In de Staats courant van heden is opgenomen het verslag omtrent het examen voor de 2= luitenants der artillerie en genie, gedetacheerd aan de applicatieschool en het eindexamen van de kadets van het 2e studiejaar aan de koninklijke militaire akademie, opgemaakt in voldoening aan art. 8 der wet van den 17en Juli 1869 (Staatsblad n° 141), aan den minister van oorlog uit gebracht door de commissie benoemd bij zijner majes- teits besluit van den 16en Mei 1875, n°. 30. Rechtzaken. Toepassing der wet op den kinderarbeid. De kantonrechter te 'sGravenhage we.s gisteren een zeer belangrijk en gemotiveerd vonnis in de zaak van den directeur van het Cirque Oscar Carré, beklaagd van het tijdens de Haagsche kermis in dienst hebben van twee kinderen beneden den ouderdom van 10 jaren, van welk proces reeds in de vorige week werd melding gemaakt. Ten aanzien van het eerste den bekl. ten laste gelegde feit: het door de kinderen laten verrich ten van gymnastische toeren onder leiding van den gymnastieus Ang. Nagels, overwoog de rechter, hoofd zakelijk op grond van de artt. 1 en 3 der wet van 19 September 1874 (Stbl. no. 130) dat, hoewel de heer Carré de kinderen niet in dienst had, hij toch door hun werkzaamheden voordeelen genoot en hijdaar de werkzaamheden in zijn cirque plaats vonden, deze niet had moeten laten doorgaan maar ze tegenhouden. Door dit na te laten oordeelde de kantonrechterhad de heer Carré de wet tot het tegengaan van overmatigen ar beid en verwaarloozing van kinderen overtreden en werd hijdeswege veroordeeld tot een geldboete van 3. Omtrent het tweede feit, het doen figureeren der kinderen in de pantomime „Asschepoester"besliste de kantonrechter, dat het plaats nemen op een canapé en het ecnige malen rijden door de manege van het cirque als geen „overmatige arbeid" kon worden beschouwd en sprak te dien opzichte den heer Carré vrij. De directeuren van het Nederlandsch paardenspel Blanus en Sidi Hassan ben Hannida werden vrijge sproken van het in dienst hebben van een zesjarig meisje, het dochtertje van den tweeden directeurdaar volgens den kantonrechter niet was bewezendat het meisje in hun dienst was en arbeid verrichten moest. Het plaats nemen op een verhevenheid of het dansen op de maat van de muziek om toeschouwers te lokken, kon niet als overmatige arbeid worden aangemerkt. Vad Gemengde berichten. Een heden morgen te 6 uren tot vervoer van hier met de naar Rotterdam bestemde stoomboot aangewezen stier had een blijkbaren tegenzin tegen die reis. Na een paar malen daarvan te hebben doen blijken werd hij bepaald kwaadwaarvan het gevolg was dat hij in het in aanbouw zijnde droge dok sprongwaar hijuithoofde zijner woede, is afgemaakt moeten worden. Op verzoek vermelden wij dat aanstaanden Zondag de weduwe Romer, geboren Sinke, in behoeftige om standigheden haar 89en geboortedag viert. Haar adres isGravenstraat I n° 199. Dg Victoria regia, in den Hortus te Amsterdam, opende Woensdag haar vierden bloemknop. De ontwik keling dezer belangrijke en schoone bloem heeft als volgt plaatsTegen 4 uren wijken de kelkbladeren een zuiver witte kelk vertoont zich, en een aangename geur vervult de kas. In dezen toestand blijft zijtotdat zij zich in den voormiddag van den volgenden dag weder sluit, om zich tegen 4 uren te heropenen. Dan zijn de kelk en de buitenste bloembladeren geheel teruggeslagen; het binnenste van de bloem komt te voorschijn en dezelfde bloem, die, toen zij zich sloot, wit was, is nu rood. De kassen in den Hortus waren gisteren