ter aarde sloeg. Op het Zoute Spui,
gemeente Axelheeft het ontzettend gehageld. Nog
zegt mendat in de gemeente IJzendijke eene schuur
door het onweder is afgebrand.
Te Dieppe is iemand, die een einde aan zijn leven
wilde maken, uit een venster op de derde verdieping
zijner woning naar beneden gesprongen. Hij kwam
echter terecht op de telegraafdraden die tusschen de palen,
vlak voor zijn huis gespannen waren, en daar deze
draden niet afbraken, bleef hij eenigen tijd in de lucht
op en neder zwiepen, totdat hij zonder letsel te be
komen vrij zacht op den grond nederviel.
Te Brussel zal den 15en dezer eene nabootsing
van een Spaansch stierengevecht plaats hebben. De
vertooning zal geschieden nabij het station du Mid-
in de rue Bara, eenige echte Spaansche toreadors zijn
daartoe uit Nimeswaar zij het laatst werkzaam waren,
overgekomen. Meer dan eene nabootsing zal het echter
niet zijndaar het Brusselsche stedelijk bestuur ver
boden heeft dat er bloed gestort zal worden.
Te Milaan zal binnen kort voor het eerst een
voorbeeld van lijkenverbranding plaats hebben. De
overleden ridder Albert Keller heeft bepaald dat zijn
stoffelijk overschot op die manier aan de aarde zal
worden teruggegeven. Er zal een kapel en een altaar
bij het crematie-toestel worden opgericht, dat in dc
nabijheid van het kerkhof gebouwd wordt. Het stede
lijk bestuur heeft besloten de verbranding met zekere
plechtigheid te doen plaats hebben. De voornaamste
voorstanders der crematie in Italië zullen er bij tegen
woordig zijn.
Jn^omfen atukftw.
Ter Itcfrachtiiig.
Zeker ten voordeele der reizigers en als een gevolg
daarvan ook ten voordeele van Middelburgwensch ik
als vreemdeling de zich in vele opzichten lanceercnde
stad op eene leemte te wijzen waarin dient te worden
voorzien.
Er is in Middelburg gebrek aan behoorlijk logies.
Ik vermoed dat in de laatste jaren het aantal reizi
gers voor Middelburg aanzienlijk vermeerderd is; anders
begrijp ik niet hoe het mogelijk is dat de gelegenheid
tot huisvesting zoo vele malen niet in vérhouding
staat tot de aanvraag.
Velen met mij hebben de onaangename ondervinding
opgedaan dat er voor geld en goede woorden in de
twee bekende logementen geen logies te verkrijgen is
dat men zich niet alleen moet vergenoegen om van par
ticuliere kamers van familie der logementhouders gebruik
te maken, maar ook daar zelfs plaats te kort isen
men tot de indiscretie vervalt bij particulieren aan te
kloppen wil men niet op de straat overnachten.
Het doel van deze regelen is de aandacht op deze
leemte te vestigen.
Is een gebrek bekend dan kan er allicht in voorzien
worden.
Zonder iets af te willen dingen op de goede behan
deling der Middclburgsche logementhouders of op het
logeabele der logementen, geloof ik voor mij dat de
eisch des tijds en het voordeel van Middelburg het
wenschelijk maken dat de particuliere ondernemings
geest zich met deze zaak bemoeit. Niet alleen dat
hier concurrentie wenschelijk is, maar er bestaat be
hoefte. Een goed hotel opgericht in de nabijheid van
het station of de haven zou aan den ondernemer of aan
de actionarissen goede dividenden afwerpen. Dat kan
Middelburg zelf doen eer een 'ander haar vóór is.
Een reiziger.
gedrukt bij de gebroeders abrahams te middelburg.