en hedendes avonds tot 9£ uur, verlicht. De provinciale tentoonstelling van nijverheid, landbouw en kunst te Bredais verlengd tot en met den 15en dezer maand. Op de Pijpenmarkt te Amsterdam waren eenige jongens op een zandhoop aan het spelen. Een van hen liet zich a la Albreeht Beiling, vrijwillig levend begraven. Het scheelde weinig of hij had ook, evenals onze Schoonhovensche slotvoogder het leven bij inge schoten. Zijn kameraads hadden hem er zoo diep en stevig ondergestopt, dat zij hem er niet weder uit konden krijgen en hij bovendien door de drukking van het zand bedwelmd raakte. Eenige werklieden hebben echter het geluk gehadden baldadigen jongen tijdig uit te graven. Woensdag morgen werd een in het gasthuis te Amsterdam overleden brandwacht door 30 zijner in groot tenue gekleede makkers grafwaarts gebracht. De heer Bruis, chef der kazerne op de Prinsengracht, begeleidde genoemd detachement, dat werd voorafge gaan door een hoornblazer der brandweer. Aan den heer C. Zwaardemaker, te Amsterdam, is door de commissie van den Nederlandsehen boekhandel voor de internationale tentoonstelling te Philadelphia opgedragen om ten behoeve van die tentoonstelling van alle dag- en weekbladen en tijdschriften, welke in Nederland verschij nen proef-exemplaren van al de in 1875 verschenen nommers of afleveringen bijeen te brengen. De heer Zwaardemaker wenscht zoodanige exemplaren vóór 15 Augustus te ontvangen. In de circulaire, waarin hij van een en ander kennis geeft, zegt hij, dat hem officieus is medegedeeld, dat aan een eskader onzer vloot be paaldelijk is opgedragen, om het transport van de vruchten der Nederlandsche kunst en nijverheid, welke in Philadelphia zullen worden tentoongesteld, daarheen te begeleiden en alzoo door de tegenwoordigheid onzer koninklijke marine aan de Nederlandsche inzending meer luister bij te zetten. Naar men zegt, zou te Samarang eene partij rijks daalders van Singapore ingevoerd zijn, welke wel niet bepaald valsch kunnen genoemd worden, maar door een geheim procédé een waardevermindering van 2 pet. onder gaan hebben. Een Chinees te Singapore wordt gezegd van deze verminking een voordeelige kostwinning te maken. In de Locomotief leest men de volgende advententie: Raden Toemenggoeng Pandjie Sosro Koesoemo, oud regent van Tagalmet belangstelling vernomen heb bende, dat hij, volgens een der dagbladen, in 1864 jammerlijk vermoord is, heeft, tot geruststelling van zijne bloedverwanten, vrienden en bekenden, de eer mede te deelen, dat hij op dit oogenblik zeer welvarend is, en hij zich ook volstrekt niet herinnert, dat hij in 1864 vermoord werd. Nauwelijks is hetzoolang verwachte goudgeld ver- chenen of van alle zijden worden klachten aangeheven over de onhandige wijze waarop onze munt zich van dit proefstuk harer bekwaamheid gekweten heeft. Men leest over dit onderwerp het volgende in het Nieuws en Advertentieblad van Leiden We hebben i.u weder een gouden Willem's-stuk, maar een muntstuk, bijna te leelijk om er iets van te zeggen een muntstuk dat bij eiken Nederlander een gevoel van diepe verontwaardiging moet doen geboren werden. Mag die gouden munt onzen Willem zoo mis vormd voorstellen Maar is die munt dan werkelijk zoo leelijk? Ja. Om er en gros slechts eenige stootende gebreken van aan te stippen: onze koning heeft een oog, waarmede hij ieder, wie het ook zij, durft aanzien; de munt geeft het oog van een mol; en hoeveel van die dwergoogjes zouden nog wel in de breedte tusschen dat eene en het oor geplaatst kunnen worden. De spier langs neus en mond is onnatuurlijk geprononceerd, waardoor een holte in de wang geboren wordt die er niet zijn kan. Het neusgat is te groot; weinig minder dan de ruimte die het oog inneemt. De onderlip is met baard be groeid. Het oor zit op en niet ter zijde van den wang: De hals is te dik, daardoor is het achterhoofd geneel verloren geraakt, en hoe ellendig is het haar daarop uitgedrukt. Het omschrift van de beeldzijde zou doen gelooven dat de munt gegoten en niet geslagen is, geen enkele letter heeft toch een zuiver bovenvlak; daarbij zijn nog in Koning de beide n's ongelijk, de laatste vooral; in Willem is de w onzuiver en schijnt te groot, de m te zwakin de is do d te klein, in derde springt de eerste d naar binnen enzeindelijk van ons helt de s voorover. De keerzijde kan ook tal van aanmerkingen niet ont gaan. Eene zelfs niet zeer sterk vergrootende loupe zal den belangstellende in dit nationaal monument (en welk welgeaard Nederlander zal daar niet onder gere kend willen worden) tal van gebreken doen opmerken, die in deze vluchtige beoordeeling zijn voorbijgegaan. God zij met ons, en schenke ons een nieuwe munt waarop de type van onzen Willem III liefelijk is te aanschouwen, waarin elk Nederlander zijn bemindeu vorst, al mocht hij hem slechts eenmaal aanschouwd hebben, moet herkennen. Deze munt geeft ons Willem III niet, en is daarbij zoo slecht geslagen, dat wanneer men haar vergelijkt met de nagebootste gouden Engel- sche munt, die met kruiwagens vol op Towerhill te Londen, vooral aan zeelieden, placht uitgevent te worden de laatste het nog in sierlijkheid en goede uitvoering wint. Met 1° Augustus waren er reeds vele stukken aan de bank afgeleverdnu zullen er reeds van gesnoeid zijnen hoe gemakkelijk zal zulk eene munt, ook vooral om hare verlokkende kleur door industrieele munters (geen rijksmunters) ten nadeele van het publiek worden geleverd. De schande van zulk eene munt te hebben en de schade die ze ons zal kunnen berokkenen, doet ons uitroepen: Ach, hadden wij toch een betere, toonbare gouden munt Op het aardrijkskuniige congres te Parijs ;s een belangrijke discussie gevoerd over de vraag of men in plaats van de thans gebruikelijke indeeling van den rechtenhoek in 90 graden een andere in 50 of 100 zou aannemen. Voor het gemak van de berekening van hoeken is de vraag van groot belang. Tegenwoordig wordt de cirkel verdeeld in 360 X 60 X 60 1,296,000 seconden, een zeer lastig cijfer, terwijl indien de kon- derddeelige verdeeling werd aangenomen den wiskun stenaar menige lastige vermenigvuldiging en deeling zou worden gespaard. Een groot bezwaar is, dat al onze trigonometrische tafels en een aantal hulptabellen, zaken waaraan een reusachtige arbeid is besteed op het oude stelsel zijn ingericht en omgewerkt zouden moeten worden; er zou een periode van verwarring en strijd tuschen de beide stelsels ontstaan, en daarom vragen velen of de bezwaren aan de invoering van het nieuwe verbonden tegen die van het oude stelsel zou den opwegen. Deze vraag werd toestemmend beant woord en de meerderheid der leden van het congres heelt zich voor de invoering van het nieuwe stelsel verklaArd. Onder de arbeiders die te Göschenen in Zwitser land aan de doorboring van den St. Gotthard arbeiden hebben ernstige ongeregeldheden plaats gehad, speciaal onder de Amerikaansche werklieden, die met hamer en beitel den tunnel moeten verwijdenwat niet door aan wending van machines kan geschieden. Zij hadden het werk gestaakt en het postkantoor omsingeld, al waar zij moedig stand hielden. Weldra verscheen eene afdeeling militairen, doch de werklieden wilden op de daartoe gedane vermaning niet uiteengaan. De soldaten- deden een aanval met de bajonet doch te vergeefs. Zij werden met steenworpen en revolversohoten zoo kracht dadig ontvangendat verscheidene soldaten ernstige wonden bekwamen. Daarop werd een salvo in de lucht gelost, doch het miste zijne uitwerkingde werklied n begonnen op nieuw met steenen te werpen en met revolvers te schieten. Nu werd de zaak ernst en de soldaten schoten in den wilden hoop, die thans in een oogenblik uit elkander stoof, doch vier Italianen ver loren het leventerwijl een veel grooter a:.ntal werd gewond. In de haven van Swinemunde was Zaterdag een van de grootste Eng. stoombooten, de Lady Catherine binnengekomen en stoomde met half werk langs de kade, terwijl de even groote stoomboot, Milo wilde uitloopen om naar Engeland te vertrekken. Tengevolge van welke omstandigheid dan ookliep de Milo onder een vreese- lijk gekraak de Lady Catherine aan bakboordszijde in de zijde, trachtte zich door een buitengewone krachts inspanning achterwaarts te bevrijden en ankerde met een paar geweldig groote gaten in den boeg, terwijl de Lady Catherine den neus terstond in het water stak, van achteren zich boven het water verhief tweemaal zwenkte, vervolgens op zijde ging liggen en als een steen zonk. Alles was precies binnen acht minuten afgeloopen. De op den wal staande personen hadden geen begrip van den omvang van bet ongeluk tot de plaats, waar een oogenblik te voren nog een boot van 300 voet la,ng gelegen had, geheel leeg waser was geen stukje hout meer zichbaar, daar de boot op zijde liggend in een diepte van 28 voet water gezonken was. Een reusachtig ge- borrel duidde de plaats aan waar een vermogen van 200,000 Thaler gezonken was. De bemanning sprong gedeel telijk in het water of klauterde over den buik van het schip in de toesnellende booten; allen werden gered. De kosten om het schip te verwijderen worden op 60,000 Tlialcr geschat, die de Milo moet betalen alvo rens de haven te mogen verlaten. Vcrliooptngcn en aanbestedingen. Burgemeester en wethouders van Middelburg hebben heden namiddag ten raadhuize alhier in het openbaar aanbesteed 1°. Het leggen van eenige riolen met ruim- en ver- valputten, straatrooaters enz. Hiervoor zijn 11 biljetten ingekomen, te weten van de heeren: P. J. van Puffelen Zoon, 9569W. P. van Pagé, 9290 L. J. van Pagé, 9254.50J. So- nius, 8992H. P. van de Ree, 8903A. Elipse, 8175M. K. Jeras Zonen, 7995; J. F. M. van der Heil, 7957; P. Krijger, 7370A. Rinders, te Breskens, 7329; W. van Uije J.Jz., 5697. 2° Het verven van eenige geraeentegebouwen. Hiervoor zijn 6 biljetten ingekomen, van de heeren: J. S. Lenseling, 550; J. Lievense, /549.50; G. W. Bergman522A. Luitwieler495J. N. Heeröldt, ƒ444; H. Barto ƒ428.50. 3° Het doen van herstellingen aan de daken van eenige gemeentegebouwente wetena aan de Koop mansbeurs, b aan de huisjes bij de begraafplaats en aan den achtergevel van de rijschool. Hiervoor is ingeschreven door de heerenP. J. van Puffelen, ƒ160 per M3. en ƒ384; J. P. Akkerman, 285 voor de rijschool enz.P. Krijger119 per M3. en ƒ236; A. Boucherie, ƒ190 voor de rijschool enz. De aanneming is voorloopig aan de laagste inschrij vers gegund. Thcrmometcrstaii «1. 5 Aug.'s av. 11 u. 66 gr. 6 :amorg.7 u.66gr.'smidd.l u. 78gr.'sav.6u.74gr.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1875 | | pagina 2